Naar archief

UIT: Ravage #227 van 24 januari 1997  

De geschiedenis is van ons

'In de Blauwe Aanslag strijkt niemand z'n broek'

Onwillekeurig dringt zich de neiging tot een vergelijking op. Gelijktijdig met de film De stad was van ons verscheen bij uitgeverij De Papieren Tijger onder de naam Aanslag een boek ter gelegenheid van het zestienjarig bestaan van het kraakpand De Blauwe Aanslag in Den Haag. Conclusie: laat krakers zélf hun verleden voor het nageslacht documenteren. Want dat ze dat prima kunnen laat het werk 'Aanslag' wel zien. 'De geschiedenis is van ons', had de ondertitel kunnen zijn.  

De samenstellers van het boek noemen het zelf "een per definitie ontoereikende, absoluut onvolledige, opzettelijk misleidende, maar ook onthullende poging om een beeld te schetsen van een bedreigde stadssoort". Dat zijn woorden die je niet snel op een filmposter ziet staan. De 'Aanslag'-geschiedschrijvers schamen zich daar niet voor, maar ondertussen hebben ze wel degelijk zestien jaren lief en leed van een van de grootste en bekendste kraakpanden van Nederland uitermate leesbaar en in heel veel mooie foto's weergegeven.  

Pluspunt is verder dat het boek bijzonder fraai is vormgegeven. Boekdrukkers noemen het de Leporello-methode: het boek is niet gebonden maar als een soort harmonika tussen twee plankjes hout bevestigd. Let wel: twee authentieke Blauwe Aanslag-belastingkantoor archiefkastplankjes. Oké, in bed leest dat niet altijd even gemakkelijk, maar dat moet je er maar voor over hebben.

Krullies

@BODYBLIK = Op 13 december 1980 wordt het pand aan het Buitenom gekraakt. Uiteraard is een van de eerste hoofdstukken aan die kraak gewijd. "Hoeveel mensen zullen aanwezig zijn geweest? Tweehonderd, driehonderd? Veel in elk geval. De glorietijd van de kraakbeweging: het is daarna zelden gelukt nog zoveel volk op de been te krijgen." En na de kraak volgen de moeilijke, koude winters, omdat gemeente en GEB weigeren gas te leveren: "Water is er niet meer. Grote staven ijs steken uit de muur - op een staaf zit een kraantje". 

Uiteraard ook aandacht voor de hectische toestanden op 19 december 1987, als het pand na een uit de hand gelopen demonstratie dagenlang door hordes 'krullies', voetbalsupporters, extreem-rechts gespuis en buurtbewoners wordt belegerd. Na een anti-fascistische demonstratie in Haarlem trekt een deel van de 2.000 deelnemers door naar Den Haag, waar vanaf twee uur 's middags tegen 'het crisisbeleid van Lubbers' wordt gedemonstreerd. 

Dat in Haarlem een confrontatie met extreem-rechts is uitgebleven wordt door een deel van de demonstranten moeilijk verkropt. Bij McDonald's, dat vol zit, vliegen stenen door de ruiten. (Wat in het boek niet wordt vermeld, maar wat volgens mijn herinnering ook meespeelde, is het feit dat FC Den Haag-supporters op dat moment nog een appeltje te schillen hadden met 'die Amsterdammers'. Het was hen namelijk vanwege te verwachten ongeregeldheden door burgemeester Van Thijn verboden naar de hoofdstad af te reizen voor een voetbalwedstrijd tegen Ajax.)  

Ton H., indertijd lijfwacht van Janmaat, wordt gesignaleerd in de hamburgertent, waarna een grote matpartij volgt: de aanloop van een bijzonder roerige week, die niemand zal vergeten. Ondergetekende bijvoorbeeld weigert om met een helm op het pand te verdedigen, totdat een Marokkaans jochie van twaalf een halve stoeptegel op zijn hoofd gooit. Daar sta je dan als anti-fascist. De nachtelijke vuurwerkbommen die over het hek worden gesmeten, de agressie, ze staan in mijn geheugen gegrift.

Megalomanie

De Blauwe Aanslag is dan al uitgegroeid tot een van de grootste woonwerkpanden van Nederland. Een drukkerij, een redactieruimte, een restaurant, een boekhandel, fietsenwerkplaats, concertzaal/kroeg, al die typische kraak-initiatieven kwamen ook aan het Buitenom tot stand. Tekenend voor de megalomanie van het Haagse gemeente- bestuur, en de Nederlandse gemeentebesturen in het algemeen, was en is het besluit om het pand te slopen voor, hoe tekenend voor deze tijd, de verbreding van een snelweg. Er wordt momenteel nog steeds met de gemeente onderhandeld. De afloop staat nog niet vast. 

De geschiedenis van elk kraakpand is natuurlijk ook de geschiedenis van de krakers zelf. Daarom ter afsluiting een mooi citaat, door een van de samenstellers van het boek opgetekend uit de mond van de 16-jarige Aldo, die van zijn vierde tot zijn twaalfde jaar in een woongroep in De Blauwe Aanslag woonde.  

Op de vraag 'of Blauwe Aanslag-bewoners anders zijn dan de gemiddelde Nederlander', antwoordt hij: "Volgens mij heb je geen typische Blauwe Aanslag bewoner. Ze zijn allemaal verschillend. Ze hebben schijt aan andere mensen en hun meningen. En willen juist anders zijn dan de gemiddelde Nederlander. Andere mensen willen bijvoorbeeld hun broek strijken; in de Blauwe Aanslag strijkt niemand z'n broek. Ze consumeren ook niet zo veel. Kopen meer tweedehands. Hebben geen videorecorder omdat ze denken dat ze dat niet nodig hebben, maar als er een videorecorder is, leent iedereen 'm! Moet je meteen vijftig kamers langs om je videorecorder te zoeken!" Een rake typering.

Rob Tuinstra

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1997