UIT: Ravage #226 van 10 januari 1997
Uraniumslagvelden van irak tot bijlmer
Een donker verschiet (2)
Het mediaspektakel rond de Golfoorlog bracht met veel ophef de beelden van allerlei high-tech wapens in de huiskamer. Smart bombs, stealth fighters en Patriot-raketten domineerden de door het Pentagon gecontroleerde televisiebeelden van CNN. Ofschoon de effectiviteit van anti-tankmunitie van verarmd uranium (VU) de stoutste dromen van het Pentagon overtrof, werd het slechts zijdelings vermeld. Het laatste deel van een tweeluik over de gevaren van uranium.
VU-anti-tankmunitie is van strategische waarde voor de NAVO en heeft de testcase Desert Storm ruimschoots doorstaan. De buitengewone draagwijdte van deze munitie heeft het bereik van moderne tankkanonnen op zijn minst verdubbeld en daardoor een ware revolutie teweeggebracht in de geschiedenis van tankveldslagen.
Hoewel de quasi-officiële literatuur over de Golfoorlog met geen woord rept over verarmd uranium, zijn de passages over tankgevechten veelzeggend. Zo vermelden de Pentagon-adviseurs Dunnigan en Bay een incident waarbij drie Iraakse T-72 tanks werden vernietigd door een Amerikaanse M1A1 Abrams tank op ruim drie kilometer afstand. Een andere Iraakse tank werd uitgescha- keld door een Britse Challenger tank op een afstand van 5100 meter. De grens tussen wat we nog een tankgranaat kunnen noemen of een raket lijkt hier vervaagd.
Ingewijden noemen de anti-tankgranaten van verarmd uranium de belangrijkste vinding op het gebied van conventionele wapentechnologie sinds het machinegeweer in Eerste Wereldoorlog. En daarmee is niets te veel gezegd. Het verwijst alle gepantserde voertuigen van Derde-Wereldlegers naar de schroothoop.
Verarmd uranium was oorspronkelijk vooral bedoeld als kweekstof voor snelle kweekreactoren, waarin de niet-splijtbare component uranium-238 wordt omgezet in plutonium-239. Dat deze omzetting ook in andere kernreactoren kan plaatsvinden, maakt dat verarmd uranium niet alleen een 'conventioneel' maar ook een kernwapen proliferatiegevoelig goedje is.
Zo leidde de onthulling van een Britse export van 40 ton verarmd uranium via Luxemburg naar Israël in juli 1985 nog tot flinke commotie. Het vaktijdschrift Nature (18 juli 1985) wijdde er een commentaar aan. Israël kan in het Dimona-complex het niet-splijtbare uranium omzetten in plutonium. Bovendien is de stof essentieel om de kracht van waterstofbommen te vergroten. De export was vooral opvallend, omdat Israël het non-proliferatie- verdrag (NPV) niet heeft ondertekend.
Kernafval als handelswaar
De ontwikkeling van VU-technologie en VU-wapensystemen in de VS en Groot Brittannië nam de afgelopen twee decennia een hoge vlucht. Verarmd uranium werd voor de munitie-industrie een aantrekkelijk alternatief voor het duur geïmporteerde wolfraam. Het is goedkoop en ruim voorradig. Bovendien zijn de test-resultaten van penetrators van verarmd uranium beter dan die van wolfraam.
Door de nucleaire erfenis van de Koude Oorlog beschikken de VS over een bijna onuitputtelijke voorraad verarmd uranium, waarvan de kosten voor opslag steeds verder de pan uit rijzen. Alleen al de VS bezit een voorraad van 500.000 ton, opgeslagen als kernafval 'klasse A' bij de fabrieken waar uranium wordt verrijkt voor kernkoppen en reactorbrandstof sinds het Manhattan Project.
Uit recente Amerikaanse en Franse beleidsdocumenten over het beheer van de opslag van verarmd uranium blijkt dat zij hun voorraden niet langer als kernafval beschouwen, maar als grondstof en handelswaar voor (met name) de wapenindustrie. Het Amerikaanse ministerie van energie (DOE) hoopt zo de kosten van opslag beheersbaar te maken. De enorme risico's die deze besluitvorming met zich meebrengt dringt niet tot de beleidsmakers door.
Een onbekend aantal burgers van Irak en Koeweit, en Golfoorlogveteranen zijn de eerste slachtoffers van dit beleid. Het valt moeilijk te zeggen hoeveel troepen en burgers in contact zijn gekomen met verarmd uranium. De VS voerden hun eigen voertuigen, besmet door 'vriendelijk vuur' incidenten, af naar een opslagplaats voor radioactief afval in South Carolina.
Er is echter nog altijd geen één van de duizenden besmette Iraakse voertuigen, die over de slagvelden liggen bezaaid, opgeruimd. Bovendien liggen er nog duizenden VU-projectielen, die hun doel misten, in verschillende toestanden van verval.
Len Dietz, een gepensioneerd atoomwetenschapper uit het Amerikaanse leger, beschrijft een model hoe Amerikaanse militairen op de slagvelden van Desert Storm werden besmet. Het bestaat uit drie stappen: bron, verspreiding, en het inademen en inslikken. Bronnen zijn bepaalde locaties van een slagveld waar honderden kilo's micrometer-grote deeltjes verarmd uranium worden gegenereerd door kanonvuur van Amerikaanse gevechtstoestellen en tanks op geconcentreerde formaties van Iraaks pantser. Rookkolommen van de brandende tanks dragen de deeltjes omhoog en verspreiden ze tot tientallen kilometers ver over het slagveld. Het is aannemelijk dat een groot aantal militairen veel van deze deeltjes hebben ingeademd en ingeslikt. Die deeltjes zijn terechtgekomen in de botten, longen en andere vitale organen.
Tegenstrijdige verklaringen
In het technische rapport van het Milieubeleidsinstituut van het Amerikaanse leger (AEPI) verklaart de Generaal voor gezondheidszaken dat troepen die rook inademden van of incidenteel contact hadden met de voertuigen die door uranium-penetrators waren geraakt geen verder medisch onderzoek behoeven. Ondanks deze verklaring meldt de conclusie van hetzelfde AEPI-rapport dat voor troepen op het slagveld "de mogelijkheid voor binnendringing in het lichaam voldoende groot is dat het leger de risico's verder moet onderzoeken en analyseren."
Deze aanbeveling staat ook vermeld in het rapport 'Gezondheidsrisico's bij blootstelling aan uranium' van de sector stralingshygiene van het Nederlandse ministerie van Defensie. De auteur Leonard A. Hennen verklaart dat "bij een (vermoedelijke) inwendige besmetting het onderzoeken van urinemonsters de aangewezen weg is om het uranium aan te tonen..."
Verder merkt hij op: "Voor slecht oplosbare verbindingen kan een combinatie van urine- en 'in vivo' metingen in de thoracale regio noodzakelijk zijn." Hierbij wordt het lichaam met gevoelige detectoren gescand op radioactiviteit.
Saillant detail is dat dit rapport 11 oktober 1994 verscheen. Een week na het opzienbarende eindrapport van het Amsterdamse stadsdeel Zuidoost over verarmd uranium m.b.t. de Bijlmerramp, waarin verder onderzoek niet nodig wordt geacht.
Ondanks de verzekering van het Pentagon dat slechts een klein aantal Amerikaanse troepen werd blootgesteld aan 'gevaarlijke niveaus' van verarmd uranium, heeft een twee maanden durend onderzoek van het Amerikaanse blad The Nation (The Pentagon's radioactive bullet, Bill Mesler, 21 oktober '96) aan het licht gebracht dat honderden en wellicht duizenden Amerikaanse veteranen in het Perzische Golfgebied onwetend blootgesteld werden aan grote hoeveelheden verarmd uranium. Het Amerikaanse leger en het departement voor Veteranenzaken (Veteran Affairs) weigeren echter om urinetests en 'in vivo' tests uit te voeren om de hoeveelheid verarmd uranium in de longen en andere organen van Golfveteranen te meten.
In plaats van de ziektes van de Golfveteranen serieus te onderzoeken en te diagnostiseren, negeert het Pentagon de chronische kwalen en doet het de symptomen af als het Post Traumatisch Stress Syndroom. Daardoor is het voor de Golfveteranen moeilijk, zo niet onmogelijk, om medische bijstand te krijgen van Veteranenzaken voor het stellen van de juiste diagnose en de behandeling van hun gezondheidsklachten.
Sergeant Darryl Clark beschrijft in het NBC-nieuwsprogramma Dateline (Deadly fire, 22 Feb.'94) hoe hij en twaalf anderen, allen tankmanschappen, beschoten werden door A-10 gevechtstoestellen van hun collega's van de Luchtmacht. Hoestend en naar adem snakkend stonden ze in de rook van hun brandende tanks, gemixt met stofdeeltjes verarmd-uraniumoxyden. Sindsdien heeft hij chronische ademhalingsproblemen en werd zijn dochter Kennedy in september 1992 geboren met paarse bulten en gezwellen (hemangioma), die haar gezicht en lichaam, maar ook inwendige organen bedekken. Ze heeft ernstige ademhalingsproblemen en werd geboren zonder schildklier.
Clark verklaart dat een geneticus hem vertelde dat de geboorte-afwijkingen van zijn dochtertje waarschijnlijk het gevolg zijn van het inslikken van radioactieve deeltjes, waardoor zijn spermacellen kunnen zijn beschadigd. Bijna drie jaar na zijn blootstelling aan verarmd uranium was zijn urinetest positief voor uranium.
Zenuwgas
Verklaringen van het Pentagon over de mogelijke oorzaken van het Golfoorlogsyndroom worden steeds minder geloofwaardig. Jarenlang heeft het Pentagon ontkend dat Amerikaanse soldaten in het Perzische Golfgebied hebben blootgestaan aan chemische en biologische strijdmiddelen, ondanks de bewijzen die al in 1993 werden geleverd door een senaatscommissie onder leiding van Donald Riegle.
Volgens het onderzoek van deze commissie bombardeerden de geallieerden 18 chemische, 12 biologische en 4 nucleaire installaties in Irak. Zowel op Amerikaanse satellietfoto's als op een videoband die door het Amerikaanse Congres werden bemachtigd is waarneembaar hoe overblijfselen van deze bombardementen tot in de hogere atmosferische stromingen werden verspreid. De commissie had ook de beschikking over officiële documenten die weerpatronen tonen boven Irak die chemische fallout meevoeren naar de posities van de troepen van de coalitie.
Tsjechische, Franse, Britse en Amerikaanse commandanten hebben tijdens en vlak na de Golfoorlog de aanwezigheid van zenuwgassen gedetecteerd en gerapporteerd. Bevindingen van artsen en onderzoekers in dienst van het Amerikaanse leger en Veteranenzaken weken af van de officiële verklaringen en bevestigden blootstelling aan zenuwgassen, waaronder mosterdgas en sarin. De Persian Gulf Veterans Coordinating Board van de Amerikaanse overheid stelde echter alles in het werk om deze feiten te verdoezelen.
In een brief van 4 mei '94 aan onderzoeksvoorzitter Donald Riegle schrijven de drie vice-voorzitters van de Board, minister van defensie William Perry, minister van veteranenzaken Jesse Brown en minister voor gezondheidszaken Donna Shalala, dat "er geen vertrouwelijke informatie is die zou aangeven dat er sprake is van blootstellingen of detecties van chemische of biologische strijdmiddelen."
Deze en andere leugens van Amerikaanse overheidsinstanties hielden onder druk van de zich opstapelende bewijzen geen stand. In september van dit jaar moesten functionarissen van het Pentagon toegeven dat troepen waren blootgesteld toen ze Iraakse opslagplaatsen van chemische wapens vernietigden.
Thuisfront
Er zal nog heel wat strijd moeten worden gevoerd eer het Pentagon slachtoffers van besmetting door verarmd uranium erkent. In de VS blijven de slachtoffers niet beperkt tot Golfveteranen. De omvang van besmetting is veel groter. Tienduizenden werknemers in de uranium- en wapenindustrie staan dagelijks bloot aan stofdeeltjes uranium. Bijvoorbeeld in de fabrieken waar verarmd uranium wordt verwerkt in munitie.
In 1981 gingen werknemers van het Amerikaanse bedrijf TNS in Jonesboro (Tennessee) in werkstaking tegen de slechte gezondheids- en arbeidsomstandigheden. Regelmatig vonden er incidenten plaats bij de fabricage van 30-mm patronen, waarbij werknemers blootstonden aan stofdeeltjes verarmd uranium. De vakbond van de werknemers, de Oil, Chemical & Atomic Workers International Union liet onderzoek verrichten door een onafhankelijke instantie.
De uitkomsten daarvan zijn vernietigend. De gemiddelde blootstelling voor de TNS-werknemers aan radioactieve stralingsdoses over 1980 was tienmaal zo hoog als de gemiddelde stralingsbelasting voor werknemers in de Amerikaanse kernindustrie. Onderzoekers vonden ook hoge niveau's uranium in de urine van de werknemers. Hoeveelheden die volgens standaard-dosislimieten van de Nuclear Regulatory Commission in de gevarenzone zitten. Ondanks de vernietigende conclusies van het rapport werden de werknemers door de National Relations Labor Board in het ongelijk gesteld. Gerechtelijke procedures slepen zich tot op heden voort.
Andere plaatsen waar veel uraniumvervuiling optreedt zijn de testgebieden. Tijdens de jaren zeventig en tachtig werd in de VS op tenminste 12 plaatsen VU-munitie getest, waaronder de Aberdeen Proving Ground in Maryland, de Jefferson Proving Ground in Indiana, en de Yuma Proving Ground in Arizona. Met de schoonmaak van deze testgebieden zijn bedragen gemoeid van miljarden dollars.
Op de Jefferson Proving Ground werden van 1983 tot 1994 uraniumgranaten getest. Het vooronderzoek, ter voorbereiding van een milieu-effect rapportage, heeft aangetoond dat 1200 hectare grond is besmet met 70 ton verarmd uranium. De kosten om deze vervuilde grond te reinigen - voor zover dat mogelijk is, want goede technieken zijn nog niet voor handen - ligt rond de half miljard dollar. De testgebieden en munitiefabrieken liggen overigens vooral in de omgeving van zwarte leefgemeenschappen.
Proliferatie
De Golfoorlog was de eerste oorlog waarin op grote schaal wapen- systemen van verarmd uranium werden gebruikt, maar het zal niet de laatse zijn. Steeds meer VU-munitie wordt ontwikkeld voor gebruik in een toenemend aantal wapensystemen, waaronder het Bradley gevechtsvoertuig, het Vulcan luchtdefensiekanon, en een hele reeks van gevechtshelikopters. Ook de door Nederland bestelde Apaches kunnen met een kanon patronen van verarmd uranium schieten.
Behalve de VS en Groot-Brittannië ontwikkelen nu ook andere landen hun eigen arsenalen of hebben die al in hun bezit, zoals Frankrijk, Rusland, Israël, Saoedi Arabië, Jordanië en Koeweit. De meeste van deze landen kochten de wapens van Amerikaanse leveranciers of kregen ze gratis via het Pentagon's Excess Defense Articles programma.
Amerikaanse bondgenoten in het Midden-Oosten worden rijkelijk voorzien van tanks en munitie met verarmd uranium. President Clinton meldt in een memorandum aan zijn ministers van Binnenlandse Zaken en Defensie (Presidentieel Besluit No. 94-37 van 19 Juli 1994): "Hierbij stel ik vast dat het in het nationale veiligheidsbelang van de Verenigde Staten is om kapitaal toe te staan, bepaald in wat voor wet dan ook, om bruikbaar te worden gemaakt om de verkoop te bevorderen van M-833 verarmd uranium munitie aan Bahrein en Saoedi Arabië, en M-829 verarmd uranium anti-tankmunitie aan Saoedi Arabië en Koeweit."
De Arms Sales Monitor van 15 februari 1995 voegt hieraan toe dat het deze landen ook is toegestaan ander wapentuig van verarmd uranium te kopen, zoals Amerikaanse M1A2 en M-60 tanks.
De snelle proliferatie van VU-wapens zal op termijn het huidige voordeel van de Amerikanen op het slagveld elimineren. Bovendien zullen meer Amerikaanse troepen worden gedood of vergiftigd in de oorlogen van de 21ste eeuw met wapens die hun leiders zelf hebben verkocht. Onheilspellend merkt het AEPI-rapport op: "Sinds VU-wapens openlijk verkrijgbaar zijn op de wereldwijde wapenmarkt zullen VU-wapens worden gebruikt in toekomstige conflicten (...) Het aantal patiënten met VU-besmetting zal op toekomstige slagvelden waarschijnlijk veel hoger liggen, omdat andere landen VU-houdende systemen zullen gebruiken."
Het is van groot belang dat de stilte rond de industriële toepassingen van verarmd uranium en de gevolgen daarvan wordt doorbroken. Amerikaanse Abrams en Britse Challenger tanks worden met enthousiasme ontvangen op hun nieuwe oefenterreinen in Polen en Hongarije zonder dat de omwonenden beseffen aan welke risico's zij worden blootgesteld. Om het gevaar te keren moeten VU-wapens net als alle andere massavernietigingswapens worden uitgebannen.
Henk van der Keur
Documentatie en Onderzoekscentrum Kernenergie, stichting LAKA.