UIT: Ravage #215/216 van 9 augustus 1996
'Ze willen hem laten verdwijnen'
Zaterdag Moeders demonstreren in Turkije
Op het Galatasaryplein in Istanbul verzamelen zich iedere zaterdag tussen de vijftig en honderd demonstranten. Het plein bevindt zich in het centrum en splijt een drukke winkelstraat in tweeën. De protesten zijn een initiatief van de Zaterdag Moeders. Klokslag twaalf uur confronteren de demonstranten, die al lang niet meer alleen uit moeders bestaan, het winkelend publiek met één van de meest pregnante politieke kwesties: de verdwijningen die in Turkije tot de dagelijkse realiteit zijn gaan behoren.
Zwijgend worden de portretten getoond van de vermisten. Het stille protest duurt precies een half uur. Om 12.30 uur gaan de dwaze moeders en vaders, zussen en broers, dochters en zonen van Turkije uit elkaar om elkaar de volgende week weer te treffen. Zelfde tijd en zelfde plaats. Afgelopen zaterdag vond het protest voor de 62-ste keer plaats.
De bijeenkomsten van de Zaterdag Moeders groeien soms uit tot een platform voor maatschappelijk protest. Tijdens de VN Habitat conferentie, die begin juni in Istanbul werd gehouden, sloten organisaties uit binnen- en buitenland zich bij de protesten aan.
Op zaterdag 27 juli kregen de demonstranten steun van enkele tientallen familieleden en sympathisanten van de hongerstakers, die in de Turkse gevangenissen streden tegen martelingen en een betere behandeling. De wekelijkse bijeenkomst aan het Galatasarayplein was die dag een protest tegen de aantasting van menselijke waardigheid door de Turkse staat. De protesten van de Zaterdag Moeders en hongerstakers worden ook onderschreven door de mensenrechtenorganisatie Amnesty International, die zich grote zorgen maakt over martelingen en verdwijningen in Turkije en de omstandigheden die deze mensenrechtenschendingen mogelijk ma- ken.
Zelfde patroon
Volgens schattingen in de 'zaken- en diplomatenkrant' Turkish Daily News zijn sinds 1989 meer dan 400 mensen verdwenen. De vermisten zijn Koerdisch nationalisten en linkse activisten. De verantwoordelijken worden aangeduid met verschillende namen: anti-terreur eenheden, doodseskaders, contra-guerrilla. Duidelijk is dat het om eenheden gaat, die in de schaduw van politie, leger en andere veiligheidstroepen en -diensten opereren. Het patroon is vaak hetzelfde. De slachtoffers worden meegenomen door niet nader geïdentificeerde personen in niet nader te identificeren voertuigen.
Alleen de namen van de vermisten zijn bekend. De laatste weken dragen veel van de aanwezigen op het Galatasarayplein het portret van Talat Türkoglu met zich mee. "Talat Türkoglu: ze willen hem laten verdwijnen" luidt het bijschrift. De 45-jarige linkse politicus is sinds 1 april 1996 verdwenen. Door veel aandacht aan zijn verdwijning te geven hopen de Zaterdag Moeders Talat Türkoglu weer levend terug te krijgen.
Tegenover het Engelstalige weekblad Turkish Probe vertelde zijn vrouw Hasene Türkoglu dat zij haar man voor het laatst op 29 maart heeft gezien. Die dag vertrok Talat naar de stad Edirne voor familiebezoek. Bij aankomst vertelde Talat tegen zijn zus dat hij door politie in burger was gevolgd. Nadat hij zijn ouderlijk huis op 1 april verliet is er niets meer van hem verno- men. Sinds zijn verdwijning is Hasene Türkoglu bij tal van instanties geweest die mogelijk helderheid kunnen verschaffen over het lot van haar man: politieburo's, openbaar ministeries, staatsveiligheidsrechtbanken, ziekenhuizen en zelfs begraafplaatsen. Zij kreeg van de autoriteiten echter geen enkele medewerking.
Talat Türkoglu heeft een lange geschiedenis van politieke activisme en detentie achter de rug. Voor de staatsgreep van 1980 werkte hij bij de Turkse vakbondsfederatie DISK in Edirne. In dezelfde stad werd hij ook de voorman van de Turkse Socialistische Arbeiderspartij (TSIP), een legale politieke partij. Na de staatsgreep van 1980 werd Talat echter beschuldigd lid te zijn van de verboden Communistische Partij van Turkije (TKP-B). Voor dit vermeende lidmaatschap werd hij veroordeeld tot 6 jaar en 8 maanden gevangenis.
Tijdens zijn gevangenschap werd Talat meerdere malen gemarteld. In 1987 moest een Urgent Action van Amnesty International voorkomen dat hij opnieuw aan martelingen werd blootgesteld. Na zijn vrijlating later dat jaar zette Talat zijn politieke werk voort. Daarvoor werd hij in 1993 en 1994 weer gearresteerd. In 1995 kwam hij op vrije voeten. Nu hoort hij tot de vierhonderd vermisten in Turkije.
Oproerpolitie
De wekelijkse protesten van de Zaterdag Moeders vinden plaats onder het wakend oog van zwaar bewapende politie-eenheden, maar werden aanvankelijk getolereerd. De in Istanbul georganiseerde Habitat conferentie van de Verenigde Naties over de leefbaarheid van de steden in de wereld, bracht hierin verandering. Op 8 juni greep de oproerpolitie hard in. Daarbij werden onder andere pantservoertuigen ingezet, deels als intimidatie, deels om de doorgang te blokkeren naar het Galatasarayplein, waar de protesten plaatsvinden.
Alle aanwezigen werden door de politie ingesloten en in speciaal daarvoor gereedstaande stadsbussen afgevoerd. Een van de arrestanten was Hasene Türkoglu. Zij werd vrijgelaten nadat ze bewusteloos raakte als gevolg van een mishandeling. De politie zou later het ingrijpen rechtvaardigen door te verklaren dat de organisatoren hadden nagelaten om toestemming te vragen voor de demonstratie.
In totaal werden die dag in geheel Istanbul 1.500 tot 2.000 arrestanten gemaakt. Onder hen bevond zich ook een grote groep leden van de ambtenarenvakbond KESK, die voornemens waren in Istanbul te demonstreren. Daarnaast werden circa 50 leden van de nieuwe linkse partij ÖDP (Vrijheid en Solidariteit Partij) in hun kantoor gearresteerd. Onder hen bevond zich de voorzitter van de partij. Hetzelfde lot trof ook de voorzitter en leden van de pro-Koerdische partij HADEP (Demokratische Volkspartij). De meeste arrestanten zouden in de dagen daarop weer worden vrijgelaten.
Het politie-optreden kreeg (en krijgt) in Turkije uitgebreide media-aandacht. Hiermee doorbraken de media voor het eerst op grote schaal het (zelf opgelegde) doodzwijgen van protesten tegen de verdwijningen. In de doorgaans gematigde krant Yeni Yüzyil haalde columnist Ahmet Altan hard uit. "Het is alsof we onder een bezettingsmacht leven. Ieder die zich uitspreekt, voor zijn rechten opkomt of enkel een mening heeft, krijgt te maken met dit doorgedraaide geweld. (...) Het bewind heeft zijn tijd gehad en heeft, net als zijn vertegenwoordigers die niet meer weten wat menselijke waarden zijn, het verstand verloren. Het heeft de oorlog verklaard aan de eigen bevolking."
Joost Jongerden