Naar archief

UIT: Ravage #210 van 17 mei 1996  

"de unabomber zit deels in ons allemaal" 

Wie is (de) Unabomber? Vanaf 1978, toen hij zijn eerste bomaanslag pleegde, werd deze vraag alleen maar groter. De FBI kwam er niet uit. Anno 1996 lijkt de dader gevonden. Begin april werd Ted Kaczinsky opgepakt, aangegeven door zijn broer. Voorlopig zit Kaczinsky echter alleen vast wegens bezit van explosief materiaal.   

Ted Kaczinsky (53) woonde als een kluizenaar in een hut nabij Montana. Hij leefde er zonder elektriciteit en stromend water. Af en toe verdiende hij wat bij in een naburige houtzagerij. Veel tijd bracht hij door in de bibliotheek van Lincoln, een plaatsje met zeshonderd inwoners. Hier stond hij bekend als 'de fietser'.  

In de jaren '60 was Kaczinsky wiskunde-leraar aan de universiteit van Berkeley. In de jaren '70 verdween hij plotseling uit het zicht. Toen verschenen wel al brieven van hem in de New York Times en de Washington Post, waarin hij de 'industriële vooruitgang' hekelde. 

Vakman 

De Unabomber stond bovenaan de lijst van Amerika's Meest Gezochte Criminelen, met een beloning van 1 miljoen dollar op zijn hoofd voor zestien bomaanslagen sinds 1978. Een speciaal team van 150 FBI-agenten heeft tienduizend verdachten ondervraagd en 50 miljoen dollar gespendeerd om hem te stoppen. Ze geven toe dat hij "erg slim" is, een "vakman", uitstekend op de hoogte van explosieve 'kookboeken' zowel commercieel als ondergronds, nieuw en oud. Op eigen houtje vervaardigde hij de onderdelen van zijn explosieven uit oud materiaal, tot de schroeven aan toe, om zich moeilijker opspoorbaar te maken. 

Hij verwierf bekendheid in de Verenigde Staten als de 'rode Pimpernel van de bombrievengooiers' en won wereldwijde publiciteit voor primitivistische ideeën, uitmondend in de publicatie van Industrial Society & Its Future in september 1995. Hiermee dwong hij zelfs de technocraten die hij aanviel te bekennen "dat er iets van de Unabomber in ons allemaal zit".

Het eerste explosief van de Unabomber, een sigarendoos met lucifer-ontsteking en elastieke banddetonatoren erin, wordt aangetroffen op de parkeerplaats van de Universiteit van Illinois, Chicago, op 25 mei 1978. In plaats van de professor aan het Polytechnisch Instituut Rensselaer te New York te bereiken, aan wie het is geadresseerd, wordt het pakketje teruggestuurd naar de Noordwestelijke Universiteit. Daar raakt een campus-agent, die het verdacht genoeg vindt om open te maken, licht gewond. 

Een tweede pakket ontploft bijna een jaar later op de Noordwestelijke Universiteit, en verwondt een student licht. Het is echter na een derde explosief in de buik van een Boeing 727 tijdens een vlucht van Chicago naar Washington (15 november 1979, twaalf gewonden) dat de aandacht van de FBI getrokken wordt. Deze derde actie brengt de vorige twee aan het licht, en zo begint een lange vruchteloze speurtocht van de Federale recherche naar Amerika's "dodelijke Luddiet".  

Deze nieuwe ontwikkeling belet hem niet een boekbom te posten aan Percy Wood, president van United Airlines. Deze aanval op Wood is voor de FBI aanleiding hun ongrijpbare seriebommenwerper om te dopen tot 'Unabomber': 'Una-' staand voor 'universiteit' en voor 'United Airlines'. 

In zijn eerste communiqué uit 1995 in de New York Times, geeft de Unabomber toe dat het plaatsen van de bom in een klaslokaal aan de universiteit van Utah's Business-school op 8 november 1981, "een mislukte operatie" was. Er raakt niemand gewond. 

Twee maanden nadat een staafbom op 5 mei 1982 een niet nader genoemde academicus verwondt aan de Vanderbilt Universiteit te Nashville, slaat de Unabomber voor het eerst toe aan de Universiteit van Californië. Op de campus van Berkeley wordt op 2 juli 1982 een explosief pakket gevonden in de kantine van het technisch departement. Een professor elektronica raakt verminkt aan handen en gezicht als hij het pakketje, wat hij houdt voor een 'meetkundig instrument', open maakt. Drie jaar later, op 15 mei 1985 dringt de Unabomber middenin de buik van het beest door via een bom in de computerkamer. Het kost de wiskundeleraar die het opent de vingers van z'n rechterhand.   

Eenzame gek 

Nog geen maand later, op 13 juni 1985, is de Boeiing Corporatie voor een tweede keer het doelwit. De bom naar het kantoor in Washington wordt onderschept voor hij schade kan aanrichten. Minder fortuinlijk is de onderzoeksassistent van een professor aan de Universiteit van Michigan. Hoewel naar diens huis gestuurd, raakt de assistent gewond als hij het voor hem openmaakt. 

Daarna veranderd de Unabomber van tactiek. Op 11 december 1985 brengt hij een explosief aan onder een houten plaat op de parkeerplaats van een computerzaak in Sacramento, Californië. De winkeleigenaar vindt het pakketje en als hij zich vooroverbuigt om het op te rapen, wordt hij dodelijk getroffen, het eerste slachtoffer van de Unabomber.  

Duidelijk aangemoedigd, probeert hij deze tactiek te herhalen bij een computerwinkel in Salt Lake City op 20 februari 1987. Opnieuw wordt de winkelmanager verwond, maar iemand met muts en grote, zwarte zonnebril, van wie de FBI gelooft dat het de Unabomber is, wordt door een secretaresse opgemerkt op de parkeerplaats. Dit is de enige keer dat hij bijna wordt opgepakt.  

De FBI zelf geeft toe dat de kunstmatige schets op grond van de getuigenverklaring zo "beroerd" is dat niet eens de kleur van zijn haar kan worden vastgesteld, of zijn leeftijd binnen een marge van twintig jaar. De opvatting van de FBI over het motief van de Unabomber schiet al net zo tekort, hem vastbesloten beschouwend als een "eenzame gek", die handelt vanuit onwaarschijnlijke persoonlijke motieven. Hij zou ooit een vliegtuigstoel hebben moeten afstaan of zijn ontslagen als automatiseur.  

Na jaren zonder resultaat - misschien begrijpelijk gezien hun methodes - wordt de Unabomber-eenheid van de FBI tenslotte opgeheven.   

Freedom Club 

Vanaf dat moment zou alles tot rust zijn gekomen, ware het niet dat islamitische fundamentalisten in 1993 op spectaculaire wijze het Wereldhandelscentrum in New York opbliezen, duidelijk gericht tegen CIA-personeel dat regelmatig parkeert op hetzelfde niveau als waar de autobom afgaat. 

Twee nieuwe Unabomberpakketjes arriveren binnen enkele dagen. Op 22 juni 1993 op de campus aan de Universiteit van Tiburon (Californië), waarbij een geneticus zwaar gewond raakt. Twee dagen later raakt aan de andere kant van het continent aan de Universiteit van Yale, computer-programmeur David Gelernter zwaar gewond. De Unabomber heeft niet op z'n lauweren gerust tijdens zijn 'retraite', de nieuwe gebruikte explosieven schroeven hun ontvlambaarheid nog wat op. Het kruit is vervangen door ammonium nitraat/aluminium vulsels; de elastieke detonatoren door elektronische.  

Rond deze tijd benadert de Unabomber voor het eerst de New York Times, in het kort uitleggend dat de bombardementen het werk zijn van de Freedom Club (FC), anti-technologie-anarchisten. 

De inderhaast in het leven geroepen speciale FBI-eenheid kan niet voorkomen dat Thomas Mosser om het leven wordt gebracht, de directeur van Burston-Marsteller. Dit reclamebedrijf is verantwoordelijk voor het 'groenwassen' van de milieuramp veroorzaakt door Exxon Valdez. De 'seizoensverrassing' wordt gepost naar zijn huis aan de Spen Drive, N. Caldwell, New Jersey op 10 december 1994. Bij het openmaken raakt Mosser zijn hoofd kwijt.   

De FBI ziet de laatste aanval van de Unabomber als een reactie op de vrachtwagenbom op het Federaal Gebouw van Oklahoma door de militante vagebond Tim McVeigh. Het levert hem zeker geen sympathie op: "Wij wijzen met kracht het soort lukrake slachtpartijen af zoals in Oklahoma City".  

Slechts enkele dagen later, op 24 april 1995, arriveert een zwaar getapete doos op het hoofdkwartier van de Californische Boswacht Associatie. Geamuseerd grapt de staf dat het wel eens een bom zou kunnen zijn. Als de secretaresse van de bedrijfsdirecteur het niet kan openmaken, neemt ze de juiste beslissing en stuurt het door naar haar baas, ook al was het dan geadresseerd aan Gilbert Murray's voorganger, William Dennison. Velen zien dit verkeerd adresseren als bewijs dat het een express-bezorging van de Unabomber is, maar Murray of Dennison, het resultaat komt op hetzelfde neer - de president van de CFA komt om het leven.  

Communiqué 

Dit is het laatste Unabombardement dat kan worden genoemd. Twee dagen later omschrijft de Freedom Club zijn voorwaarden in een brief van aan de New York Times, een aantal andere landelijke bladen in de VS en David Gelernter, de programmeur op Yale die de Unabomber eerder verwondde. Denkend dat het een zoveelste bom is, stuurt de leiding van de New York Times het ongeopend naar de FBI - maar het komt gauw genoeg bij hen terug.  

Na zestien jaar vindt de Unabomber dat "nu de tijd rijp is voor het verspreiden van anti-industriële ideeën". Hij belooft geen verdere 'terroristische' activiteiten te ondernemen wanneer het manifest van de Freedom Club, Industrial Society and Its Future, wordt gepubliceerd. Ondanks al hun haarkloverij omtrent ethische kwesties als 'chantage' en de vraag of ze 'aan terroristen de ademruimte van publiciteit moeten geven', is de New York Times er als de kippen bij om het communiqué te publiceren.  

Misschien met als doel te bewijzen dat de pen net zo machtig kan zijn als de bom, verstuurt de Unabomber een aantal brieven

om de aandacht van de krantenuitgever op zijn aanbod te helpen richten. De eerste bereikt de Nobelprijs-laureaten voor biologie en genetische manipulatie Richard Roberts van Boston Biotech en Philip Sharpe van het Technologisch Instituut te Massachusetts, hen eraan herinnerend hoezeer de Freedom Club gekant is tegen hun onderzoekingen.  

Eind juni 1995, ontvangt de luchthaven van Los Angeles een brief waarin wordt gedreigd op een dag een vliegtuig op te blazen, om een peperdure en ontwrichtende veiligheidsoperatie te provoceren. De volgende dag ontvangt de luchthaven een nieuwe brief de vorige wordt afgedaan als een grap.  

Ongelukkig genoeg voor de FBI, arriveert op 2 juli 1995, de 13e verjaardag van het eerste Unabombardement op Berkeley, een volgend pakket van de FC. Ondanks algehele waarschuwingen van de FBI aan de volledige staf, wordt het pakket opengemaakt door een of andere ingehuurde psychologie-professor. Tot zijn opluchting ontdekt hij dat het slechts een kopie bevat van Industrial Society and Its Future en een lijst dringende vragen waarin de professor's karikatuur, dat de Unabomber een psychopaat zou zijn zonder geldige motieven, wordt weerlegd. 

Penthouse 

Op 19 september 1995 gaan de kranten door de knieën, maar in feite hadden ze dat allang gedaan. Eind mei 1995 haalt een brief van de Unabomber aan Scientific American, de moderne wetenschap aanvallend om diens "arrogantie", de voorkant van Newsweek. In de weken die volgen drukt dit vermaarde glossy blad lezersbrieven af waarin de inzichten van de Freedom Club omtrent de malheur van het moderne bestaan worden geprezen.  

De meest bizarre onderhandeling heeft plaats tussen de Unabomber en Penthouse, waarbij de Unabomber toestaat dat het manifest wordt gepubliceerd, daarbij een slag om de arm houdend om nog één technocraat om te brengen, vanwege de "aller belabberste kwaliteit" van Penthouse. Zoals verwacht duidelijk ongelukkig met deze deal, biedt uitgever Bob Guccione de Unabomber als alternatief een maandelijkse column aan.  

Dit aanbod gaat uiteindelijk niet door omdat de New York Times en Washington Post afspreken om tot publicatie over te gaan. Om zich in te dekken laten ze hoofd-aanklager Janet Reno en FBI-directeur Louis Freeh wijwater sprenkelen over hun besluit, beklemtonend dat ze publiceren om redenen van openbare veiligheid, niet om journalistieke. Elke krant beurt er 30 duizend dollar mee, maar om technische redenen wordt het zes krantenpagina's lange Industrial Society and Its Future eerst gebracht als bijlage in de Washington Post. De bijlage wordt opzettelijk middenin de week gebracht om er zeker van te zijn dat er minder worden gedrukt.   

Time Warner is zo goed het manifest op Internet te gooien, en twee dagen later, op 21 september 1995, staat het ook in de Oakland Tribune. Dit is zogenaamd gedaan opdat lezers de auteur kunnen herkennen aan zijn manier van schrijven en hem dan te pakken te kunnen krijgen - maar in feite heeft Industrial Society and Its Future dan al een belangwekkend debat in de VS aangezwengeld, al het reductionisme en machismo ten spijt. 

Zondebok 

Het september '95 openbaar gemaakte manifest is uitgebracht door de Freedom Club, niet door de Unabomber. Zoals gezegd: de FBI heeft de naam 'Unabomber' in het leven geroepen. Of Kaczinsky in z'n eentje de Freedom Club uitmaakt (voorzover hij de 'Unabomber' is natuurlijk), of dat er meer mensen bij betrokken zijn, is onduidelijk.  

Industrial Society and Its Future wordt in de massamedia een "hoogdravend" manifest genoemd. De kritiek die erin wordt verwoord, reikt inderdaad ver. Het manifest lijkt nauwelijks, zoals misschien te verwachten viel, op de 'anti-imp'- teksten van een groep als de RARA. Het gedachtegoed ligt eerder in het verlengde van zulke uiteenlopende criticasters als Zerzan, Ellul, Marcuse en Foucault. Het gebruik van geweld, in de vorm van terrorisme en sabotage, wordt als noodzakelijk kwaad geaccepteerd.  

Het manifest van Freedom Club zou een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de geweldsdiscussie in de Verenigde Staten maar ook in Europa. Niet voor niets drukt het manifest volgens Bob Black "het beste en meest invloedrijke denken in het hedendaags Amerikaans anarchisme" uit.  

De Unabomber wordt echter allesbehalve serieus genomen in progressieve kringen, die met name terugschrikken voor het geweld. De (op z'n zachtst gezegd) terughoudendheid is wederzijds. Opvallend is de ruime plaats in de kritiek van Freedom Club van het verschijnsel leftism, wat valt te vertalen met 'linksisme'.  

Overtuigend wordt de hypocrisie aan de kaak gesteld van schijnbaar vooruitstrevende individuen en groeperingen, die zich verschuilen achter een veilige pseudo-solidariteit. 'Leftists', 'linksisten', dat zijn de politiek correcten; zij die minderheidsgroepen (liefst ver van het eigen bed) in een slachtoffer-rol proberen te duwen.  

Twee eigenschappen kenmerken hen, lezen we in het manifest: "Gevoelens van minderwaardigheid", en "oversocialisering". Het kernpunt van kritiek is, dat 'linksisme' de grondvesten van de industriële samenleving niet aantast, eerder versterkt. Citaat: "Als de samenleving geen sociale problemen had, zouden de linksisten problemen UITVINDEN als excuus om er een koude drukte van te maken".     

Technologie 

Belangrijk in het manifest is de overtuiging dat technologie niet kan worden omgebouwd tot iets wat wél goed voor de aarde is. Daarom is volgens Freedom Club een revolutie nodig; hervormingen binnen het systeem worden door het verrotte systeem zelf toch weer in hun tegendeel omgebogen. 

Een terugkerend aspect in het manifest is de vaststelling dat het in de wereld om één ding draait: "het machtsproces". Leftists steken hiervoor hun hoofd in het zand, ze verachten al wat 'macht' heeft en verkiezen allerlei vormen van machteloosheid. Anderen buiten macht uit (politici); weer anderen, zoals Freedom Club/Unabomber, grijpen de eigen macht aan door zelf een bom onder 'de macht' te leggen.  

Unabomber/Freedom Club verdedigt het eventuele lijden dat een radicale omwenteling met zich meebrengt met het argument dat een voortschrijding van de huidige technologische hel nog veel meer lijden zal opleveren. Aan het einde van de twintigste eeuw staat de mensheid, zo leert het manifest, voor de volgende dringende vraag: ploeteren we verder binnen het technologisch systeem, of rekenen we er voorgoed mee af?    

Het manifest spreekt de angst uit voor de gevolgen van genetische manipulatie. "Op de lange duur (zeg een paar eeuwen vanaf nu) zal er waarschijnlijk noch een mensheid noch een ander belangrijk organisme in leven zijn zoals we ze vandaag de dag kennen. Want als eenmaal wordt begonnen met het wijzigen van organismen door genetische manipulatie, is er geen enkele reden om op een bepaald punt te stoppen." 

Het algehele gevoel dat uit het lange manifest spreekt, en wat tevens de kritiek van de Unabomber zo herkenbaar maakt voor velen, wordt tenslotte kort en krachtig verwoord in punt 179, onder het hoofdstuk 'De Toekomst': "Het zou beter zijn het hele stinkende systeem te dumpen en de gevolgen te aanvaarden." 

Opgepakt 

De (na 16 jaar vruchteloos speurwerk) moedeloos geworden FBI komt op het spoor van Ted Kaczinsky door toedoen van zijn broer. Maatschappelijk werker David Kaczinsky's achterdocht wordt gewekt als het Unabomber-manifest in de krant verschijnt. Hij herkent de schrijfstijl van z'n broer Ted. David neemt een privé-detective in de arm en gaat op onderzoek uit. Het blijkt dat Ted geregeld op dezelfde plaatsen is geweest als waar de Unabomber in de loop der jaren heeft toegeslagen. Reden genoeg om de FBI in te schakelen. Deze schaduwt Ted's hut en pakt hem begin april '96 op. Honderden FBI-agenten kammen op dit moment het hele land uit om getuigen te vinden die bewijsmateriaal tegen Kaczinsky kunnen aandragen.  

In Ted's hut zijn namen van slachtoffers aangetroffen, net als de zonnebril en jas waarmee hij in 1985 zou zijn herkend. Vooral dat laatste valt moeilijk te geloven. Hoe het ook zij, terughoudendheid is meer dan geboden. Het zou wel eens kunnen dat de FBI een willekeurige 'zonderling' heeft opgepakt, die aan de profielschets voldeed. Men was al lang gebrand op een zondebok. Die lijkt nu gevonden. 

De miljoen dollar die David Kaczinsky opstrijkt voor het aangeven van zijn broer, stelt hij ter beschikking aan de nabestaanden van de Unabomber-slachtoffers.

Marc Hurkmans

Voor dit artikel is gebruik gemaakt van de inleiding bij de Engelse uitgave van Industrial Society & Its Future, door de uitgever van het tijdschrift Green Anarchist, 5 november 1995.    

Zestien bommen in 17 jaar: het spoor van de Unabomber 

25 mei, 1978, Northwestern University. Evanston, Illinois. Pakketbom, een gewonde.

9 mei, 1979, Nortwestern University. Bom in een doos, een gewonde.

15 nov. 1979, American Airlines. Chicago naar Washington. Bom  onbekende bestemming in Boeiing 727, 12 gewonden.

10 juni 1980, Lake Forest, Illinois. Pakketbom, een gewonde.

8 oktober 1981  Universiteit Utah, Salt Lake City. Bom in klaslokaal, geen gewonden.

5 mei 1982, Vanderbilt Universiteit, Nashville. Staafbom, een gewonde.

2 juli 1982,  University of Californië, Berkeley. Staafbom, een gewonde.

15 mei 1985, University of Californië. Bom in computerkamer, een zwaargewonde.

13 juni 1985, Boeiing Company Auburn, Washington. Pakketbom, geen gewonden.

15 nov. 1985, Ann Arbour, Michigan. Pakketbom aan profesoor van de universiteit van Michigan, een gewonde.

11 dec. 1985, Sacramento, Californië. Bom ontploft vlakbij computerzaak, een dode.

20 feb. 1987, Salt Lake City. Bom buiten computerzaak, een gewonde.

22 juni 1993, Tiburon, Californië. Pakketbom aan geneticus, David Gelernter, een zwaargewonde.

24 juni 1993, Universiteit van Yale. Pakketbom voor een New Haven professor, een zwaargewonde.

10 dec. 1994, North Caldwell, New Jersey. Pakketbom aan Thomas  Mosser van Exxon Valdez, een dode.  

24 april 1995, Sacramento, Californië. Pakketbom aan Forest Association, een dode.

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1996