Naar archief

UIT: Ravage #205 van 8 maart 1996    

Wilde stakingen bij de vrije radio 

,,De vrije radio's zijn na 15 jaar eigenlijk overbodig geworden. Het aanbod van radio- en tv-kanalen is enorm toegenomen en veel oude piraten en stadsradio's zijn daar terechtgekomen. Het oude, grijze mediabestel, waartegen je je kon afzetten, is eveneens verdwenen. Vrije radio heeft een bepaalde stimulans nodig, er moeten mensen bij elkaar komen die een gezamenlijk doel voor ogen hebben. Dat is nu, denk ik, aan het verdwijnen en daarmee lijken de vrije media hun functie te hebben verloren. Het aanbod is zo groot dat het publiek geen verschil meer merkt en het doet er ook niet meer toe. Als mensen al iets te zeggen hebben, zullen ze dat in een multi-mediajas moeten gooien en niet alleen maar radio maken of een blaadje uitgeven. Er zal een hergroepering van diverse alternatieve, vrije media moeten plaatsvinden'', aldus Toek, oprichter en enige constante persoon in DFM/ARTburo Heafties/Xybertag-BBS.   

DFM, een afkorting van het woord DeForMatie, en staat voor een verzameling radiopiratenprogamma's, performances en sinds enige tijd ook bulletinbord gemaakt door een wisselde groep mensen. DFM ging van start in 1982 met het DFM-Nagtprogram op Radio GOT in Amsterdam. Toek werd destijds gevraagd of hij geen zin had om plaatjes te draaien. Radio GOT was net begonnen. Hij begon daar met een punkshow. Naderhand ging hij uit verveling de format van andere programma's nadoen.  

Toek: ,,Ik zat soms drie of vier uur achtereen alleen in de studio en voelde me vrij eenzaam. Ik probeerde gasten bij het programma te betrekken, maar die kwamen dan niet opdagen. Een informatie-uitwisseling kwam helemaal niet op gang. Op een gegeven moment ging ik mensen uitnodigen die helemaal niet informatief waren, die altijd zaten te zwammen, losbollen, dronkelappen. Dat vond ik ook informatie, om iemand zo open en bloot op de radio te brengen, zoals hij is. Iemand die zo stoned of dronken is, dat ie nauwelijks doorheeft dat ie in de uitzending is. Zeer leuk. En zodra hij vervelend werd, kwam er een muziekje. Op een gegeven moment wilde iedereen wel gast worden en uit die stroom zijn er toen een paar blijven hangen: Edward de Schone, Max Mengmeester, Pauline Strak, Rogier en Joost (Rooster en De Vries), Reinout en Chris.'' 

Toen, na het in 1985 in Amsterdam gehouden Youth Media Festival, Radio 100 van start ging, verzorgde DFM als DFM-radio-televisie International Network Europe de zaterdagnacht- en zondagmiddaguitzendingen. DFM maakte zoals zoveel Amsterdamse vrije radio's, mixprogramma's en combineerden dit met een showelement. De groepsleden namen voortdurend andere gedaanten aan. Als het ging vervelen verzon men een nieuwe naam en een andere formule.  

Toek: ,,Dat gaf meteen het sfeertje weer, waarin de hele mediamaffia bezig was. Een omroeporkest mocht niet ontbreken. Die bestond uit een handvol cassettes. Gebrek aan Gasten? Geen probleem, er was altijd wel een aantal alter ego's voorhanden. Radio is de intiemste van alle media en dit geldt bijzonder voor de nachtelijke uurtjes. Met een paar vrienden en een gezellig sfeertje binnen de studio bleek je zo een paar uur vol te krijgen. Als er dan nog luisteraars telefonisch reageren, krijg je hun interpretatie van wat je gemaakt hebt te horen. Die reacties werden dan weer opgenomen en ook weer uitgezonden, maar wel geknipt of gemixed om het deformatisch aspect te behouden.'' 

Chaos 

Het deformatisch principe berust op de ordening van chaos. Deformatie betekent niet alleen hergebruik van fragmenten die door anderen en jezelf zijn gemaakt. Het geeft ook aan in hoeverre de luisteraar meegesleept wordt door het nieuwe produkt dat tot stand komt. Pas als dat gebeurt, is diegene gedeformeerd. Voor DFM was deformatie geen hervorming van de gangbare informatie en reformatie, maar waren deze gelijkwaardig.  

Toek: ,,De vervorming is alom. Je kunt er niet omheen, je moet er doorheen. Het is schier onmogelijk zuivere informatie over te brengen. Elke handeling die daarmee verricht wordt verandert de informatie die je over wilt brengen. Het kinderspelletje van de kring die een woord of zin de ronde laat doen en hartelijk lacht om het eindproduct kent iedereen. De informatie wordt zo vervormd langs het traject dat het aflegt, dat als het uiteindelijk gepresenteerd wordt, het eigenlijk is wat wij 'deformatie' noemen. Je krijgt dan informatie door die losstaat van de bedoelingen. Wij erkennen dat dit universele principe bestaat en gaan er geen gevecht mee aan, maar gebruiken ze juist.'' 

DFM zette daartoe installaties op, volstrekt willekeurige apparatuur, tv's, zenders, ontvangers, vervormers, etc. en dan gingen de kanalen open zodat de informatie kan binnenstromen. Deze vervormde informatie werd vervolgens weer gemixed tot zo'n groteske vorm dat de je de message van de media niet meer kon waarnemen.  

Ondank de chaos die werd toegelaten, was er in de DFM-nacht wel sprake van een achterliggend structuur. Anders was veertien uur uitzenden niet vol te houden. Het 'totaalprogramma' opende met een zeer gevarieerd aanbod. Uit de chaos werd een intro van 10 en een uittro van 20 minuten gefilterd. Daardoor hoefde er nog maar een half uur opgevuld te worden om een programma van een uur te hebben.  

Toek: ,,Dat was een standby-programma voor als je echt niets hebt. Een ander format van een avondprogrammering begon met een uur zeer gevarieerde muziek, dan een praatprogramma, een sfeerprogramma en dan de eindmix. Die kon wel eens 4 of 5 uur duren. Muziek aan het begin doe je om mensen te paaien. Het is heel moeilijk om luisteraars te krijgen. Je draait één speedmetal of hardcoreplaat en je verliest 99% van alle luisteraars die nog van het vorige programma over waren. Wij hadden daarom als intro een jingle van tien minuten, bombastisch en frivool... dat houden ze nog wel vol. Maar dan is het heel belangrijk wat je daarna draait. Draai je een uur Nederlandstalig en zeg je vervolgens dat mensen kunnen bellen om de groeten te doen, dan staat de telefoon roodgloeiend. Maar na een uur speedmetal belt niemand, zo werkt dat. '' 

Inmiddels hebben de gevestigde media de technieken van de vrije media overgenomen, zoals het mixen, de cut-up en de sampling.

Toek: ,,Ja, we zijn daar al zolang mee bezig, dat het publiek wat wij 'opgevoed' hebben nu zo ver is dat zij aan de bak kunnen komen. Mensen die al van kinds af aan luisterden en beïnvloed werden door die rare geluiden en het te gek vonden, hebben zich die materie eigen gemaakt en melden zich nu aan bij de VPRO enzo. Vrije radio zegt hen niks, ze willen gewoon een programma. Maar dit is een futiliteit, zo'n interne discussie is zo minuscuul in vergelijking met de grote veranderingen die je ziet. Alle kanalen gaan open, iedereen kan op tv, bel naar call-tv...  

,,Maar hoe meer je het volk toegang tot de media geeft, hoe meer ze zullen ontdekken van elkaar (en van zichzelf) hoe stom ze zijn, omdat ze geen inhoud hebben. Het publiek heeft geen boodschap en de media ook niet, daarvoor halen ze het publiek er steeds weer bij. Ikzelf bied 24 uur per dag een 'art channel' aan, waar op totaal willekeurige wijze materiaal in opduikt en weer wordt afgeknipt als het vervelend blijkt. Een reclyclingmachine, interactief bestuurd door een aantal operators. Je zou het kunnen vergelijken met een landscape channel, een caleidoscoop-kanaal, waarin communicatie opduikt, ook als fun, als signaal. Het leukste is om het doen, niet om er naar te kijken, dat is wel gebleken tijdens onze media-events. Toekijken of luisteren is even leuk, maar niet tien uur lang. Media moet je maken.'' 

Ruimteschip 

De performances of media-events deed DFM onder de naam ARTburo Haefties. De naam Heafties werd ontleend aan een van optredens, toen nog als bijeengeraapte punkband, op het feest van de Rietveldacademie in Paradiso in Amsterdam, met als titel 'Heftig'. De eerste performances waren onder andere te zien tijdens de festivals in het gekraakte complex aan de Conradstraat in Amsterdam. Ze doken met een geluidswagen op tijdens de Documenta te Kassel in Duitsland en na het ontruimen van de Conradstraat waren zij te bezichtigen op het Post-Conradfestival in de Amsterdamse Paradiso voor 'het proefdraai van een ruimteschip in wording'.  

Nadat begin '89 het werk voor Radio 100 ophield, brachten zij de theatervoorstelling "Underground" in de spelonken onder het metrostation Weesperplein, in het kader van het festival Circuit du Theatre. In dezelfde zomer waren ze hun 'virtueel ruimteschip' ook aanwezig in de kelder van de Paradiso gedurende de ICATA-conferentie over het alternatief gebruik van technologie. In de zomer van 1990 organiseerden ze samen met Deux Ex Magina een voorstelling onder de naam Tekno Tribe. Een volk dat door tijd en ruimte reist en opduikt via de gaten in deze tijd/ruimte. Ze komen met spaceships en verschijnen en verdwijnen onder de grond, het water, in de lucht, willekeurige tijd-ruimte coördinaten.  

Sinds de herfst van 1994 is Toek weer terug op de zaterdagavond, bij Radio 100, met het programma 'Broodkast'. Daarin besteedt hij veel aandacht aan multi-media en cybercultuur. 

Toek: ,,Ik moet constateren dat de feedback totaal verdwenen is. Ik trof een totaal leeg medium aan. Er belde helemaal niemand. We hadden gekozen voor een format, waarin het eerste uur bestond uit een informatieprogramma over nieuwe media en technologie, met een rede van Matrix, een beroemde schrijver met veel power. Daarna de 'bodemprijzen', waarin we de prijzen vergeleken van tweedehands hardware, wat een modem mocht kosten etc. Ik noemde ook de noteringen van vorige week en de voorspelling voor volgende week. "14K4 modems van 350,- naar 299,-", nu is het 125,-, voor 2400 baut modems moest je al helemaal niets meer uitgeven, die moest je gratis krijgen of niet aannemen. Voor 1200,- kon je een complete 386 krijgen, voor 1500,- een complete 486. In het laatste kwartier konden de luisteraars vragen stellen. Er hebben in dat jaar misschien 6 of 7 serieuze mensen gebeld. Daarna doken we in de beroemde DFM-mix.  

,,Op een gegeven moment hebben we stakingen uitgeroepen, die ook oversloegen naar Radio Patapoe: "Wilde stakingen bij de vrije media". Radio 100 is nu net als Patapoe met de autoreverse tapes een 24-uurs stations geworden, zoals alle anderen. Gewoon niet meer uitdoen, net als de computer. Toch zijn de stress en paranoia van het illegale gebleven, terwijl 'hun' ook weten dat het okey is. Natuurlijk zou Radio 100 gelegaliseerd moeten worden en de zegen krijgen om door te gaan, zonder enige bemoeienis, het reguleert zichzelf.  

,,Wat betreft de muziek die we draaien staan we nog steeds voor het exces, dus de echte industrial en tribal, niet de dance. Het is goed de nieuwe ontwikkelingen als ambiant en jungle te volgen, maar we draaien ook oude punk en afrikaans, muziek met een boodschap die nog steeds geldt. Dat mis ik wel bij de house, dat ze geen link heeft met de vrije nieuwsgaring. Nieuwsprogramma's werken toch niet en je wordt doodgegooid met kanalen waar iemand nieuws zit voor te lezen. Voor elke bevolkingsgroep is er op dit moment een soort 'house' muziek te vinden. Gabberhouse is voor punks, ze noemen zich geen punks maar gabbers. Je hebt soft house, deep house, warm house, dope house, auto house. Zo heb je ook vrije media house, bij wijze van spreke. Bij ons gaat het van ambiant tot keihard en weer terug. Laat maar stromen al die stromingen, er komt toch wel weer wat anders.  

,,Op dit moment is de stijl klassiek. Ik was een beetje uitgekeken op m'n eigen materiaal en toen dacht ik: 'he, klassiek'. Schitterende mixen van gemaakt. Dat integreert naadloos met andere noise, techno , gabber. Ook nog wat radionoise erbij en je hebt een lekker tapijtje. We houden het rustig, want als het te druk wordt, gaan we weer terug naar Frans Brueggen's Floetenconcert. Op een gegeven moment maakte ik een New Age mixdown van positief denken tapes, meditatie, remixen met ambient, langzaam gaan scratchen, klassiek er weer bij, afknijpen, bassen open. Belt er iemand op. 'Je moet die klassieke muziek met rust laten.' Daarna dus drie, vier klassieke platen door elkaar gedraaid, goed gedoseerd.''  

Stiltegebieden 

Naast radio en performances heeft DFM nu ook een eigen Bulletinboard  'Xybertag' dat goed draait.

Toek: ,,Ja, het is af. Maar er is niemand die er gebruik van maakt. Met een paar vrienden en kennissen gebruiken we het als private mailbox. Iedereen zit op internet, de meesten denken dat een BBS niks is, het zegt ze gewoon niets. In Amerika is die situatie heel anders, daar is het een geaccepteerd medium. Een BBS is eigenlijk hetzelfde als een WordWildWeb-site.(*) Je beheert hem ook zelf, maar omdat het je eigen computer is en je eigen systeem, besteed je er natuurlijk veel meer aandacht aan. Op WWW is er nauwelijks sprake van updaten van informatie. Daarom groeit het zo snel. Als het er een keer staat blijft het zo staan. Klik je lens, zou ik zeggen. Ik denk dat de search engines binnenkort over hun nek gaan. Ik werk in de stiltegebieden waar niemand zich ophoudt, zodra je in de mainstream traffic terechtkomt, gaat alles trager. Zodra het bekend wordt dat er zich ergens een pornoplaatje bevindt, gaan alle systemen daar in de buurt down.  

,,Het Net is een systeem van flauwtes en opstoppingen. Wij hebben al jarenlang een cultuur van informatiebeheer, die de mensen van WWW nog moeten ontdekken. Vier of vijf plaatjes en teksten kan je nog wel op het Web zetten, maar wat doe je met enorme bestanden? Het beheer daarvan is een kunst op zich. Wij hebben dat in huis en kunnen dat makkelijk kopiëren. En wij blijven met de BBS op een aanvaardbaar technisch niveau zodat veel mensen toegang hebben.''  

Volgens Toek is het nog maar de vraag of de huidige internethype de voorbode is van een cybercultuur: ,,Nu mensen op internet zitten, ontdekken ze dat het toch niet echt iets voor hun is. Er zal een grote flauwte gaan ontstaan en dan zul je zien wie er over blijven en pas dan kun je meten hoeveel mensen er on-line zijn gegaan. Je ziet het ook aan bladen als Wired en Wave, dezelfde verhalen zijn al vijf keer verteld. Ze zoeken naar iets nieuws, maar alles is al vijf keer verteld. Er zijn teveel bladen en ze zitten in een impasse. De cyberhype is te gek, maar nu moet het nog gedaan worden. De paar ingredinten die er waren, zijn tot in den treure behandeld en nu gaat het alleen nog om Nintendo en andere gadgets. De ontwikkelaars en guru's, waar het in het begin over ging, werken nu allemaal bij bedrijven en de kunstenaars zijn naar de reclamesectie verhuisd. Van inhoud zijn zij doorgeschoven naar het versieren van het pagina's. De cyberfeeling zit nu in de advertenties, in de commercials. Precies als op tv: de mooiste dingen zie je in de clips, korte items waarin ze veel kwijt kunnen.'' 

Survivaljas 

Al geruime tijd werkt hij aan het concept van de cyber jacket.

Toek: ,,Die jas wordt steeds nauwer. Hij is er al, maar hij staat nog om me heen, hij is nog niet geassembleerd, maar de 'troep' (zoals de buren het noemen) staat al in gecomprimeerde vorm, in rekken, om me heen. Ik kan hem nog niet dragen, veel zal nog moeten worden geminiaturiseerd, danwel weggegooid. De jas ziet er als volgt uit: er zit een radiootje in, met luidsprekertjes in je nek zodat je kan luisteren naar radio of communicatie, een mixertje, een LCD-scherm voor tv of computer, maar dat is allemaal niet zichtbaar. Je moet niet opvallen en er gewoon een beetje tribal of freaky uitzien. Wanneer je de mouw omhoogschuift, zit daar het keyboard, een scherm en een mengpaneel. Je moet alles kunnen vastleggen op video en audio. En er zit een GSM-telefoon in waar een modem aanhangt. Je moet gebeld worden en zelf niet zo veel bellen, maar de bedragen vallen best wel mee. Je moet ook een zender bij je hebben (de telefoon is al een goedgekeurde zender). Maar de antenne in de jas mag alleen maar naar buiten stralen, niet naar binnen. Er zit een temperatuurregelaar in, er zijn al hele kleine ventilatortjes, voor onder de oksels. Veel lussen voor blikjes drank, voedsel, want het is ook een survivaljas, verder gereedschap, kabels om overal op in te kunnen pluggen. Je bent een wandelende interface. De droom is dat er helemaal geen stof gebruikt wordt om de jas van te maken. Het zou van aluminium of gewoven metaal moeten zijn, zodat het als harnas werkt, met polstering zodat je van een motor af kan vallen. Maar hij is er nog niet, hij staat nog om mee heen, ik doe het van materialen die opduiken in mijn omgeving.''

Geert Lovink

Noot

(*) BBS is een afkorting van Bulletinboard System, een elektronisch prikbord waarop bestanden en berichten kunnen worden uitgewisseld. Meestal op een enkele computer. Een Word Wide Web site is een voor anderen toegankelijke plek op het Internet dat jij vormgeeft en onderhoud. Het zit meestal niet in je eigen computer maar bij je internetprovider. Een site is een computer binnen een netwerk die daar permanent mee verbonden is.

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1996