Naar archief

UIT: NN #188 van 30 juni 1995    

De zee is geen vuilnisvat  

Na acties van Greenpeace tegen de dumping van het olieplatform de Brent Spar en na uitspraken van Duitse politici dat Shell geboycot zou moeten worden, spreidde het verzet tegen de multinational zich als een olievlek in het water uit over West-Europa. De strijdcultuur van alternatieve buitenstaanders werd ineens instrument van de hele samenleving. Shell koos uiteindelijk wijselijk eieren voor haar geld en zond de Brent Spar naar het vaste land. Waar hadden we dit kortstondige maar hevige maatschappelijke protest aan te danken? 

De wereld zit vreemd in elkaar. Soms kost het jaren van arbeid om iets voor elkaar te krijgen, een andere keer verloopt het van een leien dakje. Neem nou zo'n boycotcampagne tegen Shell. Het is niet eens zo gek lang geleden dat de anti-apartheidsbeweging wereldwijd besloot een einde te maken aan twee decennia actievoeren tegen een van de grootste oliemaatschappijen die deze aarde 'rijk' is. De veranderende politieke situatie in Zuid-Afrika gaf daar de aanleiding voor. Sinds 1990 kan de automobilist weer zonder al te veel scrupules tanken bij Shell.  

Het is overigens niet zo dat de oliemaatschappij sinds de afschaffing van de apartheid in Zuid-Afrika nu ineens weer schone handen heeft, integendeel. Shell vervuilt de aarde dáár waar het olie exploiteert. In landen als Ecuador, Papua Nieuw-Guinea, Peru, Birma of Nigeria; daar waar de milieuwetten niet streng zijn, maakt Shell zich schuldig aan grootschalige vervuiling. Maar ook dicht bij huis, in Pernis bijvoorbeeld, loost de multinational nog steeds grote hoeveelheden chloor direct in het water.  

In Nigeria voert de bevolking al tijden lang grootschalige protestacties tegen Shell, maar krijgt daarvoor nauwelijks steun vanuit de rest van de wereld. Greenpeace doet overigens ook in Nigeria haar best, maar slaagt er niet in de publieke opinie te beïnvloeden. Te ver van mijn bed, zal de westerling denken. Afrika is toch al een vuilnisvat, niet waar? Het leek er lange tijd op dat Shell zich alles kon permitteren. Totdat het plan opvatte om een olieplatform te dumpen in de Atlantische Oceaan, min of meer de achtertuin van Europa. 

Tijdens de onlangs gehouden Noordzee-conferentie heeft de Britse regering zich hardnekkig verzet tegen een algeheel verbod op het dumpen van olie-installaties in de Noordzee. Het gaf de eigenaar van het platform de Brent Spar, dat in handen is van Shell en Esso, toestemming om het giftige kolossale geval te laten zinken in de zee. Greenpeace kwam in actie en bezette het platform op haar basis in de Noordzee. De tv-beelden van de zich met waterkanonnen bedienende Shell-werknemers gingen de wereld rond. 

Dan gebeurt er iets onverwachts. Diverse Duitse politici beginnen zich in het openbaar over de Brent Spar uit te spreken. Niet alleen dat, men roept zelfs op om Shell te boycotten. Ongelooflijk en ongebruikelijk; 'keurige' politici die zich keren tegen een van de grootste multinationals van deze wereld. Het gevolg is een ware hetze tegen Shell; alles en iedereen in Duitsland is ineens behept met het milieu en de Brent Spar/Greenpeace in het bijzonder. De maatschappelijke organisaties vallen bijkans over elkaar heen om om het hardst te verkondigen dat men deelneemt aan de boycotactiviteiten.  

Ook linksradicale Duitse groepen pikken een graantje mee. In onder meer Brandenburg, Buxtehude en Kassel worden sabotage-acties uitgevoerd bij benzinepompen. In Hamburg wordt zelfs een Shellshop in de as gelegd, waarna de foto met de leus 'Shell go to hell' op het restant van een muur op de telex verschijnt van diverse internationale persbureaus. Op een benzinestation ten zuiden van Frankfurt worden schoten gelost.  

De boycotcampagne waait ogenblikkelijk over naar Nederland. Ook Nederlandse politici laten zich zeer kritisch uit over het handelen van Shell en, hoewel iets voorzichtiger dan hun Duitse collega's, men laat weten niet onwelwillend te staan ten opzichte van een boycot van de koninklijke oliemaatschappij.  

Milieuorganisaties als Natuur & Milieu en Greenpeace roepen nu ook op tot een boycot. Bij sommige benzinestations worden picketlines gehouden of vernielingen aangericht. Bij het Shell-laboratorium in Amsterdam-Noord wordt een effectieve blokkade gehouden, bij het Shell-hoofdkantoor in Den Haag voert Greenpeace actie. De boycotcampagne breidt zich vervolgens uit naar landen als Engeland, Denemarken, België en Zweden, gelijk een olievlek op het water. Er worden cijfers bekend gemaakt van een omzetdaling van maar liefst dertig procent in Duitsland. Ook in Nederland is sprake van een omzetdaling in benzineverkoop, maar Shell-Nederland laat zich er niet over uit. Wel liet het weten de achthonderd benzinestations in het land beter te zullen laten bewaken, daarmee aangevend dat de vernielingen toenamen.  

Greenpeace ondertussen profiteerde van het buitenparlementaire en parlementaire protest als een vis in het water. Na jarenlang in het slop te hebben gezeten, kreeg de milieuorganisatie weer de aandacht die het wenste en verdiende. "Een godsgeschenk", noemde een Greenpeace-medewerker de Brent Spar. In de halsbrekende en levensgevaarlijke toeren die de milieuactivisten uithaalden op en rond het drijvende olieplatform, herkent het volk de reddingsoperaties van The Thunderbirds 'International Rescue'

Enkele dagen voordat de Brent Spar aankwam op haar plaats van bestemming, nam Shell het enige juiste besluit dat men  kon nemen. De maatschappelijke druk op de multinational was dermate groot geworden, dat de directie er koude rillingen van kreeg. Het imago was aangetast. Indien men had volgehouden aan het oorspronkelijke plan, dumping in zee, dan waren de nadelige gevolgen voor Shell nog vele malen groter geweest. Het imago zou in dat geval wel eens heel erg lang beschadigd kunnen zijn gebleven, met als gevolg vele vernielingen en klanten die besluiten definitief niet meer bij de foute maatschappij te tanken.  

De schelp is gebarsten maar niet gebroken, in nog geen week tijd. Hoe is het mogelijk. En dat in de jaren negentig waar van grootschalig en krachtig maatschappelijk verzet nauwelijks meer sprake is en milieu de politieke agenda's niet meer dicteert. Er zijn de afgelopen week diverse zeer uiteenlopende analyses gepubliceerd, waar nu het plotselinge succes van Greenpeace en de boycotcampagne tegen Shell aan te danken is geweest.  

Een medewerker van het Komitee Zuidelijk Afrika legt in Het Parool uit dat Shell boycotten in het kader van het milieu vele malen effectiever is dan in het kader van de apartheid. "Het komt niet doordat het thema milieu dichter bij de mensen zou staan dan het thema apartheid. Het heeft vooral te maken met het feit dat het milieu een a-politiek thema is. Zowel links en rechts is vóór het milieu, er is niemand die dat exclusief kan claimen."  

Filosoof Hans Achterhuis is z'n boekenkast weer eens ingedoken en komt in de NRC met een theoretisch aardig maar praktisch weinigzeggend artikel op de proppen. "Met deze vier boeken zijn we er vanzelfsprekend niet. Andere boeken zouden verdere deelverklaringen kunnen bieden. Ik betwijfel echter of ze erin zullen slagen het totaal nieuwe van de gebeurtenissen te vangen." Achterhuis zou er goed aan doen eens met de mens in de straat over het succes van Greenpeace en de boycotcampagne te praten.  

Een paar dag- en weekbladen laten advertentiebureaus aan het woord op zoek naar verklaringen van het gebeuren. Reclamemakers vinden uiteraard dat Shell de zaken vanaf het begin amateuristisch heeft aangepakt. "Het kwaad is geschied, Shell is aan de schandpaal genageld. Dat had het bedrijf gemakkelijk kunnen voorkomen door vooraf duidelijk uit te leggen waarom ze het platform tot zinken wil brengen", zegt E. Eggink, directeur van pr-bureau Bennis/BPR dat gespecialiseerd is in het begeleiden van bedrijven in crisis-situaties, in Nieuwsblad v/h Noorden.  

Er zijn diverse factoren aan te geven, hoe het mogelijk is geweest dat er binnen een week zoveel losgekomen is rond Shell en de Brent Spar. Daar is Greenpeace natuurlijk voor een belangrijk deel debet aan, maar er zijn meerdere en even belangrijke factoren aan te wijzen waar het succes op gebaseerd is. Alle factoren bij elkaar hebben elkaar versterkt.  

Eén van de belangrijkste factoren, misschien wel de belangrijkste, is de oceaan. De plek waar de Brent Spar aanvankelijk zou worden gedumpt, ligt dermate dicht bij Europa dat je zou kunnen spreken van onze achtertuin. Of beter: onze achterzee, die grenst aan de Noordzee. De zee spreekt tot onze verbeelding, zeker als het om het milieu gaat. De zee, daar zwemmen we in, drinken we uit, etc. Dat is geen vuilnisvat en de zomer staat nog wel voor de deur. Als de overheid ons verbiedt vuiligheid in het water te gooien, waarom zou een multinational als Shell dat dan wel mogen?  

Een ander heel belangrijk aspect van het succes, dat in de reeds gepubliceerde analyses niet naar voren kwam, is het sluimerende aangetaste imago dat Shell reeds heeft. Er is in Europa twintig jaar lang campagne gevoerd tegen Shell vanwege haar steun aan het apartheidsregime in Zuid-Afrika. De campagne tegen Shell kwam in de jaren '84 tot '88 tot een hoogtepunt, voor een belangrijk deel door de inbreng van de linksradicale actiebeweging.  

De naam Shell is jarenlang besmet geweest, dat blijft hangen onder de bevolking. Er hoeft maar wat te gebeuren, een incident als de Brent Spar, en de burger weet meteen waarom ook hij of zij tegen Shell moet zijn. Je hoeft er niet eens progressief voor te zijn. De recente heisa rond Shell is voor een belangrijk deel de verdienste geweest van de jarenlange campagne-activiteiten van de anti-apartheidsbeweging.  

De onverwacht positieve uitspraken van Duitse politici over de acties van Greenpeace en de boycot van Shell, hebben ook onverwijld bijgedragen aan het succes. De oproepen tot boycot vanuit de politiek hebben er zonder meer voor een belangrijk deel voor gezorgd dat de burgers en maatschappelijke organisaties een flinke steun in de rug kregen en dat de boycotcampagne zich als een wervelwind over het land verspreidde. Wat krijgen we nou, wordt burgerlijke ongehoorzaamheid ineens aangemoedigd, zal men gedacht hebben.  

Het Duitse weekblad Die Woche spreekt in dit verband van "de strijdcultuur van alternatieve buitenstaanders, dat instrument geworden is van de hele samenleving". Sabotage-activiteiten tegen Shell werden geaccepteerd alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Wanneer maak je dat nog mee?  

Waar de verontwaardiging van de Duitse politici, onder meer Kohl van het CDU, zo ineens vandaan kwam is gissen. De meest voor de hand liggende reden die hiervoor kan worden aangegeven, is de stijgende populariteit van milieupartijen als de Grünen.

Shell zelf reageerde niet anders dan dat ze altijd al deed wanneer het lastig gevallen werd door maatschappelijk verzet: arrogant en bot. Op niet mis te verstane wijze sloegen de Shell-werknemers bij de Brent Spar wild om zich heen. De Greenpeace-activisten werden geregeld met waterkanonnen bespoten en eenmaal werd men met harde hand ontzet van het platform dat men bezet hield. Het een en ander maakte Shell er niet populairder op.  

Tot slot was iedere vorm van argumentatie van Shell vóór het dumpen van de Brent Spar aan dovemansoren gericht. Wie zit er vandaag de dag te wachten op een technische redenatie van een multinational waarom het wel eens goed zou kunnen zijn als het platform gedumpt zou worden in de oceaan. Het is geen vuilnisvat, het platform dient gescheiden ontmanteld en ingezameld te worden. Zoals de meesten van ons al jaren doen met het huisvuil. 

Alex van Veen

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1995