Naar archief

UIT: NN #186 van 2 juni 1995    

Hoeveel dieren kunnen we redden? 

Reactie 1 

Behalve een algemene bewustwording van het feit dat er iets mis is met de mens-dier verhouding, komt er niet veel meer uit de huidige dierenbeweging en dan met name PeTA. Zo stelt Léo Vidal, ethicus en medevertaler van een boek van Peter Singer in z'n artikel 'Hoe politiek zijn de dieren nu?', geplaatst in de vorige NN. Blijkens de aangehaalde voorbeelden en stellingen is een rechtzetting op zijn plaats. 

Stelselmatig worden in het verhaal de woorden 'dierenbeweging' en 'dierenbevrijding' genoemd. Het woord 'dierenrechten' komt opmerkelijk weinig voor. De stichting PeTA (People for the ethical Treatment of Animals) is een volledig Nederlandse organisatie, onderdeel van de wereldwijde dierenrechtenorganisatie PeTA. Eendracht maakt macht en dierenleed kent geen grenzen. Hoofddoel van PeTA is de strijd voor dierenrechten en de verbetering voor het leven van alle dieren door educatie, verandering van leefwijzen en het openbaar maken van diermisbruik, waar dan ook.

Het belangrijkste en meest waardevolle dat mensen kunnen doen is het weigeren mee te werken aan dierenleed. Het merendeel van de mensen ter wereld is niet geïnteresseerd in termen als 'ideeëngoed', 'ideologie', 'hoofdboodschappen', 'politieke analyse' en 'speciesisme'. Het merendeel van de Nederlanders eet bioindustrievlees, vindt sportvissen normaal, en keurt dierproeven goed "als de mensheid er baat bij heeft".  

Plezierjacht, bont en dierproeven voor cosmetica worden echter door diezelfde meerderheid afgekeurd. De 425 miljoen dieren die vermoord worden in slachthuizen, de bijna 1 miljoen doodgemartelde dieren in laboratoria, de miljoenen afgeschoten dieren en de 1 miljard gepijnigde 'sport'vissen zijn slechts bij één ding gebaat: een grote, sterke en goed geïnformeerde schare dierenvrienden. Daarom heeft PeTA gekozen voor educatie. Er zijn verschillende wegen om mensen te benaderen.  

Niet radicaal 

PeTA beschouwt zichzelf niet radicaal, maar wordt door de burgelijke groepen als zodanig bestempeld. Simpelweg omdat pers en politiek zich geen houding weten te geven wanneer het om dieren gaat. Nader uitgelegd: het is simpeler PeTA te beschuldigen van heulen met terroristen, suggereren dat de CIA/FBI en BVD uitgebreide rapporten over PeTA bijhouden, dan in te gaan op de geponeerde stellingen (1).  

PeTA wordt door Léo Vidal van van alles en nog wat beschuldigd, waarop ik bij deze toch graag enige aantekeningen wil maken. Ons blad, PeTA's Animal Times, wordt als oppervlakkige Amerikaanse zooi terzijde geschoven. Volgens Vidal zijn er nergens inhoudelijke analyses, discussies of diepgaande bedenkingen in terug te vinden. Helaas heeft auteur Vidal hier nooit om gevraagd bij PeTA-Nederland. PeTA kan desgewenst iedereen voorzien van gedetailleerde informatie over dierenaangelegenheden. Onze factsheets, die meer dan zeventig uiteenlopende onderwerpen met literatuurverwijzigingen bevatten, zijn voor eenieder vrij verkrijgbaar. Ons magazine Animal Times gaat naar zo'n 500.000 PeTA donateurs op wereldwijde schaal. Naar mensen met uiteenlopende politieke, godsdienstige en economische achtergronden. Eén ding bindt deze groep: het besef dat mensen niet met dieren mogen omgaan zoals vandaag de dag gebeurt.

Alle PeTA donateurs wereldwijd kennen PeTA's gedachte dat: "...onze exploitatie van andere wezens even laakbaar is als de exploitatie van een ander ras of geslacht." Dit alles komt voort uit de vier basisprincipes van PeTA: "Dieren zijn niet bedoeld om te dienen als voedsel, te worden gedragen in de vorm van bijvoorbeeld bont, wol of zijde, om proeven op te verrichten, of als amusementsobject misbruikt te worden." Deze principes worden met iedere folder of andere publicatie, actie of campagne uitgedragen (2). 

Mij dunkt dat hier niets vaags of weinig beredeneerds in te vinden is. De acties en campagnes van PeTA-Nederland zouden een zwalkend beleid aantonen. Als voorbeeld wordt McDonald's aangehaald. PeTA zou geprobeerd hebben een vegetarische burger verkocht te krijgen bij deze multinational. Niets is minder waar. Vanwege de groeiende behoefte aan vegetarische producten besloot McDonald's op eigen gelegenheid een dergelijk hap-slik-weg produkt te introduceren. 

Vooropgesteld dat McDonald's inderdaad vooralsnog onlosmakelijk verbonden is met vlees, dierenuitbuiting en zinloos gebruik van grondstoffen, kan toch gesteld worden dat - hoe minimaal het ook in onze ogen mag zijn - hier toch een belangrijk punt werd bereikt. Juist McDonald's, die voor velen toch geldt als een boegbeeld van alles dat slecht is, introduceert een vleesloze burger! Deze 'positieve' stap van McDonald's heeft PeTA op geen enkel moment doen stoppen met de permanente kritiek op McDonald's.  

Tekenend in dit verband is het feit dat PeTA wereldwijd meegeholpen heeft met de anti-McDonald's dag van zaterdag 15 april jongstleden. In Amsterdam kwamen onze veganistische activisten op niet-lederen schoenen tezamen met een Magere Hein met de boodschap: "Vlees Is Moord!" Mij dunkt dat hier niets vaags of weinig beredeneerds in te vinden is.   

Veetransport 

Een ander voorbeeld dat aangehaald wordt door Léo Vidal is het gevecht tegen veevervoer. Er wordt door hem gesteld dat het transport op zich niet ter discussie staat, evenals de slachting of het opfokken. Hiertegen protesteer ik ten stelligste. Onzin van de bovenste plank. Iedere actie die PeTA in Nederland gevoerd heeft met betrekking tot het veevervoer had en heeft slechts één doel: het stopzetten van welk veevervoer dan ook. Iedere uiting in de pers, ieder persbericht, iedere beantwoorde brief stelt dit overduidelijk. Het is dan ook niet voor niets dat onze telefoon enkele dagen roodgloeiend heeft gestaan vanwege hysterische melkveehouders en kalvermesters. Deze mensen hadden gewoon nog nooit de boodschap gehoord zoals PeTA die verkondigt. Het blad Boerderij dat een vraaggesprek met ondergetekende publiceerde, waarin ik stelde dat alle vee wel weg kan, deed boeren massaal reageren richting dit boerenlijfblad (3). 

PeTA gaat zelfs nog verder dan alleen het veevervoers issue. Deze campagne, ingezet door de mensen van onder andere Brightlingsea, Shoreham en Coventry uit Engeland, heeft PeTA in staat gesteld heel de kalvermesterij aan te schandpaal te nagelen. Zelfs het door velen beter geachte groepshuisvestingssysteem voor kalveren (bijvoorbeeld de sterfte is twee maal zo hoog dan bij de 'kist'-huisvesting, en de roep om groepshuisvesting werkt zelfs in het voordeel van de hebberige kalvermesters, want er kunnen meer kalveren in dezelfde schuur) werd door PeTA afgekeurd.  

Dit alles, juist, omdat PeTA vasthoudt aan haar principes. De uitgewerkte principes in dit geval. Dierenvervoer is altijd fout vanwege haar doelstelling, het vermoorden van dieren om vlees te verkrijgen. Een basisprincipe van PeTA: "Dieren zijn niet bedoeld om als voedsel te dienen." Ook over het vervoer en vetmesten van kalveren is PeTA altijd overduidelijk geweest: kalfjes horen bij hun moeder, ga zelf maar in die kist zitten. Hiermede geen enkele ruimte overlatend voor welke andere discussie dan ook. Ook internationaal heeft PeTA deze gedachte uitgedragen. Een mooi voorbeeld hiervan is het protest in Washington, bij het bezoek van John Major, waarbij zes mensen (waaronder een Engelse jongen en een Nederlands meisje) werden gearresteerd.  

Concluderend: PeTA heeft nooit gepleit en zal nooit pleiten voor korte transportafstanden. Waarschijnlijk wordt onze steun aan de strijd die in België werd en wordt geleverd tegen dierenvervoer verkeerd begrepen en verward met algemene PeTA campagnes. Onze collega's van GAIA (Global Action in the Interest of Animals) en Animaux en Peril verdienden en verdienen de steun van eenieder bij de strijd zoals die gevoerd is in Nieuwpoort, België. Daarom ondersteunt PeTA-Europe dan ook het BALE (Belgium Against Live Exports). Iedere aandacht die voor de positie van dieren gegrepen kan worden moest gepakt worden.  

Hiermee belanden we dan bij onze internationale I Would Rather Go Naked than Wear Fur-campagne. Een campagne die veel kritiek krijgt om vermeende seksistische normen. Het is spijtig dat zoveel mensen de esthetisch volledig verantwoorde kunstfoto's van internationaal beroemde mensen, gefotografeerd door topfotografen, willen degraderen tot propaganda van vrouwenuitbuiting. Deze fotomodellen en artiesten zijn op dit moment één van de belangrijkste wapens tegen de weerzinwekkende bonthandel. Welke beeldspraak is er sterker dan 'Ik Laat mijn Huid Zien om de Hunne te Redden?' De bloederige dierenmoordenaars van de bont- en pelsdierenhandel hebben miljarden guldens, dollars en yens ter beschikking om gedachten van mensen te vergiftigen met het idee dat het goed en normaal is om dieren te gebruiken (in welke vorm dan ook) (4).  

Het mag in dit kader een overwinning genoemd worden dat de bonthandel praktisch niemand kan vinden om het pro-bont standpunt uit te dragen. Zeker nu het laatste topmodel Claudia Schiffer (die tot voor kort bont showde) besloten heeft hiermee permanent te stoppen, wordt de internationale bonthandel een gevoelige klap uitgedeeld. Wellicht is het moeilijk te begrijpen, maar om bont voor eeuwig uit het modebeeld te krijgen moeten we samen met mensen die juist in die modewereld hun geld verdienen de strijd voeren. Nu alle topmodellen aan PeTA's zijde staan verplaatst het strijdtoneel zich naar de topontwerpers. Karl 'Killer' Lagerfeld heeft al kennisgemaakt met PeTA. Talkshowhost Ricky Lake ging vier dagen de bak in omdat ze meedeed aan een bezetting van Lagerfeld's kantoren in New York. In zijn 'heimat' werd Lagerfeld door PeTA aangevallen op zijn bontgebruik middels advertenties met de alleszeggende titel: "Killer Karl-Designer of Death."  

Vivisectie 

PeTA's argumenten tegen dierproeven, ik spreek liever van vivisectie, kunnen al helemaal geen genade vinden. Een kleine uiteenzetting van wat vivisectie betekent is hier op zijn plaats. Vivisectie wordt gepleegd omdat (farmaceutische) bedrijven en 'wetenschappers' hiermee zeggen eventuele positieve of negatieve reacties bij de mens (of dier, milieu of plant) te kunnen voorspellen. Dierproefnemers verrichten duizenden dierproeven tegelijkertijd met miljoenen dieren overal ter wereld. 

Dierproeven gebeuren voor van alles: inkt, cosmetica, speelgoed, plantenziektes, defensie, psychologie, voedingsadditieven, sociologie, alternatieve geneeswijzen en de pillenindustrie. Er vanuit gaande dat 80% van alle dierproeven wat betreft iedereen, dierproefnemers en niet-dierproefnemers, direct weg zou kunnen, concentreer ik me op de zogenaamd 'onmisbare' dierproeven voor (al dan niet levensbedreigende) ziektes. Alle mensen zijn, zoals al eerder gezegd, tegen dierproeven voor cosmetica. Maar voor medicijnen... tja, moeten we het dan maar op mensen proberen ofzo? 

Dierproeven zijn voor dierenvrienden op ethische gronden altijd volledig afwijsbaar. Immers, waarom zouden we een dier moeten laten lijden voor ons, mensen? Uitgaande van het antispeciesisme worden dierproeven ook afgewezen, want wie zijn mensen om een dier te nemen? De discussie op het ethische vlak kan eeuwig duren en in feite duurt die discussie ook al zolang. De één vindt het in orde om van die vieze ratten te gebruiken om hun schattige blondharige dochtertje te redden en de ander niet.  

Hier maken de dierproefnemers dan ook handig gebruik van: "Er liggen een hond en een baby in het water, wie zal jij dierenvriend dan redden?" Welk antwoord ook gegeven wordt, het is altijd fout; kies je voor de hond dan ben je een mensenhater; kies je voor de baby, dat doen wij, dierproefnemers ook als we dierproeven doen. Het juiste antwoord is de baby, de hond kan zelf zwemmen. Kortom de ethische discussie biedt voldoende interessante stof voor academische verhandelingen en colleges. Om dieren uit de laboratoria te krijgen is het helaas niet voldoende gebleken. Het egoïsme van de mensheid is te groot gebleken.  

Hier lopen dierenvrienden die alle dierproeven weg willen hebben dan ook vroeg of laat tegenaan, ook dierenvriend Hans Ruesch. Ruesch, die medisch historicus is, vangt al tientallen jaren dieren op van de straat en voedert ook al net zolang zwerfdieren, naast het feit dat hij op ethische gronden vegetariër is. Op alle fronten een dierenvriend dus. Punt één voor tegenstanders van dierproeven is: wij als mensen, mogen dit de dieren niet aandoen. Maar, zoals eerder vermeld, dit is niet voldoende.  

Toen dierproeven onder een medisch historische loep werden genomen bleek al snel dat de wetenschappelijke waarde van dierproeven zich eigenlijk niet goed verhoudt met de resultaten van dierproeven. Waar dierproeven meldden dat er geen vuiltje aan de lucht was, bleek dat bij mensen even heel anders te liggen. De meest bekende voorbeelden hiervan zijn natuurlijk D.E.S. en Softenon, die ook uitgebreid op zwangere dieren werden getest. Maar wellicht gaat er bij namen als Halcion, SMON, šMexaform, Suprofen of Glifanan ook wel een belletje rinkelen.  

Dieren zijn niet hetzelfde als mensen en reageren ook niet hetzelfde als mensen. Enkele voorbeelden: arsenicum is voor mensen al in kleine hoeveelheden dodelijk, schapen kunnen hier enorme hoeveelheden van eten zonder welk negatief effect dan ook. Hetzelfde geldt voor blauwzuur, alleen kunnen hier egels enorme hoeveelheden van op. Deze lijst kan oneindig verlengd worden. Listiger zijn de volgende voorbeelden: aspirine is dodelijk voor katten, penicilline is dodelijk voor cavia's en toen men de hart-long machine op honden uitprobeerde werkte die niet: de longen van honden kunnen niet los van elkaar 'ademen', die van mensen wel.  

De door de pro-dierproeven lobby aangehaalde medische ontwikkelingen en 'doorbraken' hebben niets van doen met dierproeven. De pacemaker, bloedtransfusies, micro-chirugie en talloze andere voorbeelden onderschrijven dit. Dierproeven voor menselijke geneeswijzen of medicijnen verrichten is niet juist op medisch wetenschappelijke gronden. Vele artsen, dokters en wetenschappers, wereldwijd, zijn dan ook op gemotiveerde gronden tegen dierproeven. 

'Slaughter of the Innocent' van Hans Ruesch is een verantwoord en correct handboek voor hen die willen opzoeken hoe de ont­wikkeling van dierproeven in relatie tot medicijnen zit. Voor hen die streven naar een afschaffing van alle dierproeven op de kortst mogelijke termijn zijn de boeken van Hans Ruesch, en o.a. Prof. dr. Pietro Croce, Dr. Hartinger en Dr. Rambeck onmisbaar.  

Kippen 

Bij onze Eet Geen Kip! campagne is het de doelstelling zoveel mogelijk van de 400 miljoen uitgebuite en afgeslachte gevederde mede-aardbewoners te redden. Redden, dus bevrijden, uit het systeem van uitbuiting en doodslag. Onze daarvoor gemaakte folder legt stap voor stap in cartoonvorm (zodat eenieder het kan begrijpen) uit hoe kippen worden behandeld in de pluimveeindustrie, ofwel van 'Shell to Hell'. Eenieder met een hart beseft na dit gedeelte al dat kippen individuen zijn met het recht op leven. En dat mensen met hun handen af moeten blijven van deze sociale, gevoelige en aardige vogels.  

Helaas bestaat de wereldbevolking (nog) niet uit pacifistische meelevende consumenten. Fase twee van de folder is dan ook eenieder die wel eens een maaltijd zonder kip of ei zou willen proberen te voorzien van recepten, al dan niet aangevraagd bij PeTA, twee recepten staan reeds op de folder. Voor hen die alles koud laat en horen tot het deel dat leeft volgens het principe 'eigenbelang eerst' komt dan de mededeling over de Salmonella en Campylobacter besmetting van kip- en eiproducten. Een infectie met Salmonella of Campylobacter is voor veel mensen, terecht, een te hoge prijs voor kippenbout of omelet. Ook hier geldt: er zijn verschillende mensen en verschillende manieren om mensen voor te lichten.  

De strijd voor dierenrechten en de manier waarop PeTA deze internationaal tezamen met gelijkgestemde organisaties en individuen voert, is een zeer duidelijke beweging richting de bevrijding van dieren. PeTA bereikt mensen die nog nooit eerder stil hebben gestaan bij hun verantwoordelijkheid voor dierenleed. De vele telefoontjes die PeTA in Amsterdam krijgt onderstrepen dit nog maar eens. Jongeren die geen vlees meer moeten en op die manier ook hun ouders laten zien dat het consumeren van dierenlijken eigenlijk oneerlijk is. Laatst belde ook een mevrouw van 74 jaar oud, die, na twee keer Animal Times gelezen te hebben, besloot vegetariër te worden. Ook haar drie jaar geleden aangeschafte bontjas (à fl. 3600,-) mochten we hebben voor acties. 

PeTA Nederland groeit, net als alle PeTA's ter wereld, razend snel. Met PeTA groeit in Nederland de groep bewuste consumenten: een groep die niets meer moet hebben van dierenleed. De voorlichting zoals PeTA die geeft aan het publiek en donateurs is er één die aanzet tot zelf in actie komen en handelen. PeTA is een organisatie van handelen, campagne voeren en directe veranderingen. Theoretische discussies zijn aan ons niet besteed. Onze vraag is altijd: "Hoeveel dieren kunnen we redden?", en niet "hebben wij een gebrek aan profilering ten aanzien van andere tendensen of bewegingen, die samenhangt met een intuïtieve vaagheid".  

In plaats daarvan kiest PeTA voor bijvoorbeeld progressief personeelsbeleid. In een sterk conservatief land als Amerika kunnen bijvoorbeeld homo's en lesbiennes openlijk bij PeTA werken én hun geaardheid verweven in campagnes voor dieren. Zo is de internationale persvoorlichter vele malen negatief en positief in het nieuws gebracht omdat hij homo is. 

Een goed voorbeeld van deze verwevenheid is ook de onlangs gestarte campagne van bekende koppels tegen bont. Als eerste koppel werd specifiek en doelbewust gekozen voor Melissa Etheridge en haar vriendin en levenspartner Julie Cypher. We vinden het niet nodig om ons op de borst te kloppen over dingen die vanzelfsprekend zijn, zoals gelijke behandeling van mannen en vrouwen, vrijheid voor iedereen om zijn of haar levenswijze te kiezen, feminisme, geweldloosheid of het zorgvuldig omgaan met ons milieu.  

Succesvol 

De oprichters van PeTA, Alex Pacheco en Ingrid Newkirk, zijn er in geslaagd in amper vijftien jaar een groot gedeelte van de wereldbevolking te bereiken met de boodschap voor dierenrechten. Een ongeëvenaarde prestatie. Gestart in de slaapkamer, uitgegroeid tot een professionele organisatie met vestigingen in Washington, San Fransisco, Londen, Amsterdam en Hamburg, met zo'n negentig medewerkers, zonder te vervallen in bureaucratie en vervaging. 

Hoe beter een organisatie werkt, hoe groter de schare vijanden. Vijanden heeft PeTA genoeg: bedreigingen, bommeldingen, beschietingen, het opsturen van dode dieren met kerst, het in elkaar slaan van PeTA medewerkers, internationaal heeft PeTA op dit gebied alles meegemaakt. Blijkbaar is het ideeëngoed van PeTA voor dierenhaters duidelijk genoeg.   

Een anarchist en een Telegraaf-lezende aandeelhouder van Shell kunnen zich allebei even druk maken om dierenleed. Ondanks dat men andere politieke achtergronden heeft, kunnen beiden beslissen te stoppen met het eten van vlees, of het kiezen voor niet op dieren geteste producten. Als alle anarchisten vegetariër zouden worden zou dat evenveel resultaat hebben als wanneer alle aandeelhouders van Shell vegetariër zouden worden. Onvoldoende.  

Als daarentegen vanuit beide groepen zij met compassie en een hart voor dieren vegetariër worden, komen we ergens. Hiermede nogmaals zeggende dat dierenliefde niet gebonden is aan politieke achtergrond of geloof. Onder linkse activisten én Shell aandeelhouders vindt men vegetariërs en dierenvrienden, net zoals vleeseters.  

Geoffrey Deckers, PeTA Nederland   

noten:

  1. Pagina 81, 83, 91, 96-98, 'Welingelichte Kringen', Inlichtingenjaarboek 1995/buro Jansen en Janssen;
  2. Ter illustratie: PeTA's dierenrechtenbrochure;
  3. Boerderij, 21 februari 1995, 7 maart 1995;
  4. Pro-bontfolders en allianties van de bonthandel met organisaties als 'Putting People First', die een ongebreideld gebruik van dieren voor­staan en promoten. 

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1995