Naar archief

UIT: NN #184 van 5 mei 1995   

Cybernet: de totalitaire verleiding 

Het Net, volgens velen de grootste anarchistische structuur die er bestaat, loopt gevaar. Nu ook het bedrijfsleven en de overheid de datacommunicatie hebben ontdekt, dreigt het Net te verworden tot een digitale snelweg. Informatie wordt een 'waar' dat je kunt kopen of verkopen, de netwerkers worden dataproducent of consument. Volgens de hackers van het eerste uur komt hierdoor de vrijheid van informatie en communicatie en daarmee ook die van burger op het spel te staan. Maar heeft die burger niet veel meer te vrezen van zijn eigen fascinatie voor informatie?   

"Humanity has always invested heavily in any scheme that offers escpae trom the body. And why not? Material reality is such a mess." (Hakim Bey). 

"Men moet zich gaan realiseren dat het Net gewoon een nieuw medium is, het zal commercieel gesponsord moeten worden en het zal zich moeten schikken naar de regels van de vrije markt. Sponsoring, advertenties, de regels van het spel; het is gewoon noodzakelijk om commercieel te werken. Veel van de oorspronkelijke Net-utopisten dachten dat er slechts een enorm anarchistisch utopisch, gelukzalig medium zou ontstaan, zonder regels, een plek waar alles kon. Dat is een mooie gedachte, maar zo is het niet. De bedrijven zullen het Net ontdekken, en dan zijn degenen die als eersten de commerciële omgeving ontwerpen en vormgeven de marktleiders."  

Deze waarschuwende woorden komen van John Battelle, manager-redacteur van het trendy cybermagazine Wired, begin 1994. Een jaar later staat de bijeenkomst van de G-7 in Brussel, op wens van de Amerikaanse president Clinton geheel in het teken van datacommunicatie. Voornaamste conclusie: Internet moet worden onderworpen aan de regels van de vrije markt, niet alleen omdat het Net een enorm groeipotentieel vormt, maar ook om wat orde te scheppen in de chaos. De commercie en de computergiganten moeten eens flink de bezem door het Net halen, de wildgroei en wanorde moet worden ingeperkt. 

Internet als forum in de meest oorspronkelijke betekenis "een marktplein, waar mensen elkaar ontmoeten, waar discussies plaatsvinden, waar informatieproducten aangeboden worden - deels voor de verkoop, deels in de vorm van monologen vanaf de zeepkist" wordt bedreigd. Voor het bedrijfsleven biedt het Net mogelijkheden voor o.a. thuisbankieren, postorders en andere vormen dienstverlening als seks en spelletjes. De overheid ziet in dat de controle over haar burgers kwijt dreigt te raken en probeert nu via nieuwe maatregelen de controle te herstellen.  

Het wetsvoorstel dat encryptie wil verbieden - vergelijkbaar met het opheffen van het briefgeheim, is hiervan een voorbeeld. In de Verenigde Staten struinen politieagenten als een soort superhighway patrol actief het Net af, op zoek naar bijvoorbeeld kinderporno. In de Digitale Stad wordt ook al gediscussieerd over een digitale politie. 

De oorspronkelijke netbewoners zien dit alles met lede ogen aan. "Het netwerken verwordt tot 'shopping mall' of 'informatieplaza' waar samenscholing van drie personen ongewenst wordt verklaard door de beheerders", aldus Polman en Van de Pouw Kraan in het onlangs verschenen boekje Van Bolwerken tot Netwerken. En zo waarschuwen zij: "de vrijheid van informatie en communicatie en daarmee die van de burgers lijkt op het spel te komen te staan." 

Het was de hackers, de computerpioniers van het eerste uur, juist hier om te doen. Zij struinden de netwerken af - toen nog beheerd door militairen en wetenschappers - naar slecht beveiligde systemen. Deze computerkrakers zetten vervolgens hun eigen netwerken op, waar ze informatie doorspeelden aan bevriende krakers en stonden zo aan de basis van de toepassing van netwerken voor een groter publiek. Ze ontwikkelden een eigen ethiek, die niet gericht was tegen de informatiemaatschappij, of het militair-industrieel-complex waarin zij veelvuldig inbraken, maar tegen de ontoegankelijkheid van de netwerken en de daarin opgeslagen informatie voor de gewone burger. Het zijn juist de hackers geweest die de netwerken hebben opengebroken voor het grote publiek. 

Wil iedereen kunnen inloggen op Internet, dan zijn investeringen in de infrastructuur noodzakelijk. De bestaande dienstverleners zijn daartoe nauwelijks in staat en dus alleen alom deze reden kan de commercie niet van het Net worden geweerd. Investeerders zullen alleen investeren als ze mogelijkheden zien om hun geld terug te verdienen. Informatie wordt een product. Het marktplein wordt onder de voet gelopen door de oprukkende digitale steden met hun wolkenkrabbers en supermarkten waar informatieleveranciers tegen betaling hun informatieproducten uit mogen stallen en afnemers de aangeboden informatiediensten kunnen kopen. 

Nu is het begrijpelijk dat deze ontwikkeling de hackers van het eerste uur zorgen baart maar hun fascinatie voor informatie maakt hen de ideale slachtoffers van de toekomstige Informatiestaat. Informatie is niet altijd vrij, maar er is nu al veel meer informatie beschikbaar dan één iemand ooit kan gebruiken. Je hoeft immers geen data te stelen van het post-militaire industriële complex om te weten waar zij in haar algemeenheid op uit is. Volgens Noam Chomsky kon je altijd al informatie verkrijgen, zolang je een zelfstandig inkomen had en een "fanatisme dat grenst aan krankzinnigheid". 

Blijkbaar is hier iets anders aan de hand. Wat gebeurt er eigenlijk als we massaal inloggen op het Net, als we met z'n allen emigreren naar cyberspace? 

Het Net biedt ons toegang tot informatie uit een wereldwijd archief, onmiddellijk en over van alles. Wil je iets weten, over wat dan ook? Het antwoord ligt onder je vingertoppen. De 'wereld als informatie' ligt open en ter beschikking aan het individu. Onze kennis van het gehele wereldgebeuren zou nog nooit zo groot en gemakkelijk toegankelijk geweest zijn. 

Volgens mij is dit een illusie, daar kennis hier gereduceerd wordt tot data. "Data", komt van een Grieks woord dat betekent: "Dat wat is gegeven" - een axioma, iets dat je wordt verteld zonder bewijs. Het ondermijnt de individuele ervaring en het vertrouwen van individuen in hun eigen waarnemingen door het creëren van pseudo-ervaringen, van 'het gegeven', van informatie die geen link heeft met iets buiten het cybernet. Wanneer kennis gereduceerd wordt tot informatie is het bewustzijn losgekoppeld van de levende connectie tot de geschiedenis, het eigen oordeel en de eigen ervaring. Van kennis over de wereld is geen sprake. Individuen zullen hierdoor in toenemende mate moeten vertrouwen op hetgeen hen door het Net verteld wordt.  

In die zin is Internet het vervolg op de TV; de beelden die we door haar voorgeschoteld kregen, moesten ons ook de illusie geven dat we de wereld leerden kennen. Maar zoals bij alle media wordt er ook in het Net een nieuwe sociale werkelijkheid gecreëerd zonder geschiedenis, zonder bewustzijn. Eenmaal verbonden met het Net nemen we afstand van ons lichaam en de wereld doordat informatie belangrijker is dan de directe ervaring. Media brengen de wereld niet dichterbij maar plaatsen de eigen ervaringen op afstand. 

Naast een 'vrije' toegang tot databanken biedt het Net ook ongekende mogelijkheden voor communicatie. Het maakt het voor individuen mogelijk om met andere individuen in contact te treden en een maatschappij in cyberspace te vormen. We zijn vrij om op elk moment iedereen waar dan ook te ontmoeten, daar in de toekomst iedereen aangesloten zal of moet zijn. Door middel van het gebruik van profielschetsen, databanken en bulletinboards, kunnen mensen in contact treden met precies diegene die hen de meeste bevrediging kan geven, met diegene die dezelfde interesses, opinies, projecten of seksuele voorkeuren deelt. Zoals individuen snel de juiste informatie zullen vinden, kunnen zij snel en zonder moeite een andere menselijke gesprekspartner vinden. "De mogelijkheden voor mensen om naar anderen te zoeken en te delen is verbazingwekkend", aldus Bill Gates van het softwarebedrijf Microsoft. 

Dit is wat Arthur Kroker en Michael A. Weinstein in hun boek Data Trash de illusie van interactiviteit noemen. Deze cyber-interactiviteit is echter het tegenovergestelde van een sociale relatie. 'De menselijke aanwezigheid is gereduceerd tot zenuwachtig over het toetsenbord bewegende vingers, een spastisch lichaam dat als een oververzadigde informatiepomp over het Net surft en keuzes maakt binnen nauwkeurig voorgeprogrammeerde grenzen.' "Aangesloten op Virtual Reality is ons lichaam een machine ter informatieverwerking geworden, een medium. Zelf maakt het niets meer mee", aldus Bilwet. 

Toch vinden veel mensen dit een aanlokkelijk idee. Gezien het succes van Internet is het voor veel mensen belangrijk om snel over de juiste informatie te kunnen beschikken en zich alleen op te hoeven houden met 'gelijkgestemden'. Dit bespaart enorme hoeveelheden tijd en energie en men is daardoor mede instaat sneller en beter beslissingen voor zichzelf te nemen. Onze individuele vrijheid zou nog nooit zo groot zijn geweest. Deze vrijheid bestaat echter slechts bij de gratie van het juiste expert-program.  

Er moeten programma's worden ontwikkeld die het mogelijk maken snel je weg te vinden in de overload aan informatie. Programma's die zoeken wat jij wilt en dus ook moeten weten wat jij wilt. Het programma zal jou moeten kennen, scannen bekijken en je periodiek testen - om te kijken of de informatie nog wel klopt. Om jou te dienen zal het Net dus voortdurend informatie van jou eisen. Het Net ontlokt informatie aan de gebruiker en geeft het terug in de vorm waarvan het softwareprogramma zegt dat het geschikt is voor jou. Het door experts ontworpen programma wordt zo het centrum van de nieuwe normaliserende macht - een micro-normalisatie: elk individu heeft een unieke disciplinaire oplossing die hem met het Net verbindt. 

Het netwerk is zo het nieuwe centrum van autoriteit en macht. Het plaats autoriteit in een sociaal-technologisch netwerk dat geen ruimtelijk of materieel centrum heeft, omdat het netwerk zelf het centrum is en (bijna) overal aanwezig is en zo gemakkelijk ons leven kan binnendringen. Op deze manier wordt het cybernet het meest totalitaire systeem. Het maakt individuen agenten van hun eigen domesticatie in een situatie waarin niemand zichzelf of zijn eigen oordeel vertrouwt, maar iedereen afhankelijk is van het Net. 

Het inloggen op het Net wordt zo een riskante bezigheid. De metafoor van de (digitale) snelweg blijkt juist gekozen. Niet alleen omdat zowel de autobahn als Internet militaire uitvindingen zijn, maar ook omdat het betreden van de snelweg altijd een gevaar voor eigen lichaam betekent. Kon je bij het besturen van een auto nog vertrouwen heelhuids op de plaats van bestemming te komen, bij een reis over de informatiesnelweg kun je dat wel vergeten. Om hem te betreden moeten onze behoeften, wensen en verlangens worden getransformeerd tot informatie, data, enen en nullen. 

In het informatietijdperk worden lichamen, cultuur en arbeid uitgeleverd aan een virtuele wereld. Het lichaam wordt een passief archief vol data bewerkt, vermaakt en opgeslagen in het virtuele complex. Aangesloten op de informatiedatabanken als men aan het werk is en aan de ontspanning-(computerspelletjes) of gevoelsbanken (cybersex) als men vrij is: het lichaam is een functie van cyberspace. De digitale snelweg zal worden geplaveid met ons vlees. 

Freek Kallenberg   

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1995