Naar archief

UIT: NN #183 van 21 april 1995   

Macha melou's strijd tegen het klaagfeminisme 

Interviews in vele kranten en interviews bij Karel en Het Capitool. Nederland heeft er een beroemde knuppel-in-het-hoenderhok-gooister bij. Malou van Hintum is haar naam en in haar boek Macha! Macha! rekent ze af met het klaagfeminisme: het hedendaagse feminisme dat volgens haar is verworden tot één grote klaagzang. Een provocatie om de eigen mening weer eens scherp te stellen. 

"Het is niet goed of het deugt niet", dat is wat de 40+ generatie, volgens Van Hintum dan, de jonge garde toeroept. Van Hintum wil de 40-generatie een hart onder de riem steken en deze groep ervan doordringen niet klagend met de armen over elkaar te blijven zitten, maar er vol goede moed tegen aan te gaan. Het stomste wat je kan doen is wel je laten tegenhouden door een stelletje feministische knorren dat overal wel weer een negatieve kant aan weet te vinden.  

Deze inhoud raakt kennelijk een gevoelige snaar bij veel mensen, gezien de enorme aandacht in de media, de ingezonden brieven en de grote aandacht voor debatten waar Van Hintum olie op het vuur komt gooien. Wat er ook verder over het boek gezegd kan worden, er gebeurt tenminste weer eens wat.  

Het boek Macha! Macha! is een pamflet, een verzameling provocerende stukken in zes thematische hoofdstukken gehakt. Het is lekker geschreven, het laat je grommen van ergernis en af en toe is er plaats voor wat bevrijdend gegrinnik. Het boek staat vol generaliserende en uitdagende stellingen en geeft makkelijk aanleiding tot discussie. Niets is beter om de eigen mening weer eens scherp te stellen als een flinke provocatie. In de kantlijn van mijn eigen exemplaar staat dan ook vaak met grote letters JA. Helaas staat er ook vaak: "niet waar", "hoezo" en "dat is wel wat erg makkelijk gesteld".  

Een vraag die tijdens het lezen maar niet opgehelderd wilde worden, is over welke feministen en welk feminisme het eigenlijk gaat. De enige voorbeelden die als klagers met naam en toenaam genoemd worden zijn Anja Meulenbelt en Christien Brinkgreve, maar daarmee is nog niet bewezen dat Het Feminisme klaagt. Dit beeld van de eeuwig klagende feminist sluit zo naadloos aan bij alle stereotypen over feministen, dat zo'n beschuldiging toch op zijn minst met wat meer voorbeelden onderbouwd had kunnen worden.  

Er worden in het boek juist meer voorbeelden van het tegendeel genoemd, zoals de hoogleraren Outshoorn en Roobeek en de activiste Van Balen. Allemaal grote positieve voorbeelden van feministen die het ver geschopt hebben op hun vakgebied en de mouwen blijven opstropen, voorwaar geen klagerige types. Maar deze dames worden uitdrukkelijk als uitzonderingen gepresenteerd die de zeurregel bevestigen. Het is wel makkelijk om zo'n diverse groep op deze manier kalt te stellen, scheer ze over één kam, doe of het één pot nat is en klaar ben je. Maar bestaan die klaagfeministen wel? En waar dan? Vecht Van Hintum tegen windmolens of lijkt dat maar zo? 

Supervrouwen 

De successen van de tweede feministische golf, het wettelijk gelijkstellen van mannen en vrouwen bijvoorbeeld, worden aan de vrouwenbeweging toegeschreven en vervolgens wordt de vrouwenbeweging tegenover het feminisme gezet, lijkt het wel. Het feminisme zou in de jaren zeventig alleen maar aan het navelstaren geslagen zijn, met alle uitwassen van dien. Maar de vrouwenbeweging bestond voor een groot deel uit feministen en het is flauw de geboekte successen niet op hun conto te schrijven. Het feminisme is al jaren niet meer een eenduidige club waar je een keurmerk voor je ideeën kunt halen of verketterd wordt als je over een bepaalde kwestie anders denkt. 

Het boek is leuk en zinnig als het tekeer gaat tegen de yuppen die Alles & Alles willen. Een volledige baan, én een goed lopend huishouden én ook nog kinderen. Van Hintum stelt dat het idioot is om dat allemaal tegelijk te willen en daarbij ook nog alles goed te willen doen. Supervrouwen zijn helaas schaars. De dubbele belasting is een luxeprobleem van mensen die te laf zijn om echt een keuze te maken. Kinderen zijn volgens haar een veeleisende hobby. Kies je vrijwillig voor die hobby (en dat kan nu dankzij de pil) dan moet je niet zeuren over de wat minder leuke kanten.

De conclusies die aan dit verhaal verbonden worden, zijn al minder leuk. De kreet dat mannen toch ook niet hoeven te kiezen gaat volgens haar niet op, omdat zij zich er al bij neer hebben gelegd dat ze niet én een goede vader én een goede werknemer kunnen zijn. Vrouwen moeten maar eens leren dat het in de grote mensenwereld anders toegaat en dat je niet alles kan krijgen wat je maar hebben wil.  

Hoewel er ook in het boekje staat dat mannen nog veel te leren hebben en er nog veel te veel ongeëmancipeerde dombo's rondlopen, zijn zij kennelijk toch nog de maat voor de echte wereld. De oplossing is kennelijk 'gewoon' een leukere man kiezen en beter onderhandelen rondom de keukentafel. De kwestie van de kinderopvang en het deeltijd werken is geen vrouwenprobleem, maar een probleem dat mensen (m/v) samen op dienen te lossen. Alsof feministen er om zitten te springen om het tot een vrouwenprobleem te maken. Jammer dat in de praktijk blijkt dat het wél tot een vrouwenprobleem gemaakt wordt en niet door feministen, maar door werkgevers (helaas voor het merendeel man). De oplossing wordt geheel en al naar de privé-sfeer geschoven.  

Nog zo'n punt is het kleine aantal vrouwen in hogere functies. De m/v's van nu hebben een gelijk opleidingsniveau en hebben 'dus' dezelfde kansen. Conclusie: vrouwen willen gewoon niet of zijn gewoon te beroerd om voor hun plek te knokken. Het feit dat er nog steeds een grote beroepssegregatie is of dat vrouwen niet genoeg doorstromen naar hogere functies, is ten eerste hun eigen schuld en tweede vermoedelijk een overblijfsel van oude residuen uit vrouwelijke hersenen die opspelen. 

Verschillen 

Die vrouwelijke hersenen komen in het boek overigens wel vaker om de hoek kijken. Het laatste hoofdstuk is er zelfs geheel aan gewijd. Het boek is uitdrukkelijk geen wetenschappelijk boek. Uitdagend wordt in de inleiding verteld dat je de literatuurlijst maar bij de uitgever moet vragen. Niet wetenschappelijk is natuurlijk best, maar dat neemt niet weg dat de redeneringen sluitend moeten zijn.  

Van Hintum verwijt 'de' feministen dat ze het nature-nurture debat volkomen fout hebben gevoerd. De klassieke stelling van Simone de Beauvoir uit haar boek De Tweede Sekse dat je niet als vrouw geboren wordt, maar tot vrouw wordt gemaakt, is volgens Van Hintum ten onrechte tot een adagium geworden. Zij interpreteert deze zin als zou De Beauvoir beweren dat het lichaam er niet toe doet. 

Volgens mij zit deze interpretatie er faliekant naast. De Beauvoir laat in haar boek zien hoe een indeling in twee seksen op basis van lichamelijke verschillen tot een tweedeling in de maatschappij leidt en hoe deze tweedeling tot een machtsverschil kan leiden. Daarmee is het lichamelijke verschil niet expres verdonkeremaand, maar wordt ingegaan hoe er met dat verschil een machtsverhouding wordt gecreëerd en in stand gehouden. 

Feministen hadden meer de inhoud van de hersenpan moeten belichten. Mannen hebben volgens Vroniaans feminist(1) van Hintum in het begin van hun leven zo'n achterstand in hun ontwikkeling moeten wegwerken (door hun minder symmetrisch ontwikkelde hersenhelften, met alle taalachterstanden van dien), dat het daardoor betere knokkers zijn geworden. Daardoor schoppen ze het verder kort gezegd.  

Totaal onderbelicht blijft het feit dat de overeenkomst tussen mannen- en vrouwenhersenen vele malen groter is dan de verschillen tussen beide.(2) De verschillen die er zijn, zijn verschillen tussen de gemiddelden van twee statistische groepen. Zie je tijdens een onderzoek hersenen met een beter ontwikkeld taalgebied dan is de kans dat het hier een vrouwelijk persoon betreft iets groter en bij hersenen met een beter ontwikkelde rechter hersenhelft dan is de kans op een persoon van het andere geslacht waarschijnlijker.  

Les 1 in de psychologie: de gemiddelde mens bestaat niet en les 2: de overlappen tussen de verdelingen van mannen en vrouwen zijn dan wel minder spectaculair om als wetenschapper mee te scoren, maar zijn nog altijd vele malen groter. Bovendien is het tot op heden niet gelukt om precies vast te stellen hoe hersenverschillen door verschillende sociale omstandigheden veroorzaakt zouden kunnen worden. Zelfs Piet Vroon lukt dat nog niet. De overdrijving van verschillen is iets wat door feministische wetenschappers grondig is onderzocht en daarmee is een grotere bijdrage aan het nature-nurture debat geleverd dan wanneer je alles maar weer eens op de 'nature' gooit.  

Tja, wat nu? Van Hintum is er van overtuigd dat er geen nieuwe feministische golf zal komen. Vrouwen verenigen zich steeds meer op specifieke belangen en dat hoeven niet per se vrouwenbelangen te zijn. Dit is een trend die al langer gaande is en op die trend zal gereageerd moeten worden. Als het een doel is om een zo groot mogelijk publiek te blijven bereiken dan is het van belang voor de feministische beweging (al dan niet met spijt of weemoed) om in te zien dat je mensen op deelvraagstukken moet organiseren en niet als vrouw. De Vrouw als categorie dekt de diverse lading niet voldoende meer.  

Bij de ontwikkeling van een nieuwe strategie komt het boek goed van pas. Gebruik het zoals het bedoeld is, als uitdaging tot confrontatie en discussie. Waarschijnlijk is de tegenaanval de beste verdediging. Inderdaad, niet met de armen over elkaar: Laat ieder voor zich bepalen wat het feminisme dan wél is. Zet al die verhalen vervolgens tegenover het Macha-verhaal en bewijs maar dat ze overtuigender zijn. Op naar een Uitdaagfeminisme! 

Joyce Brouwer 

Macha! Macha!, Malou van Hintum. Uitgeverij Nijgh en van Ditmar. ISBN: 9038830963. 

Noten

  1. Vroniaans feminist is een feminist die de ideeën aanhangt van Piet Vroon over oudere delen in de hersenen (het zogenaamde reptielen brein) die onbewust nog een enorme invloed op onze emoties en beleving hebben.
  2. Zie voor literatuur over het overdrijven van verschillen en het negeren van overeenkomsten bijvoorbeeld het hoofdstuk 13 "Sekse en gender" van Meyer en van Strien in: Strien, P.J., van, & Rappard, J.F.H., van, Grondslagen van de psychologie. Assen/Maastricht: Van Gorcum. Of: Matlin, M.W., (1987). The psychology of women. New York: Rineharte Winston. Voor een overzicht van verschillen in de cognitieve ontwikkelingen bij mannen en vrouwen: Block, J.H. (1983). Differential premises arising from differential socialisation of the sexes: Some conjectures. in Child development #54, pp.1335-1354.
Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1995