UIT: NN #182 van 7 april 1995
Newroz 1995: relatieve rust
De viering van het Koerdische Nieuwjaar (Newroz) in Turkije is rustig verlopen. Enige tijd voor het Newroz heerste er een gespannen sfeer daar het onduidelijk was of het Koerdische volk dit jaar massaal de straat op zou gaan om het feest te vieren en hun protest te laten horen. De vrees bestond dat de Turkse politie en het leger hier massaal op zouden reageren. Dit jaar mocht het officieel plaatsvinden, maar dan wel als Turks nationaal feest. De aanwezigheid van buitenlandse waarnemingsdelegaties was, net zoals voorgaande jaren, van groot belang. Andrea, lid van de Nederlandse delegatie, vertelt over haar bevindingen.
Op de avond van 17 maart vertrekken we met elf mensen naar Ankara. Al bij aankomst wordt ons duidelijk dat wij goed in de gaten zullen worden gehouden. Na een korte nachtrust begeven wij ons de volgende dag wederom naar het vliegveld alwaar we vertrekken naar Diyarbakir. Tijdens onze landing zien we vele gevechtsvliegtuigen, helikopters, transportvliegtuigen en vrachtwagens. Later blijkt dat deze bij de invasie in Zuid-Koerdistan zullen worden ingezet. Het militaire machtsvertoon valt ons zowel bij aankomst als in de stad zelf direct op.
Kort na aankomst spreken we met de mobiele coördinatoren van Medico International, de organisatie die de delegaties in deze periode zal coördineren. Zij vertellen ons dat ze tijdens de voorbereidingen in dit gebied een aantal malen zijn gearresteerd. Ook laten ze ons weten dat alle wegen vanaf Diyarbakir naar het oosten geblokkeerd zijn en/of onder zware controle staan. De mogelijkheden om verder te reizen zijn dus beperkt en wordt ons zelfs afgeraden.
Met de andere aanwezige delegaties uit Spanje, Frankrijk en Duitsland bespreken we de situatie in Diyarbakir en omgeving en bekijken we wat we deze periode kunnen doen. Op de televisie zien we beelden van zware gevechten in de provincie Dersim (Tunceli) en vernemen we dat er problemen zijn bij Cizre. Er wordt ook bericht over het politie-optreden op 12 maart in de Gaziwijk van Istanbul en de demonstraties die nadien plaatsvinden. Er wordt de suggestie gewekt dat het leger tussen de conflicten in is gaan staan, om mensen te beschermen!?
Gesprekken en een bruiloft
De volgende dag, 19 maart, spreken we met de diverse politieke partijen in Diyarbakir. Enerzijds willen we hiermee onze onafhankelijkheid benadrukken. Premier Tansu Ciller beweerde immers al voor onze komst dat de buitenlandse waarnemers provocateurs zijn, mede schuldig aan de conflicten in Turkije. Enkele dagen later werd er op de televisie beweerd dat de waarnemingsdelegaties banden hebben met de PKK. We zouden zelfs een soort geheime diensttaak voor de PKK uitvoeren.
Anderzijds zijn we nieuwsgierig naar wat de partijen te melden hebben over de noodtoestand in Turks-Koerdistan, de repressie en hun politieke koers. De Partij van het Juiste/Rechte pad (DYP: Dogru Yol Partisi) van premier Ciller en president Suleyman Demirel wilde ons niet te woord staan. De Moederlandpartij (ANAP: Anavatan Partisi) van de in 1993 overleden Turgut özal, de (zogenaamde) sociaal-democratische SHP en de HADEP (Volkspartij van Democratie, opvolger van de vorig jaar verboden DEP) wilden wel met ons praten.
Zowel de ANAP als de SHP zeggen dat zij in deze regio onder druk staan van zowel de staatsapparaten als de Koerdische bewegingen - veelal noemen zij de PKK. De politie en de veiligheidsdiensten zouden deze partijen belemmeren in hun propaganda en werkzaamheden. Bij het ANAP-kantoor zou een bomaanslag zijn geweest waarvan zij Koerdische scholieren de schuld geven. Een van de SHP-leden beweert dat hij enige tijd door de PKK is vastgehouden, maar goed is behandeld. In het hele land worden leden van de SHP vermoord, maar wie daarvoor verantwoordelijk is, kunnen zij niet zeggen. Angst is bij beide partijen aanwezig. In hoeverre zij oplossingen willen en kunnen aandragen voor de Koerdische kwestie blijft onduidelijk. Beide partijen zoeken een oplossing binnen de Turkse staat.
Door een ongelukkige situatie worden we voor het kantoor van de fascistische Partij van Nationalistische Actie (MHP), met als bekendste persoon Alaparslan Türkes, tegengehouden. Na enige strubbelingen en intimidatie rijden we door naar het kantoor van de HADEP. Hier krijgen we te horen dat de HADEP-aanvraag voor een Newrozfeest in Diyarbakir niet is gehonoreerd. De 21e maart zal er alleen een officiële Turkse viering plaatsvinden. Verder vertellen ze ons dat er op 27 februari vijf leden van hun afdeling zijn gearresteerd. Op welke gronden is onduidelijk. Er zitten nog vier mensen vast.
Een van de aanwezigen wilde in Bismil een afdeling van de HADEP oprichten. Sindsdien is hij in de problemen geraakt; zijn huis en winkels werden belaagd, zijn vrouw en kinderen werden gedwongen naar Batman te gaan en zelf is hij naar Diyarbakir gevlucht. De mensenrechtenorganisatie Insan Halkalari Dernegi (IHD) in Diyarbakir heeft haar kantoor op last van de overheid in de maand maart moeten sluiten. Enige medewerkers zijn tegelijk met vijf HADEP-leden gearresteerd. Typerend is dat voor de partijkantoren van de DYP, ANAP en MHP gewapende civiele veiligheidsmensen en politie aanwezig zijn. Voor het kantoor van de HADEP is geen mens te bekennen.
Die avond worden we, met de Spaanse, Franse en Duitse delegaties, uitgenodigd voor het bijwonen van een Koerdische bruiloft. Hier praten we met verschillende mensen over de situatie, de spanningen en gevaren die hen treffen, alleen al vanwege het feit dat ze met ons praten. De gehele dag - ook in het hotel - worden we in de gaten gehouden of achtervolgd.
Arrestatie
Op de ochtend van 20 maart gaat een aantal mensen wat door de stad lopen. Het is duidelijk dat er meer politie en militairen in de stad aanwezig zijn. Ook de pantserwagens die al die tijd in de buurt van ons hotel rondrijden zijn niet verdwenen. Door de grimmige sfeer blijven de Spaanse, Duitse en twee leden van onze delegatie in Diyarbakir. De andere negen vertrekken met de bus naar Adana.
Gedurende de reis worden we tweemaal gecontroleerd. Tijdens een busstop worden we door de politie gesommeerd de bus weer in te gaan. Ook merken we dat we gevolgd worden door een auto. Halverwege de reis stappen er veiligheidsagenten in onze bus.
In de avond arriveren we in Adana, de stad waar voorgaande jaren, tijdens de Newroz doden en gewonden zijn gevallen. Vele Koerdische vluchtelingen hebben hier het afgelopen jaar een heenkomen gezocht. Bij aankomst in ons hotel krijgen we te horen dat de mensen die in Diyarbakir achterbleven, gearresteerd zijn. Zij waren aanwezig bij een studentendemonstratie bij de Dicle universiteit. Nadat ze enige tijd hebben vastgezeten en de politie heeft geprobeerd hen te verhoren, werden zij weer vrijgelaten. Ze moesten nog wel langs een dokter voor een verklaring dat zij niet gemarteld zijn - geen controle, maar een krabbel op papier. De reden van hun arrestatie is 'betrokkenheid bij een demonstratie'.
De volgende dag staat echter in de krant dat "twee Nederlanders, vier Spanjaarden en zes Duitsers - fotografen en journalisten - met een auto naar de demonstratie waren gekomen en daar een band in de brand hadden gestoken". De studenten zouden er vervolgens naar toe zijn gelopen en de fotografen hadden daar van een afstand foto's van gemaakt. De werkelijkheid is dat de waarnemers aanwezig waren toen tweehonderd studenten banden in de fik staken en Koerdische liederen zongen.
Hoeveel studenten gearresteerd zijn, is onduidelijk. In eerste instantie leek het erop dat de gearresteerde waarnemers het land uit zouden worden gezet. Ze werden kort na hun vrijlating, onder begeleiding, op het vliegtuig naar Istanbul gezet. Daar bleek dat ze in Istanbul mochten blijven. Later op de avond vernemen we dat er in Adana een 'illegale' straatviering is. Om de plaats te traceren vertrekt een groep 's nachts nog naar de HADEP. Zij vertellen dat de viering geblokkeerd is en er naar schatting duizend mensen gearresteerd zijn. De rest van de mensen is gevlucht en heeft het feest binnenshuis voortgezet.
De wijk waar dit plaats heeft gevonden, zou nu zijn omsingeld door de politie. We kunnen er dus niet meer naar toe. Bovendien is sindsdien in Adana de noodtoestand van kracht. Later kregen wij van de IHD de informatie dat er tijdens de 'illegale' viering een twaalfjarig meisje door de politie geslagen zou zijn en een jongetje van 7 à 8 jaar was in het vuur geduwd. Een medewerkster van het IHD in Adana werd samen met een vriendin op die avond getroffen door een bomaanslag of explosie. De vriendin zou lichtgewond zijn geraakt. De politie had hen gevraagd 'of zijzelf die bom hadden neergelegd?'
Warm onthaal
De volgende ochtend gaan we eerst naar de HADEP. In het kantoor vindt een viering van de Newroz plaats. Een geluidsbox is naar buiten gericht. We ontmoeten hier een Duitse en een Italiaanse delegatie. Met hen en een aantal mensen van HADEP-Adana vertrekken we naar Mersin. Ook hier heeft het HADEP een Newroz-viering georganiseerd.
Bij aankomst treffen we bij de ingang veel politie. Iedereen wordt gefouilleerd. Binnen worden we door ongeveer vijftienduizend mensen onthaald. Op het podium zit al een tweetal delegaties. De sfeer onder de feestvierders is goed. De Koerdische kleuren, muziek, zang en het spreken van de Koerdische taal waren toegestaan. Maar al rondkijkend zien we 'zwarte baretten' op de daken en veiligheidsagenten en staatsfunctionarissen die aan het filmen en fotograferen zijn. Verderop zien we verspreid oproerpolitie. Een Duitse fotograaf beweert dat er ook tanks in de buurt zijn.
Naarmate de dag vordert worden we ons bewuster van de spanning. De HADEP adviseert om terug te gaan naar Adana. Tijdens de heenreis blijkt de eerste bus aangehouden te zijn door veiligheidsagenten. Deze vroegen of de aanwezige Duitsers tot een bepaalde Duitse delegatie behoorden. Ze waren blijkbaar een groep kwijt. Op de terugweg worden we zowel door veiligheidsagenten als politie gevolgd. Deze dag was er ook een officiële Turkse viering in Adana. Hier waren merendeels studenten (gedwongen?) aanwezig.
Gearriveerd in Adana voeren we gesprekken met de IHD en de TIHV. De IHD meldt dat hun kantoor onlangs enige maanden gesloten moest worden en de medewerkers waren gearresteerd wegens het in bezit hebben van verboden kranten. De TIHV heeft in januari 1995 een kantoor geopend in Adana. Deze organisatie is vooral een doorverwijspunt voor gemartelden. In vergelijking tot de vorige dag is 'de controle' van veiligheidsagenten in het hotel wat minder. De noodtoestand in Adena is nog steeds van kracht.
Provocaties
Op 22 maart is in het cultuurstadion van Adana een Newroz-viering. Het feest begint om tien uur en zou tot zes uur die avond moeten duren. Het is duidelijk dat er een grote druk op de organisatie en de bezoekers wordt uitgeoefend. Bij de ingang is enorm veel politie en iedereen wordt tweemaal gefouilleerd voordat men naar binnen mag. Het programma moet gewijzigd worden; een aantal acts mag niet doorgaan, Koerdische kleuren zijn verboden en later vernemen we dat een acteur tot de volgende dag door de veiligheidsdiensten is vastgehouden.
Ook in het stadion zijn veel politiemensen, veiligheidsagenten en enkele 'zwarte baretten' aanwezig. Propaganda vooraf is niet toegestaan. Tijdens het feest worden diverse vrouwen verbaal geïntimideerd, zijn er enkele provocaties door de politie en worden bezoekers van DEV SOL (Devrimci Sol - Revolutionair Links) niet toegelaten. Rond twee uur verlaten veel bezoekers wegens de intimiderende sfeer en de programmaveranderingen het feest. Ook hebben mensen gehoord dat de politie in het stadion zich klaar moet maken voor de aanval.
Een Duitse delegatie blijft in het stadion achter. Mensen die massaal weggaan worden geprovoceerd en geïntimideerd. De Koerden negeren dit om conflicten te voorkomen. Om half vijf gaan we terug naar het stadion. Het feest blijkt opgebroken en er is niemand meer te zien. De HADEP had het feest, waar ruim twintigduizend mensen aanwezig waren, vervroegd beëindigd. Bij het HADEP-kantoor wemelt het van de politie en militairen. De volgende dag vertrekken twee mensen naar Istanbul om informatie in te winnen over de Newroz-periode aldaar. Bij hun vertrek worden ze weer gecontroleerd.
Op 21 maart was er in Istanbul een studentendemonstratie. De politie had zeer snel ingegrepen. Ongeveer zestig mensen zouden zijn gearresteerd, en vier mensen gewond geraakt. Het achtergebleven deel van de delegatie voert op 23 maart nog evaluerende gesprekken met de HADEP. Verder bezoeken ze nog enkele vluchtelingenwijken, wederom achtervolgt door de veiligheidsdiensten. In de wijken praten ze met mensen over hun situatie. Wegens de spanning die er heerst besluit men - voor de veiligheid van de inwoners - weer snel weg te gaan.
Vervolgens reist deze groep naar Ankara, alwaar zij nog een gesprek hebben met de IHD. Er is ook een comité aanwezig dat zich inzet voor 258 hongerstakers. Deze zitten gevangen in Konya. De bevindingen van de Nederlandse waarnemingsdelegatie zijn dat, door de internationale politieke situatie en waarschijnlijk door aanwezigheid van de waarnemers, de Newroz-periode niet tot extreme escalaties heeft geleid. Desondanks constateert de delegatie in diverse gebieden en situaties intimidatie tegen de Koerdische bevolking. Ook de delegatie is regelmatig belemmerd.
Dat wil niet zeggen dat ondanks de relatieve rust in Turks- en Iraaks Koerdistan - mede door de Turkse invasie - de repressie, de arrestaties, het doden en verwonden van mensen, niet onverminderd is doorgegaan.
Andrea
NEWROZ
Newroz vindt zijn oorsprong in 612 voor Christus. Toen veroverde de Meden, de voorouders van de Koerden, het Assyrische Rijk. De legende wil dat de smid Kawa de tiran Dahak ten val bracht. Sindsdien vieren de Koerden op 21 maart Newroz - letterlijk de nieuwe dag.
De Newroz-viering kreeg in 1982 een nieuwe dimensie. Op 21 maart dat jaar stak Mahmut Dogan, lid van het centraal-comité van de PKK, zichzelf in de gevangenis van Diyarbakir in de brand. Sindsdien is Newroz voor de Koerden ook een dag van vrijheid, overwinning en onafhankelijkheid. De Turkse overheid is niet erg ingenomen met Newroz. De viering van het nieuwjaarsfeest is sinds 1923 verboden. Omdat Newroz in de praktijk niet te verbieden viel, koos Turkije in 1991 een ander tactiek. Het werd een officieel Turks feest. Hiermee hoopten de Turkse machthebbers de Koerdische angel uit het feest te halen.
Dat lukte niet. De Koerden bleven Newroz op hun eigen wijze vieren en grepen het nieuwjaarsfeest ook aan om te demonstreren voor zelfbeschikkingsrecht. De Turkse troepen grepen daarom hard in, met als dieptepunt Newroz 1992 toen honderden burgers werden doodgeschoten. Newroz 1993 verliep rustiger, mede omdat de PKK een staakt het vuren had afgekondigd. Desondanks werden zeven burgers doodgeschoten en vielen er honderden gewonden. Newroz 1994 stond in het teken van massale arrestaties van Koerden die deelnamen aan speciale bijeenkomsten.