Naar archief

UIT: NN #182 van 7 april 1995    

De week van Remko van broekhoven 

Remko van Broekhoven, coördinator van de landelijke manifestatie die Nederland Bekent Kleur op 25 maart organiseerde.  

Zondag 19 maart 1995 

Wakker geworden in de armen van mijn geliefde... Laat ik haar Helen noemen, want zo heet ze ook. Een hele heerlijke zondag samen in bed gekeken naar Walt Disney-films, en in een essaybundel van mijn favoriete schrijver Galeano zitten lezen. De dag vervolgd met een ruzie over Studio Sport, dat ik wil zien en zij niet eens wil horen. De avond in harmonie besloten met een bezoek aan de speeltuin.  

Maandag 20 maart  

Dit is zo'n dag waarop plannen tot papier veroordeeld blijven, omdat voortdurend nieuwe, onverwachte taken opkomen. Tegen de tijd dat ik naar huis ga, vraag ik me af wat ik precies gedaan heb. Dat wil zeggen: buiten het bellen van mensen die mij weer hadden gebeld, zonder dat we tot slot tot tastbare resultaten komen. 

Terug in Utrecht, even na achten, drink ik een blik soep leeg. Daarna laat ik 'Death Wish 3' aan me voorbij gaan, en vertrek ik naar het café. Met een vriendin drink ik wat, rook ik een grootse Havanna en praat ik over zo ongeveer alles behalve Nederland Bekent Kleur. De ultieme ontspanning.  

Dinsdag 21 maart 

Als ik gedoucht heb, zie ik dat mijn planten al veel te lang geen water meer hebben gehad. Ik neem me voor om mezelf en mijn kamer ook in deze drukke week goed te blijven verzorgen. Aan sporten kom ik echter niet toe, en daar baal ik van. Met genoegen bekijk ik in de Volkskrant onze mini-advertentie: 'In 'Bijlmer' leven 65 nationaliteiten samen zonder verplichte spreiding.' Het blijkt deze week vrijwel de enige manier om ook maar een flard van de aandacht te krijgen die de heer Bolkestein gegund wordt door geschreven pers, radio en televisie. 

Samen met mede-coördinator Roelof - verantwoordelijk voor logistiek en muziek op de dag - pak ik de metro naar de Bijlmer. Daar ontmoeten we om half twee ambtenaar Amzand die ons voorstelt aan Ronald Janssen, de voorzitter van de Stadsdeelraad. Hij zal zaterdag de manifestatie openen. Ik suggereer hem in zijn speech terug te komen op de recente uitspraak van Bolkestein dat in de grote steden Gliphoeves vol junks dreigen te ontstaan. Meer Bijlmers dus, zo begrijpt de burger dan. 

Rond 19.30 uur beginnen we met onze wekelijkse brainstorm-vergadering. De punten 'mobilisatie', 'Cheb Mami' (de artiest met wie Roelof vandaag eindelijk is rondgekomen) en 'rapport' passeren de revue. In dit 'rapport' zullen we de balans opmaken van de drie jaar sinds Nederland Bekent Kleur (NBK) in '92 ontstond. De afgelopen weken heb ik organisaties en NBK-ambassadeurs ('Nederlanders' die op hun eigen terrein racisme bestrijden) om hun opinie gevraagd, zaterdag zullen we het product daarvan aan 'de politiek' presenteren.  

Nu blijken er amper reacties binnen te zijn. Als de vergadering vervolgens besluit dat we dan maar geen rapport schrijven en Abdou gewoon zijn toespraak rondstuurt, besluit ik sarcastisch dat ik het goede nieuws wel weer zal melden aan de mensen die een rapport verwachten. Het is niet de eerste keer dat we iets beloven dat we niet waarmaken. Geen reactie. Als ik tegen 23.00 uur langs de Amstel naar het station loop, twijfel ik heftig aan mijn eigen kunnen. Opnieuw mijn doelen te hoog gesteld, opnieuw te veel gewild en te weinig gekregen, opnieuw de eenling in de groep. Eenmaal thuis, zet ik de wekker op tien uur en trek ik de stekker van de telefoon uit het contact. Ik wil slapen, lang slapen. 

Woensdag 22 maart  

Even na achten word ik wakker door het gepruttel van koffie in de keuken. Voor het eerst sinds ik twee maanden geleden met dit werk begon, heb ik gedroomd van Nederland Bekent Kleur.  

Om 12.00 uur begin ik brieven met gastenpas, parkeerkaart en programma voor sprekers, debaters en discussieleiders te tikken. Tussendoor vang ik tv-beelden van het minderhedendebat in de Tweede Kamer op. Aan het eind van de middag blijken de dames en heren politici het met elkaar eens te zijn. Fijn, maar ondertussen heeft de VVD in haar partijblad wel een directe link gelegd tussen migratie en criminaliteit, heb ik woedend in mijn ochtendkrant gelezen. 'Een typefout', heet het nu.  

Net voor negenen een twintigtal brieven op het hoofdpostkantoor afgeleverd, zodat ze morgen nog aankomen. Niet bepaald een heftige, heldhaftige dag... die ik in stijl besluit met een pilsje in bed, en voetbal op tv. 

Donderdag 23 maart 

Om zeven uur wakker, terwijl ik de wekker opnieuw op tien uur had gezet. Mijn biologische klok lijkt uitslapen deze week niet toe te staan. Om half tien ontmoet ik de Man met de Hamer als ik mezelf slaapwandelend terugvind tussen de schappen van Albert Heijn. 

Even na elven aan de slag gegaan op kantoor. De resterende brieven getikt: naar de sprekers op Podium B, en de ambassadeurs. Om 17.00 uur - tot dan toe heb ik weinig anders gezien dan het scherm van de computer - is onze 'ambassadrice' Swanny Arts in de Vijf-uurshow. Deze prachtige feeks, 100 procent Hollands maar opgegroeid in Indië en getrouwd met een Surinaamse man, houdt een hartstochtelijk pleidooi voor de kleurrijke samenleving, niet op papier maar in haar eigen buurt, de Bijlmer. 

De kreten om haar heen ("De buitenlanders zijn hier straks de baas"; "Ik wil niet in Turkije wonen!"; "Moeten wij ons dan in ons eigen land aanpassen?") doen me huiveren. Ik besef wat ik vaak vergeet: hoe vijandig veel mensen in Nederland tegenover 'vreemdelingen' staan. Die mensen - al is het er maar één - bereiken zonder met ze mee te huilen: dat is mijn eigen utopie voor aanstaande zaterdag. Ik ben weer bij de kern van mijn werk, dat waar het me allemaal om gaat en wat ik soms dreig te verliezen temidden van al het getyp, gebel en gelul.  

Vrijdag 24 maart 

The day before. Eindelijk weer eens negen uur geslapen. Heerlijk. Krant vluchtig doorgekeken en de trein naar de Bijlmer gepakt om voor het laatst te 'verkennen'. Tot de trieste slotsom gekomen dat het weer weinig goeds belooft, onze affiches over geplakt zijn door aankondigingen van Kaseko- of Bubblingparties en er niets aanwezig is dat ook maar uit de verte op een voetbalveld lijkt. 

Op kantoor een Kafkaeske discussie aangegaan met de verantwoordelijke ambtenaar over de intrigerende vraag hoe er geen voetbalveld kan zijn waar we toch niet op bouwen mogen. Zijn conclusie: hij is niet verantwoordelijk. Met pijn in mijn hart de Zaïrese asielzoekers afgebeld die bereid waren een partijtje te spelen tegen een Hollands team. Jesse Jackson, Nelli Cooman, Prinses Irene: stuk voor stuk heb ik ze gevraagd, allemaal hebben ze afgezegd. Dat was jammer, dit is zwaar k... 

Zaterdag 25 maart  

7.40 uur. Ik sta op een leeg Station Bijlmer. Het regent niet. Het hoost. We hebben pech. 8.30 uur: de pech is geluk geworden. Terwijl tenten en podia verrijzen, verdwijnen de wolken en verschijnt de zon. Ik help met in- en uitladen en sla haringen van een halve meter met dito hamer in het gras. Om 11.00 uur blijkt dat we ver achter op schema liggen. Er is geen tijd voor de medewerkersvergadering die we al om tien uur in de backstagetent zouden hebben. Er is geen backstagetent. Er is ook geen koffie. Ik koop in het nabije winkelcentrum cadeaubonnen en bloemen voor de gasten.  

Met een winkelwagen vol alsmaar wegwaaiende bloemen ploeg ik me rond 12.00 uur door het veld. Om 13.30 uur sta ik op het Anton de Komplein. Een 'multiculturele modeshow' heeft bezit genomen van het podium en opzwepende House schalt over het plein. Vanaf dit moment zal alles zich vijf uur lang in een voor mij razend tempo afspelen.  

Minister Dijkstal arriveert, die niet zal spreken maar wel meeloopt. Er ontstaan bespottelijke taferelen. Nerveus om hem heen bewegende mensen; camera's die als een magneet naar de 'belangrijke man' toetrekken; dames en heren die zich verdringen rond het kopspandoek... Even ergerlijk als de tam-tam rond Dijkstal vind ik het gegil dat een paar punks tegen hem aanheffen. Ik zie hoe een van hen Dijkstal letterlijk toesist dat hij intolerant is en moet opdonderen. Later, in het Bijlmerpark, mondt dit uit in het gooien van verf naar de minister. Perfecte kopij voor radio, tv en kranten. Weinigzeggend over de dag als geheel die wat mij betreft bedoeld is als inhoudelijk antwoord op Paars, de VVD en Bolkestein. 

Aangekomen op het festivalterrein, krijg ik de portofoon waarmee ik de rest van de dag kan optreden als de 'troubleshooter' of vliegende keep die ik behoor te zijn. Vier uur lang loop ik van podium A naar podium B en via de debattent weer terug. Wat ik zie en hoor, is een Podium A waar vooral Trafassi, minister Pronk en Cheb Mami enthousiasme opwekken; een Podium B waar een band wegblijft, het geluid wegvalt en het publiek tenslotte wegloopt; en een debattent waar zowaar alle gasten verschijnen, steeds een honderdtal mensen zit en de discussie van begin tot eind hevig is. 

Aan het eind van de dag ben ik tevreden en teleurgesteld tegelijk. Tevreden vanwege het programma dat we hebben kunnen bieden. Teleurgesteld vanwege de toch niet meer dan tienduizend mensen die zich door dit programma hebben laten oppeppen. Even voor ik rond tien uur het veld verlaat, zie ik de laatste bezoeker weggaan. Het is een gekleurde man die de hele dag heeft staan dansen en drinken, enorme laarzen aan zijn voeten en een fez op zijn hoofd. Met een halflege fles sterke drank in zijn hand zwalkt hij weg. Opgewekt roept hij: "Ik hou van spruitjes. Mag dat?" Ik vind het prima.  

Remko van Broekhoven   

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1995