Naar archief

UIT: NN #182 van 7 april 1995   

Autonomen berlijn: de dogma's voorbij 

Het Berlijnse reuzencongres "voor radicaal-linkse en ondogmatische bewegingen" heeft een ernstige klap te verduren gekregen. De universiteit waar het congres plaats zou vinden en waar een principe-akkoord mee was, weigerde op het laatste moment het contract te sluiten. Vanuit behoudende politieke kringen was zware druk uitgeoefend op de rector om de tent niet aan de radicalen te geven. Ook de T.U.-universiteit, waar in het verleden vaak politieke massameetings gehouden konden worden, weigert de autonomen toegang. Het congres heeft nu geen ruimte die groot genoeg is voor de plenaire bijeenkomsten. Er worden immers enkele duizenden bezoekers verwacht.  

De voorbereidingsgroep heeft na enerverende discussies besloten om desondanks, waar nodig met een afgeslankt programma, het congres door te laten gaan. De optie om de benodigde ruimtes desnoods met geweld te bezetten en te verdedigen, werd overwogen maar afgewezen. Er wordt nu naarstig gezocht naar allerlei andere ruimtes. Waarschijnlijk zullen veel werkgroepen zich in afgelegen zaaltjes af moeten spelen.  

De initiatiefgroep blijft in ieder geval vasthouden aan de oorspronkelijke planning wat betreft de drie thematische plenaire inleidingen, aan de werkgroepen met daarna grotere discussies 's middags, de jeugdetage en de vrouwen/lesbische ruimtes. Het is echter de vraag of ze iedereen eten kunnen voorschotelen. Ook grote delen van de aanvankelijk aangekondigde cultuur-werkgroepen zullen waarschijnlijk niet meer plaats kunnen vinden. ,,Maar we zullen de komende weken alles op alles zetten om op de paasdagen iets aan te bieden dat het nog verdient om een "congres" genoemd te worden. Daarvoor hebben we ieders hulp nodig (...)'', aldus de de initiatiefgroep. 

Tom en Jerry 

Met de overige voorbereidingen ging het juist erg goed. Vooral op papier begint het congres steeds meer ergens op te lijken. Er zijn nu twee readers en een boek vol interviews en ook het jonge kwartaalblad Die Beute heeft het vijfde nummer aan het congres gewijd. In dat blad staat onder andere een (kritisch) interview met "Tom en Jerry" van de voorbereidingsgroep.  

Enkele fragmenten:

Tom: "Met de autonome beweging in West-Duitsland ging het sinds de anti-IMF-campagne van 1988 bergafwaarts. Een belangrijke reden daarvoor is zeker de ineenstorting van het staatssocialisme in het Oosten. Een groot deel van de Westberlijnse autonome scene was - zowel in positieve als negatieve zin - op deze staten gefixeerd, wat na 1989 tot een bepaald vacuüm leidde. Ik vond het einde van het reële socialisme eerder een kans om eindelijk zonder dat slechte voorbeeld over een echt emancipatorische samenleving na te denken. Maar het omgekeerde gebeurde juist onder de autonomen: berusting, gevoelens van machteloosheid, afkalving. (...) Met het vallen van de muur zijn de omstandigheden ook enorm veranderd. Autonoom antifascisme en antiracisme-werk kreeg ineens een heel ander gewicht. Het neofascistische offensief na 1989 leidde echter ook tot het zich uitsluitend richten op de tegenstander en daardoor kwam men niet meer toe aan het ontwikkelen van eigen ideeën. (...) Veel Antifa's doen goed werk, maar velen hebben ook een stoere knokkersopvatting van wat verzet is, waarmee ze onder andere de aloude mannelijkheid cultiveren.''

"Op het congres zal het er vooral om gaan om onder deze veranderde verhoudingen een nieuw autonomie-begrip te formuleren. Hoewel er lokaal nog wel veel actieve groepen zijn, is er geen sprake meer van een landelijke autonome beweging met een grote uitstraling. Af en toe was er het afgelopen jaar wel een goed verlopen klassieke demonstratie, zoals op 3 oktober in Bremen. Maar er zijn evenveel voorbeelden van het tegenovergestelde, zoals de massa-arrestatie bij de EG-top in Essen. Enkele grote acties kunnen niet verhullen dat de beweging als zodanig niet meer bestaat. (...) Een van de grote punten is dan ook die van een andere manier van organiseren...'' 

"Veel zal afhangen van hoeveel groepen zich nu nog kortstondig met de voorbereidingen zullen bemoeien en actief aan het congres deelnemen. Dat er met pasen veel mensen komen is duidelijk, maar wat het resultaat zal zijn, is niet te voorspellen. Of we tot de slotsom komen dat de zwakke aspecten de sterke overheersen, of dat het ons toch nog zal lukken om perspectieven voor een nieuwe radicale, politieke autonomie-opvatting te ontwikkelen?" 

De stand van beweging 

Voor het congres is het boek Der Stand Der Bewegung uitgekomen. Het bevat bijna driehonderd pagina's voornamelijk gevuld door achttien interviews met allerlei soorten autonomen, ook uit de voormalige DDR. Ze hebben gemeen dat ze nu (nog) actief zijn, maar verder is hun achtergrond, sekse, leeftijd en herkomst nogal verschillend. Er komen piepjonge antifascistische activisten aan het woord, die niets van ideologische begrippen willen weten. Maar ook oude theoretische zwaargewichten die al dertig jaar en evenzoveel actiegroepen achter de rug hebben.  

Het boek werkt! Wie verwacht dat veel geïnterviewden slechts de obligate heftige meningen reproduceren, zal verbaasd staan. Niet in het minst door de snuggere vragen (met als steeds wederkerende of ze nog in revolutie geloven en of ze zichzelf nog communist noemen), leveren de meeste interviews een goed inzicht in het radicale denken. Bij elkaar geven ze een bijna volledig overzicht. Je zou zo haast vóór het congres kunnen bekijken welke overeenkomsten er nog tussen de radicale activisten bestaan en waar de verschillen liggen.  

De mooie inleiding gaat uitvoerig in op de (persoonlijk ervaren) autonome beweging en de achtergrond van het congres. Als toetje staat achterin een gedenkwaardig document: het manifest van het autonomen-congres in het Italiaanse Padua in 1981. Dit "beginselprogram", meegebracht door Westberlijnse krakers, maakte een onuitwisbare indruk op de Westduitse kraak- en anti-atoombeweging. Het verscheen in bewerkte vorm in het toen gezaghebbende maandblad Radikal. Nu is het epistel voor de tweede keer herschreven, aangepast aan de actualiteit. In het boek kun je de drie versies naast elkaar lezen. De - zoals het boek stelt - enige Autonome beginselverklaring tot nu toe, is het bezinksel van de autonome ideologie. Het wankelt tussen serieus en parodie. 

Boek, readers en program maken duidelijk dat het tijdperk van de dodelijke serieusheid achter de rug is. De activisten mogen weer twijfelen en relativeren en schaamteloos beweren dat ze ook een zo prettig mogelijk leven willen. Er is ook geen duidelijke stroming meer die zijn wil oplegt of de discussies domineert. Of zoals de "oproep voor het autonomie-congres" het zegt: "Het heeft geen zin elkaar weer te willen inwijden in de 'objectief juiste' uitgangspunten voor revolutionaire politiek. De zoektocht naar een 'revolutionair subject' was tot dusver tevergeefs, heeft ons verlamd en was sowieso verkeerd. Ook het communistische idee, voor zover dat de overheersten opgedrongen werd, was eerder een spookbeeld. Daarmee willen we ons ook weer niet bij voorbaat afzetten tegen degenen die voor hun voorstelling van bevrijding onder begrippen als 'communisme', 'anarchisme' 'basisdemocratie' en dergelijke strijden. Uiteindelijk leggen de begrippen zelf niets vast, ze worden elke keer bij confrontaties opnieuw toegeëigend. Dat moet ook op het congres gebeuren." 

Keest

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1995