Naar archief

UIT: NN #181 van 24 maart 1995   

De edelste mens zondigt niet 

Wat begon als bastaard van Sophocles' 'koning Oedipus', met aanzienlijke invoegingen uit 'Oedipus in Colonus' eindigde als een film met Freud 'erin gestopt zoals een dilettant hem erin zou stoppen'. Dat laatste zei de Italiaanse cineast en schrijver Pier Paolo Pasolini zelf over zijn film Edipo Re uit 1967. De meest biografische zijner werken is momenteel te zien in het Utrechtse filmtheater 't Hoogt in het kader van '100 jaar cinema, de filmgeschiedenis op het witte doek'.  

In Edipo Re komen twee door Pasolini vaak gebruikte thema's samen, te weten zijn fascinatie voor de Griekse tragedies en zijn afkeer van de bekrompen vooroordelen waarmee de hedendaagse burgerij is besmet. Dat zijn films (en boeken) vaak aanleiding waren tot aanklachten, processen en vervolgingen is makkelijk te raden.  

Pasolini volgt Sophocles getrouw; de plot is die van een antiek toneelstuk. Zijn Oedipus is geen neoklassieke schoonheid met spieren en een breed voorhoofd, maar een onstuimige, onnadenkende en gewelddadige jager-krijger uit een samenleving die het schrift nog niet kende en geteisterd werd door bijgeloof en onderworpen aan krachten die ze niet kon begrijpen of beheersen. Oedipus vlucht vanwege een orakel weg van zijn vermeende ouders. Onderweg vermoordt hij zonder het te weten zijn echte vader. Dan redt hij de stad Thebe van de sfinx en trouwt met koningin Iocaste die zijn echte moeder is. Oedipus ontdekt dat hij een vondeling was, dat hij zijn echte vader heeft gedood en dat hij getrouwd is met zijn moeder. Het orakel is uitgekomen. Iocaste pleegt zelfmoord en Oedipus steekt zich de ogen uit met de spelden van haar broche.  

Sophocles zag deze smartelijkste figuur van het Griekse toneel als de edelste mens, die ondanks zijn wijsheid tot dwaling en ellende gedoemd is, maar die tenslotte door zijn geweldig lijden op magische wijze een zegenrijke kracht uitoefent op zijn omgeving, welke ook na zijn verschijnen werkzaam blijft. De edelste mens zondigt niet, wil de diepzinnige dichter zeggen. Het kan zijn dat door zijn handelen elke wet, elke natuurlijke ordening, de hele zedelijke wereld vernietigd wordt, juist door dit handelen wordt op een hoger plan een magische cirkel getrokken van gevoelens die op de ruïnes van de oude omhooggevallen wereld een nieuwe grondvesten.  

Wat Pasolini zo waardeerde aan Sophocles was het feit dat de persoon die al deze problemen moet tegenkomen, juist de persoon is die er het minst op is voorbereid, iemand die volkomen onschuldig is. Tegen de tijd dat Oedipus alles begrijpt, heeft hij er niets meer aan. Net als zijn Accattone (uit z'n filmdebuut) komt ook Oedipus in botsing met de regels van de maatschappij en moeten daarom lijden. Beiden zijn Pasolini, die in 1975 werd vermoord. 

Het autobiografische komt voornamelijk tot uitdrukking in de hedendaagse proloog en epiloog, die zich beide afspelen in het noorden van Italië. Pasolini: "De baby in de proloog ben ik, zijn vader is mijn vader en de moeder, een schooljuffrouw, is mijn moeder." In de epiloog wordt Oedipus uit het verleden weggeleid, door de starten van Bologna anno 1967. Hier eindigt de film met Oedipus die fluit speelt op de rivieroever. Moraal: "Het leven eindigt waar het begon."  

Om de film de noodzakelijke frivoliteit en distantie te geven, draaide Pasolini de film 'met estheticisme en humor', zodat het leest als een droom, niet als een nachtmerrie. In het voorwoord bij het script schreef filmmaker: "Ik ben niet langer overmatig geïnteresseerd in het onderwerp van de onderzoekingen van Marx en Freud. Ik ben absoluut niet meer serieus bezig met dat academische wespennest dat van Oedipus een geselpaal voor Freudiaanse en Marxistische theorieën maakt... Ik wil met nadruk stellen dat ik nu, 45 jaar oud, de wildernis van de freudiaanse en marxistische dogmatici verlaten heb."  

De film ging op 28e festival van Venetië in première, alwaar het een speciale prijs kreeg.  

Patrick van IJzendoorn

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1995