Naar archief

UIT: NN #178 van 10 februari 1995   

Hoogmoed versus watersnood  

De milieubeweging als zondebok 

Jarenlang is er gediscussieerd over de dijkverzwaringen in het rivierengebied. Terwijl de afgelopen weken het water steeg, verdween de inhoud van die discussies steeds verder uit beeld. Politici riepen om het hardst dat met noodwetten de milieubeweging in het vervolg buitenspel gezet zou moeten worden. Dat het rivierengebied nu te kampen heeft gehad met een noodsituatie, zou allemaal komen door de vertragende werking van diverse inspraakprocedures. Dit soort stemmingmakerij leidde in de bedreigde polders tot een grimmige stemming. Velen van degenen die zich hadden verzet tegen rigoureuze dijkverzwaring werden bedreigd. Het klimaat lijkt her en der rijp voor een soort etnische zuivering aan de dijk.  

De aanhangwagen puilt uit. Koelkast, bankstel, en een kinderfietsje zijn te herkennen. De exodus uit de Ooy-polder is in volle gang. Een aangrijpend gezicht, ook al weet je dat er geen doden gaan vallen.  

Op sommige muren langs de dijk zie je ze nog, de leuzen die we destijds met de actiegroep Wilde Marjolein geklad hebben. 'In Holland stond een dijkhuis' of 'Alles van waarde is weerloos' waren van dichterlijke waarde. 'Geen dijkverzwaring' en 'Stop de ingenieurterreur' waren meer to the point. Met de leus 'Onderhoud okee, dijkverzwaring nee!' gaven we gelukkig ook aan oog te hebben voor de noodzakelijke nuance. Als actiegroep probeerden we media en publiek duidelijk te maken dat een grootschalige dijkverzwaring schadelijke gevolgen heeft.  

De wilde marjolein is één van de zeldzame planten die her en der nog op de dijkhellingen groeit. Dijken hebben niet alleen voor planten en dieren een belangrijke rol, ook uit cultuurhistorisch oogpunt bezien zijn ze zeer waardevol. Dijkhuizen en boerderijen maken deel uit van een uniek landschap, ontstaan in een eeuwenoude wisselwerking tussen natuur en mens. De oorspronkelijke dijkverzwaring die rijkswaterstaat en de waterschappen wilden uitvoeren, had weinig oog voor de waarden die de dijken hebben voor landschap, natuur en cultuur. Achter de tekentafel ontwierpen de ingenieurs dijken die recht, hoog en erg breed waren. In de praktijk betekende dit dat men op grote schaal bezig ging met het kappen van bomen, het dempen van sloten en het slopen van huizen. Deze dijkverzwaring is zeer ingrijpend.  

Al in de jaren zeventig ontstond er een breed verzet tegen de al te drastische ingrepen. Bewonersgroepen en milieuorganisaties bereikten uiteindelijk dat het parlement de Commissie Becht instelde. Becht concludeerde in 1977 dat de dijkverzwaring heel wat uitgekiender zou kunnen worden uitgevoerd. Door betere ontwerpen zouden veel waardevolle elementen gespaard kunnen blijven. Dit kon bereikt worden door bewoners en milieudeskundigen bij de besluitvorming te betrekken. Deze aanbevelingen werden door het parlement overgenomen. Men liet echter na om daartoe de voorwaarden te bieden. De uitvoering van de dijkverzwaring bleef in handen van rijkswaterstaat en de waterschappen.  

Begin jaren tachtig wijzigde rijkswaterstaat de rekenmodellen, waardoor de dijken alsnog breder en hoger moesten worden. Doordat er nog steeds geen bevredigende inspraakprocedures bestonden en milieu-effectrapportages ontdoken werden, was de dijkverzwaring bovendien nog allerminst uitgekiend. In de loop van de jaren tachtig nam het verzet dan ook weer toe. Opnieuw werd, als antwoord op de maatschappelijke druk, door het parlement een commissie ingesteld.  

Boertien 1 (het eerste rapport over de dijkverzwaring van de Commissie Boertien, red.), gaf onomwonden toe dat de aanbevelingen van Becht genegeerd waren. De noodzaak van uitgekiend ontwerpen werd benadrukt. Om open besluitvormingsprocedures te bereiken, was een 'cultuuromslag' bij de betrokken instanties nodig. Bovendien werd voor het eerst van overheidswege onderschreven dat bepaalde technische maatregelen, zoals damwanden en kwelschermen, evenveel veiligheid bieden als de verzwaarde dijken. Al deze conclusies werden in 1993 overgenomen door regering en parlement. Sindsdien zijn er meer en meer ontwerpen gerealiseerd waarbij veiligheid en schoonheid op redelijke wijze gecombineerd werden.  

Hetze 

Om de eenzijdige beeldvorming van de afgelopen dagen te corrigeren, is het belangrijk te benadrukken dat de meeste tegenstanders van grootschalige dijkverzwaring wel degelijk voorstander zijn van veilige dijken. Bij alle discussies en procedures hebben de meeste van hen er ook continu op gehamerd dat diverse zwakke plekken aangepakt moesten worden. Omdat rigoureuze dijkverzwaring noodzakelijkerwijs veel geld, menskracht en materieel opslokt, vordert ze vrij traag. Van de circa zeshonderd kilometer rivierdijk is nu ruim tweehonderd kilometer verzwaard. Pas in 2007 zou het project afgerond zijn. Omdat men bij de waterschappen alle aandacht en middelen op de verzwaring richtte, werd het reguliere onderhoud aan de dijken verwaarloosd. Daardoor zijn de zwakke plekken ontstaan die nu zo gevaarlijk waren. 

Druten, Ochten en Tiengeboden zijn door de milieubeweging herhaaldelijk genoemd als plaatsen waar dringend opgetreden moest worden. Desondanks gaven de waterschappen er de voorkeur aan om zich bezig te houden met, bijvoorbeeld, de dijk bij Beuningen en de bomendijk langs de IJssel. Dijken die in goede conditie verkeren (maar waar men wel de nodige schade kan aanrichten). Het is cynisch dat zij die er voor gewaarschuwd hebben nu de schuld van de bijna-ramp krijgen.  

Een beschuldiging zegt minder over de beschuldigde dan over degene die de beschuldiging uitsprak. Door de milieubeweging tot zondebok te maken (of het laten passeren van de onterechte beschuldigingen) geeft de politiek aan waar zij haar prioriteiten legt. In deze tijd heeft 'veiligheid' duidelijk een centrale positie verworven in het gedachtegoed van de politiek. Omwille van 'veiligheid' wordt de strijd aangebonden met criminaliteit, vluchtelingen en hoog water. Sociale zorg, ontwikkelingssamenwerking en het milieu dalen voortdurend op de politieke prioriteitenlijst. Bij de verkiezingen in 1989 probeerde iedere partij nog zo groen mogelijk uit de bus te komen. Vorig jaar speelde het milieu geen enkele rol in de verkiezingsstrijd en, zoals de zaken er nu voor staan, dreigt de milieubeweging bij de volgende verkiezingen een collectief mikpunt te worden.  

Dat dit ten onrechte gebeurt dringt nauwelijks door in de beeldvorming. Niet alleen heeft juist de milieubeweging al jarenlang gewaarschuwd voor de zwakke plekken, zij heeft ook oog gehad voor de oorzaken achter het hoog water. Ontbossing, grootschalige landbouw, verstedelijking en kanalisering hebben er samen toe geleid dat tegenwoordig zoveel water zo snel samen komt. Politiek en bedrijfsleven hebben daar geen weet van willen hebben. Bewoners en milieubeweging hebben de afsnijding van de Waalbocht bij Nijmegen weten te verhinderen. Was die bocht wel afgesneden, dan was het water bij de Bommelerwaard nog wat hoger uitgevallen. Ook de noodzaak om rivieren meer ruimte te geven, ondermeer door nevengeulen af te graven, wordt al jarenlang benadrukt door natuurbeschermers.  

Ietwat overhaast en met groot genoegen werd door politici de noodtoestand uitgeroepen. Onder elkaar twistten de burgemeesters, de minister en de commissaris der koningin er nog over wie van hen de meeste macht had verworven. Waar zij het wel over eens zijn is dat inspraakprocedures en wettelijke regelingen een hindernis zijn. Daarom wenst men noodwetten.  

De bestuurders ontpoppen zich hiermee tot de regenten die ze kennelijk altijd al waren. Dertig jaar maatschappelijk debat over de dijkverzwaring wordt, samen met de parlementaire besluitvorming van tafel geveegd. Deels door dezelfde mensen die hun naam hebben gegeven aan moties en procedures die men nu kwijt wil. De nieuwe voorzitter van het CDA, Heigers, greep de ontstane stemming aan om in één adem ook te pleiten voor het afschaffen van de inspraak- en onteigeningsprocedures bij de Betuwelijn en Schiphol.  

Elfstedentocht 

Autoriteiten die de noodtoestand uitroepen en massa's mensen evacueren hebben, ter rechtvaardiging, de dreiging van een ramp nodig. Om iets andere redenen hebben ook de media belang bij het oproepen van een zo sterk mogelijke dreiging. Zo werden beelden van overstromende zomerdijken zwaar aangezet gepresenteerd (zomerdijken hebben juist de functie om met hoog water te overstromen). Ivo Niehe, Linda de Mol en Henny Huisman wisten al evenmin enige nuance aan te brengen. Buitenlandse journalisten reageerden echter bijna teleurgesteld op de afwezigheid van echte slachtoffers. Dat Japan geld geschonken heeft is al met al behoorlijke gênant. 

Misschien waren de evacuaties wel degelijk terecht. Maar juist dan hadden de autoriteiten een betere afweging van de risico's moeten presenteren. Nu liet men het bij een enkele toelichting van een dijkgraaf. Qua kaliber vergelijkbaar met het gedelibereer van rayonhoofden en ijsmeesters bij een elfstedentocht. Voor de stevigheid van dijken en de hoogte van het water bestaan heus zeer afdoende en inzichtelijke modellen. Hydrologen uit Wageningen en Delft passen die over de hele wereld toe.  

In eigen land werd iedereen feitelijk onkundig gelaten. Een noodtoestand vraagt om een kritische pers. Die had het, zeker de eerste dagen, te druk met ramptoerisme. De misstappen zijn daarom onvoldoende belicht. Waarom was het nodig om mensen die liever thuis bleven toch te evacueren? Waarom moesten die mensen bij voorkeur in het holst van de nacht uit bed gelicht worden? Waarom ging men daarmee door terwijl men al bezig was de terugkeer te organiseren?  

Aan de dijk tussen Bemmel en Lent ligt een kwelbosje. Of beter, daar lag een kwelbosje. Essen, populieren en noten, de bijbehorende ondergroei. Een toevluchtsoord voor vogels, kleine zoogdieren, padden en kikkers. Het water was al zeker een meter gezakt toen de bomen gekapt werden. Vrachtwagens reden af en aan om zand en klei te storten. Een extra dijk werd dwars door het bosje aangelegd. En pal over het erf van een belendende, oude boerderij. Natuurlijk was daar kwelwater. Dat moet er al eeuwenlang zijn, anders ontstaat er geen kwelbosje. Het was helder water, wat geen schade toebrengt aan de dijken.  

Ondanks de koortsachtige werkzaamheden werd het gebied niet geëvacueerd. Dit was terecht, zoals even later bleek. Op het crisiscentrum in het stadhuis van Nijmegen hing, in het zicht van degenen die de inkomende telefoontjes moesten beantwoorden, heel groot de mededeling dat de betreffende werkzaamheden louter preventief van aard waren. Het kwelbosje tussen Lent en Bemmel is dus geofferd aan preventieve werkzaamheden, die enkel en alleen mogelijk waren omdat er een noodtoestand was uitgeroepen. Het betreffende polderdistrict heeft daar dus, heel uitgekiend, de noodtoestand misbruikt om opnieuw een dijk te verzwaren op een wijze die onnodig schadelijk is voor natuur en cultuur.  

De uit te vaardigen noodwet dreigt dat soort praktijken te stimuleren. Het is aan kritische bewoners en de milieubeweging om opnieuw in verzet te gaan tegen grootschalige dijkverzwaring. Dat het rivierlandschap tegen de politici beschermd moet worden wisten ze al langer. We hebben nu geleerd dat het ook van belang is de politiek beschermen, om haar te bevrijden uit de greep van diezelfde politici.  

Vier dagen hebben de spullen van mijn oud-tante op mijn kamer gestaan. Mijn moeder en ik hebben ze terug gebracht. Een nichtje en de buren hielpen met inrichten. Een gezellige dag, waarbij de opluchting voor iedereen voelbaar was. De vlag werd uitgehangen en we hebben veel gelachen om het feit dat ik nog steeds tegen dijkverzwaringen ben.  

Wouter van Eck 
Actiegroep Wilde Marjolein, Nijmegen

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1995