Naar archief

UIT: NN #169 van 23 september 1994    

Proces tegen duitse antifa's gestart 

Op 20 september 1994 begon in Berlijn een van de grootste rechtszaken tegen antifascisten en politiek georganiseerde immigranten sinds de Tweede Wereldoorlog. Vier Turken en Koerden, een Duitser en twee jonge immigranten worden beschuldigd van "collectieve moord met voorbedachte rade". Ze kunnen veroordeeld worden tot 20 jaar cel, met aansluitend uitwijzing naar Turkije. 

April 1992 kwam een groep fascistische kaderleden van organisaties die afstammen van de Republikaner, waaronder functionarissen van de de Duitse Liga/De Nationalen, bijeen in een Chinees restaurant in de Berlijnse buurt Neukölln. De Duitse Liga is een organisatorisch samenwerkingsverband tussen militante fascisten, extreem-rechtse conservatieven en vertegenwoordigers van Nieuw Rechts.  

Nu is Neukölln een buurt met een groot aantal Turkse, Koerdische en andere immigranten. De fascisten, onder wie de beruchte nazi-advocaat Carsten Pagel, bediscussieerden plannen en financieringsmogelijkheden voor fascistische expansie in Oost-Europa. Bij toeval werd de bijeenkomst ontdekt en een spontane mobilisatie om de bijeenkomst te voorkomen kwam op gang. De bijeenkomst werd middels een actie verstoord door een groep gemaskerde mensen. Tijdens de aanval raakte Gerhard Kaindl, secretaris van de Duitse Liga, zwaar gewond als gevolg van messteken. Hij overleed. Thorsten Thaler raakte gewond. 

Onmiddellijk na het incident claimden de politie, staatsveiligheidsdiensten en de media, dat de aanvallers alleen uit Turkse of Arabische kringen konden komen. Dit terwijl de aanvallers gemaskerd waren. Er werd een speciaal politieteam ingesteld.  

Vanaf de start van het onderzoek werkten bepaalde delen van de politie nauw samen met de fascisten van de Duitse Liga. Reeds in oktober 1992 verklaarde een functionaris van de Duitse Liga dat hem een lijst met namen van verdachten was overhandigd door de politie tijdens een getuigenverhoor. Op dat moment verklaarde de Duitse Liga in haar blad, dat de namen en adressen van de verdachten via hun kantoor konden worden verkregen.  

In november 1993 gaf de 18-jarige Erkan zichzelf aan bij de politie. Hij verklaarde dat hij deelgenomen had aan de aanval op G. Kaindl en mededelingen kon doen over de andere deelnemers. Erkan heeft een geschiedenis van geestesziekte. Zijn ziekte werd erger tijdens zijn hechtenis. Tijdens de jaarwisseling 1993/1994 probeerde hij zelfmoord te plegen. Hij werd vervolgens in een psychiatrische bajes geplaatst en werd later 'ongeschikt voor gevangenschap' verklaard en tijdelijk overgeplaatst naar een gesloten psychiatrische inrichting in Berlijn.  

Ten gevolge van Erkan's verklaringen arresteerde de politie in november 1993 Fatma (22) en Mehmet (32). Twee dagen na hun arrestatie gaf Abidin (34) zichzelf aan. Weer twee weken later werd Bazdin (20) gearresteerd. Ook Bazdin werkte mee met de politie en gaf verklaringen af tegen de 10 andere aangeklaagden. In juli 1994 gaf een andere Koerdische antifascist, Seyho, zichzelf aan. In augustus 1994 deed de Duitse antifascist Carlo hetzelfde. Beiden hebben nog geen verklaringen afgelegd tegenover de politie. Zij zitten vast op dezelfde beschuldiging als de andere vijf en zullen samen met hen voor het gerecht verschijnen. 

Rechter Eschenhagen heeft aangekondigd dat het proces zal beginnen op 20 september. Het proces zal op zijn minst duren tot het eind van het jaar. Het zal plaatsvinden in een zwaar beveiligd gedeelte van het gerechtshof, met glazen kooien in de rechtszaal voor de verdachten, etc. De zeven verdachten hangt een levenslange straf (tot 20 jaar in de cel) boven het hoofd en daarna deportatie naar Turkije. De aanklachten hebben een duidelijke boodschap: durf niet in actie te komen tegen fascisten en racisten of je zult aangeklaagd worden voor moord of poging tot moord.  

Het proces zal plaatsvinden tijdens de 'hete fase' van de landelijke verkiezingen. nu al voeren de regeringspartijen CDU/CSU en FDP campagne met "Wet en Orde" slogans en eisen voor een sterke staat met aanzienlijk ingekrompen burgerrechten, vooral voor immigranten en vluchtelingen alsmede de radicaal-linkse oppositie. Het proces is bedoeld als voorbeeld in deze strategie. De ondersteuningsgroep roept op om solidariteitsfaxen te verzenden naar het gerechtshof, gericht aan rechter Eschenhagen (beetje beleefd doen).  

Prozessbüro, Internationale Solidaritätsgruppe

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1994