Naar archief

UIT: NN #166 van 22 juli 1994    

No holiday in turkey 

"Wist u dat u met elke gulden die u in Turkije spendeert de genocide tegen de Koerden financiert?". Zo luidt de slagzin op een Duits affiche om de burger erop te wijzen Turkije als vakantieland te boycotten. In Duitsland is al een aantal jaren sprake van een campagne tegen het toerisme naar Turkije. Sinds kort wordt er nu ook in Nederland gewerkt aan het opzetten van een landelijke campagne, met als doel de Nederlandse toerist te weerhouden Turkije als vakantiebestemming te kiezen. 

De mooie stranden en de blauwe zee, historische plaatsen, de bergen en niet in de laatste plaats de vriendelijke mensen maken dat Turkije een aantrekkelijk vakantieoord is. Minder bekend is dat Turkije al meer dan tien jaar een vuile oorlog voert tegen een deel van haar bevolking: de Koerden. Alleen al in 1993 verloren duizenden mannen, vrouwen en kinderen het leven in deze oorlog. Het Turkse bezettingsleger heeft Koerdische dorpen plat gebombardeerd en in brand gestoken. Massadeportaties en wreedheden zijn aan de orde van de dag. De tien jaren oorlog hebben inmiddels een duidelijk beeld opgeleverd: Turkije schendt op grote schaal en massaal de mensenrechten.  

Een zelfstandig Koerdistan zou Turkije ongeveer een derde van haar grondgebied kosten. In dit gebied liggen veel oliebronnen en de belangrijke waterbronnen als de rivieren de Eufraat en de Tigris. Geen wonder dat Turkije geen onafhankelijk Koerdistan wil.  

Vrijheidsstrijd 

De Koerdische kwestie strekt uit over vijf landen: Turkije, Iran, Irak, Syrië en het GOS. Het totaal aantal Koerden wordt op ongeveer 25 miljoen geschat. Hiervan wonen er tussen de 13 en 14 miljoen in Turkije. Dit is ca. 25 procent van de totale bevolking. De Koerden hebben hun eigen taal, cultuur en land. Ze zijn een volk zonder land, op dit moment. Een zogenaamd statenloos volk.  

Reeds lang manifesteert zich het onafhankelijkheidsstreven. Dit gaat al terug tot voordat de huidige Turkse republiek ontstond, bijvoorbeeld tussen 1879 en 1881, toen hereniging en onafhankelijkheid van de Turks-Osmaanse en Perzische delen van Koerdistan inzet van de strijd vormden. Zo ook de Koçgiri-opstand in 1920 met als doel een onafhankelijk Koerdistan, waarover in het Verdrag van Sèvres van 1920 werd gesproken en wat werd toegezegd. 

Kemal Atatürk wist deze opstand in bloed te smoren en zorgde ervoor dat drie jaar later, bij het Verdrag van Lausanne, het onderwerp van een onafhankelijk Koerdistan onbesproken bleef. Tussen 1923 (het ontstaan van de republiek Turkije) en 1938 (de dood van Atatürk) ontstonden 16 opstanden. Het dieptepunt was de opstand van 1936 in en rond Dersim, die uitdraaide op een genocide op circa 1 miljoen Koerden. Vele opstanden zijn gevolgd door massadeportaties.  

Het is officiële politiek (Kemalistisch) om het bestaan van de Koerden te ontkennen. De woorden Koerd en Koerdistan zijn taboe. De Koerdische taal is verboden en wordt niet onderwezen. Familienamen worden verturkst. De Koerdische cultuur in zijn algemeen is strafbaar. Volgens de Turkse regering bestaan Koerden niet, het zijn "berg-Turken". Na de Tweede Wereldoorlog hebben zich een aantal belangrijke nieuwe ontwikkelingen voorgedaan. Bijvoorbeeld het meerpartijenstelsel, dat inhoudelijk voor de Koerden weinig voorstelt, hoewel de Revolutionaire vakbonden en de Turkse Arbeiderspartij, onder druk van de Koerdische arbeiders, het bestaan van het Koerdische volk hebben erkend. Ze veroordeelden de oostpolitiek (in het oosten wonen de meeste Koerden) als verdrukkingspolitiek en steunden de Koerden uit het oogpunt van de strijd voor een socialistische revolutie.  

In de jaren '70 vormden de Koerden een eigen linkse beweging. Dit was nodig omdat de officiële linkse Turkse groeperingen hun eerdere steun aan de Koerdische zaak introkken. Met de komst van een zelfstandige linkse Koerdische beweging aan het eind van de jaren '70 en de opkomst van de PKK (de Arbeiderspartij van Koerdistan in Turkije) als leidinggevende kracht is de Turkse regering in een ernstige crisis gekomen.  

Toerisme 

Het voeren van deze staatsterroristische oorlog kost geld, veel geld. Eén van de belangrijkste bronnen van inkomsten is het toerisme. Turkije besteedde in 1993 maar liefst 7 miljard dollar aan militaire uitgaven. Omgerekend komt dit neer op 14.500 dollar per minuut. Blijkbaar is dit nog niet genoeg, want voor 1994 heeft de Turkse overheid 8 miljard dollar begroot voor militaire uitgaven. Dat is een vijfde deel van de totale Turkse begroting. Deze bedragen dekken alleen de direct militaire uitgaven. De kosten voor de dorpswachters, de geheime dienst en de contra-guerrilla zijn hierbij niet inbegrepen. Onlangs werd becijferd dat de totale kosten voor de oorlog in Koerdistan over de laatste tien maanden van 1993 zeker 11 miljard dollar bedroegen.  

Gezien deze uitgaven wordt het toerisme voor Turkije steeds belangrijker. Dat bleek bijvoorbeeld op de vakantiebeurs, die in januari in Utrecht werd gehouden. Turkije was hier vertegenwoordigd met elf stands, waaronder drie stands van het ministerie van Toerisme. De inkomsten die Turkije uit het toerisme genereert zijn ook gigantisch. In 1990 brachten de toeristen 3.3 miljard dollar in het laadje van de Turkse staat. In 1992 was dit bedrag opgelopen tot 4 miljard dollar. Exacte gegevens over 1993 zijn nog niet bekend, maar volgens de Nederlandse vertegenwoordiger van het Turkse ministerie van Toerisme, leverde het toerisme in vorig jaar ook 4 miljard dollar op. Dat is overigens 1.5 miljard dollar minder dan Turkije had begroot. Dit jaar verwacht men 4.7 miljard aan inkomsten uit de toeristenindustrie.  

De tegenvallende inkomsten uit de toeristenindustrie zijn een gevolg van de toerismeboycot van de Arbeiderspartij van Kurdistan (PKK). Toerist-zijn in Turkije is in toenemende mate een gevaarlijke zaak geworden. De Koerdische vrijheidsstrijders hebben het toerisme immers tot strategisch doelwit gemaakt. Daar kun je achter staan of afkeuren, feit is dat het aantal toeristen sterk is teruggelopen. Zo vertelt de oud-voorzitter van de Turkse organisatie van reisondernemingen 'Bahattin Yücel' dat het totaal aantal toeristen in augustus 1993 met 8.2 procent was teruggelopen ten opzichte van 1992.  

Het Nederlands Bureau voor Toerisme daarentegen wist te melden dat 108.000 Nederlanders in 1990 Turkije bezochten. In 1991 liep dit aantal terug tot 55 duizend in verband met de Golfoorlog, maar in 1992 vierden maar liefst 215.000 Nederlanders hun vakantie in Turkije. Turkije streeft er naar om in 1994 zo'n 250 tot 300 duizend Nederlandse toeristen binnen te halen.  

Een Nederlandse boycotcampagne van Turkije als toeristenland is één van de middelen waarmee een oplossing van de Koerdische kwestie dichterbij gebracht kan worden. Als Turkije onvoldoende geld heeft om oorlog te voeren, is ze wel gedwongen een dialoog te openen en de Koerdische identiteit te erkennen. Daarom roepen Koerdische organisaties in dit land toeristen al jaren op om Turkije te boycotten.  

Mijdt Turkije 

Eind maart dit jaar reisde een Nederlands-Turkse delegatie van parlementariërs naar de stad Lice in Turkije, dat vorig jaar werd verwoest door het Turkse leger. De delegatie werd 'onverwachts' geconfronteerd met een in de omgeving van Lice gelegen dorp dat in brand stond en omsingeld was door soldaten. De Belgische senator Maertens was verbijsterd en verklaarde de volgende dag dat de economische hulp aan Turkije stopgezet moest worden, Turkije niet in de Europese Unie (EU) mag worden opgenomen en dat Turkije uit de NAVO moet worden gezet.  

Hans Feddema, medewerker van de werkgroep buitenland van GroenLinks, was een van de delegatieleden. De indrukken die hij opdeed, vormden de aanleiding om hier een landelijk actiecomité op te richten met als doel de Nederlander erop te attenderen dat Turkije als vakantieland maar beter gemeden kan worden. Feddema sprak in Turkije ondermeer met vertegenwoordigers van de PKK. GroenLinks onderschrijft de gewelddadige methoden die de PKK hanteert niet, maar constateert dat de organisatie gematigder is geworden en zelfs bereid is om aan de onderhandelingstafel te gaan zitten met de Turkse overheid. "Dat is een mooie aanleiding om weer te gaan onderhandelen, maar de Turkse overheid blijft kiezen voor een militaire optie", aldus Feddema.  

Het actiecomité 'Mijdt Turkije als vakantieland, voorlopig' is van mening dat er vanuit het Westen meer politieke druk moet worden uitgeoefend op Turkije, ook via de Raad van Europa, de CVSE en de EU. Maar het is volgens het comité zeer de vraag of dit voldoende is. "Turkije is alleen tot andere gedachten te brengen, als ook andere drukmiddelen worden toegepast. Daarom roepen wij de Nederlandse, Belgische en Duitse bevolking op om Turkije voorlopig als vakantieland te mijden, totdat de beide partijen met elkaar in gesprek gaan voor het vinden van een vreedzame oplossing van hun conflict", schrijft het comité in haar beginselverklaring.  

De verklaring wordt ondertekend door achttien organisaties, waaronder Stop de Wapenwedloop, Vrouwen voor Vrede, CDJA, AGALEV (Vlaamse Groenen), Die Grünen (Duitse Groenen), het IKV en GroenLinks. De PvdA en D'66 weigerden hun medewerking. 

Het comité verzond de beginselverklaring aan Turkse en Nederlandse overheidsinstanties. Verder werden de reisbureaus aangeschreven, met het verzoek om hun promotieactiviteiten in het kader van Turkije als vakantieland te stoppen. Vrijwel wekelijks laat het comité advertenties opnemen in de reisrubrieken van diverse landelijke en regionale dagbladen. Deze oproepen zijn gericht op de last minute-reizen naar Turkije. De potentiële reiziger wordt met de oproep vriendelijk verzocht deze vakantiebestemming te mijden. In sommige plaatsen organiseerden plaatselijke groepen picket-lines bij reisbureaus, ondermeer in Groningen en Leeuwarden.  

Weerstand 

Hans Feddema spreekt van een "ethisch morele actie". Het is geen echte boycotcampagne, in die zin dat de burger vrij gelaten wordt of hij of zij het land bezoekt. Het is dus niet 'fout' om Turkije te bezoeken als non-kritische toerist, maar men doet er beter aan het land te mijden. Feddema beseft dat de campagne voor het huidige vakantieseizoen rijkelijk laat van start is gegaan, maar "in oktober starten de touroperators alweer hun promotie-activiteiten voor '95." 

Feddema merkt dat de campagne tot op heden nogal wat weerstand ondervindt. Het is voor veel mensen niet vanzelfsprekend om de toerismestroom naar Turkije in te dammen. Met name de bomaanslagen op toeristische doelen in Turkije, die in het verleden in sommige gevallen werden opgeëist door de PKK, worden al snel geassocieerd met de campagne-activiteiten van het actiecomité.  

Het actiecomité wil zich zo onafhankelijk mogelijk opstellen en komt op voor de belangen van de Koerdische bevolking. Dat is ook de reden waarom men hier in Nederland geen Koerdische politieke organisaties heeft benaderd, om de beginselverklaring te ondertekenen. Er zijn binnen het actiecomité inmiddels stemmen op gegaan om in de grote steden platforms op te richten, die om te beginnen zullen bestaan uit de organisaties die in het comité zitten.  

Een mooi initiatief, naast de al langer bestaande initiatieven van de diverse Turkse organisaties op dit gebied. Maar dit initiatief alleen gaat niet ver genoeg. De Nederlandse regering en de volksvertegenwoordiging zouden in deze een krachtiger stemgeluid moeten laten horen. In het bijzonder geldt dit voor GroenLinks, waarvan vele leden zich inzetten voor de mensenrechten, maar die bij hun Tweede Kamerleden geen gehoor vinden. Deze stemden immers in met het Navo-lidmaatschap en de oorlogsbegroting. Ze steunen daarmee impliciet de politiek van Turkije omdat het een NAVO-bondgenoot is. Het stemmen van GroenLinks vóór de defensiebegroting is derhalve impliciet stemmen vóór genocide op de Koerden. 

Joop
Alex van Veen 

Met dank aan het Kurdistan Informatie Centrum en het Komitee Toerismeboycot Turkije uit Leeuwarden.

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1994