Naar archief

UIT: NN #165 van 8 juli 1994   

Lessen in bewegingsopbouw 

Gedurende de laatste twee weken van juli vindt bij het Vlaamse plaatsje Boom, pal onder de rook van Antwerpen, een milieuactiekamp plaats. Dit door Het Vlaams Aktiekomitee tegen Afval (VLAKAF) georganiseerde kamp is zeer interessant voor Nederlandse actiegroepen. Is het immers niet eens tijd om daadwerkelijk aan de slag te gaan met het opbouwen van een beweging op basisdemocratische grondslag? 

Het is inmiddels alweer de vierde keer dat dit milieuactiekamp plaats zal vinden. Na afloop van het tweede actiekamp in augustus 1992 schreef Arie Hazekamp in Lekker Fris: "Al met al heeft dit actiekamp een inspirerend voorbeeld gesteld, vooral aan de wat radicalere groepen in de milieubeweging die in Nederland de laatste jaren zijn ontstaan. Groepen als de Nationale Milieu Aktie (NMA), Jongeren Milieu Aktief (JMA) en het Ongehoord Festival die regelmatig acties en/of kampen organiseren zouden er goed aan doen een soortgelijke werkwijze te ontwikkelen. Het gaat er immers om een basis te scheppen van waaruit een nieuwe beweging kan groeien. Basisdemocratie kan een krachtig medicijn vormen tegen het verschijnsel 'actievee' waardoor ongeïnspireerde en zelfs ongeïnteresseerde mensen afbreuk doen aan acties. In combinatie met de bereidheid meer tijd en energie vrij te maken voor de voorbereidingen, kunnen er veel creatievere acties ontwikkeld en ondernomen worden. Acties met een onvoorspelbaar karakter hebben niet alleen een grotere kans van slagen, maar motiveren bovendien om door te gaan en nieuwe plannen te verzinnen. Van een kamp zoals dat van de VLAKAF gaat in iedere geval een stimulerende werking uit. Het laat zien dat actievoeren in de jaren negentig perspectief biedt en zelfs leuk kan zijn." 

Afval 

Het organiserende Vlaams Aktiekomitee tegen Afval (VLAKAF) werd in 1991 opgericht als een samenwerkingsverband van verschillende milieugroepen. De afvalproblematiek is voor deze organisatie de kapstok waaraan de oorzaken van de ecologische crisis worden opgehangen. Volgens VLAKAF komen de milieuproblemen voort uit onze economische verhoudingen en de lakse houding van politiek en belangenorganisaties. In de platformtekst wordt een schone productie geëist voor het jaar 2000, alsmede een beleid dat afval voorkomt.  

VLAKAF wil geen praatgrage overlegorganisatie zijn of een lege bundeling van milieugroepen. Men wil naast het formuleren van een fraai eisenpakket ook veranderingen trachten af te dwingen door middel van acties. Het geheel waarbinnen deze acties vervolgens plaatsvinden wordt door VLAKAF omschreven met begrippen als persoonlijke verantwoordelijkheidszin, basisdemocratie en directe geweldloze actie. Dit zijn naast het opbouwen van een beweging ook de doelstellingen van het actiekamp.  

In het actiehandboek voor het kamp van dit jaar wordt dit als volgt omschreven: 

Bewegingsopbouw: Neen, we zijn niet alleen bezig! Er zijn vele ikjes die wel willen. Ervaringen delen, mekaar bemoedigen en ondersteunen, kritisch bevragen waar nodig, samen iets opzetten, zo komen we in beweging, zo groeit een beweging, zo maken we een beweging. Een actiekamp is zo'n moment. Het kamp gaat in tegen de tendens dat alles, ook de strijd voor een leefbare wereld, de strijd tegen honger en onderdrukking,... voor ons door professionelen wordt geregeld. De vakbond zorgt voor ons  inkomen, de dokter voor onze gezondheid, het cultureel centrum voor onze ontspanning, de politieke partijen voor onze overtuiging en Greenpeace of VLAKAF zorgen voor ons leefmilieu! Dat kan niet, daarom is het kamp een plaats en een gebeuren waar mensen zoals jij en ik niet alleen deel uitmaken van een milieu- of welke beweging dan ook, maar zelf in beweging komen tegen mistoestanden van allerlei slag. 

Basisdemocratie: Op het actiekamp bepalen we zelf hoe, tegen wie of wat, waarom en met wie wij zullen actievoeren. Wanneer we niet akkoord gaan met de maatschappij waarin we dienen te leven (met haar uitbuiting, onderdrukking, vervuiling en mislukte democratie) dan willen we ons op het kamp niet organiseren volgens de gangbare principes in die maatschappij. We zijn niet gewoon om consensusbesluitvorming te hanteren. Dit kamp vormt dan ook een oefenplaats waar we modellen om tot zo'n basisdemocratische besluitvorming te komen, uitproberen. Met basisdemocratie bedoelen we dat we ons willen organiseren op zo'n manier dat iedere beslissing die op het kamp genomen wordt door elkeen op het kamp gedragen wordt.  

Acties plannen - trainen - uitvoeren: Het kamp is een vrijplaats waar we elkaar kunnen leren actief geweldloos verzet gestalte te geven, waar we geweldloze actie-technieken kunnen trainen, directe actie instuderen, enzovoort. Maar geweldloos actievoeren is niet iets dat we op school, in de kerk, in de fabriek of binnen de culturele sector leren. Al doende proberen we ook hierdoor te oefenen, op onze bek te gaan - onze eigen kracht, onze eigen zwaktes te ontdekken. Zo leren we hoe een actiestrategie opgesteld kan worden, wat een actieplan is, hoe een actie tot in de puntjes voorbereid wordt, hoe je een gesprek aanknoopt met een lokale bestuurder, wat je rechten zijn bij een politionele ontruiming.  

Basisdemocratie 

Maar hoe moet je je zo'n training voorstellen? Op een training wordt als het ware een laboratoriumsituatie gecreëerd: de realiteit wordt zo dicht mogelijk benaderd zonder dat het handelen, het proberen (oefenen) en mislukken invloed heeft op de realiteit. Er wordt veel gewerkt met rollenspellen, simulatiespelen, vormingsmethoden, observaties, evaluaties, en feedback. Hierbij wordt geprobeerd de eigen kracht te ontdekken en manieren om die te bewaken. Er wordt geoefend in het doorzien van machtsspelletjes en machtsstructuren van de 'tegenspelers'. Door het aanscherpen van de creativiteit, het versterken van analytische inzichten kan stap voor stap, op eigen ritme uitgegroeid worden naar een krachtige tegenbeweging voor alles wat naar onrecht ruikt. Natuurlijk wordt er geoefend door daadwerkelijk in actie te komen. Zo werden er de afgelopen heel wat verbrandingsovens bezet en daadwerkelijk stilgelegd. Ook werden er blokkades tegen afvaltransporten opgeworpen.  

De fundamenten waarop het actiekamp is georganiseerd, zijn zoals gezegd de basisgroepen. Dit zijn kleine groepjes van acht à twaalf mensen. Deze groepen kunnen reeds bestaan of worden gevormd op het kamp zelf. Door in zo'n kleine groep te werken kan er vertrouwen ontstaan, waardoor je elkaar beter kunt ondersteunen voor, tijdens en na acties.  

Deze basisgroepen zijn de kleinste eenheden in de besluitvorming, dat wil zeggen dat bij elke beslissing of verzetsactie minstens één basisgroep betrokken moet zijn. De basisgroep bespreekt en plant acties, zorgt voor de voorbereiding, uitvoering, opvolging en evaluatie daarvan. Voor het opstarten van basisgroepen is er op het kamp begeleiding aanwezig. Elke basisgroep is op vier manieren met het hele kamp verbonden. Namelijk door afgevaardigden in de

Zo'n model onderscheidt zich van het heersende model doordat het van onderop en niet van bovenaf functioneert; het federeert in plaats van te centraliseren; het doet een beroep op verantwoordelijkheidsgevoel in plaats van kadaverdiscipline; het vraagt zelfdiscipline in plaats van blinde gehoorzaamheid; kritische vermogen in plaats van aanvaarding, activiteit in plaats van passiviteit. Het is decentraal in plaats van hiërarchisch. En tenslotte betekent het dat eenheid wordt begrepen als (activiteit van) vereniging en niet als (passieve) onderwerping, als verscheidenheid in plaats van uniformiteit.  

Het is alweer lang geleden dat dit model in Nederland werd gehanteerd. De laatste keer was begin jaren '80 bij de blokkade-acties rond Dodewaard, lang vervlogen tijden. Het is tijd om weer daadwerkelijk aan de slag te gaan met het opbouwen van een beweging op basisdemocratische grondslag. Tenslotte veranderd de samenleving alleen maar als we zelf veranderen en aan de slag gaan, van onderop. 

Bert   

[ kader ] 

VERZET ALS KEUZE VOOR HET LEVEN 

'Denk mondiaal, handel lokaal'. Neem nu bijvoorbeeld het leefmilieu waaraan de laatste tijd steeds meer aandacht wordt geschonken: de overheid organiseert selectieve huisvuilophaal, de verpakkingsindustrie houdt zich bezig met schoolprojecten rond afvalrecyling, politici organiseren allerlei campagnes, vakbondsleiders besteden aandacht aan het milieu, consumenten worden op hun verantwoordelijkheid gewezen, managers doen goede zaken met milieu, enzovoort.  

In België zet de Leuvense intercommunale echter haar plannen door voor een nieuwe vuilstort in Kerkom, ondanks alle protesten. De verbrandingsoven van Eeklo verkreeg bijkomend uitstel tot 1996 voor de uitvoering van verbeteringswerken (600 miljoen frank) en voor het bereiken van de emissienormen. Gesjoemel met wetten, geld en gezondheid wordt beloond met verder uitstel. Terwijl het Afvalstoffenplan '91-'95 preventie en recycling prioritair stelt, voor verbranding en storten (in omgekeerde volgorde van de milieuvervuilingswaarde nota bene; verbranden is nog gevaarlijker en ongezonder dan storten), zijn er plannen voor een superverbrandingsoven in Vlaams-Brabant.  

Er is dus heel wat veranderd op milieugebied, maar er is niets wezenlijk anders geworden. Bij alle aandacht die men aan het milieu besteedt, blijven de werkelijke problemen. Wanneer overheid en bedrijven iets doen inzake het leefmilieu, dan doen ze alsof, zo ook op alle andere beleidsdomeinen. Ook de bevolking en allerhande milieubewegingen doen daar aan mee wanneer ze zich door managers, regeerders of opposanten laten misleiden. Wij denken niet dat men bijvoorbeeld consumenten verantwoordelijk kan stellen wanneer de beslissingsmacht is geconcentreerd bij de productie, waarvan de managers geïnteresseerd zijn in het maken van winst en niet in het maken van gebruiksgoederen. We kunnen dan ook niet geloven dat de overheid milieuheffingen oplegt voor het milieu wanneer bijvoorbeeld de industrie ervan wordt vrijgesteld.  

We denken dus dat er voldoende redenen (blijven) bestaan om in actie te komen (tegen schoolcampagnes van de verpakkingsindustrie, om maar iets te noemen). We kunnen het leefmilieu en de bescherming ervan niet overlaten aan managers of regeerders. Jachtopzieners zijn immers de ergste stropers! We zullen het dan ook zelf moeten doen. We zullen het tegen de regeerders en managers, beiden zonder een democratisch mandaat, gedaan moeten krijgen.  

Redenen genoeg om in verzet te komen tegen de dagelijkse gang van zaken in de samenleving. Aanleidingen daartoe zijn elke dag in elke krant te vinden. Maar we mogen niet bij die aanleidingen blijven hangen. Het is niet voldoende om te strijden tegen gevolgen van onrecht, onderdrukking en milieuverloedering, maar de oorzaken moeten worden aangepakt. Niet zomaar de oorzaken, maar alles wat de voorwaarden schept om onrecht steeds opnieuw te laten ontstaan. De voorwaarden om in deze samenleving tot onrecht te komen zijn eigenlijk simpel: het is genoeg dat er voldoende mensen zijn die vinden "dat ze er toch niets aan kunnen doen" en die dan vervolgens de armen laten zakken, of niet bereid zijn en beetje in hun eigen vlees te snijden (terwijl er in de derde wereld ongevraagd en zonder inspraak blind op los wordt gehakt). Mensen die niet door hebben dat ze al dat onrecht niet hoeven te pikken en er samen wel iets aan kunnen doen.  

Onze samenleving zit zodanig scheef dat petities, verkiezingen, en lobbywerk alleen, niet volstaan om iets te veranderen. We moeten zelf in beweging komen om beweging te krijgen in onze vastgeroeste maatschappelijke structuren. Dat betekent inzet op lange termijn, verzet met lange adem. Dat betekent van 'verzet' een levenskeuze maken en er niet mee ophouden wanneer je je wilde haren verliest of tot de zogenaamde jaren van verstand komt. Verzet wordt dat een levensstijl. Daar heeft de gevestigde macht veel minder vat op dan op gelegenheidsrebellen of tijdelijke ontevredenen. Want als ze er niet rechtstreeks omheen kan, rekent de gevestigde macht er op dat de tijd de storm zal luwen. Maar voor wie verzet een levenskeuze is, gaat de storm nooit over.  

Allemaal goed en wel, verzet als levensstijl, maar waar moet je dan beginnen? Je kan toch niet alles aanpakken? Nee! Maar toch ook ja! Het heeft geen zin om op je eentje van verzet een levenskeuze te maken. Je moet dat samen met anderen doen, maar dan moeten anderen weten dat jij die keuze hebt gemaakt. Je zal je actief kenbaar moeten maken als iemand die echte verandering wil. Waar je anderen ontmoet die ook die wil tot verandering uitstralen, zul je actief een groep moeten vormen en samenwerken. Dat betekent niet dat je voortdurend een abnormaal of een marginaal leven moet leiden. Als je maar iemand bent waar andere uit de 'tegenbeweging' ten alle tijde op kunnen rekenen. Als je verzet niet beschouwt als iets dat ook moet gebeuren en waar je dan ook maar in je vrije tijd enige uren voor uittrekt.  

Op dit moment staan we met een tegenbeweging nagenoeg nergens. Verschillende mensen zijn in verschillende groepen bezig, elk om rond verschillende punten maatschappelijke veranderingen af te dwingen, dat wel. Heel langzaam vormen zich groepen die pogingen ondernemen iets ruimer te worden door het aanleren van andere besluitvormingsstructuren. Zij richten milieuactiekampen in als leerscholen waar ten velde theorie en praktijk geoefend wordt. Autonome groepen oefenen zich tijdens het jaar rond wapenhandel. Noord-Zuidverhoudingen, sociale verhoudingen, verkeer, enz... met vallen en opstaan. Tot nu toe meer vallen en soms moeizaam opstaan want van een krachtige beweging die de voorwaarden zelf tot het ontwikkelen van allerlei soorten onrecht aanpakt, kunnen we helaas nog niet spreken. Laat ons er dan minstens onder elkaar over fluisteren.  

Wie van verzet een levenskeuze maakt, staat op dit moment voor de immense opgave om verbanden te leggen tussen de vele verzetsachtige of naar verzet strevende initiatieven die in bijna elke gemeente bestaan. Wie strijdt tegen een onwettige, ziekmakende stortplaats, vecht in wezen tegen dezelfde macht als wie strijd tegen pornografie en racisme. Voor heel wat mensen is het moeilijk dit in te zien. Het is juist dit gebrek aan inzicht dat een van de voorwaarden vormt tot het voortduren van onrecht. De voorwaarden tot onrecht liggen handig in onszelf verborgen. Wij moeten elkaar helpen ze te ontdekken. Dit betekent in de praktijk van het verzet: verbanden leggen tussen de verschillende protesten, de verschillende mistoestanden en (h)erkennen dat ze alle uitingen zijn van een totaalstrijd tegen alle onrecht en de voorwaarden daartoe.  

We moeten dus eerst en vooral alle krachten, initiatieven, enz. van verzet bundelen, samenhangend maken, wederzijds versterken. dat is wat we bewegingsopbouw noemen. Deze bewegingsopbouw is een onontbeerlijke strategie op lange termijn tegen onrecht. Wanneer we eenmaal zover staan dat we van een heuse tegenbeweging kunnen gewagen die bestaat uit mensen die kiezen voor een leven van inzet en verzet tegen onrecht en de voorwaarden daartoe, dan pas kunnen we die strategie gezamenlijk gestalte geven.   

Dit fragment is afkomstig uit het actiehandboek van VLAKAF

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1994