Naar archief

UIT: NN #156 van 3 maart 1994   

Onderhandelingen in Mexico 

Sinds 20 februari zitten de Mexicaanse regering en de Zapatistas om de tafel en zijn het inmiddels over in ieder geval een ding eens: "De onderhandelingen zijn op een kritiek punt aanbeland maar het is onze verantwoording om ze tot een goed einde te brengen". œEen bericht over de stand van zaken. 

"We zijn hier om het enige dat we nog bezitten op te eisen, onze waardigheid". De kathedraal van San Cristobal de las Casas in Chiapas is omgeven door drie vredes- en veiligheidscirkels. De binnenste wordt gevormd door 400 leden van het Rode Kruis, de tweede door zo'n 400 personen van 73 niet-gouvernementele organisaties uit het hele land en in de buitenste staan 500 ongewapende leden van de militaire politie. Een vierde, onofficiële, cirkel bestaat uit honderden Mexicaanse en buitenlandse journalisten.  

In de kathedraal wordt sinds 20 februari onderhandeld tussen de regering en de Zapatistas. Op uitnodiging van de Zapatistas zijn de vertegenwoordigers van zes politieke partijen aanwezig, de regerende PRI en de rechtsradicale PAN hebben het aanbod afgewezen. Woordvoerder van de regering is Camacho Solis, één van de presidentskandidaten voor de komende verkiezingen. De Zapatisten worden vertegenwoordigd door ondercommandant Marcos en als bemiddelaar treedt de bisschop van Chiapas, Samuel Ruiz García, op. 

Wat ging hieraan vooraf? 

Nauwelijks twee weken na het begin van de opstand in Chiapas op 1 januari was al duidelijk dat het leger de opstand van de Zapatisten niet neer kon slaan. Inmiddels waren ook in andere staten van Mexico boeren en Indígenas begonnen zich te manifesteren tegen de slechte levensomstandigheden en repressie door overheidsinstellingen. Rechtsgebouwen en gemeentehuizen werden ingenomen of in de fik gestoken. Het aftreden van verschillende regeringsgezinde burgemeesters werd geëist en boeren bezetten, gewapend met de wettelijke eigendomspapieren, land dat hun afgenomen was.  

Uit angst dat de situatie in andere staten ook zou escaleren tot een gewapende opstand en uit angst voor een internationale afgang (een "democratisch" land waar het leger luchtbombardementen uitvoert op onschuldige indiaanse boerengemeenschappen; waar gevangenen wiens handen op de rug gebonden zijn buitenrechtelijk geëxecuteerd worden) kondigde de regering op twaalf januari een staakt het vuren af. Het regeringsleger zou in de conflictzone blijven om de veiligheid van de bewoners te garanderen.  

Nauwelijks twee dagen later werden er al herkenningsvliegtuigen, helikopters en zo'n 20 tanks van het leger gesignaleerd die richting het oerwoud optrokken, het vuur openden en het eenzijdig bestand schonden. Camacho Solis en Samuel Ruiz trokken het oerwoud van Lacandona in waar de Zapatisten zich terug hadden getrokken om hen tot onderhandelen bewegen. Eén van de eisen van de Zapatisten om deel te nemen aan de onderhandelingen, hun erkenning als officieel leger, werd ingewilligd.  

Ruim een week later,op 22 januari werd deze poging van de regering tot een niet-gewapende dialoog gevolgd door de aankondiging van een programma voor sociale en economische verbeteringen in Chiapas en het afkondigen van een Amnestiewet. De Zapatisten zouden hun wapens in moeten leveren en niet vervolgd worden voor de "misdaden" die zij begaan hadden. Een loos gebaar dat uiteindelijk alleen bedoeld was om het leger vrij te spreken van schendingen van de mensenrechten. 

De agenda 

De Zapatisten hebben geweigerd zich te ontwapenen. Negentien Zapatisten, waaronder ook vrouwen, zijn met bivakmutsen aanwezig bij de onderhandelingen die achter gesloten kerkdeuren worden gehouden. Zeven van hen, die tot de militaire tak van het EZLN behoren, zijn bewapend. Op de agenda staan namens de Zapatisten de volgende punten: Een totaal staakt het vuren, respect voor de mensenrechten, terugkeer van de 25.000 Indígenas naar de grond waar zij van verdreven zijn; Economische rechtvaardigheid: landhervormingen, verbetering van het onderwijs, de gezondheidszorg en behuizing, economische vooruitgang voor de Indígenas; Politieke autonomie voor de Indígena-bevolking, vertegenwoordiging van Indígenas in gemeenteraden en andere overheidsinstellingen, respect voor de cultuur, tradities, de rechten en waardigheid van de Indígenas; Een einde aan de verkiezingsfraude van de regering en aan de repressie door lokale overheidsinstellingen en de "witte wacht" (paramilitaire knokploegen die voor grootgrondbezitters werken).  

Na vijf dagen onderhandelen hebben de Zapatisten op ongeveer de helft van hun eisen (o.a. verbetering van onderwijs, ziektekostenverzekering, elektriciteit voor Indígena-gemeenschappen, meer overheidsinvesteringen en Chiapas en maatregelen om de Indígenas te beschermen tegen het NAFTA-akkoord) een positief antwoord gekregen. De landhervormingen moeten nog aan bod komen. Alles lijkt soepel te verlopen.  

Zaterdag echter, kondigt Marcos een agendapunt aan waarvan allen dachten dat het buiten de onderhandelingen zou blijven: de nationale politiek. In een felle uiteenzetting eist hij namens het CCRI (het Klandestiene Revolutionaire Komitee van Indígenas, de leiding van het EZLN) het aftreden van de huidige president en andere individuen die door verkiezingsfraude en nepotisme een functie binnen de regering, als gouverneur van een van de staten of als burgemeester in de wacht hebben gesleept. In dezelfde uiteenzetting wordt een alternatieve formule geboden om de komende verkiezingen op 21 augustus vrij en democratisch te laten verlopen.  

's Avonds tekenen Marcos, Camacho en Ruiz een gezamenlijke verklaring: "De onderhandelingen zijn op een kritiek punt aanbeland maar het is onze verantwoording om ze tot een goed einde te brengen". Marcos zal nu met zijn achterban, basisorganisaties van de Indígenas, de bereikte akkoorden bespreken alvorens, waarschijnlijk woensdag 2 maart, een voorlopig akkoord te tekenen.

Op hetzelfde moment werden in een ander deel van Chiapas (Morelia) vertegenwoordigers van het mensenrechtencommissie van de regering door het leger belet om de lichamen van drie gemartelde en geëxecuteerde mannen mee te nemen. Uiteindelijk moest het leger dat dinsdag 22 februari in Genève door het Internationaal Comité van Juristen is beschuldigd van grove schendingen van de mensenrechten zoals buitenrechtelijke executies van (gewonde) gevangen, martelpraktijken en het laten "verdwijnen" van personen, inbinden. Met tegenzin en de nodige lelijke woorden werden de lichamen overhandigd. 

Kees Stad

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1994