Naar archief

UIT: NN #145 van 30 september 1993  

Op zoek naar een dwarse economie 

Omdat het allemaal wat moeilijker is geworden om de uitkering als een persoonlijke subsidie te beschouwen, vond men het in anarchistische kringen hoog tijd om de koppen weer eens bij elkaar te steken. Daartoe vond in het weekend van 18 en 19 september in Appelscha een discussiebijeenkomst plaats onder de titel: "Uitkering en onze toekomst". Een persoonlijk verslag. 

In de zomer van '79 viel in mijn oren voor het eerst de term 'bewust werkloos'. Later hadden we het meestal over 'bewust baanloos' want veel werklozen werkten veel en hard en (meestal) graag; werken kan heel leuk zijn, als je je maar kan vinden in het doel van het werk. Dat laatste vormt bij de meeste officiële banen natuurlijk het probleem voor veel linkse mensen en zeker voor anarchisten.  

Jarenlang ging het eigenlijk redelijk goed: actief bezig zijn met dingen waar je achter kon staan; daarnaast een uitkering, als een soort persoonlijke subsidie. Af en toe waren er moedigen die openlijk tegen de sociale dienst zeiden dat ze niet wilden solliciteren, maar dat bleef beperkt tot eenlingen of zeer kleine groepjes en zulk soort eerlijkheid werd hard bestraft.  

Nu het allemaal wat moeilijker lijkt te gaan worden is het hoog tijd om de koppen weer eens bij elkaar te gaan steken, en dat hebben we het afgelopen weekend (18, 19 september) gedaan in Appelscha, op het "kampeerterrein tot vrijheidsbezinning". Vrijdagavond druppelden de meeste mensen al binnen. Er was  lekkere soep van Rampenplan, er werd wat gepraat en gelezen, er lagen gekopieerde artikelen om je voor te bereiden op de discussies en de sfeer was goed. 's Nachts een heldere sterrenhemel, mooi maar koud!  

Zaterdagochtend om tien uur zaten we in een grote kring; 25 à 30 mensen, slechts één echte 'jongere', later een tweede. Veel mensen, zoals later in rondjes bleek, met een eerbiedwaardig aantal jaren uitkering. De bedoeling was om het zaterdag te hebben over uitkeringen en zondag over het opzetten van een andere (eigen, anarchistische) economie.  

Tijdens het brainstormen (het weekend was bewust niet zwaar voorbereid) bleek dat er zeer veel mogelijkheden zijn om het over uitkeringen te hebben: hoe gaat ieder er individueel mee om, hoe kunnen we elkaar daar in steunen, wanneer is eventueel het moment daar om een baan aan te nemen? Of is dat moment er nooit en hoe open ben je daar dan in? Als er mensen zijn die openlijk weigeren een baan te zoeken zou er een soort vangnet gecreëerd moeten worden, waardoor we met elkaar de klappen opvangen.  

Sommigen wilden het het liefst hebben over uitkeringstrijd: hoe behouden we deze ooit moeizaam bevochten collectieve voorzieningen? Deze discussie werd doorgeschoven naar de avond. Het spannendst om mee te beginnen vonden de meeste mensen de vraag: wat vind je eigenlijk van uitkeringen? Zowel bij het zoeken van individuele oplossingen als bij het praten over collectieve strijd ga je al uit van de vanzelfsprekendheid en wenselijkheid van uitkeringen. Maar zijn ze eigenlijk wel zo vanzelfsprekend, en zo wenselijk?  

Moreel probleem 

Om een beetje gericht te kunnen praten hebben we ons in drie groepen opgesplitst. In de groep waarin ik zat viel al gauw de term 'moreel bezwaar'. Vanuit het anarchisme bezien zou je moreel, of anderszins bezwaar kunnen hebben tegen het ontvangen van geld van de staat, tegen het financieel afhankelijk zijn van een instantie waar je tegen bent - maar eigenlijk bleek dit bij niemens het geval te zijn. Ook al werd wel degelijk gevonden dat de bron waaruit de uitkeringen komen niet best is.  

Geen uitkering krijgen zou echter helemaal schandalig zijn. Trouwens, ook bij veel banen komt het er op neer dat je geld van de staat krijgt, en dan natuurlijk nog wat meer. Je kan een uitkering zien als een soort smartegeld: je bent buiten jouw schuld in een economisch systeem terecht gekomen waarmee je het niet eens bent, waarin je je niet thuis voelt en waaraan je je ook niet geheel kunt onttrekken; dan moet dat systeem, dat jou de kans niet biedt geheel te leven zoals je dat zou willen, jou maar helpen ten minste te overleven. Je kunt het vanuit het systeem zien als een soort afkopen: als er geen uitkeringen waren was er een veel grotere sociale onrust.  

En: dat geld dat bij ons terecht komt, wordt in elk geval beter besteed dan wanneer het in handen van de staat gebleven was; ze kunnen er geen kanon voor kopen. Trouwens, wat zeuren ze nou, het geld dat wij krijgen geven we toch ook weer uit; het is een soort kringloop; wij helpen het geld rollen, dat is alles. Uiteindelijk gaat het er om als anarchist de staat niet te erkennen. Het geld van je uitkering kan je zien als geld van de gemeenschap, en jij stopt op jouw beurt ook weer energie in die gemeenschap.  

Door bewust baanloos te zijn krijg je vaak een boel afkeuring over je heen van "de buitenwereld', wat nogal absurd is, want zelfs de meest luie werkloze richt minder schade aan in de wereld dan veel mensen met erkende banen. Denk aan de wapenindustrie, maar ook elders wordt een hoop nutteloze rotzooi geproduceerd. 

Anarchistische baanlozen staan voor de keus hoe hun tijd te verdelen tussen afbrekende en opbouwende activiteiten. Je komt vaak tijd te kort en moet je tijd helemaal zelf indelen. Dat is soms moeilijk; niemand van ons heeft dat van jongs af aan geleerd. De discussie tussen mensen zou moeten gaan over "wat doe je' in plaats van over of je al dan niet een betaalde baan hebt. Natuurlijk zijn er tussen de baanlozen ook klaplopers, mensen die de hele dag in hun nest liggen of op terrasjes rondhangen (klagend over de laagte van de uitkering), maar luiheid, consumentisme, heeft op zich  niks  met baanloosheid te maken, ook al hebben baanlozen iets meer kans om hun luiheid ten toon te spreiden.  

Wat een beetje als een vraag bleef staan was: is er sprake van een arbeidsmoraal als je vindt dat er door mensen die kiezen voor baanloosheid plus uitkering wel iets productiefs gedaan moet worden, iets dat verder gaat dan kunstbloemen schikken of brood bakken voor je eigen woongroep? (En als dat een arbeidsmoraal is, wat dan nog?) De bewust baanlozen zouden weer meer een tegenbeweging moeten gaan vormen, zouden openlijker moeten gaan staan voor hoe ze bezig zijn. Zoals Rampenplan nu bijvoorbeeld doet.  

De tweede groep had wat praktischer gepraat. Over de AAW; als je daar in terecht komt hoef je niet te solliciteren (maar je moet er wel een beetje gek voor zijn, of goed kunnen doen alsof; wekelijks langs het RIAGG bijvoorbeeld). Men vond de RWW te laag als basisinkomen. Een strategie om te protesteren straks als mensen nog maar 50 procent krijgen: werk EISEN (dat is er dan toch niet), en proberen de middenstand er bij te betrekken: die heeft belang bij consumerende uitkeringstrekkers. Een uitkering is een recht, je hebt er immers niet zelf voor gekozen om op deze planeet verwekt en geboren te zijn.  

Groep drie. Een aantal mensen streeft ernaar om zolang mogelijk gebruik te blijven maken van de uitkeringen, maar ondertussen aan alternatieven te bouwen met het doel om onafhankelijk van die uitkeringen te kunnen worden. Misschien kan er zelfs iets worden opgezet waardoor je zonder geld in elkanders behoeftes kunt voorzien. In andere landen is al veel meer opgebouwd, noodgedwongen, doordat daar geen of zeer lage uitkeringen zijn. (Werken uitkeringen vrijblijvendheid in de hand?) Strijd, alternatieve werkvormen en (zelf gecreëerde) banenpoolbanen kunnen naast elkaar bestaan; het is niet of-of. Een alternatieve werkbeweging heeft veel uitstraling. Er zou geprobeerd moeten worden om mensen met betaalde banen solidair te krijgen. 

Werkbeweging 

Na een eet- en leespauze gaan we verder. Weer splitsen we ons op. Waardoor is de alternatieve werkbeweging zoals die er eind zeventiger, begin tachtiger jaren was (bijvoorbeeld de vrije drukkerijen) geleidelijk aan verdwenen, mislukt dus? Vroeger  werd er vaak zeer heftig op gereageerd als mensen uit het radicaal-linkse/anarchistische circuit "ineens' een betaalde baan namen. Een vergelijkbare reactie hadden mensen vaak op legalisering van kraakpanden en op het aanvragen van subsidies. Het lijkt alsof er nu op deze verschijnselen milder gereageerd wordt. Dat roept de vraag op hoe links mensen zijn zonder uitkeringen en dergelijke?  

De meeste van die collectieven van een jaar of tien/vijftien geleden zijn ter ziele, andere zijn commercieel geworden. Slechts enkele hebben de idealen redelijk boven water weten te houden. Naast drukwerk voor actiegroepen en dergelijke gingen drukkerijen ook min of meer commercieel drukwerk doen. Was dat echt nodig om het hoofd boven water te houden? Als dat al zo was, dan kwam dat mede door de dubbeltjesmentaliteit van veel klanten, mensen uit de linkse beweging zelf. Die kiezen vaak de drukkerij die het goedkoopst is, in plaats van de drukkerij die het meest links, feministisch of anarchistisch is. Dus drukkerijen gingen drukken voor "de slager op de hoek', terwijl linkse mensen hun pamfletjes bij de commerciële drukkerijen lieten drukken.  

Zo bouw je natuurlijk nooit een eigen economie op. Loonvormend hoeft niet samen te gaan met commercieel, maar dat vereist een solidaire klantenkring. Alternatieve producten zouden niet altijd duurder hoeven te zijn, maar voorlopig is dat nog wel zo. Dat komt ten dele doordat mensen in die collectieven het vak nog aan het leren zijn, er wordt soms nog niet zo efficiënt gewerkt. Daardoor valt er moeilijk te concurreren tegen commerciële bedrijven. Dat is lastig, omdat de klanten van die alternatieve bedrijfjes vaak juist weinig geld hebben, en er is ook een soort schroom om meer dan kostprijs te vragen.  

Er wordt nu al veel meer gewerkt op basis van vrijwilligheid dan voor geld. Lang niet overal hangt (gelukkig) een prijskaartje aan. De basis voor een anarchistisch economisch circuit zou ruilhandel kunnen zijn, geen geld en geen rente, geen belastingen. De "cadeautjeseconomie' gaat nog een stap verder: weggeven zonder je bezig te (hoeven) houden met of je wel genoeg terugkrijgt. Dit kan alleen als iedereen zich om iedereen bekommert. In gezinnen, woongroepen en vriend(inn)enkringen gebeurt dat natuurlijk al (meestal), maar op grote schaal is deze vorm van "economie' nogal utopisch.  

Sociale scholing 

Is het mogelijk om geheel los te komen van uitkeringen? Je houdt voorlopig allerlei dingen als energierekeningen, belasting enzovoort, dus er verdwijnt altijd geld richting gangbare economie. Maar het begint met bereid te zijn te zorgen dat je bestaat en dat anderen kunnen bestaan. Veel projecten mislukken doordat mensen elkaar niet vertrouwen, waardoor ze bijvoorbeeld het geld dat over is niet in één pot willen doen, maar in eigen hand willen houden en zelf bepalen waaraan dat uitgegeven gaat worden. 

Het is eigenlijk logisch dat het vaak mis gaat met alternatieve bedrijfjes en andere collectieven: niemens heeft geleerd hoe je leidingloos met elkaar samenwerkt. In het gewone circuit is alles geregeld; door vergaande arbeidsdeling en hiërarchie. Als je het anders wilt doen betekent dat niet alleen dat een paar dingen uit het gangbare gedoe weggelaten worden; er zal echt op een heel andere manier met elkaar samengewerkt moeten worden. Het uiten van kritiek en het luisteren naar kritiek op jou en daar wat mee willen doen is daarbij heel belangrijk. Er is al met al een fors gebrek aan sociale scholing. Tenslotte kwamen we gezamenlijk tot de conclusie dat we sowieso, los van de druk vanuit de overheid, een eigen economie willen opbouwen.  

's Avonds, na het lekkere eten, was er een discussie over acties tegen de kortingen op de uitkeringen, waar ik niet bij geweest ben. Het is me niet duidelijk geworden wat daar nu precies besproken is, behalve dat men adressen uitgewisseld heeft en elkaar op dit onderwerp weet te vinden.  

Een klein groepje heeft ondertussen wat aanknopingspunten voor de discussie zondag bedacht. Vervolgens hebben we de dag geëvalueerd en er klonken zeer positieve geluiden: het geeft een goed gevoel dat je niet alleen staat, de discussies verlopen prima, er wordt goed naar elkaar geluisterd. Na weer een nacht vol prachtige sterren waarin koude voeten, een volle blaas en een roepende bosuil mij een tijd wakker hielden, breekt de zondag aan. Doordat mijn horloge achterloopt zit Weia te laat aan het ontbijt en beginnen we pas om half elf in plaats van om tien uur. Want Weia speelt voorzitster of hoe zoiets in anarchistische termen heet. Bert deed dat zaterdag.  

Anarchistische economie 

We beginnen met een rondje over de vraag wat ieders liefste, diepste wens is, wanneer hij of zij denkt aan een anarchistische economie. Enkele termen die daarbij vielen: gedeelde verantwoordelijkheid, vertrouwen, een waardig dorpje, federatieverband (verspreid, niet per se in een dorpje), samenwerken en zolang we niet ideaal zijn vrij strakke afspraken maken, mens- en milieuvriendelijke ruileconomie, elkaar helpen met het opbouwen van een dwarse economie, vrijwilligheid, geen eilandjes maar netwerken, blijven vernieuwen, ontkoppelen  van  de  gangbare economie, iets bolobolo-achtigs, gezelligheid, cadeautjeseconomie en dat dit alles zich over de hele wereld zal verspreiden.  

Daarna inventariseren we even waar de mensen die nu aanwezig zijn zoal in zitten, voorzover het groepen of collectieven zijn die eventueel voor een netwerk of federatie in aanmerking zouden kunnen komen. Om er enkele te noemen: het noordelijk gewest vrije socialisten, de vrije bond, LAS, A-info, Assata, Lekker Fris, Vakgroep, Rampenplan (den Troag plus Baalprodukties), Smak, infowinkel Phoenix, Manifest, Atalanta, Akigolokr, infowinkel Schism, allerlei voko's. 

Het is duidelijk dat we bij heel wat projecten en clubjes betrokken zijn. Maar om een economie, los van de bestaande op te bouwen zouden enkele anarchistisch-biologische boer(inn)en, bakkers enzovoort erbij zeer welkom zijn! Na een korte pauze vertelt Paul wat over de Vakgroep.  

In 1967 is Paul al begonnen met het ontwikkelen van Vakgroep-achtige ideeën, samen met anderen. Ze hadden sociaal-anarchistische uitgangspunten. Nu zijn er zo'n 20 à 25 clubjes bij de Vakgroep betrokken. Blijkbaar kan zoiets niet zomaar ineens, je moet het langzaam opbouwen met behoud van de anarchistische uitgangspunten. Steeds als je weer een stap hebt gezet merk je dat er een volgende gezet kan worden, een die je van tevoren niet verwacht had. Er blijkt dus meer te kunnen dan je had gedacht.  

De Vakgroep heeft een eigen bankje, officieel een kredietbemiddeling, het Anna Maria Fonds. Met strafrente als je veel geld hebt. Mensen met weinig geld krijgen wel rente, daar is niets mis mee vindt Paul, zolang je binnen je eigen economie blijft. Die rente gaat dan niet ten koste van mensen in de Derde Wereld of elders. Door het Anna Maria Fonds, waar soms zeer grote bedragen binnenkomen, is het mogelijk om panden aan te kopen. Er is bij veel mensen een soort angst voor geld en voor organisatie; mensen vinden het vaak eng om dingen met elkaar aan te gaan. Er waren een paar mensen die toch maar geen bedrijfje begonnen want ze zagen zichzelf al in een mercedes rondrijden....  

Dwarse economie 

Na de soep plus brood-pauze praten we buiten verder. Het is prachtig weer. Het gesprek gaat wat zoekend. Sommige mensen zijn al naar huis, anderen hebben nog maar even tijd; we werken toe naar een afronding.  

Zijn we opnieuw het wiel uit aan het vinden? Er is toch al een Memo-beweging (Memo staat voor Mens- en milieuvriendelijk ondernemen, red.) geweest? Toch zijn er duidelijke verschillen: onze ideeën over een andere economie zijn uitgesproken anarchistisch. De term alternatieve economie wordt te vaag gevonden, te gemakkelijk te misbruiken; wat wij willen is een dwarse economie. Dat neemt niet weg dat we van anderen kunnen leren. We moeten klein beginnen, het gaat er niet om groot te worden, maar om dingen in eigen hand te krijgen.  

Wat kan er nu al? Het praktisch samenwerken op regionaal niveau (Rampenplan en andere groepen in en rond Nijmegen) en informatie- en ervaringsuitwisseling tussen allerlei groepen. De denktank kan beginnen: een landelijk overleg, van waaruit ook weer nieuwe weekeinden voorbereid kunnen worden. Bijna iedereen heeft zin in een vervolg op dit weekend, en tien mensen geven zich op voor de denktank/voorbereidingsgroep.  

Het volgende weekend is ijs en weder dienende weer in Appelscha: van zaterdag 11 december om 11 uur tot en met zondagmiddag 12/12. Voor mij was dit een geslaagd weekend; voor het eerst sinds lange tijd had ik het gevoel dat er iets broeide, dat er iets nieuws aan het groeien was. Iets dat niet meer te stuiten is.      

Rymke

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1993