Naar archief

UIT: NN #139 van 24 juni 1993   

Wie niet weg is, is gezien 

De Marechaussee bespioneert antimilitaristen 

Bij een aanslag op de vliegbasis Deelen werden in 1992 acht helikopters ernstig beschadigd. Na de actie werden antimilitaristen in het hele land intensief geobserveerd. In de deze week bij uitgeverij Ravijn uitgekomen brochure Wie niet weg is, is gezien: De Marechaussee bespioneert antimilitaristen worden een aantal operaties onthuld die werden uitgevoerd door de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten, een team van de Marechaussee. 

Eens te meer wordt duidelijk dat het met de privacy niet al te nauw wordt genomen. De 'Rode Oortjes', de auteurs van deze brochure, beschrijven verder hoe de diverse militaire inlichtingendiensten zich na de instorting van het Oostblok steeds meer gaan bezighouden met het verzamelen van informatie over gewone burgers. Zij raken daarbij verstrikt in een machtsstrijd met de BVD en de politie. De BVD had voorkennis van Deelen, is het daarom dat de BVD niet ingreep en het leger van niets wist?  

Wie deze brochure heeft gelezen zal grote vraagtekens zetten bij de uitspraak van minister Ter Beek drie dagen na de actie: "Er was geen verhoogde dreiging van een aanslag op Deelen." Hieronder een fragment uit hoofdstuk 1, waarin je kunt lezen hoe het 'Bölkow-team' schaamteloos dagenlang een antimilitarist achtervolgt.  

Scanners bij de thee 

Een koude februari-avond in Wageningen. De wind loeit om het huis. We hebben de kachel flink opgestookt en drinken thee. Het is dinsdag 11 februari 1992. De afgelopen week stonden de kranten vol met het nieuws over de vernieling van de helikopters op vliegbasis Deelen. We hebben alles wat er geschreven stond over de gebeurtenissen op de vroege ochtend van 3 februari verslonden. Helaas, ook scannerfreaks als wij lagen tijdens de brand nog op één oor. Alle paniek en gekrakeel van politie, brandweer en marechaussee over de brandende helikopters hebben we moeten missen. Heel jammer, want zoiets spectaculairs maak je zelden mee.  

Nu, een week later, lijkt het wel of er een totale radiostilte is afgekondigd. De scanner is doodstil. Maar dan, na een tweede pot thee, gebeurt er iets vreemds. Op de scanner horen we gemompel: "Ik loop nu om het object." De frequentie is 449.520 MHz; ... die is in gebruik bij de BSB. De Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten, een speciale eenheid waar we eigenlijk maar heel weinig vanaf weten. We kunnen het nauwelijks verstaan, nog even iets in de trant van "kijken" en dan is het afgelopen. Twee dagen later, op 13 februari, gebeurt hetzelfde, weer nauwelijks te verstaan.  

We begrijpen er eigenlijk helemaal niets van, toch komen we al snel tot de conclusie dat de BSB waarschijnlijk is ingezet bij de bewaking van Deelen. We moeten er wel een beetje om grinniken want wie zou er nu, een week na de aanslag, opnieuw proberen iets op Deelen uit te voeren. Die BSB'ers lopen waarschijnlijk flink te kleumen daar op de Veluwe! De verklaring lucht op en we gaan rustig slapen. De week daarop wordt het pas echt gek. Maandag 17 februari: uitgeslapen, gedoucht en de scanner aan. Op dezelfde frequentie is nu aan één stuk door gepraat te horen. Een vreemde mengelmoes van Nederlands, Engels en getallen.  

"Zulu is nu nine-nine bottle, ik ga foxtrot." Vier, vijf verschillende stemmen. "Mek, ontvang je mij?" en "Llama, heb je hem visueel?" Ze praten in code, geen aanwijzingen over wat ze nu eigenlijk doen, geen straatnamen, niets. Totdat: "Ik sta bij snackbar Snoopy." Eerst slaat de verbijstering toe en wordt er hevig aan het eigen verstand getwijfeld. Waarom zou een speciale eenheid zich bij snackbar Snoopy in Wageningen ophouden? Langzaam maf worden bij de scanner is geen keuze en dus: erop af! Dan gaat alles heel snel...  

Een hectische week breekt aan waarin onze kennis over wat er gebeurt exponentieel stijgt en de Chinees goede zaken doet. Langzaam wordt duidelijk wat de BSB in Wageningen doet, welke auto's ze gebruiken en hoe je hun vreemde taaltje moet begrijpen. Dit was overigens niet zo makkelijk als het misschien lijkt. Informatie was slechts met veel vallen en opstaan te verzamelen. Met het schaamrood op de kaken moeten we hier bekennen dat in de Wageningse winkelstraten verschillende brave mensen door ons zijn gevolgd omdat wij meenden met BSB'ers van doen te hebben. Terugkijkend kunnen we tevreden vaststellen dat we de BSB op de hielen hebben gezeten zonder zelf op te vallen. 

Gerrit en de BSB 

Al snel werd ons duidelijk dat de BSB in Wageningen bezig was met de observatie van Gerrit, een antimilitaristische actievoerder. Gerrit is al 10 jaar actief in de vredesbeweging. Hij woonde vanaf 1983 vier jaar op het Vredesaktiekamp (VAK) in Woensdrecht waar acties werden georganiseerd tegen de komst van kruisraketten. De toegangspoorten van de basis werden regelmatig geblokkeerd, er werden hekken geknipt en de actievoerders gingen de basis op.  

Nadat besloten was dat de kernraketten er niet zouden komen, werd in 1988 het vaste kamp opgeheven en ontstond het VAK-mobiel: een enkele malen per jaar georganiseerd actiekamp bij een uitgekozen militaire kazerne of vliegbasis. Op dit moment is Gerrit een van de deelnemers van het VAK-mobiel. Verder werkt hij bij het politiek Infocentrum Wageningen: een archief en ontmoetingsplaats in het woon/werkpand de Wilde Wereld voor actieve linkse mensen. 

De BSB heeft Deelen nooit bewaakt. Op de avonden van 11 en 13 februari 1992 was de BSB druk bezig rond het huis van Gerrit. Tijdens deze verkenning werd de situatie rond het huis bekeken, de route naar het centrum van Wageningen en andere panden waar Gerrit veel komt. Er werd ook gezocht naar geschikte plaatsen voor de observatieauto's. De verkenning was een voorbereiding op een geplande observatie een week later.  

De BSB'ers werkten in opdracht van het Bölkow-team, het recherchebijstandsteam van de marechaussee dat de aanslag op vliegbasis Deelen onderzocht. De BSB had tot doel de dagelijkse bezigheden en contacten van Gerrit in kaart te brengen. Deze operatie begon op maandag 17 februari 1992 en eindigde op donderdag 20 februari. Een eenheid BSB à vijf man observeerde alleen overdag, met uitzondering van de laatste dag, donderdag 20 februari. Toen verscheen 's avonds een tweede groep als aflossing. 

Vier BSB'ers op straat doen het daadwerkelijke observeren. Er worden drie auto's gebruikt, zodat één persoon lopend kan achtervolgen. De teamleden wisselen voortdurend van auto. Ieder van hen heeft een portofoon die op het lichaam wordt gedragen en die is voorzien van een zogenaamde rechercheset: een draadloze verbinding tussen de portofoon en een minuscuul oorknopje. De BSB'ers kunnen de auto op ieder moment verlaten zonder dat dit nadelige invloed heeft op de communicatie.  

Als Gerrit fietst wordt hij gewoon door de auto's gevolgd. Als hij loopt volgt één van de BSB'ers hem te voet, terwijl de andere drie via parallel lopende straten in auto's vooruit rijden of in de buurt blijven voor onverwachte wendingen. Tijdens zo'n achtervolging wordt Gerrit, om argwaan te voorkomen, steeds 'overgenomen' van de ene BSB'er door een ander. Wanneer een BSB'er ver van zijn auto of de anderen verwijderd is geraakt, wordt hij door een ander lid opgehaald en naar de eigen auto teruggebracht. Als de BSB'ers uitgebreid willen overleggen en daarbij liever geen gebruik maken van de portofoon rijden ze naar de Wageningse Berg, waar ze op een parkeerplaats van een universiteitsgebouw de koppen bij elkaar steken.  

Het vijfde lid van de eenheid neemt een aparte positie in: hij verplaatst zich niet, maar bemant een vaste post in een gebouw ergens in Wageningen. Die zendt het krachtigste signaal uit, wat erop wijst dat hij niet beschikt over een portofoon maar over een mobilofoon. Verder heeft hij een telefoon voor het contact met de buitenwereld.  

Interessant is het feit dat deze man op de hoogte is van door Gerrit gevoerde telefoongesprekken. "Zulu belt nu, krijgt geen verbinding." Kennelijk worden ergens in een tapkamer Gerrit's telefoongesprekken live uitgeluisterd zodat relevante informatie direct aan de vaste post kan worden doorgegeven. Via de mobilofoon worden de andere leden op straat geïnformeerd over voorgenomen bewegingen van Gerrit, zodat zij zo min mogelijk voor verrassingen komen te staan. Op die manier kunnen de BSB'ers zich tijdig voorbereiden op plannen van Gerrit om bijvoorbeeld naar een andere stad te reizen.  

De vaste post gebruikt de telefoon ook om kentekens ('plaatjes') van auto's ('rozen') na te trekken. Toen Gerrit een keer een auto leende werd het nummerbord gecodeerd doorgegeven aan de vaste post. Hij kon via de telefoon de gegevens over de eigenaar opvragen bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Relevante informatie werd vervolgens weer teruggespeeld aan de BSB'ers op straat: "De roos is niet van Zulu maar komt wel uit deze stad."  

449.520 Mhz 

Bij mobiele observatie is de mogelijkheid tot onderlinge communicatie onmisbaar. De observanten moeten elkaar immers op de hoogte houden van de looprichting en andere handelingen van de geobserveerde. Omdat alleen de afstand tussen de auto's van het observatieteam overbrugd hoeft te worden, kunnen de gebruikte zenders vrij zwak zijn. Het is ook voor anderen mogelijk deze communicatie te ontvangen. Iedereen die de gebruikte frequentie kent kan met behulp van een scanner meeluisteren.  

Voor de observatie in Wageningen werd de frequentie 449.520 MHz gebruikt. Een enkele keer werd overgegaan op een ander kanaal, aangeduid met 'eentje hoger' of 'eentje lager'. Dit gebeurde bijvoorbeeld op donderdag toen een tweede groep verscheen als aflossing. De vertrekkende groep schakelde over op een ander kanaal, om te voorkomen dat de twee groepen elkaar in de weg zouden gaan zitten.  

De portofoons beschikken over de vijf BSB-kanalen. De voeding bestaat uit verwisselbare en oplaadbare accu's die ongeveer 10 uur achter elkaar te gebruiken zijn. Een piepje bij het indrukken van de spreeksleutel geeft aan dat de accu bijna leeg is. Het bereik van de portofoons is niet al te groot, ongeveer anderhalve kilometer. In Wageningen kwam het dan ook vaak voor dat de leden elkaar onderling moeilijk konden bereiken. De portofoons hebben geen versluieringssysteem om de communicatie onverstaanbaar te maken voor ongewenste luisteraars. Men spreekt in klare taal, gewoon verstaanbaar.  

Hiervoor zijn een drietal redenen te bedenken. Ten eerste verwachten ze niet dat er meeluisteraars zijn wat ook blijkt uit de relaxte manier van praten. Ten tweede is het bereik dermate gering dat het aantal potentiële meeluisteraars klein zal zijn. Ten derde hebben ze uit praktische overwegingen gekozen voor maximale mobiliteit met portofoons. Versluieringsapparatuur inbouwen is bijna niet mogelijk omdat er geen ruimte voor is in de portofoons, allerlei hulpmiddelen er aanhangen is onpraktisch. Alleen de BVD en enkele speciale recherchediensten hebben beschikking over dure crypto-portofoons.  

Newspeak 

Om zich toch te beschermen tegen eventuele meeluisteraars communiceert de BSB in codes. Het taaltje is een mengsel van Nederlands, Engels en getallen. Straatnamen, steden, gebouwen, bewegingen en persoonsnamen die van belang zijn hebben allemaal een eigen code gekregen. Het belangrijkste principe is dat ze geen plaatsgebonden informatie noemen waaruit een toevallige luisteraar kan afleiden wie en waar geobserveerd wordt. Om dezelfde reden worden kentekens versleuteld doorgegeven.  

Gelukkig zijn er altijd slordigheidjes waarmee ze zichzelf blootgeven. In Wageningen werd enkele keren de bejaardenflat Roosebrink en snackbar Snoopy genoemd. Door dit soort aankno­pingspunten was het mogelijk te achterhalen waar de observatie plaatsvond en wie er werd gevolgd. Het taaltje dat de BSB gebruikt klinkt vreselijk ingewikkeld maar na een paar dagen spreekt de scannerluisteraar het zelf vloeiend. De betekenis van de meeste codes is te achterhalen door een combinatie van fantasie en eigen waarneming.  

Ieder lid van de BSB had een eigen codenaam om zijn anonimiteit tijdens het portofoongebruik te kunnen waarborgen. De eenheid in Wageningen gebruikte de namen MEK, Llama, Bug, Goggle en Slurf. Op een enkele uitzondering na hielden ze zich hieraan. Alleen toen het even spannend werd vielen de namen Henk en Jan. De codenamen klinken nogal vreemd, maar omdat er meestal namen gekozen worden die aansluiten bij de eigen belevingswereld, is de betekenis na enig puzzelen wel te achterhalen. 

Mek: de afkorting van Mobiles EinsatzKommando, een Duits gecombineerd observatie- en arrestatieteam. Een dergelijke combinatie kennen we in ons land alleen bij de BSB.

Llama: geen irritante viervoeter en ook geen typefout. Het Llama model 8 pistool is een zwaar handvuurwapen voor leger en politie. Het zou uitstekend passen in de BSB uitrusting, het is alleen enigszins verouderd.

Bug: het Engelse woord voor afluisterapparaatje of verborgen microfoon.

Goggle: engels voor stofbril. In militaire termen is het een nachtzichtkijker die als een bril gedragen kan worden (night vision goggle).

Slurf: De politie bedoelt met slurf vaak benzinestation.  

Om uit te kunnen leggen hoe de observatie verliep is het handig eerst even enkele in Wageningen gebruike BSB-codes te verklaren. Een meer volledige lijst staat achterin de brochure. 

Zulu (spreek uit: zoeloe) = geobserveerde persoon

Belt = man

Buggle = vrouw

Roos (lees: doel) = auto

Kanarie = autobus

Giant (merk mountainbike) = fiets

Romeo = rechts

Lima = links

Foxtrot = lopen

Nine-one (91) = richting: deze code wordt altijd gevolgd door een plaatsaanduiding.  

Nine-nine (99) = stilstaan/aankomst: gevolgd door een plaatsaanduiding.

Complete = persoon is een gebouw ingegaan: gevolgd door een plaatsaanduiding.  

Straatnamen worden niet genoemd en van steden wordt de eerste en laatste letter gebruikt volgens het NATO-alfabet.  

Library = Infocentrum in gebouw de Wilde Wereld

Broccoli = Albert Heijn Wageningen

Pillenboer = apotheek aan de Rooseveltweg Wageningen

Bottle = huis (algemeen)

Magic box = woonhuis geobserveerde persoon

Whisky November = Wageningen

Sierra Hotel = 's Hertogenbosch

Zero zero = basis van de BSB in Baarn  

Tijdens de observatie van Gerrit hebben we vier BSB-auto's gezien. Deze auto's waren allemaal van het type middenklasse en een paar jaar oud: Blauwe Audi 80, oud model, kenteken NN-01-RR. Rode Volkswagen Golf, SG-10-VK. Goud metallic Opel Omega stationcar voorzien van imperiaaldragers, kenteken XL-19-RN. Donkerblauwe BMW uit de 3-serie, oud model, kenteken onbekend. 

Library 

Gerrit gaat regelmatig naar het Infocentrum in het woon/werkpand de Wilde Wereld, ook in de tijd dat hij werd geschaduwd kwam dat meerdere keren voor. De observatie door de BSB verliep elke keer  vrijwel identiek. MEK bemande de vaste post bij de telefoon terwijl Llama, Goggle, Bug en Slurf op straat waren. Uit de telefoontap weet de eenheid al dat Gerrit richting Infocentrum vertrekt. MEK: "Zulu wordt zo dadelijk mobile, nine-one library."  

Llama staat in een auto vlakbij het huis opgesteld en meldt via de portofoon aan de anderen het vertrek. "Zulu verlaat magic box, giant, nine-one kanarieplein." (Gerrit verlaat zijn woning en fietst richting het centrum). Goggle rijdt alvast vooruit via de Rooseveltweg ('pillenboer') naar de parkeerplaats van discotheek Fantasy, een punt verder op de route. Als Llama het oogcontact verliest, krijgt Goggle hem in zicht en meldt dit via de portofoon. "Llama, ik heb Zulu nu visueel, nine-one kanarieplein." 

Omdat de parkeerplaats van discotheek Fantasy op een lichte heuvel is gelegen met struikjes er omheen kan Goggle hem vanaf deze plek geruime tijd in de gaten houden. Bug is ondertussen samen met Slurf naar het busstation op de Stadsbrink gereden ('kanarieplein'). Hier verlaat Slurf de auto en gaat naar snackbar Snoopy van waaruit hij door het raam Gerrit kan zien aankomen. De Stadsbrink is een moeilijk punt voor de BSB, omdat de mogelijkheid bestaat dat Gerrit onverwachts ('quick choice') in een bus stapt. Er moet dan een BSB'er klaarstaan om ook in te stappen. "Denk erom, er moet iemand klaarstaan voor een quick choice." 

Llama heeft inmiddels gehoord dat Gerrit met de achtervolgende Slurf richting de winkelpromenade gaat. Gerrit loopt inmiddels: "Zulu is foxtrot en heeft een giant in de hand". Llama rijdt naar de openbare bibliotheek in het begin van de promenade, parkeert daar in de buurt zijn auto en wacht in de bibliotheekhal. "Slurf hier Llama, ik sta nu in de public library. Ik ga zo foxtrot achter Zulu. De roos staat bij public library, lima en dan romeo down." 

Als Gerrit gepasseerd is, neemt hij de achtervolging over van Slurf, die nu vertrekt naar de auto die Llama heeft achtergelaten. In de winkelpromenade loopt Llama 50 meter achter Gerrit. Het werken met auto's is in de omgeving van de promenade te moeilijk door de drukte en eenrichtingswegen. Goggle is inmiddels op het Salverdaplein aangekomen vlakbij het Infocentrum. "Hier Goggle, ik heb de roos op het plein bij de library staan. Ga nu richting Zulu." 

Hij parkeert daar zijn auto, loopt de winkelstraat in en neemt bij boekhandel Kniphorst een Telegraaf uit het rek en bladert erin. Als Gerrit langskomt betaalt hij en loopt achter hem aan. "Llama hier Goggle, je kunt nine-one roos op het plein. Ik zit nu achter Zulu." Llama loopt nu naar de auto op het Salverdaplein. Bug is inmiddels naar de Vijzelstraat gereden en parkeert daar zijn auto op 50 meter afstand van de ingang van de Burgtstraat waar het Infocentrum is gevestigd. "Bug staat nu in zicht bekende straat." 

Hij parkeert zijn auto niet vlakbij de ingang van het Infocentrum, omdat de Burgtstraat vrij kort is en hij daar opvalt pal voor de deur van de Wilde Wereld. Vanaf een parkeerplaats op het Bowlespark zorgt Slurf dat hij de andere zijde van de Burgtstraat in het zicht heeft. Bug krijgt Gerrit in zicht, meldt dit aan Goggle die naar de auto van Llama loopt op het Salverdaplein. "Goggle hier Bug, je kunt gaan." 

Bug ziet Gerrit de Burgtstraat in gaan en meldt dit aan Slurf die oplet of hij niet de andere kant de Burgtstraat weer uit komt. "Zulu is positief bij library." Hij blijkt bij de Wilde Wereld naar binnen te zijn gegaan. "Complete library." Goggle rijdt vervolgens de Burgtstraat in en noteert de kentekens van de auto's die daar geparkeerd staan. Het zijn wellicht auto's van andere bezoekers waar Gerrit contact mee heeft. Goggle rijdt terug naar het Salverdaplein waar de twee BSB'ers het codeboekje voor plaatjes (kentekens) pakken en de kentekens omzetten in een code die kan worden doorgegeven aan MEK die de vaste post bemand.  

"Mek hier Goggle, kun jij voor ons natrekken het volgende plaatje: 767-AA-654." Mek decodeert het en neemt contact op met de Rijksdienst voor het Wegverkeer om uit te zoeken wie de eigenaar van de auto is. Als het van belang is, geeft hij informatie over de eigenaar door aan de BSB'ers op straat. Hij noemt geen namen. "Staat op naam van de buren."  

Ondertussen blijven de auto's op hun plaats staan om de uitgangen van de Burgtstraat in het zicht te houden. Eventueel kan één er vandoor om bijvoorbeeld iets te eten te halen. Als Gerrit het Infocentrum weer verlaat op weg naar huis herhaalt het hele ritueel zich in omgekeerde volgorde. Nadat hij thuis is gekomen nemen de drie auto's hun posities rond zijn huis weer in. "Zulu is complete Magic Box. Oude posities innemen."   

DE MARECHAUSSEE  

Naast de land-, luchtmacht en marine kent het Nederlandse leger de Koninklijke marechaussee (KMar). De marechaussee werd in 1814 door koning Willem I opgericht als staatspolitie met doel het gezag in de Zuidnederlandse provincies te herstellen en afscheiding te voorkomen. De marechaussee is hierna opgetreden als rellenpolitie bij volksopstanden en stakingen. In de Tweede Wereldoorlog werd de marechaussee door de Duitsers omgevormd tot een burgerlijk politiekorps onder gezag van de SS. Na de capitulatie werd de marechaussee omgevormd tot militair politiekorps en nadrukkelijk ontheven van haar burgerlijke politietaken, met uitzondering van de mogelijkheid om bijstand te verlenen aan de civiele politie.  

Haar prioriteit ligt nu bij de grensbewaking en de politietaken binnen het leger: de ordehandhaving en het opsporen en oplossen van strafbare feiten. Het beveiligen van het koningshuis en de Nederlandse Bank zijn twee andere taken. Voor bijstandsverlening bij massaal politieoptreden heeft de marechaussee de beschikking over eigen pelotons mobiele eenheid (ME) eventueel ondersteund door eigen aanhoudingseenheden (AE's) voor arrestaties in relsituaties. Bij deze optredens kunnen ook de pantserwagenpelotons (M-113) van de marechaussee worden ingezet, die kunnen worden voorzien van machinegeweren.  

De marechaussee heeft circa 3700 mensen in dienst waarvan 90 procent beroepsmilitair is. De commandant van de marechaussee is generaal-majoor L.W. Sunter (sinds 26 oktober 1990). Op dit moment is de marechaussee nog volop verwikkeld in een reorganisatie. Ten gevolge van het Schengenakkoord komt de controle aan de Oostgrens te vervallen. Een groot aantal brigades gaat verdwijnen en er wordt flink met personeel geschoven. Vanaf 1 januari 1993 voert de marechaussee alle controles op vliegvelden uit (de luchthavenpolitie van de Rijkspolitie is opgeheven). De marechaussee krijgt ook een groter aandeel in de controle op vreemdelingen. Ongeveer 200 marechaussees worden geplaatst bij de vreemdelingendiensten van de regiopolitiekorpsen.  

Op 13 januari 1993 besteedde de actualiteitenrubriek NOVA aandacht aan een vernietigend rapport over de marechaussee. Het rapport ('Cultuuronderzoek Koninklijke marechaussee') is geschreven door oud-marechaussee A. Draaisma in het kader van zijn studie gedragswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Utrecht. In het rapport wordt de marechaussee omschreven als een "bolwerk van behoudzucht" met een "strakke hiërarchie" en "hopeloos verouderd". De doorsnee marechaussee is "laag opgeleid, protestants, gezagsgetrouw en afkomstig uit de provincie". Een staffunctionaris van de marechaussee kon in NOVA slechts toegeven aan de gefundeerde kritiek van de oud-marechaussee. Het verhaal is nog een beetje pijnlijker als blijkt dat A. Draaisma één van de vijf eerste BSB'ers was. Hij kreeg zijn training in Duitsland bij de GSG 9. De staffunctionaris had natuurlijk geen behoefte te vertellen dat de vuile was buiten werd gehangen door een van de oprichters van het paradepaardje van de marechaussee.  

De sterk hiërarchische verhoudingen binnen de marechaussee doen conflicten soms hoog oplopen. Het voormalig hoofd CRKMar W. van Dijk is tegenwoordig hoofd district Noord-Holland. Een ernstig conflict tussen hem en het personeelsoverlegorgaan word gezien als exemplarisch gezien voor de krampachtige en autoritaire manier waarop het kader met het overige personeel omgaat. Eind januari 1993 word een oplossing gevonden door van Dijk voor een half jaar naar het voormalige Joegoslavië te sturen...

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1993