Naar archief

UIT: NN #124 van 26 november 1992  

De macht van de kraakwacht 

'Kraker en antikraker willen toch hetzelfde, namelijk een huis' 

Aan de rand van het Museumplein in Amsterdam staat een kolossaal, statig pand. In betere tijden heeft er waarschijnlijk een ambassade, een consulaat of een verzekeringsmaatschappij in gezeten. Maar de maatschappij of het land werd opgeslokt door een grotere broer die dit stukje onroerend goed, à twintig mille huur per maand, zo snel mogelijk kwijt wilde zien te raken. Het huurcontract werd opgezegd. De eigenaar, een Zweedse vastgoed-gigant, schakelde daarop een groot makelaarsburo in. Deze pleegde een paar telefoontjes en zo kon het gebeuren dat op de dag dat er een aantal vlaggen en wapenschilden uit het pand werden gedragen, er had dus toch een consulaat in gezeten, er tegelijkertijd een bakfiets voor hef pand stopte en een langharige jongen met een gitaar samen met zijn vrienden wat meubilair naar binnen droeg en zich op de derde verdieping van het pand installeerde als bewoner. En opnieuw was de Nederlandse kraakbeweging slachtoffer van haar imago geworden. Men had alweer een mogelijk bolwerk aan een kraakwacht verloren. 

Zo af en toe, wanneer ik op het Museumplein kom (wanneer was de laatste demonstratie ook alweer, was dat niet de antiracisme-demo in maart), fiets ik weer eens langs het pand. En steevast zie ik dan zo'n fris groepje tempobeurs-studenten aan een gezamenlijk ontbijt zitten. Om tien uur 's ochtends of vijf uur 's middags, altijd zitten ze daar aan het ontbijt.  

Ik vraag me dan altijd af of ze daar met zo'n tempobeurs wel tijd voor hebben. Maar bovenal verbijt ik me toch altijd meer over het feit dat ook hier het kraakwacht-virus heeft toegeslagen. Ik verlies mijzelf dan wel eens in mijmeringen als... we gooien die kraakwachten er gewoon uit en dan kraken we het, beneden de redactieruimte voor NN op stand en boven neem ik die kamer met het balkon. Het blijft altijd bij die mijmeringen. 

Kraakwachtburo 

"Waarom zou je kraken terwijl je antikraak kunt zitten. Alles is nu voor je geregeld. Kraker en antikraker willen toch hetzelfde, namelijk een huis. Het enige verschil is dat de één afspraken maakt, de ander niet. Krakers kiezen voor chaos, ik kies liever voor orde," aldus Marcel, een van de kraakwachten in het Amsterdamse gebouw Maupoleum.  

Eigenaar Philips Pensioenfondsen heeft na het vertrek van de Universiteit van Amsterdam in maart van dit jaar geen risico willen nemen. De wanstaltige betonnen kantorengalerij werd in afwachting van haar definitieve bestemming onmiddellijk via het kraakwachtburo Ad Hoc opnieuw in gebruik genomen. 

Dit kraakwachtenburo wordt gerund door een klein dictatortje genaamd Jan Erik de Jooden, een aankomend makelaar. Binnen een jaar heeft hij in diverse steden 250 duizend vierkante meter als anti-kraakruimte verdeeld. Een lucratief handeltje, als je nagaat dat in het Maupoleum al zestig mensen à driehonderd gulden per maand verwonen. 

Stichting Ad Hoc is ruim tweemaal zo duur als branchegenoten. Niet zo erg dunkt mij, als je weet dat zulke vervelende en irritante kereltjes als antikraker Marcel dat moeten betalen. En dat Marcel dan als antikraker een beheerovereenkomst heeft moeten tekenen met de Stichting Ad Hoc en een met Brevitempora B.V. waar hij als huurder geen enkel recht aan kan ontlenen en dat hij bovendien ook niet mee naar huis mocht nemen, so what? Maar niet alle kraakwachten zijn als Marcel. Ik ken iemand die nu gekraakt woont maar ooit begonnen is als kraakwacht. "Wist ik veel hoe dat werkte. Ik had gewoon een kamer nodig."  

Je kan moeilijk alle kraakwachten over één kam scheren. En... wat is een kraakwacht nu eigenlijk. Is dat de man die ongetwijfeld de beroemdste kraakwacht van Nederland kan worden genoemd, namelijk de kraakwacht van Ceintuurbaan 85, die televisiekijkend Nederland in een prachtige Brandpunt-uitzending zijn woning liet zien? Of zijn dat de mensen die waarschijnlijk de schrik van hun leven kregen toen op een avond een groep herkrakers door de etalageruiten van een winkelpand aan de Roelof Hartstraat kwam binnenstappen om ze vriendelijk en geweldloos uit huis te zetten? Is dat anti-kraker Marcel? Of is dat die vriendin van mij, die uiteindelijk toch nog goed terecht is gekomen. 

Analyse 

In een poging tot analyse van wat kraakwachten zijn heeft een groep krakers dit jaar een soort omschrijving gegeven. 'Algemeen gesteld zijn kraakwachten bewoners van gebouwen waarin zij al dan niet bewoning simuleren om kraken te voorkomen.' (uit het pamflet 'kraken - kraakwachten - kraakwachtenburo's' van Utrechtse krakers, die op 29 oktober een kraakwachtburo in Utrecht bezetten en daarvoor al door een andere groep gepubliceerd in Grachtenkrant #305.) Wat je met die kraakwachten aanmoet, weten ook de schrijvers van bovengenoemd artikel niet. Hoewel zij menen dat een deel van de kraakwachten dit doet uit politieke motieven (Marcel?) denk ik toch dat je er vanuit kunt gaan dat de meeste toch gewoon een kamer nodig hebben. 

Desondanks vind ik dat je toch van kraakwachten mag verwachten dat ze zich wel degelijk realiseren dat ze zich laten misbruiken als kraakwacht. Want vaak is het toch zo dat de kraakwacht moederziel alleen in zo'n heel groot grachtenpand zit, en dan heus wel op het idee zal komen dat dit niet helemaal normaal is. Een volgende stap als het gaan naar het dichtstbijzijnde kraakspreekuur om deze misstand door te geven zal echter niet gebeuren. (Misschien zou het een goed idee zijn om eens een stuk in studentenbladen hierover te schrijven, hoewel, ik kan het me eigenlijk toch ook niet voorstellen dat die studenten niet weten waar ze mee bezig zijn.)  

In Utrecht werd dus afgelopen maand het kraakwachtburo de HuisOppasDienst bezet. Het bemachtigen van informatie was een van de doelen van die bezetting. Helaas wist het aanwezige personeel de computers op tijd uit te schakelen en hun persoonlijke spullen op te bergen. (Misschien kunnen enige computerkrakers de helpende hand bieden). Het enige dat de bezetters wisten te bemachtigen was een papier met wat telefoonnummers, als de eerste en tweede eigenaren lijn en dergelijke. Er was ook een alarmlijn. Toen ik dat nummer belde kreeg ik een antwoordapparaat waarop ik het pand waarmee iets aan de hand was moest inspreken, samen met mijn naam en telefoonnummer. Op de meldkamer van een beveiligingsburo zal ongetwijfeld een lampje zijn gaan branden. 

Hoewel kraakwachtburo's niet publiciteitsgevoelig zijn (op een blaaskaak als die van Ad Hoc na dan), is er toch aardig wat over bekend. Een woordvoerder van de landelijke HuisOppasDienst (HOD) reageert nogal aangebrand wanneer een journalist van het Utrechts Nieuwsblad door blijft vragen: "Meneer, mijn adrenalinegehalte begint te stijgen. U hebt er geen idee van hoe gevoelig deze materie ligt. Wij hebben te maken met ernstige bedreigingen in deze branche. We hebben hier stenen door de ruit gehad en onze voorgevel is besmeurd geweest met verf."  

De HOD zegt overigens zelf een van de grotere bedrijven in de branche te zijn. Men heeft een tiental vaste werknemers en "enkele honderden" mensen geplaatst in vijftig tot honderd verschillende panden door het hele land. 

Zwerfkei Bewaring BV 

Een ander kraakwachtburo is De Zwerfkei Bewaring BV aan het Westeinde in Amsterdam. Eigenaar van dit tweemansburo is I. Backer. Ongeveer veertig panden waarin zo tussen de 100 en 140 studenten (weer die studenten) wonen. Backer: "Met deze studenten vallen goede afspraken te maken, in tegenstelling tot wat met krakers mogelijk is."  

Ook Backer zegt in het verleden te maken te hebben gehad met acties van krakers, "maar dat soort toestanden," aldus Backer, "behoren nu tot het verleden. Kijk, het mes snijdt gewoon aan drie kanten. Ik word er beter van, de student ook en de eigenaar kan rustiger slapen." 

Het moge duidelijk zijn dat niet iedereen met deze situatie tevreden is. Zo schrijft de groep krakers dat 'huisbezitters misbruik maken van de woningnood door met kraakwachten te werken.' Verder is de positie van een kraakwacht zo goed als rechteloos, aldus het pamflet: 'De buro's werken vaak met dubieuze kontrakten. Meestal hoeven kraakwachten geen huur te betalen (alleen energie en water), soms krijgen ze zelfs geld toe. Enkele regels die in dit soort kontrakten voorkomen, als illustratie van de rechteloosheid van een kraakwacht, zijn: een opzegtermijn van enkele weken, geen verzekering, geen feesten, geen recht op schadevergoeding veroorzaakt door bewoning (op wat voor manier dan ook) en geen rechten 'op vervangende huisvesting. De kraakwachtburo's ondermijnen zodoende het huurrecht op grove wijze.' Eerlijk gezegd vind ik dit nogal opportunistisch gebracht. 

Ook menen de schrijvers van het stuk dat de,zogenaamde bruikleners, mensen die een tijdelijke gebruikersovereenkomst voor een slooppand hebben, ook een soort kraakwachten zijn. 'Slooppanden zijn vaak niet meer te verhuren, dus om ze bewoond te houden moet de gemeente wel van gebruikersovereenkomsten gebruik maken. Dat dit soort panden bewoond blijven, is van direct belang voor de leefbaarheid van een sloopgebied. Aan de andere kant komt de situatie van de bruikleners aardig overeen met die van kraakwachten. Dit betekent dat de gemeente het probleem van het gebrek aan distributiewoningen omzeilt en dat de scheve verhouding tussen sociale woningbouw en vrije marktsector/kantoorbouw buiten schot blijft.'  

Het zal niet verbazen dat het stuk eindigt met de volgende alinea: 'Het zou een goede zaak zijn als er een einde komt aan het bestaan van de kraakwachtburo's. Om de ontwikkelingen in die richting te laten lopen, zal er om te beginnen voor moeten worden gezorgd dat de praktijken van deze buro's in de openbaarheid worden gebracht. Het verbieden of op een andere manier beëindigen van het bestaan van deze buro's is natuurlijk geen definitieve oplossing van speculatie, woningnood en leegstand. Het kan daar wel een begin van zijn.'  

Eigenaar Backer van het kraakwachtburo De Zwerfkei ziet zelf al een einde aan zijn activiteiten komen. Naar eigen zeggen "lichtelijk verontrust" volgt hij de plannen die men in Den Haag maakt, waarin kraken van panden die korter dan zes maanden leegstaan moeilijker zal worden gemaakt. Ik breng dit artikel naar de redactieruimte van NN en fiets speciaal langs het Museumplein. En verdomd, ze ontbijten wel/niet. 

Tuin

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1992