Naar archief

UIT: NN #120 van 1 oktober 1992   

Een nieuwe lente voor de vredesbeweging 

Discussie 

De jaren tachtig is de Nederlandse vredesbeweging roemruchtig begonnen. De jaren tachtig zijn met een nieuwe wereldorde geëindigd. Met de afloop van de koude oorlog zou de wereldvrede dichterbij komen. Het huidige militarisme ging doen aan 'vredesstichting' en 'humanitaire hulpverlening'. Internationale organisaties gingen met behulp van het militaire apparaat van de (westerse) landen de oorlog uitbannen, voorgoed. Volgens 'De Bende van Vier' wordt het daarom tijd de vredesbeweging nieuw leven in te blazen. Op deze pagina openen zij de diskussie. 

Onze vredesbeweging heeft de nieuwe wereldorde niet gehaald, maar de wereld is niet vreedzamer geworden. Militair ingrijpen om conflicten 'op te lossen' lijkt de regel te gaan worden om belangen veilig te stellen. Nog steeds wordt de leer beleden dat problemen met militair geweld opgelost kunnen worden. Nog steeds worden miljarden aan wapentuig uitgegeven terwijl miljoenen de hongerdood recht in de ogen kijken. Nog steeds worden dictators met militaire en andere steun vanuit het westen in het zadel gehouden. Nog steeds gaat het militarisme zich te buiten aan milieuvernietiging. Nog steeds moet dat worden tegengewerkt. 

De Nederlandse politiek moet zo worden beïnvloed dat die een vredespolitiek gaat voeren welke oog heeft voor de noden en pijnen van de volkeren en mensen in de wereld, en niet alleen voor de economische en politieke belangen van het 'vaderland' en zijn bondgenoten. Onze hollanditische vredesbeweging ligt echter uit elkaar. Voor het gescheiden optrekken van pacifisten, antimilitaristen en vredesactivisten zijn we op het moment te zwak. We hebben elkaar nodig om zo'n vuist te kunnen maken. In de noodzaak van de oppositie en in de luwte tussen radicaal en gematigd ligt de voedingsbodem voor een nieuwe vredesorganisatie. 

Schaamlappen 

In de verhalen die we moeten geloven is er sprake van een nieuw soort militair optreden. Niet het eigen belang maar nobelere motieven liggen eraan ten grondslag. De Golfoorlog voor een internationale rechtsorde is het roemruchtig begin van de jaren negentig. In Joegoslavië zal het humanitaire interventie heten. 

Zulke verhalen echter legitimeren een militair optreden waar andere belangen mee gediend zijn. Want waarom anders selecteert die internationale rechtsorde Koeweit en niet Oost-Timor? En waarom verdient slechts een minderheid van de onder militairen vertrapten onze humanitaire steun? Talloze landen worden verscheurd door een burgeroorlog waarin de partijen vaak volledig afhankelijk zijn van steun van de landen die zich nu opwerpen als beschermers van de internationale rechtsorde en de wereldbevolking. 

Mooie woorden kunnen niet verhullen dat pas dan ingegrepen wordt als er grote belangen op het spel staan. Belangen die vaak ondoorzichtig en nauwelijks herkenbaar zijn. Belangen die het ware gezicht van het hedendaagse militarisme tonen. Het is een taak van de vredesbeweging de achtergronden van militair ingrijpen nauwlettend te analyseren. Het is de taak van de vredesbeweging op basis van deze analyses druk uitte oefenen tegen dergelijk militair optreden. Dat is een taak die de Nederlandse vredesbeweging momenteel nauwelijks vervult, enkele kleine groepen niet te na gesproken. 

Karakter 

Zoals de nobele motieven het karakter van het militaire optreden een ander gezicht geven, zo staat ook het karakter van het militaire apparaat in een nieuw daglicht. De militair wordt afgeschilderd als hulpverlener, als ontwikkelingswerker, als samenwerker. 

Het militaire apparaat zelf staat niet ter discussie. Het systeem waarin je' van mens een nummer wordt, waar bevel bevel is en waar zelf nadenken een subversieve misdaad is. Ook de werking van militair optreden staat niet ter discussie. Men gaat voorbij aan het feit dat geweid geweld oproept, en doet alsof geweld alleen met geweld kan worden gestopt. Pleidooien zijn er voor militair ingrijpen, niet voor steun aan vredesbewegingen in gebieden waar oorlog woedt. 

Een vredesorganisatie is nodig - nu meer dan ooit. Allereerst omdat we zowel uit de politieke ontwikkelingen van de afgelopen jaren als uit de herstructurering van de diverse westerse legers, de conclusie kunnen trekken dat militair optreden een nieuwe norm wordt. Op de tweede plaats omdat er geen organisatie is, die onafhankelijk van kerk en staat en gericht op alle leden van de bevolking, garant staat voor een oppositioneel geluid. Op de derde plaats om die resten van wat ooit een vredesbeweging was en nu verteerd wordt te binden voor het proces van ontbinding voltooid is. 

Voor de radicalen is nog een vierde factor van belang. De radicale vredesgroepen ontberen een organisatie aan haar rechterzijde die een brug vormt, die hun verbreding mogelijk maakt. Ooit vormde de gematigde beweging tegen de kruisraketten een loopplank waarover mensen hun radicale schip betraden, maar dat schip met antimilitaristen of anderen uit de linkse hoek drijft nu losgeslagen uit de kust. Zelfs contact met Groen Links leidt eerder tot wederzijdse beschietingen dan tot een gezamenlijk optrekken. 

Een nieuwe vaart 

Een nieuwe vredesorganisatie zal moeten voldoen aan de eisen die de nieuwe tijd stelt. Oude dogma's moeten overboord. Het militaire optreden eist dat we niet buitengaats en uitgedroogd toekijken. Links moet een nieuwe vaart maken, ook ideologisch. Oude stokpaardjes zijn gekaapt door rechts. Een voorbeeld is de Verenigde Naties, die tijdens de Koude Oorlog regelmatig werden aangehaald als een orgaan voor wereldvrede dichterbij kon brengen. Nu zien we echter dat de politiek van de VN gedicteerd wordt door het westen en met name de VS.  

Dat leidt tot absurde situaties zoals in het 'geval' Libië, waar een bevolking verantwoordelijk wordt gesteld voor een actie van twee van haar ingezetenen. Zo'n nieuwe vaart moet gemaakt worden met het bij elkaar inruimen van wat over is. Voor het zoveelste uitstapje naar een standpunt betreffende een klein aspect van de wereldpolitiek is geen laveerruimte. Daarvoor zit de wind niet met links mee. 

Een succesvolle vredesorganisatie moet in staat om voor lange tijd een brede groep te binden en uiteenlopende standpunten in zich te accepteren. Radicalen en gematigden moeten vanuit hun overtuiging van het nut van een brede organisatie bereid zijn ondanks elkaars verschillen samen te werken. 

Wij willen een vredesorganisatie die succes boekt, die uit het moeras van de marginaliteit opstaat. Wij willen resultaat, wij willen vrede, maar door vast te houden aan doelstellingen en uitgangspunten wordt voorkomen dat onze vrede verwatert tot een rivier die door geheel het politieke spectrum kan worden vervuild. Ons doel moet zijn dat de gehele bevolking van ons gelijk overtuigd is. 

Hoe kunnen we dat bereiken? 

Professionalisering zal één van de wegen moeten zijn. Een publiciteitsbeleid zal vakkundig ontwikkeld moeten worden. Immers hoe komt het, dat een gat knippen in het hek van een basis tegenwoordig als terrorisme wordt omschreven, terwijl een verdergaande actie van Greenpeace met gejuich wordt begroet? Blijkbaar is niet alleen het middel maar ook het mediaspel eromheen wat bepaalt hoe de daad bekend wordt. 

De personele invulling zal geprofessionaliseerd worden. Met de toenemende repressie op de arbeidsmarkt is het einde van de beroepsvrijwilliger met behoud van uitkering nabij. Dat geldt in elk geval voor de instroom van jongeren. Van vrijwilligers kan vaak niet meer verwacht worden dan een enkel avondje praktisch werk, zoals de schrijfavonden van Amnesty. Toch binden dergelijke activiteiten de achterban. 

Het is al opgemerkt. Een belangrijke taak ligt in het verklaren van het politieke gebeuren en het belichten van haar achtergronden. Zowel de eigen achterban als de wereld om ons heen zal van informatie moeten worden voorzien. Heldere analyses en duidelijke stukken die voor een breed publiek begrijpbaar zijn, goed gedocumenteerd en uitgezocht, zijn daarvoor nodig. 

Professionalisering betekent ook dat voortgebouwd wordt met activiteiten die momenteel al bestaan. De expertise die AMOK al heeft opgebouwd moet gebruikt worden. De Antimilitaristische Uitgeverij moet uitgebreid worden met góede manuscripten en nieuwe titels. Voor voorlichting aan dienstweigeraars hoeft geen nieuw netwerk opgezet te worden. Het is van belang dat voorlichters zich door hun eigen overtuiging verbonden voelen met onze organisatie voor de vredesbeweging. 

Organisatie 

Willen we resultaat, dan moeten we proberen bestaande activiteiten zinvol aan ons te binden. Beide kanten zullen daarvan voordeel opdoen. We zullen vooral dat moeten doen waaraan behoefte bestaat: optreden als een organisatie die door het aantal leden dat zij heeft, door acties en activiteiten die zij onderneemt, een organisatie wordt die fungeert als gezicht van de vredesbeweging. 

Deze organisatie zal de verwachtingen niet te hoog moeten spannen en zorgvuldig haar thema's en activiteiten moeten kiezen. Mobiliseer je leden pas dan als je weet dat ze massaal zullen komen, bijvoorbeeld tijdens een oorlog. Ga de dialoog aan, bijvoorbeeld op discussie-avonden, met groeperingen in je nabijheid. Haak in op onderwerpen die spelen, en belicht ze vanuit je eigen uitgangspunten en overtuigingen. 

Wat ons voor ogen staat is een organisatie die zich enkele jaren de tijd geeft om uit te groeien tot een vereniging die aan het eind van de jaren negentig klaar is voor de 21ste eeuw. Een organisatie die net als Greenpeace erin slaagt om de sympathie van een groot deel van de bevolking te winnen, en net als Amnesty erin slaagt om duizenden mensen bereid te vinden af en toe energie erin te steken. Een organisatie die erin slaagt het lege water tussen radicaal en centrum te bevaren, en daarbij uitgangspunten hanteert die aansluiten bij wat radicaal wil. Een organisatie die haar perspectief niet opoffert aan haar dogma's.  

De eerste mogelijkheden 

Maar willen we dit wel? Is er voor zo'n brede maar radicaal geïnspireerde organisatie een voedingsbodem? Op dit moment is er genoeg voedsel om mee te beginnen. Het Nederlandse leger wordt geherstructureerd. Het moet snel en ver inzetbaar zijn om de belangen van het westen wereldwijd te verdedigen. Grote delen van links verwerpen de gebruikelijke gronden voor militaire interventie. Die mesthoop kan vruchtbaar worden. 

De herstructurering kost miljarden, en iedereen schreeuwt om een aandeel in het 'vredesdivident'. Die rotzooi is biologisch te maken. Op lokaal niveau verzetten groepen zich tegen oefeningen van het leger in hun achtertuin en de belendende natuurgebieden. Daar kunnen acties worden gerooid. 

Ook de wapenhandel lest onze dorst. Waarom zouden we troepen naar Irak sturen om de Koerden te beschermen als we tegelijkertijd Turkije wapens geven om de Koerden in Turkije en in Irak te beschieten? Waarom leveren we nog steeds aan dictators à la Hoessein? En waarom mogen onze bondgenoten alle wapens kopen, terwijl zij nooit geschroomd hebben die wapens voor offensieve activiteiten te benutten? 

We moeten die actiepunten kiezen die de honger van mensen opwekt om in verzet te komen. Niemand wordt als antimilitarist geboren. Mensen denken na over zaken die hen confronteren en raken. Zoals de dienstplichtige nadenkt over de dienstplicht, en de bewoner van de Veluwe over militaire oefenterreinen. 

Ons staat voor ogen een vredesvereniging op te richten die zorgvuldig maar doelbewust op weg gaat in het politieke krachtenveld. Een vereniging die zich niet haast, maar niet bang is voor succes. Die het aandurft om naar buiten te treden en gebruik maakt van de mogelijkheden die haar geboden worden. Een vereniging die beseft dat een ledenwerfactie op de televisie niet iets is waarmee geprobeerd wordt om je monddood te maken, maar iets is wat je alleen met jarenlange strijd weet af te dwingen. 

Bovendien staat ons een vereniging voor ogen die begrijpt dat het voor het bestaan van vrede bittere noodzaak is om het tij te keren. Als we de heersers voort laten gaan op de door hun gekozen weg, zal er nooit een einde komen aan onderdrukking en geweld. Dat proces zal van onder op gekeerd moeten worden Laten we nu beginnen, in deze jaren negentig. 

Jurroen Cluitmans

David Jan Donner

Jan Willem Evers

Han Nicolaas

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1992