Naar archief

UIT: NN #113 van 18 juni 1992 – THEMA: 'Kraken'  

Utrecht, krakend hart van nederland 

Anno 1992 wordt er in Utrecht nog steeds flink op los gekraakt. Het verschijnsel lijkt in deze provinciestad vrij stabiel te zijn. Dit in tegenstelling tot sommige andere steden, waar het kraken hoge en diepe dalen bereikt. Vorig jaar zijn er zo'n 100 panden gekraakt waarvan de helft gelukt is. In voorgaande jaren lag dat niet veel anders. Zijn de Utrechtse krakers eigenwijze doorzetters of zit er hier een geraffineerde strategie achter? Heeft het kraken in de Domstad nog wel levensvatbaarheid? Eerst maar eens een duik in vogelvlucht in de Utrechtse kraakgeschiedenis. 

Voor de leegstandswet toen alles nog goed was  

In de jaren zestig gebeurde het kraken voornamelijk ongeorganiseerd. Er werd vooral veel gekraakt in de voormalige Stationsbuurt. Deze buurt is uiteindelijk gesloopt voor onder meer Hoog Catherijne, Utrechts grootste architectonische misser.  

Begin jaren zeventig kwam er meer struktuur. Er werden spreekuren opgericht en er ontstonden kraakgroepen; de kraakbond voor de praktische kant kraakt een pand om een dak boven het hoofd te hebben) en als reaktie daarop het kraakkollektief meer aktief vanuit ideologieën (kraken is een manier van leven).  

De kraakbeweging groeide gestaag, was divers en ...aktief. Op dertig april 1980 toen de wereld kennis maakte met het kraken in Nederland door de inhuldigingsrellen, werden in Utrecht 100 panden gekraakt. Er werden begin jaren tachtig een aantal successen geboekt die de moed er bij iedereen inhielden. Tivoli, een concertzaal, ontstaan door het kraken, bleef behouden nadat een slag met de mobiele eenheid gewonnen werd. Dreigen met een rel was soms ook voldoende. Zo zijn grote panden als de Kromme Nieuwe & de Olifant aangekocht door de gemeente. Soms ging het ook helemaal mis, zoals bij de panden aan de Rembrandtkade, die met een grote overmacht aan smeris werden ontruimd. 

Een jaar voor de invoering van de leegstandswet werd na een druk bezochte stedelijke vergadering de legaliserings-werkgroep opgericht. De toekomst zag er somber uit, sommigen vreesden een ontruimingsgolf. Het besef was sterk dat er daarom meer samengewerkt moest worden om zodoende meer gebruik te maken van de mogelijkheden van legalisatie. De aandacht was vooral gericht op het vorderen van panden. Dit was immers nog een strohalm binnen het kader van de leegstandswet die zou kunnen groeien tot een probaat middel tegen woningnood. Dus moest de gemeente onder druk gezet worden om een aktief vorderingsbeleid te voeren. 

Na de leegstandswet, welk een ellende  

Utrecht had de twijfelachtige eer om als eerste te maken te krijgen met de anonieme dagvaarding; de Bollenhofsestraat 108, een benedenwoning in een rustig woonwijkje. De legaliserings-werkgroep kon gelijk aan de slag. De gemeente werd onder druk gezet en vooral doordat buurtbewoners zich ook in gingen zetten ging de gemeente over tot vordering. De eigenaar ging in beroep tegen dat besluit, maar bij de verkeerde instantie. Niet de Raad van State maar de Provinciale Staten kreeg het beroep onder ogen. Door inzet van veel mensen en een portie geluk stond het 1-0 voor de kraakbeweging.  

Vijf jaar later kan de tussenstand opgemaakt worden. Voor zover daar een inschatting te maken valt, is de stand nu 4-100. Ongeveer 100 anonieme dagvaardingen zijn er door de brievenbussen gerold. Twee panden hebben zich kunnen redden door vordering, twee panden hebben processen gewonnen en hebben de panden zelf gekocht. Een mager resultaat terwijl er in de eerste drie jaar na de leegstandswet zoveel gebeurd is door heel veel mensen. 

Aktiegroepen gingen prikakties voeren tegen huiseigenaren, antikraakadvokaten en gemeentelijke instellingen. Honderden verfbommen, brandblussers met verf, een ontvoering van het burgemeester Reigerstandbeeld, uiteenlopende ondergrondse akties om de druk op de ketel te houden. Bovengronds gebeurde er ook veel. Kraakdagen werden georganiseerd, het gemeentehuis werd een aantal malen bezocht en/of bezet gehouden, voor de ontruiming van de Maliesingel 32 On 1989) werd een generale repetitie gehouden enz. 

Daarnaast was de legaliseringsgroep druk bezig met onderhandelen met de gemeente. Sinds de ontruiming van de Maliesingel 32 raakte het kraken wat in het slop. Mensen gingen hun energie naar andere terreinen, al dan niet radikaal, verleggen en het aantal akties nam af. De legaliserings-werkgroep was het onderhandelen moe. De legaliseringsmogelijkheden leken uitgeput. Vorderen lukte alleen nog bij de burgemeester Reigerstraat 28 na heel veel inspanningen (eveneens in '89). Aankoop door de gemeente of woningbouwverenigingen kon niet meer afgedwongen worden. (Als je nu dreigt met een rel lachen ze in hun vuistje) en alleen zelf aankopen had nog wat perspektief.  

De legaliserings-werkgroep ontbond zichzelf en een deel ging door met de groep Frontaal, een aktiegroep tegen de stadsvernieling. De VAK-groep timmerde verder aan de weg om panden zelf aan te kopen en met succes. Sommige grote panden gingen op eigen houtje verder met onderhandelen en boekten successen. Zo zijn de Moira-panden en het Labre ontkomen aan ontruimingen. Op kleinere schaal werden er door de Utrechtse kraakbeweging nog verwoede pogingen ondernomen om ontruimingen te voorkomen zoals bij de Minnebroederpanden (Minnebroederstraat, voorjaar '91), maar de zelfverzekerdheid veranderde steeds meer in een stemming van gelatenheid, wat heeft het nog voor zin. De kraakspreekuren bleven draaien, er werden dan veel panden ontruimd moor er kwamen ook weer veel panden bij. 

Een reeks van tegenslagen zegt nog niks... 

Utrecht blijft op zich, ondanks deze misère, nog een aktieve kraakstad. Er lopen nog mensen rond die al jaren aktief zijn rond het kraken en er blijven nog steeds mensen komen die overgaan tot kraken en daarbuiten ook aktief zijn. Hoewel alles op een kleinere schaal gebeurt. Niet meer springlevend maar nog wellevend. De toekomst ziet er niet zo rooskleurig uit. Niet alleen wat betreft de effekten van de leegstandswet en de huisvestingswet (zie elders in deze krant) maar ook door andere oorzaken.  

Want kraken tegen de woningnood heeft nog steeds bestaansrecht (kraken is immers geen trend) maar kraken tegen de leegstand is een ander verhaal. Het wordt namelijk steeds moeilijker om een leegstaand pand te vinden. Utrecht raakt propvol en daarnaast blijven de kraakwachten lastig. Werden er de afgelopen jaren steeds meer panden van woningbeheer (gemeente) gekraakt, nu wil de gemeente spoedig haar bezit privatiseren. Donkere wolken dreigen zich op te stapelen boven krakend Utreg. Is het kraken ten dode opgeschreven? 

Nou, dat zullen we nog wel eens zien! 

We staan nog niet met de rug tegen de muur al heeft het er alle schijn van. De publieke opinie t.a.v. het kraken ligt in Utreg opvallend positief. Dit heeft een aantal redenen. Ten eerste zijn er vrij goede kontakten opgebouwd met de pers in de loop van de jaren. Bij het kraken van panden, akties of ontruimingen is er vaak een persgroep en hoewel het eigen verhaal soms slecht uit de verf komt in de media (een probleem waar generaties krakers mee geworsteld hebben) wordt er daarom ook vaak gefolderd tijdens akties. Daarnaast worden er incidenteel ingezonden brieven geplaatst.  

Ten tweede zijn de kraakspreekuren relatief laagdrempelig. Een breed scala aan mensen gaat over tot kraken. Niet alleen baanloze aktievoerders, maar ook studenten en migranten. In een aantal wijken waaronder Lombok, de probleembuurt" van Utrecht, was jaren geleden kraken taboe. Dan kwamen buurtbewoners spontaan de buurt ontruimen. Doordat er in die wijk een spreekuur gevestigd was en door het schandalige beleid van de gemeente, is het kraken een geaccepteerd verschijnsel geworden. Dan worden meubels, gasfornuizen e.d. aangesleept door de buurt om het vers gekraakte pandje te ondersteunen. 

Ten derde is het nog nooit gelukt om een vette rel te trappen. Typisch iets voor Utrecht. Want die noodzaak is er een aantal malen wel geweest maar om verschillende redenen is dit nog nooit gelukt al is het wel geprobeerd. Hierdoor hebben reaktionaire elementen nooit echt handvatten gehad om maatregelen tegen het kraken te eisen en/of toe te passen. Daarbij volgt de smeris alhier een de-eskalatiebeleid, d.w.z. dat ze nog liever ons een pand uitpraten als ons er uitslaan. Hierdoor wordt minder snel de link gelegd tussen kraken en openbare orde problemen. 

Ten slotte is de samenwerking tussen verschillende groepjes in de kraakscene redelijk goed. Niet optimaal, het kan altijd veel beter. Desondanks worden tegenstellingen die er natuurlijk zijn, niet scherp uitgespeeld en blijft men zoeken naar overeenkomsten. 

Positief blijven denken, nietwaar! 

Het is immers een kwestie van een lange adem hebben. Al valt er straks minder te kraken en zit het juridisch gezien ook niet mee, dan nog blijven er mogelijkheden over om successen te boeken. Ook al zullen het er niet zoveel zijn. Maar dat is een kwestie van wennen. Het is nu zaak om vooral meer energie te steken in panden die er nog zijn, zodat die behouden blijven. Dat kan juist heel goed bij woon-werkpanden. Hoe meer mensen belang hebben bij een plak, hoe beter. Daarnaast zullen te kraken panden nog meer voorbereiding nodig hebben als voorheen. Meer uilzoekwerk en naar aanleiding daarvan trachten bondgenootschappen te sluiten. 

Joost uit utreg   

I never give up

I never give up

I crawl in the mud, but I never give up  

(chumbawamba)

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1992