Naar archief

UIT: NN #108 van 16 april 1992   

Libië: de stok is gevonden om de hond te slaan? 

Wat gebeurt er met Libië. Het land is al jarenlang een doorn in het oog van de Westerse machten. De bakermat van het internationale terrorisme. Tijdens de Golfoorlog baarde 't land de militairen van de anti-Irak-koalitie grote zorgen. Het zou in staat zijn geweest de militaire transporten door de Middellandse Zee te belemmeren en aan te vallen. Vooral de vloot onderzeeërs, die de Iraakse marine ontbeerde, werden als een gevaarlijk wapen gezien. Sluipenderwijs zouden ze de transporten kunnen torpederen. De vloot van de koalitie werd ook met het oog hierop versterkt. [1] Libië stelde zich anders op en ging de konfrontatie met de rest van de wereld (VS en bondgenoten) niet aan.  

Eind november was een onderzoeker op veiligheidsgebied voor het Congres van de Verenigde Staten in Nederland op bezoek. Hij stelde toen de vraag: "Het is mooi, zo'n opgetuigde brigade, maar zijn jullie straks bereid om ook in Libië te vechten en kunnen jullie dat?" [2] Alleen 't stellen van een dergelijke vraag geeft al een deel van de intenties weer. Libië was toen al, net als Noord-Korea, Irak en Cuba, een smet op de 'Nieuwe Wereldorde', waarbij de tegenstellingen tussen Noord en Zuid moeten verdwijnen.  

Elites in het Zuiden moeten zich neerleggen bij 't feit dat de verhoudingen in de wereld zo zijn dat het kapitalisme haar wil kan dikteren. Dit komt neer op de werkelijkheid dat strijd tegen 't kapitalisme als een technies verbeterde boemerang, afgezet met scheermesjes terug komt, Dit hoeft niet persé op militaire wijze te gebeuren. Het is ook goed mogelijk een land met ekonomiese middelen op de knieën te dwingen. 

Mee huppelen 

Dit betekent dus het einde van de geschiedenis, tenminste als het aan de machtigen ligt. Elites in Derde-Wereldlanden moeten zich zich aanpassen of barsten. Het is te verwachten dat een groot aantal landen zich inderdaad zal schikken. Waarschijnlijk zal hun dit geen windeieren leggen. Deze buiging zal betekenen dat er steun voor de betreffende politici komt bij hun pogingen de onvrede binnen de perken te houden. Want de tegenstellingen binnen de landen zullen blijven bestaan. Ze zullen niet langer onderdeel van de buitenlandse politiek mogen zijn, maar binnenlands opgelost moeten worden. Dit betekent dus repressie tegen alles wat deze status quo onder druk zet. 

Kortom, regeringen hebben zich bij deze tegenstelling neer te leggen en moeten mee gaan huppelen in de polonaise van IMF en Wereldbank. Dit betekent echter wel, om met Joachim Hirsch te spreken dat: "de onmiskenbare voordelen van dit systeem [het kapitalisme] slechts aan een klein deel van de wereldbevolking ten goede komt. En dat de buitengesloten rest nauwelijks de kans krijgt, om ook maar ooit van z'n voordelen te genieten." [3] Het einde van de geschiedenis betekent aldus dat tegenstellingen tussen regeringen tot een minimum worden teruggebracht en de sociaal/ekonomiese problemen binnenlands worden 'weggepoetst'.  

Een land als Libië, met zijn verzet tegen de overheersende politiek van de ekonomiese machten, betekent een steun in de rug van al diegenen die zich niet neer willen leggen bij deze situatie. Al is gedurende het konflikt dat nu speelt tussen de grootmachten en Libië duidelijk aan het worden dat ook de Libiese leider zich gedeeltelijk neer moet leggen bij de wensen van de grootmachten. Begin maart verklaarde hij dat ondanks het feit dat Groot-Brittannië Arabieren heeft gemarteld en de wereld heeft gekoloniseerd, aanslagen van de IRA als terrorisme worden aangemerkt. 

Geschiedenis 

Natuurlijk betekent bovenstaande niet de onvoorwaardelijke verdediging van de regering in Libië. Wat is nu eigenlijk de politiek van Gadaffi en zijn Revolutionaire Commando Raad (RCR)? In 1951 werd Libië onafhankelijk. Al is onafhankelijkheid een groot woord. Het land bleef afhankelijk van ekonomiese- en militaire steun van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. In ruil voor deze steun mochten beide landen er hun troepen stationeren. Met de vondst van olie in 1961 namen de inkomsten wel toe maar de toenmalige regering van Koning Idris II bleef aan de twee landen gebonden. 

De machtsbasis van Idris berustte op de invloedrijke stammen en families in het tribale Libië. Deze mensen kregen hoge posten in regering, leger en politie en lieten een groot deel van de oliedollars in hun zakken verdwijnen. Een ander deel verdween via de buitenlandse oliemaatschappijen. De oppositie werd verboden toen deze wees op de frauduleuze houding van de regenten bij de verdeling van de inkomsten en politieke macht. 

De omhelzing van het Westen was een ander punt van protest. Dit werd versterkt door de invloed die Nasser uit het buurland Egypte via de media op de stemming in Libië had. De protesten tegen de buitenlandse invloed werden in 1967 zo groot dat Groot-Brittannië besloot zich terug te trekken. Wel begon men het toch al voornamelijk door de Engelsen opgezette leger van 6.500 man naar 10.000 man uit te breiden. 

Gadaffi aan de macht 

In september 1967 kwam de RCR via een militaire staatsgreep aan de macht. Onvrede met het oude regime en een kommunikatiestoornis bij één van de frakties binnen het militaire apparaat waren de belangrijkste redenen waarom de coup vrijwel zonder bloedvergieten verliep. [4] Echter al snel bleek de machtsbasis van de RCR niet groot genoeg. Op aanraden van Nasser werd één van de leden vooruit geschoven als leider, Gadaffi. 

Net als bijna alle andere leden kon hij niet bogen op een prestigieuze positie op 't gebied van stam- of familieafkomst, religie of hoge rang binnen 't leger. Men had wel de sympathie van 't volk en wist deze vast te houden door als uitgangspunt voor de politiek drie hoofdthema's te nemen: anti-imperialisme, pan-arabisme en de islam. Bovendien werd hij gesteund door Nasser, de grootste held van de Arabiese bevolking van dat moment. 

Men besloot tevens een sociaal stelsel op te zetten en onderwijs aan iedereen aan te bieden. Een betere verdeling van de olie-inkomsten kreëerde een materiële basis voor loyaliteit aan het regiem. Opdrachten aan het bedrijfsleven werden gespreid en niet, zoals tijdens het bewind van Idris II, aan enkele bevoorrechte bedrijven gegeven. 

Deze politiek nam steeds radikalere vormen aan. Bedrijven werden onteigend. Huizen waar men niet in woonde werden aan de bewoners gegeven en winkels werden vervangen door staatswarenhuizen. Grondbezit werd onteigend, wat vooral bij de klerikale leiding erg slecht viel. Zij waren afhankelijk van de inkomsten van deze grond. Iedere Libiër had nog wel recht op bezit, maar alles wat hij meer had dan hij nodig had, werd gezien als diefstal van iemand die het echt nodig had. Met deze politiek werd gelijktijdig voorkomen dat er een ekonomiese machtselite zou ontstaan die de positie van Gadaffi onder druk zou kunnen zetten. 

Op het punt van het stimuleren van betrokkenheid van de bevolking bij de revolutie faalde het systeem echter. Het gevolg was dat in de opgerichte burgerkomitees niet de beste mensen van de samenleving kwamen, waardoor het beleid dat door deze komitees gevoerd werd, niet uitblonk door kunde. Dit leverde natuurlijk nogal wat protesten op. Vooral de technokraten wezen op het falen van het ideaal en protesteerden steeds krachtiger.  

De RCR stond echter geen oppositie toe, studenten en vakbondsorganisaties werden onder staatstoezicht gesteld. Maar ook vanuit het leger kwam steeds meer oppositie. In 1975 werd door militairen een coup uitgevoerd. Gadaffi reageerde klassiek op deze coup. Steeds vaker begon hij mensen uit de eigen familie en stam op cruciale plaatsen te benoemen. 

Ook de repressie nam steeds krachtiger toe. Vlak na de revolutie van 1961 werd nog gematigd opgetreden tegen de wandaden van de mensen die de politiek van Idris II hadden vormgegeven. In 1977 echter werden 22 militairen die bij de staatsgreep van '75 betrokken waren geweest geëxekuteerd. Vijf dagen later werden vier burgers, waarvan 2 studenten in het openbaar opgehangen. In 1980 werden ballingen in het buitenland gesommeerd terug te keren naar Libië op straffe van aanslagen door moordkommando's. Deze ontwikkelingen zouden steeds verder doorgevoerd worden. 

Toen in de jaren tachtig de olieprijzen gingen dalen leken de dagen van Gadaffi geteld. Eerder was al gebleken dat de bevolking weinig of niets wilde weten van zijn gewapende volksmilities. De voedselvoorziening werd steeds slechter door de vermindering van deviezen voor de overheid.

Aanval 

In 1986 werden de steden Tripoli en Benghazi in Libië gebombardeerd door een gezamenlijke strijdmacht van lucht- en zeemacht van de Verenigde Staten met steun van Groot-Brittannië. Het doel was ondermeer om Gadaffi om het leven te brengen. Gadaffi wist van de aanval gebruik te maken. De aanval van het 'monster Verenigde Staten' onderstreepte zijn toespraken waar hij zich te weer stelde tegen de grootmacht uit 't Noorden. De bevolking was op zijn hand bij de strijd tegen dit monster.  

De schietpartijen die de dag na de bombardementen nog plaats vonden in Tripoli kunnen wijzen op een opstand van delen van het leger. Echter, na die dag is niets meer vernomen van gewapende opstanden. Op dit moment kan de leider van Libië net als in 1986 spelen op de anti-imperialistiese sentimenten in Libië. Hij verklaarde begin maart dat als de Amerikanen een aanval op zijn land ondernemen "Amerika geen zeggenschap zal hebben over de Libiese olie. Libië zal zijn olie tot de laatste druppel verbranden. Als Amerika Libië aanvalt, zal er helemaal geen olie meer te vinden zijn." Wij zijn alvast gewaarschuwd voor de volgende milieuramp. [5] 

Duidelijk is dat Gadaffi, ook al heeft hij zijn bevolking van voedsel en behuizing voorzien, geen lieverdje is. Het verbieden van iedere oppositie en het desnoods in bloed smoren hiervan, zijn hiervan duidelijke voorbeelden. Dit wil echter niet zeggen dat dit een reden voor interventie kan zijn. De Generaals van Indonesië bijvoorbeeld komen meer in aanmerking voor een krachtige schrobbering. Mensenrechten worden echter steeds opnieuw naar willekeur gebruikt. 

Veiligheidsraad 

Op 21 januari verzocht de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Libië 'volledig en doeltreffend' te antwoorden op een Brits/Amerikaans verzoek om de uitlevering van twee staatsburgers die worden verdacht van betrokkenheid bij het opblazen van een Boeing uit de Verenigde Staten. Dit gebeurde in december 1988 boven het Schotse plaatsje Lockerbie. 

Frankrijk had eveneens nog een appeltje te schillen met Libië. In 1989 werd een Frans passagiersvliegtuig Boven Niger in Noord-Afrika opgeblazen. Bij de twee aanslagen vielen respektievelijk 270 en 171 doden. [6] De stok was gevonden, de stok om Libië wederom te slaan. De Veiligheidsraad liet weer eens zijn ware gezicht zien. Het is een instrument in de handen van de drie machtige permanente leden: Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten. [7] 

Op 21 januari werd ook al voorzichtig gesproken over mogelijke sankties als Libië niet over zou gaan tot uitlevering. Men had het ondermeer over het verbod op landingen van Libiese vliegtuigen (een verbod op internationale vluchten dus) en het stoppen van de levering van vliegtuigonderdelen. 

De verhoogde aktiviteiten van de Veiligheidsraad tegen Libië ontlokte aan een groot aantal bekende linkse mensen uit de wereld een reaktie. Op 25 januari verscheen een paginagrote advertentie in het Franse dagblad Le Monde, waarin gewezen werd op de onrechtmatigheid van de eis van de Veiligheidsraad. Men wees op het feit dat een staat niet gedwongen kan worden zijn burgers aan een andere staat uit te leveren. Deze advertentie werd onder andere ondertekend door Mandela, Ben Bella, Ortega en Ramsey Clark. 

Op 22 januari liet Libië al weten in samenwerking met de sekretaris-generaal Boutros Ghali naar een oplossing voor het konflikt te gaan zoeken. Verder werd vermeld dat Libië "zijn bereidheid onderstreept om samen te werken met de Sekretaris-Generaal van de VN om zijn missie tot een sukses te maken op een wijze die het aanzien van het handvest van de VN en het internationale recht versterkt." Hiermee gokte Libië al op een laatste paard. Het internationale recht zou verdere sankties moeten voorkomen, omdat de eis van de drie staten volgens dit internationale recht niet door de beugel kan. 

Nieuwe argumenten 

Echter, de richtlijnen die door de Verenigde Naties zijn opgesteld mogen nooit een belemmering zijn voor het verdedigen van je eigen politieke belangen, zo moeten de drie landen hebben gedacht. In de Golfoorlog werd de VN misbruikt en dat zal nu weer gaan gebeuren. [8] Bovendien is het voordeel van wetgeving dat er bijna altijd mazen openblijven om een heel andere konklusie te trekken.  

Er zijn allerlei regels die de tekst uit bovengenoemde advertentie onderstrepen, maar er is nog een addertje onder het gras. In NRC-Handelsblad van 6 april 1992 wordt onder de kop 'Juridisch staan de VS niet sterk tegenover Libië' op de zwakke punten in de handelswijze van de Verenigde Staten gewezen. Echter, kunnen er dan wel of geen sankties worden getroffen? "Dat kan inderdaad. Volgens artikel 39 van het Handvest van de VN is de Veiligheidsraad als enige bevoegd, zelfs verplicht vast te stellen of er sprake is van een bedreiging van de internationale vrede en veiligheid die het treffen van sancties noodzakelijk maakt. Zo'n bedreiging bestaat dus als dit in het politieke oordeel van de Veiligheidsraad het geval is."  

De schrijvers konkluderen dan dat, omdat de VS de belangrijkste stem hebben in dit orgaan, de internationale orde een Pax Americana blijkt te zijn. "Of dit een goede zaak is, hangt ervan af wat men denkt van de Amerikaanse militaire interventies in Grenada, Libië en Panama de afgelopen jaren. Dit soort akties zullen dus onder de paraplu van de Verenigde Naties uitgevoerd kunnen worden."  

Hier moet wel bij worden aangetekend dat de wereld geen Amerikaanse schietsalon is. De Verenigde Staten zijn ten eerste niet in staat al die akties zelf te betalen en verder bestaat de kans dat de chef van de salon liever ekonomiese maatregelen tegen lastige klanten neemt. Wel duidelijk wordt dat de Veiligheidsraad een autonoom en zonder kontrole van wie dan ook opererend orgaan is. 

Kernwapens 

Nog een argument werd er op het toch al smeulende vuurtje gegooid, Libië, al jaren lang herhaaldelijk in het nieuws wegens de verwerving van chemikaliën en de produktie van gifgassen, wordt ook verdacht van de produktie van een kernwapen. Het Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA) heeft in Libië meegedeeld dat ze van plan zijn de kontrole op deze wapens te verscherpen. Gekombineerd met geruchten dat Libië Russiese kerngeleerden lokt en zich materiaal voor de produktie van een kernwapen verschaft, wordt een nieuwe Saddam geschapen. 

Tijdens de Golfoorlog is gebleken dat het bezit of het mogelijk in bezit krijgen van een dergelijk wapen in de handen van iemand die volgens de publieke opinie niet te vertrouwen is, nog het beste wapen is in de slag om de hoofden en harten van de achterban. Volkomen begrijpelijk maar waarom zou een dergelijk wapen in handen van Zuid-Afrika, Israël, Frankrijk of China om een paar van de bezitters te noemen dan geen reden zijn tot interventie. 

Uitleveren 

Libië wil niet voldoen aan de eis om de verdachten aan de Verenigde Staten, Frankrijk of Groot-Brittannië uit te leveren. Echter, men is wel van plan enige konsessies te doen. Vooral door de steeds verder opgevoerde druk. Aan anderen wil men wel uitleveren. Eind februari nam Libië kontakt op met Zweden om de verdachten daar te laten berechten. Zweden wilde echter niet meewerken, omdat het van oordeel was dat het proces daar moet worden gehouden waar de misdaad zou hebben plaatsgehad. Dit volledig in lijn met de tot dan toe door het Westen gevoerde politiek tegen Libië. Tevens was men bereid om de verdachten aan Marokko uit te leveren. 

Het is dus niet zo, als steeds wordt gesteld, dat Libië niet bereid is om zijn staatsburgers door de rechter van een ander land te laten berechten. Men wil alleen niet zo ver gaan om ze te laien berechten door de vroegere koloniale machten, die bovendien door het regime als de imperialistiese grootmachten worden gezien waar men zich tegen afzet. Daarbij komt dan nog eens de aktie van de Verenigde Staten in 1986. Het argument dat de rechtspraak in Libië niet te vertrouwen zou zijn en dat daarom wel uitgeleverd moet worden, snijdt daarom geen hout. 

Reakties zonder baat 

Libië neemt de bedreigingen aan haar adres duidelijk serieus. Dit is niet alleen te zien aan de uitspraken van Gadaffi en het zoeken naar mogelijkheden om zonder volledig aan de verzoeken van de Veiligheidsraad te voldoen de verdachte Libiërs toch uit te leveren. Men is ook al bezig om tegoeden uit het Westen terug te trekken. Begin maart was al ruim een derde van die tegoeden overgemaakt naar banken in het Midden-Oosten. Bovendien laat men zich steeds meer betalen in Zwitserse francs Lp.v. dollars. (Alle internationale transakties in dollars, ook die in het buitenland, moeten door de VS worden goedgekeurd.)  

De reakties mogen echter niet baten. Half maart werd een volgende stap gezet. De Verenigde Staten vroegen een aantal landen met gastarbeiders in Libië deze terug te roepen. [9] Ook Europese landen hebben een dergelijke oproep gedaan. Wonderlijk genoeg riepen ook de Verenigde Staten zelf hun landgenoten op terug te komen. De Verenigde Staten hadden al veel eerder verzocht aan hun burgers het land te verlaten en er bestaat een reisverbod voor Amerikanen naar Libië. Deze mensen bleven echter hun dikbelegde boterham in het woestijnzand verdienen en vonden de oproep overtrokken. Er zaten dus nog 1000 VS-burgers tegen de wil van hun regering in Libië.  

Overigens hadden ook andere buitenlanders weinig behoefte om terug te keren. De Duitse overheid zette tevergeefs een extra vliegtuig in om haar burgers naar huis te vervoeren en ook de normale lijndiensten waren niet sterker dan anders bezet. Ook de geluiden die de terugkerende Britten tijdens interviews bij aankomst lieten horen, spraken boekdelen. Het NOS-journaal liet een aantal van deze mensen aan ons oog voorbij glijden. Ze mompelden iets als 'Bullshit'. 

Duidelijk werd in ieder geval dat zij deze aktie van hun regering niet zo zagen zitten. De oproep heeft wel als gevolg dat de gastarbeiders uit de Aziatiese landen die van Bush terug moesten hun inkomsten kwijt zijn en Libië ekonomies op de knieën wordt gedwongen al voordat er een Veiligheidsraad-uitspraak was. 'Ekonomies op de knieën gedwongen' betekent dat de bevolking minder te eten heeft, betekent dat een redelijk welvarend land herschapen wordt tot een land met kindertjes met vliegen op de ogen en dikke buikies en gironummers onder hun voeten. 

De resolutie 

De laatste stap die Libië zette voordat de resolutie 748 door de Veiligheidsraad werd aangenomen, was het aanbieden van uitlevering van de verdachten aan de Arabiese Liga. "Er wordt algemeen vanuit gegaan dat de verdachten dan later via de Arabiese Liga alsnog aan de VS of Groot-Brittannië zouden kunnen worden overhandigd", aldus NRC-Handelsblad van 24 maart.  

Dit was echter niet de bedoeling van Libië. Het was niet voor een onvoorwaardelijke uitlevering, waarmee indirekt toch toegegeven zou zijn aan de VS. Ook hier werd weer duidelijk dat Libië verder wilde gaan dan het volgens de internationale wetgeving verplicht was. Indirekt uitleveren aan de VS 'zonder gezichtsverlies' wordt dan gesteld, want dat is zo belangrijk bij Arabieren. Die willen hun gezicht niet verliezen. En de bevolking is niet zo slim, die hebben iets dergelijks toch niet door. Je zou het bijna nog gaan geloven ook. 

31 maart werd resolutie 748 van kracht en een paar dagen later brandde de Venezuelaanse ambassade af. Waarom? De resolutie komt er op neer dat 1) Libië de verdachten uitlevert; 2) met konkrete maatregelen aantoont dat het 't terrorisme heeft afgezworen. Vooral dat tweede roept een hoop vraagtekens op: Wat zijn konkrete maatregelen om iets aan te tonen? Waren de uitspraken tegen de IRA niet genoeg? Is het stoppen met financiële steun aan en het sluiten van opleidingskampen voor guerrillastrijders voldoende?  

'Volgens diplomaten' wil het Westen dat Libië die kampen inderdaad sluit en tevens alle informatie geeft over zijn relaties met de IRA. Gebeurt dit voor 15 april niet dan: 1) mogen er geen vliegtuigen naar Libië vliegen of uit Libië in de VN-lidstaten landen; 2) mag er geen militaire steun of advies aan Libië gegeven worden; 3) moet het diplomatieke personeel uit Libië in VN-lidstaten worden verkleind en de bewegingsvrijheid van het overige beperkt worden.  

De Egyptiese president Moebarak wist de stemming over de resolutie nog wel een dag uit te stellen, i.v.m. met een islamitiese feestdag (de openbaring van de Koran, volgens mij religieuze leek vergelijkbaar met het christelijke kerstfeest!). Hiermee werd een beetje toegeven aan de woede in de islamitiese wereld. Of men hier genoegen mee zal nemen? De ambassadeur van de Verenigde Staten bij de VN kon het wel over zijn hart verkrijgen: "Er is een enorm aantal feestdagen," zo oreerde hij. "Maar we hebben een diep respekt voor een aantal van de belangrijkste leiders [vermoedelijk bedoelt hij 'Arabiese' en vooral Moebarak] die bij deze resolutie zijn betrokken."  

Arrogantie, machtspolitiek, het doel heiligt de middelen. Amen, God zij met u en ook een beetje met de islamiet - die volgzaam is. 

Arabiese wereld 

In de Arabiese wereld zelf wordt de vraag al steeds vaker gesteld: "Wie volgt na Saddam Hoessein en Moammar Gadaffi?" Je kan ook de vraag stellen welke bevolking wordt nu weer de dupe van het feit dat haar leider in de ogen van een aantallanden niet meer bruikbaar is. Dat wordt vaak vergeten. Men begint het optreden in de Arabische wereld (en ook daar buiten) te ervaren als een hernieuwde kruistocht.  

Dat hier wel aanleiding voor is bleek ook al uit een citaat dat ik eerder aanhaalde uit de Defensienota [10]: "In toenemende mate doen zich buiten Europa ontwikkelingen voor die de veiligheid van Nederland en zijn bondgenoten raken. Terwijl de dreiging uit het Oosten sterk is afgenomen, neemt die vanuit het Zuiden en Zuidoosten toe. In veel landen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten is sprake van een politiek gevaarlijke kombinatie van snelle bevolkingsgroei, een zwak ontwikkelde ekonomie, een niet demokraties regime, een sterk ten dele religieus ontwikkeld nationalIsme en vaak een hoog nivo van konventionele bewapening." 

Daaraan kan binnenkort nog worden toegevoegd een sterk ontwikkelde anti-Westerse houding. Daar maakt men het dan ook wel naar. Het internationale recht wordt naar willekeur gebruikt en misbruikt. Opnieuw wordt de bevolking op de proef gesteld. De Golfoorlog mag dan hebben aangetoond dat er geen sprake is van een Arabiese eenheid, dit wil natuurlijk nog niet zeggen dat er geen protesten tegen dergelijke optredens komen.  

De regeringen van de Arabiese landen zitten voorlopig met het probleem in de maag. De bevolking moet rustig worden gehouden, maar de Westerse bondgenoten doen er alles aan dit zo moeilijk mogelijk te maken. Het half aan de Egyptiese staat gebonden blad Al-Ahram volgde haar regering nog trouw tijdens de Golfoorlog en was voor deze slachting. Nu stelde het dat de eisen die nu aan Libië worden gesteld de 'Nieuwe Wereldorde' gelijk stellen met "een systeem van op schrift gestelde internationale piraterij".   

Kiezenof Deelen 

Noten:

*) Tenzij anders vermeld komen de gegevens uit NRC-Handelsblad januari, februari, maart en april 1992 

1) De Middellandse Zee werd ook gebruikt om raketten om schepen met Tomahawk kruisraketten te stationeren. Deze werden over Israël en Jordanië op doelen in Irak afgevuurd.

2) NRC-Handelsblad 22 november 1991 'Bent u bereid ook in libië te vechten'

3) Konfrontatie nr. 8 pagina 29 "socialisme als radikaal reformisme timmeren aan de weg naar socialisme"

4) Gadaffi had een Baath'istiese groep benaderd waarvan de leden in het leger een middel hoge officiersrang bezaten. Men wilde geen medewerking aan de coup verlenen. Op het moment van de coup ontstond er echter verwarring omdat niet alle leden van deze groep op de hoogte waren van de afwijzing. R. First, 'Libya the elusive revolution', Penquin Books, 1974, pp 108.

De gegevens voor dit stuk geschiedenis zijn ontleend aan een niet gepubliceerde paper "Qadhafi - analyse van een machtsbasis" M.P. Barteling. In mindere mate is gebruik gemaakt van Afrika/politiek, Karel Roskam, Van Gennep, 1982.

5) Het Amerikaanse leger diskussieert momenteel hoe bij een volgend konflikt een dergelijke aktie te voorkomen. Men denkt aan het vroegtijdig aan land zetten van elitetroepen die de springstoffen onschadelijk moeten maken en het doelgericht bombarderen van boortorens om de schade te beperken.

6) In 1987 -haalde de kruiser Vicennes zonder reden een Iraans vliegtuig naar beneden. Men beriep zich op een foutje in de radarkomputer die had uitgemaakt dat het hier een vijandelijk gevechtsvliegtuig betrof. Een 'vergissing' die 290 mensen 't leven kostte. Iran verzocht schadevergoeding, maar de Verenigde Staten gebruikte de arrogantie van de macht als enig argument en liet de aanslag de aanslag en vergoedde geen cent. Zie voor deze selektieve verontwaardiging ook NN nr. 107, pag 12.

7) De andere twee permanente leden China en Rusland spelen een bijrol in de diplomatieke slagen binnen de Veiligheidsraad. China is sinds de sankties die het gevolg waren van het neerslaan van de opstand op het Plein van de Hemelse Vrede bezig zich weer een plaats te veroveren op het internationale podium. Eertijds wilde het nog wel eens opkomen voor de belangen van Derde-Wereldlanden. Tegenwoordig onthoud het zich meestal van stemming om de andere permanente leden niet tegen de haren in te strijken.
Rusland, dat de opvolger van de Sowjet Unie in de Veiligheidsraad is geworden, heeft als richtlijn voor de buitenlandse politiek één belangrijke doelstelling; het binnenhalen van zoveel mogelijk buitenlandse valuta om de ekonomie er boven op te helpen.

8) Inmiddels wordt duidelijk welke verlammende gevolgen de standpunten hebben die binnen grote delen van links en de vredesbeweging leven over de Verenigde Naties. Deze groepen hebben de konklusie getrokken dat de Verenigde Naties het orgaan zijn dat een vreedzamer en rechtvaardiger wereld kan vormen. Fouten die gemaakt zijn, wijdt men dan aan schoonheidsfoutjes binnen het instituut die veranderd moeten worden. Mooie zaken die door de VN ook gedaan zijn, worden met veel kracht naar voren gestuwd om aan dit geloof een basis te geven. Volgens mij zijn de Verenigde Naties slechts een afspiegeling van de verhoudingen in de wereld en die zijn, zoals eerder in het artikel gesteld, in het voordeel van rechts. Vooral die verhoudingen zullen dus moeten veranderen. Bovendien zullen de grootmachten geen boodschap meer hebben aan de Verenigde Naties als deze hun belangen niet meer verdedigen. Andere bondgenootschappen of gelegenheidskoalities zullen dan gevormd worden om de politieke wensen desnoods met geweld af te dwingen. Het lijkt mij verstandiger een eigen politieke koers te volgen en het is mooi als die overeenkomt met die van de VN. Je bent er dan echter niet afhankelijk van en bouwt je eigen tegen kracht op.

9) In Libië werken: 13.000 Egyptenaren, 15.000 Indiërs, 10.000 Turken, 5.000 Zuidkoreanen, 2.800 Polen en 5.000 Britten, 600 Duitsers en enkele honderden Fransen en Nederlanders.

10) NN #105 pg 4 "Hou je troepen thuis". Hier worden de goorste delen van de Defensienota besproken die geënt is op het zelfde superioriteitsgevoel als de racistiese uitspraken van Neerlands politici.

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1992