Naar archief

UIT: NN #107 van 2 april 1992   

Kongres IJ-oevers 

De bij uitgeverij Ravijn verschenen brochure over het IJ-oeverproject in Amsterdam draagt als ondertitel 'Hekelschrift over de stad en de IJ-oevers'. Met de term Hekelschrift wordt ons een fel geschrift beloofd waarin grondig wordt afgerekend met de megalomane plannen makers. Na lezing van het boekje blijkt deze opzet goed gelukt. 

"Waar we altijd de pont namen lag nu vierbaans de IJ-boulevard. Kantoren zagen we en een winkelcentrum, vangrails, tunnels en f1apperend plastic. Zon was er niet. Het waaide. De stad was verdwenen". Een tekstje dat afgedrukt staat op de (palm)groene omslag. De achterkant is uitklapbaar; er verschijnt een tekening met een panter, een telefooncel, biljartende mannen en interessante bouwsels in een palmachtige omgeving. Wat een panter in Amsterdam doet is me onduidelijk maar wat wel wordt aangegeven is een vrolijker en leefbaardere omgeving dan die de projectontwikkelaars langs het IJ willen scheppen. Het doet denken aan een paradijs, een wereld volgens Bolo Bolo. 

Het boekje is geschreven door twee mensen van 'Open Stad', een aktiegroep die probeert het IJ-project te stoppen. Het boekje komt uit ter voorbereiding op een congres dat 'Open Stad' organiseert in april (zie elders op deze pagina) en een groot feest langs de IJ-Oevers dat eind mei staat gepland. Nadat vorig jaar de gemeenteraad van Amsterdam in beginsel met de plannen instemde is een studiejaar ingegaan waarin de plannen nader ingevuld gaan worden. 'Open Stad' gebruikt het studiejaar om de oppositie tegen de plannen te organiseren en mobiliseren voor de grote slag: het besluit over de definitieve invulling van de plannen, later dit jaar.  

De problematiek rond de IJ-Oevers hebben vele kanten, vergaande gevolgen en een lange geschiedenis. De invulling van het project bepaalt de sfeer van de binnenstad voor de nabije toekomst. De auteurs van de brochure, Friso Roest en Wijnand Duyvendak, zijn er in geslaagd het hele project te behandelen en in perspectief te zetten. De nieuwe 'bijbel' voor tegenstanders van de huidige plannen. 

Het boekje start met een inleiding op de plannen; wie is wie in IJ-Oeverland. Er is in ieder geval een Gallische bard 'Sarix' (naar Saris, de verantwoordelijke GroenLinks-wethouder). Daarna een hoofdstuk over het ideeëngoed achter de plannen. De economische dromen van de gemeente waar niemand enthousiast voor te krijgen is. De 'Waterfront-mode' die al in vele steden is toegepast en vooral leidt tot van de stad afgesloten gebieden voor een klein bevolkingsdeel: de rijken. "Wij hadden geen bombardement nodig zoals Rotterdam om ruimte te maken" aldus stedebouwkundige Greenberg over 'zijn' Toronto. "Wij hebben zelf het hart van onze stad gesloopt en er een woud van kantoorgebouwen neergezet". Natuurlijk ging het Amsterdamse bestuur onder leiding van Van Thijn naar Toronto op studiebezoek. 

En dan het klimaat in dit kikkerlandje. "Het is gewoon een rotplek" aldus professor Bak van de Vrije Universiteit in het Hekelschrift. "Een langgerekte strook, van de stad afgekeerd, afgegrensd door een kolossaal station, met uitzicht op een winderige dooie plas". Saris vindt de openbare ruimte speerpunt in het project. Vandaar de aan te planten rij uitlaatgas bestendige boompjes. De auteurs merken op dat wat betreft de groenvoorziening het IJ-Oeverprojekt de stad werkelijk naar het water brengt. De bewoners van de stad zullen er niet komen omdat het verder vooral een woud van kantoren wordt. Om ruimte te maken suggereren Wijnand en Friso het Centraal Station te slopen. 

Maar toch dient de ruimte 'hoogwaardig' te worden ingevuld met bijvoorbeeld cultuur. "In het recente kunstenplan van wethouder Baak wordt de intentie uitgesproken een Centrum voor Nieuwe Muziek aan de IJ-Oevers te bouwen. Er wordt al geld voor gereserveerd. Enkele regels verder wordt voorgesteld te korten op de subsidies voor het Filmhuis, de Melkweg en Paradiso ..." Op naar een nieuwe Goudkust is de vraag in het volgende hoofdstuk over woningbouw. 

"Gezien de beperkingen die door de Wet Geluidshinder worden gesteld kunnen slechts op een paar plaatsen woningen worden gebouwd. Het wonen op deze plaatsten krijgt daardoor vrijwel automatisch een exclusief karakter" aldus de Nota van Uitgangspunten. Dure woningen dus, en in het gehele plan zal waarschijnlijk geen sociale woningbouw plaatsvinden. Daarna komen de winkels in het projekt en de rest van de stad aan bod, en een hoofdstukje kantoren. 

Architectuur en de invloed van hoogbouw op het karakter van de stad is het volgende. De gemiddelde bouwhoogte van Amsterdam, aldus de schrijvers, is beperkt. De Larmargtoren in Sloterdijk is het afschrikwekkendste voorbeeld van een nieuwe maat. Bij het IJ moeten diverse torens van 60 tot 100 meter hoogte komen. Die torens zullen een schaduw over de stad en het IJ werpen. De auto en de vierbaans IJ-Boulevard en het openbaar vervoer komen onder de veelzeggende titel 'Dieper, duurder, dwazer' aan bod. Tot slot een deel over de samenwerking tussen gemeente en beleggers en een afrondend diskussiestuk. 

Het leukste deel van het boekje: als de schrijvers op bezoek gaan bij de Dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente. Daar zitten ze te freaken met moderne apparatuur en vliegen ze op beeldschermen door de maquettes. Als gevraagd wordt of ze het uitzicht vanaf de grond op de stad kunnen laten zien, breekt er paniek uit. Een plek waar de stad te zien is, hebben ze niet kunnen vinden, vandaar de voorliefde voor vogelvlucht-perspektieven die een wijds en nog enigszins aanvaardbaar beeld opleveren. Die vogelvlucht is ook op de achterflap van het boekje afgedrukt, tevens een lijst met de geplande gebouwen. 

rik 

Palmen langs het IJ - Hekelschrift over de stad en de IJ-Oevers. Uitgeverij Ravijn, Amsterdam.       

PALMEN LANGS HET IJ 

Op 5 april organiseert de initiatiefgroep Open Stad een kongres onder de titel 'Palmen langs het IJ, het IJ-Oeverprojekt onder het mes'. 

Voor wie het nog niet weet: de gemeente Amsterdam heeft vergevorderde plannen om langs het IJ over een lengte van ettelijke kilometers een wand van spiegelglas en beton te laten verrijzen. Hoogte: 60 tot 100 meter. Deze 'toplokatie' zal voor een belangrijk deel bestaan uit kantoren (waarvan nu al 6 procent leegstaat).  

De ontwikkeling van het gebied is door de gemeente opgedragen aan de Amsterdam Waterfront Financieringsmaatschappij, een samenwerkingsverband tussen gemeente en beleggers. Op deze manier hoopt men de miljarden aan rijkssubsidies, die nodig zijn voor de realisatie van het projekt, binnen te halen. Tegelijkertijd betekent deze zogenoemde Publiek Private samenwerking dat Amsterdam een belangrijk deel van de zeggenschap over de stad uit handen geeft aan beleggers (de sociale woningbouw is bijvoorbeeld al nagenoeg uit het projekt geschrapt). 

In de zomer van '92 presenteren de beleggers hun 'ondernemingsplan'. Dat is één van de redenen om het kongres nu te houden. Een andere reden is dat de gemeenteraad in april beslist wat er gebeuren moet met de uitslag van het referendum over de autovrije binnenstad. Een essentieel onderdeel van het IJ-Oeverprojekt is de aanleg van de IJ-Boulevard. Anders dan de naam suggereert, is de IJ-Boulevard een vierbaans autoweg die dwars door de stad zou moeten gaan lopen. De beleggers stellen deze snelweg als harde voorwaarde voor het doorgaan van het projekt (want een bontjas op de fiets, dat kan natuurlijk niet).  

De vraag is nu: respekteert de gemeente (inklusief GroenLinks) de uitslag van het referendum (de IJ-Boulevard valt immers binnen het referendum-gebied) of zwicht ze voor de druk van het grote geld en komen er tegen de wil van een meerderheid toch meer auto's in de binnenstad? Op het kongres zullen de aanwezige politici hierover flink aan de tand worden gevoeld. 

De gemeente verdedigt de IJ-Oevers met een verwijzing naar de internationale konkurrentiepositie van Amsterdam. Als we wethouder Saris horen praten, lijkt het soms wel alsof Amsterdam zonder IJ-Oeverprojekt zal verworden tot een tweederangs provinciestad. Schrikbeelden als 'openluchtmuseum' en het 'Jutland van Europa' steken regelmatig de kop op. Open Stad stelt daar tegenover: Amsterdam moet niet proberen New York of Parijs te imiteren. Beter is de stad te ontwikkelen op een manier die past bij de Amsterdamse maat. 

Dat laatste geldt ook voor de architektuur. Bovendien zullen op het kongres een aantal architekten worden gekonfronteerd met elkaars standpunten en antwoord proberen te vinden op de vraag: Is de geplande hoogbouw langs het IJ mooi of lelijk? Een ander thema is: De haring terug in het IJ! Amsterdam blijkt een groot aantal (soms zeer zeldzame) dier- en plantensoorten te herbergen. Wat zijn de mogelijkheden om de stad, als alternatief voor de IJ-Oevers, een meer ekologisch karakter te geven? 

Het kongres zal worden opgeluisterd met video- en diapresentaties, een tentoonstelling en vele andere attrakties. De bijeenkomst vindt plaats van 12 tot 17 uur in 't Veemtheater, van Diemenstraat 410 in Amsterdam. 

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1992