Naar archief

UIT: NN #102 van 23 januari 1992  

In de ban van de fles 

Eind december publiceerden we een aantal kritische artikelen met betrekking tot het overmatige gebruik van alcohol in de kraakkafé's. Iets waar velen zich toe laten verleiden. De schrijvers van het diskussiestuk 'In de ban van de fles' pleiten ervoor dat er bewuster geschonken en gedronken gaat worden in kraakkafé's waar dat (nog) niet gebeurt. In de vorige NN leverde Natascha een vervolgbijdrage, waarin ze onder meer de nadelige gevolgen van alcoholverslaving beschrijft. Jacqueline begrijpt alle ophef rondom het alcoholgebruik niet. Zij ziet de bezwerende taal rondom dit onderwerp als het zoveelste voorbeeld van een 'narrow-minded' scene'tje binnen het kraakgebeuren. Voor haar is alcohol "een heerlijk goedje" en zit het slechte in de mensen zelf. We zijn benieuwd naar jouw mening, reakties naar het postadres van deze krant. 

De alcoholdiscussie laait (weer?) op. Niet alleen de overheid ziet zich gedwongen de burger te wijzen op het gevaar van het goddelijke vocht, ook mensen die zich begeven in kraakkafé's menen hun vinger op te moeten heffen. Terecht? Gedeeltelijk wel denk ik: Het is vervelend om met mensen met wie je je dagelijkse strijd wilt voeren alleen te kunnen praten als ze veel (te veel?) op hebben. Maar ligt het probleem niet bij de illusie die sommigen hebben over wat en wie strijd kameraden zijn? Is 't niet een illusie te denken dat mensen die elkaar in een bepaalde ruimte ontmoeten, ook iets met elkaar moeten delen?  

Ik ben jarenlang een trouwe bezoeker geweest van een kraakkafé bij mij in de buurt. Het was m'n leven, m'n familie, m'n identiteit ontleende ik eraan. 'Ik? Ik ben kraakster' heb ik regelmatig geroepen en trok mij terug in het beschermende donkere hol, het kraakkafé. Ik heb er vervelende dingen meegemaakt, maar ook hele leuke. Logisch. 

Ik begon het minder leuk te vinden toen ik er achter kwam dat de kreet 'alles moet kunnen' hol bleek te zijn. Sommige mensen waren niet zo open-minded als ik altijd had gedacht, of had gehoopt. Als er iemand binnenkwam met een geel colbertje en rode schoenen, werd daar niet echt moeilijk over gedaan (tenslotte kon alles) maar de persoon in kwestie had het niet gemakkelijk in het zich verwerven van een plekje tussen de anderen. Het kostte zo iemand meer moeite om ertussen te komen, dan wanneer ie een leren jas of legerbroek had aangedaan. Vertellen dat je morgen naar een concert van Pavarotti zou gaan, viel ook niet helemaal in goede aarde.  

Op zich is dat niet zo'n probleem, iedereen heeft haar/zijn eigen smaak. In het dagelijkse leven, dat wil zeggen buiten 'de scene' is dat ook zo, Als mijn buurvrouw mij met paarse haren en gele kousen ziet lopen, zie ik haar blik verstrakken. Dat is misschien niet leuk, maar ik hoef verder niets met haar. Ik ontleen m'n identiteit niet aan haar. Het feit dat zij bestaat, heeft niets te maken met het feit dat ik besta, in die zin dat het verder geen consequentie voor mijn doen en laten zou hebben als zij er niet was. 

Als het in een kraakkafé ook zo zou gaan, mensen er alleen heen gaan omdat ze het leuk vinden en er verder geen waarde aan hechten of betekenis aan geven die er niet is, zou het 'probleem' volgens mij opgelost zijn. De meeste kraakkafébezoekersters gaan er vanuit dat er een saamhorigheidsgevoel moet zijn met de andere bezoekers, maar dat gevoel is zeer vaag en kunstmatig lijkt mij. Dat saamhorigheidsgevoel bestaat als het om concrete punten gaat: "wat doen wij tegen de installatie van die CP'er" of "hoe gaan we om met de woningbouwvereniging". Er is niet één ideologie of partijprogramma waar iedereen zich aan moet houden. Gelukkig niet. 

Een saamhorigheidsgevoel is er. Of is er niet. Zo'n gevoel kan in ieder geval niet kunstmatig opgewekt worden. Als dat gevoel er niet is, maar dat 'moet wel', gaan mensen zich vasthouden aan normen en waarden. Het gevolg daarvan is dat de leukste, creatiefste, origineelste, meest open-minded mensen zich er niet meer thuis voelen. Het is niet leuk als jouw mening, die anders is dan die van de andere bezoekers, overschreeuwd wordt. Volgens mij is dat het probleem bij veel kraakkafé's, in Amsterdam in ieder geval. Waarom zou je omgaan met mensen die je niet laten uitpraten, je raar vinden, hun mening aan jou opdringen. Dan maar geen familie.  

Veel mensen drinken alcohol. Heerlijk is dat spul toch! Vooral als je na het nuttigen van vele glaasjes of flesjes met iemand in bed ligt die je zonder alcohol nooit het voorstel had durven doen met je mee te gaan (of mag dat alleen met je 'echte geliefde?'). Als dronken mensen lastig worden, spreek je ze daar op aan. Of je gooit ze de kroeg uit. 

Dronken mannen kunnen zeer vervelend zijn. Het lullige is dat die mannen dat ook zijn als ze niks gedronken hebben. Daar ga je dus niet mee om. Net als alle andere mensen die je irriteren. Een ander positief element van alcohol is dat het vaak lekkerder smaakt dan allerlei zoetige sapjes. En het is erg leuk dat er mensen zijn die na het nuttigen van alcohol meer gaan zeggen dan ze, eigenlijk willen. Soms is dat vervelend: Dan beloven ze iets dat ze de volgende dag niet nakomen of vergeten zijn. Ook dan kun je ze daar op aanspreken of zeggen "bekijk het verder maar". Er zijn mensen die niks meer kunnen zonder alcohol: Dat is hun probleem. Laten we niet de schuld aan de alcohol geven, maar verder kijken dan onze neus lang is. "....better free your mind instead..." 



Jacqueline, Amsterdam

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1992