Naar archief

UIT: NN #97 van 14 november 1991  

De vrije bond: illusie of haalbaar ideaal? 

In de vorige NN stond een artikel van Hans Boot, waarin hij pleit voor een strijdbare vakbeweging. Dit als reaktie op een in september uitgelekt intern FNV-stuk dat kiest voor een smallere vakbeweging in plaats van één die op vele terreinen aktief is. Rond die tijd voerde de Vrije Bond diskussies over het thema 'Naar een bevrijdende ekonomie'. Onlangs verscheen een brosjure met de tussenstand van die diskussie. In het onderstaande stuk wordt de Vrije Bond nader bekeken, gekoppeld aan een beschouwing van de brosjure. 

Zelfbeheer 

De Vrije Bond noemt zich een basisorganisatie voor zelfbeheer en syndikalisme. Konkreet betekent dit dat de Vrije Bond zich niet alleen bezig houdt met 'arbeid en inkomen', zoals de huidige FNV. Deze ekonomiese items worden verbonden met strijd en diskussie op ander gebieden, zoals wonen, vrouwenstrijd, anti-racisme. Centraal staat het idee dat mensen direkte zeggenschap over hun eigen leven moeten kunnen hebben. De ekonomie vervult daarbij geen unieke maar wel een belangrijke funktie. Direkte zeggenschap in de ekonomie wordt ook wel 'zelfbeheer' genoemd. 

Als voorbeeld van zo'n ekonomiese ontwikkeling met gevolgen voor andere terreinen kan het arbeidsethos genoemd worden. De mentaliteit ten aanzien van werk. Denk aan het idee dat alleen relatief onderbetaalde, geestdodende arbeid voor een baas (een baan dus) gelukkig kan maken. De hele samenleving is doordrenkt met dit waanidee. Traditionele bonden zien als gevolg hiervan de grote groep van niet-loonafhankelijken als niet relevant. Onder deze groep vallen o.a. de uitkeringsgerechtigden, studentes, huisvrouwen. 

Volgens de Vrije Bond dient ook deze groep direkte zeggenschap over produktie en konsumptie te hebben. Ondanks hun vanuit traditioneel oogpunt bekeken marginale positie, houden zij een groot gedeelte van de ekonomie draaiende. Dientengevolge is hun bewustzijn van groot belang bij fundamentele maatschappijveranderingen. En dat is een voorwaarde voor een vrije samenleving, zoals de Vrije Bond terecht konstateert in haar doelstellingen. 

Met zo'n konstatering raakt de Bond een groot diskussiepunt in de links-socialistiese beweging van deze eeuw. Kunnen de idealen nu al gerealiseerd worden of is dat pas mogelijk na die maatschappijverandering? De Vrije Bond kiest er voor om nu reeds te beginnen met het realiseren van zelfbeheer. Een keuze die tot een aantal belangrijke opmerkingen leidt. 

Positief van het nu al beginnen idealen te realiseren, is dat ideeën en theorieën getoetst worden aan de realiteit, eventuele vaagheden en onduidelijkheden kunnen verder uitgewerkt worden. Tevens leidt het tot een begin van een 'eigen zelfbepaald leven', afhankelijkheid van de boze buitenwereld kan verminderd worden.  

Eigenlijk is het ook een logiese keuze, ervan uitgaande dat politiek en persoonlijk niet te scheiden zijn. Dat je als het goed is politieke ideeën ook in je eigen leven realiseert, en niet wacht totdat je de machtsverhoudingen dusdanig hebt veranderd. 

Ook enkele bedenkingen. Groot gevaar van het nu al beginnen met zeg maar 'ideaalrealisatie', is het ontstaan van de zogenaamde 'bevrijde eilandjes'. Kleine stukjes wereld die makkelijk buiten de samenleving raken. Kleine stukjes wereld die of geen prikkel meer zijn voor de rest, of slechts dienen als legitimatie van de (kapitalistiese) rest. 

Mijn voorkeur gaat uit naar de positieve aspekten. Daarbij is het dan belangrijk het eigen handelen te blijven zien als één aspekt van een bredere beweging naar totale realisatie van een leven in autonomie en gelijkwaardigheid. En niet als doel op zichzelf. Ik ben niet vrij als jij dat nog niet bent... 

De Vrije Bond werkt aan bovenstaande middels een 'basisorganisatie'. Dit betekent dat de vereniging van onderop is georganiseerd. Er bestaan een aantal regio's die onafhankelijk zijn en eigen aktiviteiten opzetten. Overkoepelend zijn het blad Buiten de Orde en de landelijke themabijeenkomsten. Deze gingen tot nu toe over 'Wonen in Zelfbeheer' en 'Bevrijdende Ekonomie'. Net zoals de brosjure die nu uit is. 

Bevrijdende ekonomie 

In 1990 organiseerde de werkgroep anarchisme van de Vrije Bond regio Rotterdam een serie lezingen en diskussiebijeenkomsten. Onderwerp was 'bevrijdende ekonomie'. Zo'n ekonomie heeft tot nu toe een aantal kenmerken. Zo wordt er geproduceerd naar behoefte en niet omwille van de winst. Tevens wordt er vrijwillig en gelijkwaardig samengewerkt. Onderlinge solidariteit in plaats van gedwongen konkurrentie.  

De brosjure beoogt een soort tussenstand te zijn van de tot nu toe gevoerde diskussie. Hierin staan een zevental korte teksten, geschreven door een zevental neren die zich met aspekten van (al dan niet bevrijdende) ekonomie bezig houden. Zo komen o.a. schaalvergroting, ekonomiese haalbaarheid, kleinschaligheid, anarchistiese alternatieven en klassestrijd aan de orde. Voor een gedeelte zijn de teksten verslagen van de lezingen in Rotterdam.  

De diskussie an sich vind ik een noodzakelijke, omdat (zoals ook in de inleiding staat) er weinig krities wordt nagedacht over een andere ekonomie. Velen keuren de kapitalistiese wereldorde af, net zoals de socialistiese staatskapitalistiese variant. De Vrije Bond doet net zo, maar wat dan? 

Voor dit gebrek aan kennis en nadenken over ekonomie, wordt als verklaring geciteerd uit Bert Altena's 'Broeinest der anarchie'. Hij meent dat een belangrijke reden is dat de anarchistiese beweging geen arbeiderstersbeweging meer is. Even verder stelt hij dat zo'n verbreding naar andere vrijheidsbevorderende groepen op zich een verdieping kan inhouden, maar daarmee werd de vrij-socialistiese visie op sociaal-ekonomiese ontwikkelingen tot stilstand gedoemd. Een visie die de Vrije Bond nieuw leven wil inblazen.  

In de brosjure worden interessante diskussies aangesneden. Helaas wordt niet altijd verteld hoe dergelijke diskussies verlopen zijn. Wellicht een gevolg van het idee van de Bond geen blauwdruk te willen leveren, maar te volstaan met aanzetten. Twee diskussies vond ik heel boeiend. De eerste ging tussen een anarcho-kapitalist (Stefan Glabbeek) en een eko-anarchist (Hans Ramaer). De tweede over de vraag in hoeverre de ekonomiese komponent belangrijk is in de strijd voor een wereld met een ekonomie in zelfbeheer. 

De anarcho-kapitalist versus de eko-anarchist 

De anarcho-kapitalisten (ook wel libertaren genoemd), staan voor het laissez-faire kapitalisme,een absolute vrije markt ekonomie met een zo klein mogelijke staat. Het recht van de sterkste geldt als belangrijkste bindmiddel in de samenleving. Als gevolg hiervan is een herverdeling van de huidige welvaart voor enkelen niet wenselijk.  

In het laatste nummer van Lekker Fris (maandblad voor de regio Wageningen-Arnhem-Nijmegen) wordt de laatste brosjure van het Fascisme Onderzoeks Kollektief besproken. In die brosjure konkludeert het FOK dat de libertaren niets anders zijn dan rechts-ekstremisten in een anarchisties jasje. Vrijheid zonder gelijkwaardigheid leidt volgens mij inderdaad tot een verscherping van tegenstellingen OP elk gebied.  

De libertaren gaan helemaal voorbij aan wezenlijke zaken als ongelijke machtsverhoudingen en monopolies op bijvoorbeeld informatie. Hun analyse als zou een 'laat-niet-alles-maar-z'n-gang-gaan' situatie het enige zijn wat menselijke welvaart en geluk brengt is voor mij genoeg om het predikaat 'anarcho-' van de libertaren af te halen en ze krities in de gaten te houden. 

Als eko-anarchist gaat Hans Ramaer uit van de lokale gemeenschap. Kleinschaligheid als maat der dingen. Zoiets kan denk ik vele kanten op gaan. Van doorslaggevende betekenis is daarbij het respekt voor de vrijheid van de ander. Twee kanten hoe zoiets uit kan pakken; enerzijds een prettige vrijwillige samenwerking en onderlinge verbondenheid.Anderzijds een verstikkende sociale kontrole vol roddels en bekrompenheid, zonder ruimte voor welke 'afwijking' dan ook. Oprecht geïnteresseerden in deze variant zou ik graag eens vertellen over mijn jeugd in een piepklein dorpje in de bollenstreek. 

De ekonomiese komponent 

De Vrije Bond stelt dat wie de maatschappij fundamenteel wil veranderen, dat niet zal kunnen bewerkstelligen zonder een fundamentele verandering in de ekonomiese situatie. Onbewust doet zo'n zin me terugdenken aan de lessen in klassieke marxistiese ekonomie waarin de onderbouw (de verdeling van de produktiemiddelen, de ekonomie) de bovenbouw bepaalt. Onder bovenbouw wordt dan verstaan de sociale, kulturele, etc. dingen.  

Behalve de paradoks in Marx' theorie (hoe je Rositie in de onderbouw is, bepaalt wat je denkt. Marx zou dus met andere woorden nooit tot ideeën kunnen komen die in strijd zijn met z'n bourgeois achtergrond) werpt het de volgende vraag op: Is het mogelijk om, even doorgaand in marxisties taalgebruik, te beginnen met veranderingen in de bovenbouw? Of zijn die veranderingen per definitie zinloos omdat de ekonomiese fundamenten niet veranderen. 

Volgens mij is het meer de vraag wat het noodzakelijkste en beste is. Het antwoord hierop verschilt van mens tot mens. Voor mij is de ekonomie niet iets wat louter als oorzaak van verkeerde dingen in de wereld geldt. Dingen als ekonomie, racisme en seksisme hangen onderling samen en worden vaak als elkaars legitimatie gebruikt.  

De verhouding tussen mannen en vrouwen is bijvoorbeeld veel ouder dan welke ekonomiese verhouding dan ook. Het getuigt van onwil politieke ideeën in je eigen leven om te zetten als iemand verkondigt dat bijvoorbeeld vrouwenbevrijding pas na de revolutie kan worden aangevangen. Liever prefereer ik een gezamenlijkheid van strijd op alle terreinen. 

Bij 'one-issue-strijd' blijft het gevaar de staat in de kaart te spelen bestaan, als zij doet bij de gratie van tot tegenstellingen gemaakte verschillen. Ook in andere groepen zijn diskussies over 'bevrijdende ekonomie' aan de gang. In Nederland bij het Landelijk Anarchisties Samenwerkingsverband LAS, in België bij de Libertaire studiegroep Gent en in Engeland bij het blad Freedom. Ondanks verschillen in aanpak (Gent en LAS meer theoreties en de Vrije Bond meer prakties) gaat de samenwerking steeds beter. Tot nu toe zijn voornamelijk stukken uitgewisseld. 

Het is te hopen dat deze diskussie door zal gaan, zodat gemakkelijk uitgesproken begrippen als anti-kapitalisme, anarchisme en zelfbeheer meer inhoud krijgen. Een stapje op weg naar realisatie. Ondanks mijn (nog steeds) geringe kennis van ekonomie, kan ik zeggen bijzonder gestimuleerd te zijn door de stellingen in de Vrije Bond. In afwachting van reakties vanuit die klup, andere klups of lezersters van NN,  


Tups

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1991