UIT: NN #93 van 19 september 1991
Woonwagenpark in stuttgart vijf keer ontruimd
Je herinnert je vast nog de toestanden rond het door wagenbewoner*s bezette terrein aan de Gevleweg in Amsterdam. Na veel politiek gehannes werd een deel van de bewoner*s van het terrein tot januari a.s. getolereerd, de rest werd 'weggeveegd'. Je zult ook weten dat de Gevle niet enig in zijn soort is. In heel Noord-West Europa vind je kampen met circus- en bouwwagens.
Sinds een paar maanden is het uiterst onrustig rond twee kampen (of 'Wagenburgen', zoals de Duitsers zeggen) in de omgeving van Stuttgart. Stuttgart is net zoals ander grote Europese steden in sociaal opzicht een ramp. Woningnood, verkrotting, armoede, noem maar op, het is er. En, zoals overal, wordt daar niet struktureel iets aan gedaan, maar slechts dan als dat nodig is om de produktiviteit van de bevolking in stand te houden.
Zo gebeurde het dan ook dat een grote groep jongeren uit protest tegen de woningnood een 'Wagenburg' inrichtte op het terrein van de Stuttgarter Universiteit. Dit inmiddels overbevolkte terrein wordt sindsdien door de autoriteiten min of meer getolereerd, men heeft er (zelfs) sanitaire voorzieningen aangelegd.
Van hot naar her
Januari 1990 bezet een tiental wagen bewoner*s van daaruit een bouwput in Stuttgart-Degerloch. Ze noemen zichzelf de 'Wilder Süden'. Ze krijgen te horen dat ze een half jaar mogen blijven en moeten verdwijnen zodra de bebouwing begint. In dat half jaar proberen de Wilder Süden een huurkontrakt te krijgen voor het terrein, maar dat mislukt.
In juli 1990 verhuist de groep dan ook; men vestigt zich op een parkeerplaats naast het Technologiecentrum aan de NobelstraBe in Stuttgart-Vaihingen. Pogingen van de autoriteiten om de groep daar weg te krijgen sneuvelen op vormfouten en onwillige rechters.
Tenminste, tot juni 1991. Dan verschijnt een heus ontruimingsbevel met een daarmee verbonden ultimatum. De inmiddels fors gegroeide Wagenburg splitst zich een gedeelte van de groep vertrekt alvast, eerst naar Stuttgart-Gerlingen, daarna naar Stuttgart-Möhringen en beginnen daar de Wagenburg "Krakelbont" (niet te verwarren met een zekere gekraakte villa in Heemstede).
De rest van de Wilder Süden weet even uitstel te krijgen, omdat het ontruimingsbevel een foutje bevat: het gaat in de stukken steeds over een leeg terrein naast de Wagen burg. Een paar dagen later verschijnt een gekorrigeerde versie. Op maandag 22 juli jl. verhuizen de Wilder Süden naar een parkeerterrein op de Universiteits-kampus, naast de gedoogde Uni-burg. Het kamp 'Krakelbont' besluit de stadsgrens over te trekken, Stuttgart uit, naar Leinfelden.
De markt op
De Wilder Süden krijgen ogenblikkelijk een nieuw ontruimingsbevel. Volgens de autoriteiten is het illegaal om in een woonwagen te leven, omdat daarin niet genoeg ramen zouden zitten en er geen bad of douche in geplaatst zou kunnen worden. Nogal wat arbeiderswoningen in Stuttgart kennen dat probleem ook, maar dat maakt voor het stadsbestuur niets uit. Zij wenst domweg geen 'ongeregelde' woonoorden binnen de stadsgrenzen.
Op donderdag 26 juli voeren de wagenbewoner*s aktie op de markt in het stadscentrum. Er worden handtekeningen opgehaald en mensen geworven om bij de komende ontruiming te zijn. De volgende ochtend staan honderden mensen en de voltallige pers te wachten op ontruiming door de politie. Die duikt om half negen op met groot materieel. Acht wagens worden in beslag genomen, de rest wordt door de bewoners naar een parkeerplaats langs de weg naar Oberaichen gesleept.
Dezelfde dag brengt een ambtenaar een ontruimingsbevel voor dat terrein. Ook Krakelbont blijkt intussen problemen gehad te hebben. Een gedeelte van die groep gaat op reis naar Tübingen, een aantal anderen rijdt, maar wat rond. De Wilder Süden verhuizen de volgende dag richting Stuttgart-Stetten, naar een terrein van de kerk. Daardoor, zo redeneren de wagenbewoner*s, wordt de kerk gedwongen mee te denken over een terrein waar de Wilder Süden kunnen blijven. Dat is in elk geval niet in Stetten, want daar wil de kerk een opvang- en vermaakcentrum voor kinderen bouwen. Een week mag de Burg blijven, daarna moet men weg.
Fysieke uitputting
Op dinsdag, het is dan 30 juli, een week na de eerste verhuizing, volgt een nieuwe protestaktie in het stadscentrum. Terwijl de wagenbewoner*s aktie voeren, valt een groep fascisten de Wagenburg aan. Er wordt met lichtkogels op de wagens geschoten en een trekker wordt met gore leuzen beklad.
De Wilder Süden zien zich gedwongen een dag- en nachtbewaking in te stellen. Het gevolg is, dat de bewoners niet meer naar hun werk kunnen. De verhuizingen en toestanden veroorzaken fysieke uitputting, en nu dus ook financiële. Wie niet werkt, krijgt in Duitsland zo goed als geen geld. De autoriteiten zien in, dat hun kansen om deze uitputtingsslag sterk toenemen.
Op zaterdag 3 augustus verlaat de groep het kerkterrein en rijdt het centrum van Stuttgart binnen. Er wordt in Fasanenhof een terrein naast het jongerencentrum gevonden. Het is helaas wel van de gemeente. De plaatselijke priester belooft op zoek te gaan naar een terrein van de kerk. De burgemeester van Stuttgart, Lehmann, zegt dat het nu maar eens afgelopen moet zijn met de Wagenburgen.
Het is heel jammer dat er in een welvaartsstad woningnood heerst, maar volgens paragraaf 2 en 3 van de plaatselijke verordening is het verboden de nacht door te brengen in de open lucht. Diezelfde dag krijgt de Burg Krakelbont in Tüblngen een brief. Ze dachten dat ze op een ongebruikt terrein van het Franse leger. stonden, maar de eigenaar blijkt ineens de Duitse Staat te zijn. De boodschap is simpel en voorspelbaar: voor donderdag wegwezen, want anders...
De kerk redt
Op maandag 5 augustus volgt weer een protestaktie op de markt in het centrum van Stuttgart. Daar duiken een hoge ambtenaar en de politiechef op. Ze verkondigen een ultimatum: de Wilder Süden moeten binnen 48 uur uit de Fasanenhof zijn verdwenen. Een woedende menigte zorgt ervoor dat het tweetal de benen moet nemen.
Op woensdag 7 augustus loopt de spanning flink op. Iedereen wacht op elkaar, de politie, de toeschouwers, de bewoner*s. De pastoor meldt dat de kerk hoe dan ook bereid is een terrein aan de Wagen burg te verhuren. Midden in de nacht besluit de burgemeester, Lehmann, niet te ontruimen en het aanbod van de kerk in behandeling te nemen.
Daarmee keert de rust voorlopig terug. Vijf ontruimingen in twee weken tijd dus. En een door de kerk geforceerde noodoplossing. Een stadsbestuur dat van ontruiming en de bijbehorende publiciteit afziet, omdat ze bang is, dat andere woningzoekenden wel eens op het idee zouden kunnen komen ook een Wagen burg te beginnen. En wagenbewoner*s die zich steeds meer beginnen te Interesseren voor de huttendorpen en tentenkampen die aan het eind van de vorige eeuw in alle grote steden bestonden.
(met dank aan Radio de Vrije Keyser)