Naar archief

UIT: NN #85 van 30 mei 1991   

Legalisering illegale konfektiewerkersters  

Donderdag 23 mei werd er in het Amsterdamse Paradiso een avond georganiseerd over de vraag of de illegale konfektiearbeiders gelegaliseerd moeten worden. De avond werd georganiseerd door de fondsorganisatie X-Y, Stichting Opstand en het SKIKA (Solidariteits Komitee Illegale Konfektie Arbeiders). Er waren zo'n 300 mensen op af gekomen waarvan velen zelf in ateliers werkzaam zijn. 

Jahid, ongeveer 30 jaar, sinds vijf jaar vanuit Turkije in Nederland en al vijf jaar werkzaam als illegaal konfektiearbeider: "Ik woon met 6 tot 8 mensen op een twee-kameretage met een huur van 300 gulden per maand (per persoon). Het werk begint om 8 uur 's ochtends en eindigt om 5 uur, of 7 uur of 11 uur 's avonds al naar gelang de drukte."  

De machines in ateliers zijn gevaarlijk, de ruimtes klein, warm en stoffig. "Het komt voor dat het atelier op donderdag gebeld wordt met de vraag om een partij kleding op maandag af te leveren. Dan wordt er in het weekend tot laat doorgewerkt tot het af is. Daarna kan je weer een week niks te doen hebben, wat ook geen inkomsten betekent."  

Als illegaal leef je konstant met angst. Voor uniformen, politie en uitwijzing. Mensen hebben vaak grote kosten, duizenden guldens, gemaakt om hier te komen. Voor valse papieren e.d. Van veel mensen zijn weer anderen afhankelijk. 

Het loon van Jahid behoort tot de topsalarissen in de ateliers. 14-15 gulden per uur. Daar moet dan wel alles van betaald worden want er is geen recht op ziekenfonds of werkloosheidsuitkeringen. Jahid is een vakman, een stikker, het belangrijkste werk in de ateliers. Slechter hebben de loopjongens het getroffen die 4-5 gulden per uur krijgen. 

De vraag is wat er moet gebeuren aan deze situatie. "Er is vraag naar deskundigheid omdat in Nederland te weinig vakmensen zijn. De Turkse arbeiders zijn hier niet om de vuile klussen op te knappen en gekonfronteerd te worden met de vieze kant van Nederland. Daarom moet er een oplossing komen in de vorm van de legalisering van de illegale konfektiearbeiders." 

LEGALISEER DE ARBEIDERS, NIET DE UITBUITING 

Donderdag 23 mei werd er in het Amsterdamse Paradiso een avond georganiseerd over de vraag of de illegale konfektiearbeiders gelegaliseerd moeten worden. De avond werd georganiseerd door de fondsorganisatie X-Y, Stichting Opstand en het SKIKA (Solidariteits Komitee Illegale Konfektie Arbeiders). Er waren zo'n 300 mensen op af gekomen waarvan velen zelf in ateliers werkzaam zijn. 

Na een inleiding kwamen drie vertegenwoordigers van groepen die voor legalisering zijn aan het woord. Het zijn drie van de ruim veertig groepen die een oproep voor legalisatie hebben onderschreven. 

De eerste groep was Groen Links Amsterdam. Meneer Hulsmaan pleitte voor legalisatie om een aantal redenen. De eerste reden is de slechte omstandigheden in de ateliers. De tweede dat er op deze manier een tweedeling in de maatschappij ontstaat tussen enerzijds een welvarend deel en anderzijds een deel van de samenleving voor wie die welvaart onbereikbaar is. Derde reden is dat Amsterdam een ekonomies belang heeft bij een gezonde de konfektie-industrie. De branche kan niet gezond worden zolang er dergelijke uitbuitingstoestanden voorkomen waarbij bovendien de illegale ateliers de legale wegkonkureren. 

Konkreet is er voor een lokale politieke partij weinig te doen om het probleem op te lossen. Wel is er in de Amsterdamse gemeenteraad gepleit voor druk op Den Haag, wat ook is gebeurt. In de Haagse politiek is er inmiddels enige beweging; er is goede hoop op het invoeren van een wet ketenaansprakelijkheid in de kledingbranche waarmee de afnemers aan te spreken zijn op de wijze waarop de door hen verkochte kleding wordt geproduceerd. 

Tweede groep was de landelijke vereniging van Wereldwinkels. Zij proberen te kijken naar de onrechtvaardige handel in de wereld en de relatie tussen het rijke westen en minder ontwikkelde gebieden. In de kledingbranche is de produktie verschoven naar minder ontwikkelde gebieden en de laatste jaren weer terug naar Nederland. Naar de ateliers dus waar onder 'Derde Wereld omstandigheden' geproduceerd wordt. De Wereldwinkels ondersteunen akties ter verbetering van die omstandigheden. Legalisering is hierin een belangrijk punt. De Wereldwinkels zijn met de Novib en SOS Wereldhandel bezig met de in- en verkoop van alternatieve kleding. 

Voor de verbetering van omstandigheden hier wil men de Schone Kleren Kampagne ondersteunen, maar de landelijke vereniging kan volgens meneer van Bergen die hen vertegenwoordigde "niet beslissen voor 300 Wereldwinkels" vandaar dat dat er nog niet van gekomen is. Ook vindt de landelijke vereniging van Wereldwinkels de Schone Kleren Kampagne te veel op C&A gericht (wat in Paradiso niet werd gezegd). 

Laatste organisatie was de Generale Diakonale Raad waarvoor de heer Roest de volgende redenen gaf. "De kerken zijn de laatste jaren vaker gekonfronteerd met mensen die in de knel zitten. Onder andere afgewezen asielzoek(st)ers die hier illegaal verblijven. De situatie in de konfektie is vergelijkbaar. Het is een onaanvaardbare situatie die moet veranderen. 

Verder gaat het om mensen die zich zelf organiseren en proberen hun recht te krijgen. Dat willen de kerken ondersteunen. Als laatste punt is legaliseren niet eenvoudig. De politiek is onwillig en het is een zaak van lange adem. Daar zijn veel mensen voor nodig en de kerk wil helpen om dit vol te houden. Konkreet was er door de Generale Diakonale Raad nog niets ondernomen omdat het probleem hen eigenlijk vrij nieuw was." 

HANDLEIDING VOOR ILLEGALEN 

Luitje Douma van het Landelijk Steunpunt Vluchteling was de volgde spreekster. Zij kondigde een door de LSV op initiatief van het OKIKA geproduceerde handleiding voor illegalen aan. In de handleiding, die in verschillende talen verschijnt, wordt ingegaan op de mogelijkheden die illegalen hebben om aanspraak op diverse voorzieningen te doen. De mogelijkheden blijken groter dan gedacht wordt. Het is mogelijk om als illegaal een woon- of werkvergunning te krijgen. 

Vervolgens werd vooral ingegaan op het rapport van de kommissie-Zeevalking die in de woorden van presentatrice Gulnaz Aslan "heeft uitgezocht hoe illegalen het beste opgepakt en uitgezet kunnen worden". De kommissie die een jaar geleden werd ingesteld kwam twee maanden geleden met een rapport. Uitgangspunt van de kommissie is dat illegaal verblijf niet alleen moet worden tegengegaan door een beter administratief toezicht en een verscherpt uitwijzingsbeleid. Het gaat vooral om het vinden van de manieren waarop illegalen zich staande kunnen houden in de Nederlandse samenleving, om die vervolgens in te perken. 

Een voorbeeld zijn de kollektieve voorzieningen. Illegalen blijken hier weinig ge-/misbruik van te maken. De kommissie wil echter zeker weten dat illegalen dat ook niet kunnen. In de huidige regelingen is slechts bij enkele sprake van een koppeling tussen een legaal verblijf en het verkrijgen van geld, bijvoorbeeld bij de bijstand.  

De kommmissie wil een soort regeling waarbij de koppeling is aangebracht. Dit geldt niet alleen voor uitkeringenlook bij bijv. kinderbijslag, huursubsidie en zelfs premies voor koopwoningen wil de kommissie een koppeling met een legaal verblijf aanbrengen. De kommissie wil de illegaliteit bestrijden en pleit voor onderzoek in een aantal sektoren: de bollenteelt, de konfektie, de havens en de horeca. 

Na afloop van het praatje van Luitje Douma kwam iemand van een nieuwe zelforganisatie van illegalen die in de bollen werken solidariteit betuigingen met de werkers in de konfektie. Daarna was het tijd voor het hoogtepunt van de avond: de forumdiskussie. 

JA, NEE, MISSCHIEN 

De forumdiskussie ging om de vraag: 'Legalisering een haalbare kaart?' Om te beginnen moesten de deelnemers daarover hun mening geven door een kaart met ja, nee of misschien omhoog te houden wat een erg komies beeld opleverde. Daar zaten de heren met hun bordjes: 'NEE' vond Van Dijk, hoofd van de Dienst Inspektie Arbeidsverhoudingen van het Ministerie van Sociale Zaken. 

'MISSCHIEN' vonden Fokke van de Vereniging van Grootwinkelbedrijven in Textiel en Wilting van de Amsterdamse smeris. 'JA' vonden Hulsman van Groen Links en uiteraard Musa Bulus van het SKIKA. Na de vraag aan Wilting waar de politie-uniformen werden gemaakt werden de antwoorden toegelicht en werden vragen gesteld door gespreksleider VPRO-journalist Hans Simonsen. 

Allereerst Musa, die de eisen van het Skika toelichtte. Die komen neer op erkenning en legaliseren van illegale werkers in de konfektie. Dit is een legale eis. Een derde van de kledingproduktie in Nederland komt uit illegale ateliers. Die produktie is onmisbaar voor de Nederlandse industrie en de werkers zijn daarvoor nodig.  

Op de vraag hoe de eis ingevuld moet worden antwoordt Musa dat dat geen zaak is voor het Skika. Het komitee is er niet voor om precies de regeltjes voor te stellen. "De mensen bij Sociale Zaken moeten ook hun salaris verdienen." Daarna Groen Links die hun Ja als volgt toelichten. Het moet atelierhouders onmogelijk gemaakt worden om nog met illegalen te werken. Daartoe moet er eerst een generaal pardon komen voor illegalen die nu in de ateliers werken. Dat kan voorafgegaan worden door een periode waar in premies betaald worden. Wie na die periode premies betaald heeft wordt dan gelegaliseerd. 

Daarna wordt uit de zaal opgemerkt dat premies niet afgedragen worden omdat atelierhouders ze niet kunnen betalen. Ze worden afgeknepen door de lui erboven, de tussenhandel en warenhuizen. Legaliseren alleen is niet genoeg omdat anders het risico bestaat dat weer een nieuw illegaal circuit ontstaat. Daarom moeten er nog twee dingen gebeuren: minimum maakprijzen voor kleding en het invoeren van ketenaansprakelijkheid zodat de afnemers (grootwinkelbedrijven) aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de voor hen geproduceerde kleding. Dit laatste gaat waarschijnlijk per 1 januari 1993 gebeuren. 

Het is dan de beurt aan Wilting. Allereerst wordt gezegd dat het Ministerie van Justitie was uitgenodigd maar niet kon komen maar dat politievoorlichter Wilting wel voor het Minister ie kan spreken (over scheiding tussen wetgevende en uitvoerde macht gesproken). W. weigert dit echter. 

Het antwoord 'misschien' moet eigenlijk 'nee, misschien' zijn omdat een generaal pardon en legaliseren niks oplost. Wel is het zo dat in ateliers geproduceerd wordt omdat er vraag naar is. Wiltings voorstel is dan ook om mensen voor een half jaar een verblijfsvergunning te geven waarna ze weer weg moeten en vervangen kunnen worden door anderen.  

Er wordt opgemerkt dat dit klinkt als uitzuigen en oprotten maar zulke woorden neemt Wilting niet in de mond. Saillant detail is dat de konfektiearbeid in de ateliers vooral pieken heeft van voorjaar tot nazomer. Waarschijnlijk zal Wiltings halfjaarvergunning wel in deze periode vallen. 

Uit de zaal komen de volgende opmerkingen. "Of meneer wel weet wat voor kosten mensen moeten maken om hier te komen. De benodigde 7 ą 8.000 gulden verdienen we niet eens in die periode." Iemand anders vraagt hoe dat georganiseerd en gekontroleerd moet worden en of dat bij de politie ook zo gaat. Wilting maakt het inderdaad mee dat mensen na een half jaar bij de politie vertrekken... En verder meent hij dat in een legale situatie ook een hoger salaris betaald kan worden. Enfin, een belachelijk voorstel dus. 

Daarna Fokke van de Grootwinkelbedrijven, die ook zitting heeft in de organisatie van de konfektie-industrie de Vakraad. Die hebben een niet effektief beleid die bedoeld was om de illegale produktie terug te dringen. Waarom werkt dat niet? De maatregelen komen neer op versterking van opsporing en vervolging en waarborgverklaringen die producenten moeten ondertekenen waar in zij verklaren premies af te dragen om een verschuiving te krijgen van produktie in het grijze naar het legale circuit. 

Het werkt niet omdat (volgens Fokke) de maatregelen op basis van vrijwilligheid zijn genomen en slechts een deel van de branche in de Vakraad is vertegenwoordigd. Waarmee Fokke suggereert dat het niet aan de leden van de Vakraad ligt. Wat niet waar is omdat bijvoorbeeld C&A wel waarborgverklaringen eist maar nog altijd gebruik maakt van het illegale circuit (omdat alleen daar voor zulke lage prijzen geproduceerd kan worden). 

Over naar Van Dijk, de specialist op dit gebied van het Ministerie van Sociale Zaken. Aan hem de vraag of hij er van overtuigd is dat de grote afnemers geen gebruik maken van illegale ateliers. De bedrijven proberen het echt goed te doen. Soms gaat het mis, en niet alleen bij de grote bedrijven die steeds genoemd worden. De maatregelen hebben er toe geleid dat van de misgelopen 40 miljoen aan premies er nu 4 miljoen binnen komen. Het ministerie en de politie zitten aan het einde van de rit, zoals hij stelt. Ze denken mee met de 'zelfregulering' van de branche. 

Echter sinds het beleid in '89 werd ingevoerd is er nog niet veel veranderd. Waarom bijvoorbeeld geen minimum maakprijzen? Als antwoord komt daarop dat die nergens in Nederland toegepast worden, dus ook niet in de konfektie. Als een atelier legaal is geldt er een arbeidsarbeidsovereenkomst met daar in vastgestelde minimumlonen. Hans Simonsen zegt dat de branche belang heeft bij junglewetten, waarop Van Dijk zegt dat als het vrijwillige beleid niet werkt er verder moet worden gegaan. 

In de zaal blijkt op persoonlijke titel een persoon van Justitie aanwezig te zijn die legaliseren geen oplossing vindt maar stelt dat er gesleuteld moet worden aan de arbeidsvoorwaarden. In plaats van illegalen moeten nu werkloze allochtonen in de ateliers gaan werken. 

Musa van het Skika merkt op dat Van Dijk met zijn premieafdraagverhaal vergeet dat het gaat om illegalen. Premies kun je alleen innen als er rechten tegenover staan. Als er 40 miljoen aan premies binnenkomt, staat daar dan tegenover dat mensen ook recht op uitkering hebben. 

Verder zegt een Turkse atelierwerker uit de zaal dat het niet gaat om het principe van de niet afgedragen 40 miljoen maar om het belang dat de Nederlandse staat heeft bij het binnenhalen daarvan. "De staat verdient miljoenen over onze rug. Daarom is men niet echt bezig met oplossingen. Het is een soort maffia-achtig gebeuren." 

Iemand van de Schone Kleren Kampagne probeert het gejubel over de Wet Keten Aansprakelijkheid te temperen. Het klinkt aardig dat een bedrijf als C&A aan te spreken is maar dat kan alleen als je konkrete bewijzen verzameld hebt. Het is dus niet zo dat je naar C&A toe kan stappen met de vraag waar ze hun spullen vandaan halen. Zij pleit dan ook voor openheid over het inkoopbeleid waarbij de gehele uitbestedingsketen wordt betrokken. 

Van Dijk zegt daarop dat de invoering van ketenaansprakelijkheid niet niks is. Het heeft in de bouw goed gewerkt. Het biedt in ieder geval een handvat om bedrijven aan te spreken, maar er moet nog veel gebeuren willen alle problemen in de konfektie opgelost worden. Brede steun voor legalisering lijkt er in ieder geval nog niet te zijn. Voorlopig blijft uitbuiting nog het voordeligst. 

rik

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1991