Naar archief

UIT: NN #84 van 16 mei 1991   

Het machtsspel rond irak 

Wat gaat er gebeuren in Irak? Er is een aantal weken lang een machtspolitieke patstelling in Noord-Irak geweest, waar vele Koerden en andere Iraakse burgers het slachtoffer van dreigen te worden. De laatste dagen zijn er echter tekenen dat diverse betrokken partijen proberen om tot een oplossing te komen. Niet noodzakelijkerwijs een oplossing in het belang van de bevolking, maar wel in het belang van de stabiliteit in de regio. Voor de plaatselijke regeringen en de Westerse, is dit een voorwaarde voor elke oplossing, zelfs al betekent dit een niets ontziende onderdrukking van elk verzet vanuit de bevolking. Wat willen al die machtselites? Het is zinvol om hun bedoelingen op een rijtje te zetten, omdat de nieuwe situatie uit de botsingen van die bedoelingen voort zal komen. 

De Iraakse regering wil opheffing van het olie embargo van de Verenigde Naties. Zonder olie verkoop, geen inkomsten; zonder inkomsten geen herstel van de ekonomie. Maar dit kan alleen met toestemming van de VS plaatsvinden. 

De VS wil een pro-westerse regering in Irak en een nieuwe pro-westerse veiligheidsstruktuur in de Golf regio. Elk zelfstandig optreden van plaatselijke machten moet hiervoor worden ingetoomd en gekontroleerd. Tegelijkertijd wil de Bush regering haar troepen weghalen voordat het 'Vietnam syndroom' toeslaat in de VS. Geen moeras voor Amerikaanse soldaten in het buitenland en zeker niet in presidentiële verkiezingstijd (vanaf jan. '92). 

Iran en Turkije willen zoveel mogelijk voordeel uit de situatie halen, zolang het nog kan. Iran wil herstel van de ekonomie se betrekkingen met het sten zodat kapitaal en geavanceerde technologie het land in komen. Turkije wil betere aansluiting met Europa, het liefst EG-lidmaatschap, en het erkennen door de Europese grootmachten van de speciale positie van Turkije als Europese poortbewaker van de grens met Azië en de Derde Wereld. Voor Iran en Turkije geldt ook dat elke interne Iraakse deal met de Koerden niet mag leiden tot een versterking van de eis voor een eigen staat van de Koerdische bevolking in die landen. 

De EG wil rust aan haar grenzen zodat ze door kan gaan met het tot stand brengen van een nieuw Europa. Daar hoort bij het tegenhouden van vluchtelingenstromen van buiten de grenzen van Europa. 

De Iraakse Koerden, hoewel verdeeld, hebben wel gemeen dat ze uit de recente nederlaag een kompromis willen bereiken met Saddam Hoessein in de vorm van beperkte autonomie binnen Irak en om dit te laten garanderen door de internationale gemeenschap, lees het Westen, de VS. 

Patstelling 

Er zit een zekere grimmige humor in de situatie: elk van de betrokken partijen zit vast, althans tijdelijk en is afhankelijk van een of meer van de anderen om iets te bereiken. De Koerden willen terug naar huis, maar alleen met garanties uit het Westen, geaccepteerd door Saddam Hoessein. Deze laatste wil een einde aan het VN embargo en is bereid om met de Koerden te onderhandelen over een beetje autonomie.  

De Westerse machten willen hun soldaten heelhuids terugtrekken omdat ze anders voorzien steeds dieper in een Koerdische moeras te belanden. Hun belang is een VN-troepenmacht/politiemacht om de bescherming van de Koerden over te nemen. Daarvoor hebben ze een soort stempel van goedkeuring van de Verenigde Naties nodig. Die wordt echter niet gegeven, omdat volgens de regels Saddam Hoessein eerst toestemming moet geven voor zo'n ingrijpen. Doet hij dat niet, dan moet de Veiligheidsraad een nieuwe motie over deze zaak aannemen. Daar is dan weer unanimiteit van de 'grote vijf' voor nodig en daar struikelt de VS op onwil van de USSR en China. Deze hebben namelijk geen zin om een precedent voor inmenging toe te staan dat zich nog eens tegen hen zelf kan keren. 

Terwijl naar een oplossing gezocht werd, zijn de Westerse troepen steeds dieper binnengedrongen in Irak en hebben ze een begin gemaakt met het naar huis brengen van de vluchtelingen. Meer dan de helft van hen wacht echter in de Turkse bergen op een meer permanente veiligheidsgarantie dan door de VS wordt gegeven. 

Om de begeerde VN-troepenmacht toch los te krijgen heeft de VS de secretaris generaal onder druk gezet om zelfstandig een troepenmacht te organiseren; tegelijkertijd heeft de VS op heel andere terreinen van buitenlandse politiek druk uitgeoefend op China en de USSR om de begeerde stemmen in de Veiligheidsraad los te krijgen. De volgende berichten vallen op: 

China:

- De enkele weken geleden in het Britse zondagsblad Sunday Times bekend gemaakte onthulling van atoomwapenhulp (in feite, hulp in het bouwen van een, kerncentrale) aan Algerije; daar werden de afgelopen weken nog eens hulp aan Saoedie-Arabië en Syrië aan toegevoegd.

- Het dreigen met het stopzetten van 'Most Favoured Nation' status, waardoor allerlei handel tussen de VS en China bemoeilijkt wordt.

- Het niet leveren van een stuk satelliet technologie dat China nodig heeft.

- Het opwerpen in de publieke opinie van de mensenrechten situatie in China. 

USSR:

-Moeilijk doen door de VS over voedselhulp aan de USSR, ondanks een sterke boerenlobby in Washington die wel graan wil leveren. Voorlopig moeten de USSR genoegen nemen met een onderzoekscommissie.

-Problemen met de ratificering van het CFE-verdrag over de relatieve krachtsverhoudingen van Oost en West in Europa door het Amerikaanse Congres. 

Andere oplossingen 

Als het door deze druk niet lukt om USSR en China te overtuigen, blijven voor de regering Bush slechts een paar opties over:

- Coup alsnog regelen in Irak. In het openbaar is inderdaad weer gewezen op de grote voordelen voor Irak die kunnen voortvloeien uit het omverwerpen van Saddam Hoessein. Met de nieuwe regering kan een deal worden gemaakt over de Koerden.

- Westerse troepen gewoon in Irak houden; daar zit een tijdslimiet op: namelijk het geduld van de Amerikaanse publieke opinie, wellicht ook dat van de Europese.

- Westerse troepen terugtrekken als er een deal tussen Koerden Iraakse regering is, zelfs zonder garanties voor de Koerden.

- Een deal met een politiemacht in ruil voor het embargo en het Westerse troepen. 

Er zijn tekenen dat men op het vierde terecht is gekomen, hoewel er nog geen verband wordt gelegd met het opheffen van het olie embargo. Als dit toch afspringt, zal de meest eenvoudige keuze gewoon het in de steek laten van de Koerden zijn door de troepen weg te halen. In dat geval zijn de Koerden afhankelijk van de noodzaak voor Saddam Hoessein om vrede in het binnenland te behouden, althans wat de Koerden betreft. Zijn positie is immers wel verzwakt en hij kan niet met dezelfde mate van repressie regeren als voorheen. Uit de Shi'itische gebieden komen nog steeds berichten van gevechten en onderdrukking. 

De popconcert hulpbrigade 

Intussen is in de Westerse wereld het onsmakelijke recept van het popconcert weer uit de kast gehaald om het Koerdische leed te verzachten. Zo werd op 12 mei in Londen door het Britse Rode Kruis "The Simple Truth" opgezet om geld voor Koerdistan te verzamelen. 

Dat dit soort modieuze gebeurtenissen beslist niet zo onschuldig zijn als ze lijken, blijkt uit een artikel over de voorgeschiedenis in het Britse dagblad The Guardian (7 mei jl.). Daar wordt de concurrentiestrijd beschreven die op gang is gebracht tussen het Britse Rode Kruis en de diverse hulporganisaties in het Verenigd Koninkrijk. Er was al een veel bredere campagne voor de slachtoffers van de Golfoorlog aan de gang in Engeland die door hetzelfde Rode Kruis was opgezet, maar die werd terzijde geschoven om gebruik te maken van de 'populariteit' van het Koerden thema.  

De initiator van het popconcert gebeuren was de Britse politicus Jeffrey Archer, lid van de Conservative Party. Opvallend was dat de Britse regering al snel met een ongebruikelijk grote bijdrage kwam: 10 miljoen pond. Het resultaat van deze aandacht verplaatsing is dat andere hulp campagnes die door andere hulp organisaties (bijvoorbeeld voor de hongersnood in Afrika) worden opgezet, nauwelijks publiciteit krijgen, evenmin als de andere Golf-slachtoffers. Zoals Iraakse burgers die de gevolgen van de Amerikaanse bombardementen hebben ondergaan, de families van de vele soldaten die in de oorlog stierven, de Shi'ieten in het zuiden, en de vluchtelingen in Iran.  

Dit 'neven'effect, het wegpersen van de publiciteit over vluchtelingen en slachtoffers die wellicht meer kontroverse oproepen, is een belangrijk verschijnsel dat steeds vaker voorkomt bij de hulpverlening. De manier van emoties opwekken lijkt een beetje op geld verzamelen voor de arme zeehondjes van Greenpeace, maar dan toegepast op mensen: elke politieke kontroverse wordt gemeden, elk publiek debat over de oorzaken van de ellende wordt weggemoffeld. 

Trendy managers, gesteund door politiek analfabetiese popgroepen, weten een miljoenenpubliek op de been te krijgen voor nu eens de Koerden, dan weer de Ethiopiërs en wellicht komen de Salvadoranen ook nog aan de beurt. Tussen al het gehuichel door, weet blijkbaar geen van de smaakmakende media op de vraag te komen waarom deze zaken steeds weer plaatsvinden. Voor de mensen daarginds valt er niets te kiezen: je moet pakken wat je pakken kan en daar valt niet over te zeuren.  

Maar hier in het Westen zou misschien eens een beetje nagedacht moeten worden over de vraag waarin deze uiterst apolitieke 'geef' kampanjes nog verschillen van een vorm van Romeins circus. Een krisis is altijd wel te vinden en dus ook slachtoffers. De centrale vraag voor onze media managers wordt: kan het gebracht worden zonder al die lastige politieke vragen. Zo ja, dan komt een 'geval' in aanmerking voor het hulpverleners circus. 

Het zou een nuttige zaak zijn om eens wat beter naar het functioneren van de hulporganisaties te kijken: niet omdat alle hulp 'verkeerd' is, maar om het mechanisme te ontbloten dat er toe leidt dat hulpverlenen het cyniese sluitstuk wordt van Westerse interventies in de Derde Wereld. 

Karel Koster (AMOK)

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1991