Naar archief

UIT: NN #73 van 10 januari 1991   

Opstand in marokko 

Sinds vijf jaar is in Amsterdam het DPMJA (Demokraties Platform Marokkaanse Jongeren Amsterdam) aktief. Ze organiseren politieke diskussies, lessen in Arabies en Nederlands en zijn aktief op het gebied van racisme bestrijding. Hier volgt een weergave van een gesprek dat we met Hassan van het DPMJA hadden over de opstand die op 14 december in Marokko plaatsvond. 

Er is opvallend weinig aandacht voor Marokko in de Nederlandse pers. Dit is deels verklaarbaar uit desinteresse bij de Nederlandse media. Anderzijds wordt dit veroorzaakt door de censuurmaatregelen van het Marokkaanse Hassan-regiem. Net als in Palestina of Zuid Afrika ondervinden journalisten in Marokko zeer veel problemen bij het vergaren van nieuws. In geval van demonstraties of rellen tegen het regiem worden journalisten geweerd uit de gebieden waar die zich voordoen. 

Ook de oppositionele pers in Marokko heeft zeer veel problemen met de censuurmaatregelen. Nog in februari '90 kreeg een oppositiekrant een verschijningsverbod opgelegd voor drie maanden wegens het overtreden van de censuur. De meeste bladen zijn sowieso getroffen door een permanent verschijningsverbod. Hassan (koning van Marokko) probeert de vrije informatie te onderdrukken wegens het gevaar dat deze voor zijn positie inhoudt. 

In '56 verwierf Marokko na jarenlange strijd onafhankelijkheid van Frankrijk en Spanje. Niet nadat de fransen echter koning Mohammed de Vijfde als marionet en verdediger van hun economiese belangen in de belangrijkste Marokkaanse industrieën (fosfaatwinning e.d.) aangesteld hadden. De monarchie in Marokko is een verlengstuk van het kolonialisme. In '58 brak er in het Rifgebied een opstand uit.  

Het regiem van Mohammed 5 trachtte de bevolking, de Amazigh, die in het westen beter bekend zijn als Berbers, een scheldnaam die ze aan de Romeinen te danken hebben en die barbaar betekend, cultureel en politiek te onderwerpen. Deze opstand werd door het regiem met grof geweld onderdrukt. Daarna onstond er een situatie die aan Koerdistan doet denken. De Amazigh werden verboden in hun eigen taal te spreken. Ook op andere manieren werd geprobeerd de cultuur te vernietigen en het gebied te arabiseren. 

In samenwerking met Westerse regeringen, die verlegen zaten om goedkope arbeidskrachten, organiseerde het Marokkaanse regiem een deportatie politiek van Amazigh naar Westerse landen om zo het verzet in het Rifgebied, dat een lange historie van opstanden kent, te breken. Door middel van verhuizing van Arabiese mensen naar de Rif werd getracht definitief een Arabies karakter aan het gebied te geven. 

Mohammed de Vijfde en zijn opvolger Hassan stammen uit een rijke handelsfamilie. Door te stellen dat zij rechtstreeks afstammen van de profeet Mohammed proberen zij een goddelijke, dimensie en daarmee meer stabiliteit aan hun bewind te geven. De belangrijkste macht putten zij echter uit hun relaties met de Marokkaanse elite en de Westerse regeringen. 

Over de opstand van 14 december 

De opstand is een gevolg van jarenlange uitbuiting en onderdrukking. Direkte aanleiding was een algemene staking 'die door de twee voornaamste vakbonden was uitgeroepen. Deze werd uitgeroepen nadat de regering beloftes die gedaan waren na onderhandelingen vorig jaar niet nagekomen was. 

Op 19 april 1990 hadden de vakbonden ook een staking uitgeroepen die niet uitgevoerd werd omdat de regering onderhandelingen over de eisen aangegaan was. De regering beloofde verbetering van werkomstandigheden, loonsverhoging, en opnieuw mensen aan te nemen die n.a.v. eerdere conflicten ontslagen waren. Deze beloftes bleken dus een wassen neus te zijn geweest. 

Toen de regering op 14 december probeerde met behulp van leger en politie de staking te breken en protesten te onderdrukken, braken er in Fes en andere steden rellen uit. Bij deze rellen zijn alleen in Fes volgens een oppositiekrant al 70 mensen doodgeschoten. Het is zeer moeilijk zekerheid te krijgen over aantallen slachtoffers omdat veel mensen hun familieleden of vrienden die gedood of gewond werden, uit angst voor represailles in het geheim begraven of behandelen.  

Volgens een verklaring van het KMAN (Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland) werden de steden Fes, Rabat en Kenitra door duizenden soldaten omsingeld en van de buitenwereld geïsoleerd. Vele honderden mensen werden door de geheime dienst en de politie gearresteerd. Sommigen van de arrestanten zijn inmiddels veroordeeld tot straffen variërend van drie tot tien jaar. 

Toch is er een verschil tussen deze opstand en de laatste, in '84, die uitbrak naar aanleiding van gigantiese prijsverhogingen voor levensmiddelen en andere zaken (als gevolg van een IMF-reorganisatieplan voor de Marokkaanse economie). In '84 distantieerden de vakbonden en oppositiegroepen zich van de rellen en de slachtoffers/arrestanten. Ditmaal steunen zij de mensen die gearresteerd zijn en klagen zij het grove overheidsgeweld aan. 

Bajesen en de gevangenen 

Sinds de onafhankelijkheid zitten de bajesen (vaak militaire) vol met gearresteerde radikale studenten en arbeiders. Er zijn ook vele gevallen van verdwijningen. Sedert drie jaar is er een hongerstaking gaande. Gevangenen, veelal zonder veroordeling eisen: recht op familiebezoek, recht op studie, recht op mediese behandeling en een eind aan de mishandelingen. In '88, overleed een gevangene na 64 dagen hongerstaking. De gevangenen uit de bajes van Casablanca zijn overgeplaatst naar een ziekenhuis waar zij sindsdien kunstmatig gevoed worden. 

In '89 heeft een onderzoekscommissie van de E.G. getracht meer informatie te krijgen over het lot van de gevangenen en vermiste mensen. Zelfs hen werd echter de toegang tot Marokko geweigerd. In NN #55 werd al een Amnesty International rapport besproken over de mensenrechtensituatie en bajesomstandigheden in Marokko, voor meer informatie verwijzen we naar dat artikel of het rapport zelf dat bij Amnesty op te vragen is. 

[ kader ]

ANTI-IMF OPSTAND IN MAROKKO

De gebeurtenissen van 14 december '90 zijn een reactie op de verarmings- en verhongeringspolitiek die het koninklijke regiem sinds de zogenaamde onafhankelijkheid heeft gevoerd. Naar aanleiding van de steeds verslechterende economiese, politieke en sociale omstandigheden en de structurele crisis op alle gebieden, wat een resultaat is van het onderdrukkende regime en zijn uitvoering van de door het IMF opgelegde orders, en die van de centra van het internationale imperialisme, hebben de twee vakbonden (CDT en UGTM) een staking uitgeroepen op 14 december.

Deze staking, die wegens het verbod daarop tot massale demonstraties heeft geleid heeft het regime met bloedig geweld beantwoord. Al eerder was de staking gepland op 19 april '90 maar werd in de hoop op een serieuze dialoog met het regime uitgesteld. De legitieme eisen van de vakbonden: het stopzetten van de massaontslagen, het verhogen van de lage lonen t.o.v. de steeds maar toenemende prijsverhogingen, en het respecteren van de vakbondsvrijheid werden zoals gewoonlijk genegeerd.

Het enige antwoord van het regime als uiting van haar onmacht om de werkelijke problemen op te lossen is het gebruik van geweld. De bloedige gebeurtenissen van 14 december, waarbij alleen al in Fes meer dan 100 doden zijn gevallen terwijl er in andere steden als Rabat, Kenitra, Tanger en de volksbuurten van Casablanca het dodental nog eens over de 100 is gelopen, maken deel uit van de onderdrukking die het Marokkaanse volk de afgelopen dertig jaar heeft gekend (de opstanden van jan. '84, juni '81, maart '65 en de dagelijkse verdwijningen, repressie en terreur).

De strijd van het Marokkaanse volk voor een menselijk bestaan, demokratie en vrijheid van meningsuiting kan niet worden tegengehouden door terreur en slachtingen. Daarom, sta op en strijdt. Voer de solidariteit met het Marokkaanse volk op. Bestrijdt de vertegenwoordigers en verdedigers van het Marokkaanse regime in Nederland (ambassade, consulaten, amicales en verklikkers). Alle politieke gevangenen vrij, weg met Hassan.

Een Marokkaanse migrant

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1991