Naar archief

UIT: NN #70 van 15 november 1990  

SuZa/LOSuZa stoppen 

Onlangs hebben het Komitee Shell uit Zuid-Afrika (SuZA) en het landelijk overleg 'Shell uit Zuid-Afrika, Sancties Nu!' (LOSuZA) besloten om voorlopig geen aktiviteiten meer te organiseren. 

SuZA richtten we in oktober '88 op omdat we kansen zagen voor een massaal en tegelijkertijd scherpe benadering van de anti-apartheidsstrijd. We kostateerden dat er in Nederland veel verschillende groepen op uiteenlopende manieren de eis 'Shell uit Zuid-Afrika' naar voren brachten. We dachten dat het mogelijk moest zijn om een aktieplan te ontwikkelen dat als kristallisatiepunt voor al deze initiatieven zou kunnen werken. Een tijdelijke coalitie op basis van een concrete eis.  

We lanceerden het voorstel om in april '89 het Shell-laboratorium in Amsterdam-Noord te blokkeren. Door middel van een massale, geweldloze en direkte aktie wilden we zichtbaar maken hoe breed het verzet in Nederland tegen Shells aanwezigheid in Zuid-Afrika was. Individuen en organisaties die elkaar nooit eerder hadden ontmoet zouden in de aktie voor het eerst samenwerken. 

De spektakelblokkade werd een succes, en SuZA werkte in het afgelopen jaar, binnen het landelijk overleg 'Shell uit Zuid-Afrika, Sancties Nu!',verder aan nieuwe akties met dezelfde uitgangspunten. Dit leidde tot een internationale aktiedag bij Shell-pompen op 28 april jl., gevolgd door de blokkade van het Shell-hoofdkantoor in Den Haag op 15 juni, gekombineerd met een demonstratie op de 16de ter herdenking van de Soweto-opstand. Tenslotte werd op 23 juni in de Rotterdamse haven een schip met Zuidafrikaanse kolen geblokkeerd. 

Gedurende twee jaar bleken een aantal keren heel verschillende organisaties en scenes, van vakbondsgroepen en anti-apartheidskomitees tot en met vredesgroepen en radikale groepen, naast elkaar en gezamenlijk deel te kunnen nemen aan 'Shell uit Zuid-Afrika'-akties. Op straat werd konkreet zichtbaar hoe groot het verzet tegen de politiek van de multinational in Zuid-Afrika was.  

We denken dat die samenwerking veel heeft opgeleverd voor de anti-apartheidsstrijd. De SuZA-akties hebben de publieke aandacht en belangstelling voor de gebeurtenissen in Zuid-Afrika mede vergroot; dat is op zich al belangrijk. Maar door deze akties is die aandacht ook meer gericht op het feit dat bij het in stand houden van apartheid multinationale ondernemingen een grote rol spelen: ze hebben immers jarenlang geprofiteerd van de winstgevende ongelijkheid in het land. Het inzicht dat we niet alleen bij de regering moeten aankloppen als we veranderingen in Zuid-Afrika willen helpen bevorderen, maar vooral ook bij het bedrijfsleven, is daardoor versterkt. 

Door de druk van akties, waaronder die van SuZA, heeft Shell zijn beleid ten opzichte van Zuid-Afrika veranderd. Weliswaar heeft het bedrijf zich niet uit Zuid-Afrika teruggetrokken, maar onder druk van akties in vele landen heeft het wel naar buiten toe een kritische houding aangenomen ten opzichte van de Zuidafrikaanse regering. Blijkbaar staat het bedrijf zo onder druk van de akties dat de Zuidafrikaanse Shell-directeur zich onlangs gedwongen voelde te pleiten tegen een al te snelle opheffing van sancties. 

Maar de akties hebben ook een zijwaartse druk uitgeoefend. Voor andere bedrijven was de Shell-campagne een reden om zich terug te trekken uit Zuid-Afrika, of om van mogelijke investeringen in het land af te zien. En voor de Nederlandse politiek was het moeilijker om maar alvast te beginner met het opheffen van sancties. 

Tenslotte hebben de SuZA-akties later zien dat het binnen de danig verzuilde, en in een permanente methodenstrijd verwikkelde anti-apartheidsbeweging mogelijk is om samen te werken in krachtige gelegenheidscoalities. 

De betekenis van de SuZA-akties gaat naar ons idee echter verder dan die ze had voor de anti-apartheidsbeweging. Allereerst vanwege de benaderingswijze van politieke machtsverhoudingen. In de Shell-campagne is heel duidelijk de politieke macht van multinationals na vele, lange jaren is in Zuid-Afrika naar voren gebracht, het feit dat zij vele maatschappelijke verhoudingen vormgeven en instandhouden. Multinationale ondernemingen hebben vaak meer te vertellen over levensomstandigheden, verdeling van welvaart en politieke verhoudingen dan regeringen. Dat geldt in Zuid-Afrika, dat geldt ook hier. Je kan je in je politieke strijd daarom vaak beter tegen deze bedrijven dan tegen de regering richten.  

Deze benaderingswijze heeft betekenis voor, veel maatschappelijke strijdterreinen. Door de inspanningen van velen hebben we onze nationale oliemultinational de afgelopen jaren in een defensieve positie weten te brengen. Het is tamelijk uniek dat zoveel verschillende organisaties een bedrijf jarenlang het vuur zo dicht aan de schenen hebben gelegd.  

We introduceerden het begrip 'imagoschade'. Het idee dat je een multinational niet financieel kan treffen, maar wel in haar imago. We konkluderen dat het kan werken. De schelp van Shell is niet meer los te zien van apartheid. Waarschijnlijk zal dat nog jarenlang zo blijven. 

Ook in de benadering van de manier waarop je politieke strijd vormgeeft reikt de betekenis van de SuZA-akties verder dan de anti-apartheidsstrijd. Een paar keer is het gelukt scherpe, direkte akties te organiseren en daarbij de konflikten, ruzies en kultuurverschillen te overstijgen die links Nederland zo vaak verlammen. Voor iedereen was de samenwerking onwennig, maar toch was het voor velen zeer stimulerend. Het zijn kontakten die sporen nalaten.  

De Shell-kampagne heeft veel losgemaakt in Nederland. Ze heeft geleid tot felle konflikten, woeste reakties maar ook tot grote instemming en veel enthousiasme. Ze bracht duizenden mensen op straat. Als een kampagne een dergelijke effekt bereikt is ze meer dan de gebeurtenissen die ze voortbrengt. In zo'n atmosfeer waarin de keuzes niet meer vrijblijvend zijn, worden ervaringen opgedaan die niemand makkelijk vergeet en groeit het zelfvertrouwen. 

Na vele, lange jaren is in Zuid-Afrika in 1990 eindelijk een doorbraak bereikt. Verzetsorganisaties zijn gelegaliseerd, er is een heel voorzichtig begin gemaakt met een dialoog over de ontmanteling van de apartheid. Behalve voor grote vreugde zijn deze veranderingen ook aanleiding voor veel verwarring binnen alle schakeringen van de Nederlandse anti-apartheidsbeweging. Welke akties moeten er nu gevoerd worden, waar moet de nadruk op liggen? Is het al tijd voor een diskussie over de post-apartheid, over de rol van de politie in een toekomstig Zuid-Afrika, de nieuwe grondwet? 

Het Inkathageweld in de townships is losgebarsten. De moordpartijen zetten traditionele redenaties op z'n kop: het ANC vraagt nu om bescherming door leger en politie. Deze veranderende posities leiden niet tot een diskussie binnen de anti-apartheidsbeweging. Alle verzetsorganisaties vragen ons om de economische druk te handhaven. Hoewel er veel lippendienst aan bewezen wordt, is het aantal akties dat deze eis zou moeten ondersteunen op de vinger van één hand te tellen. 

Het wordt steeds duidelijker dat met het eventuele verdwijnen van politieke ongelijkheden, de sociale ongelijkheden even schrijnend blijven voortbestaan. Aanleiding genoeg om de druk op de multinationals, die voor deze sociale ongelijkheden in hoge mate medeverantwoordelijk zijn, te handhaven, zou je zeggen. Maar konkrete plannen voor voortzetting van de Shellkampagne bestaan, voor zover wij weten, nergens. 

Naar ons idee is het niet alleen tekenend voor de anti-apartheidsbeweging, maar voor Nederlandse solidariteitsbewegingen in het algemeen, dat al deze verwarring tot niet meer leidt dan een sprakeloze passiviteit. Kennelijk komt het pas op grote schaal tot akties als er een heel eenduidige positie valt in te nemen: als zonneklaar is wie goed en wie slecht is, en glashelder wat er ginds moet gebeuren. Nu dat minder vanzelfsprekend is, en een positiebepaling meer discussie vraagt en meer risico's met zich meebrengt, blijkt het moeilijk tot daden te komen. 

We konstateren dat de rek eruit is, dat het enthousiasme om te denken en te praten over anti-apartheidsakties wegebt. Dat heeft niet alleen met de genoemde behoefte aan eenduidigheid te maken, maar ook met het verlangen een belangrijke rol te spelen. Op het moment dat de verhoudingen in Zuid-Afrika volkomen vast zaten, leek het aan de buitenlandse antt-apartheidsbewegingen om een doorbraak te forceren. Nu het zwaartepunt van de anti-apartheidsstrijd meer naar Zuid-Afrika zelf is verplaatst, kunnen wij niet meer dan een bijrol spelen. Dat is kennelijk te weinig om in aktie te komen. 

In deze sfeer waarin geen sprake is van "nu of nooit" wordt het politieke werk graag aan anderen over gelaten. Natuurlijk draaien de qesubsidieerde anti-apartheidsorganisaties altijd door, maar het leven is uit de strijd verdwenen. 

Het zijn deze twee punten die, tezamen met een oer-Hollands gebrek aan openbare politieke diskussie, maken dat er op dit moment geen basis is om het soort akties te organiseren waarvoor SuZA is opgericht: massale maar scherpe akties waaraan veel verschillende groepen meedoen. Of je nu op je kop gaan staan of niet, het is gewoon de realiteit. Dat betekent voorlopig geen nieuwe SuZA-akties, geen nieuwsbrieven en geen landelijke vergaderingen meer. 

Initiatieven met pretenties als die van SuZA zijn altijd tijdelijk. We hebben nooit de intentie gehad om ons te ontwikkelen tot het nog een anti-apartheidskomitee. Dat zullen we dus ook niet doen. Maar opheffen doen we onszelf pas als de apartheid is verdwenen. Afhankelijk van de ontwikkelingen in Zuid-Afrika, en de weerslag ervan op de Nederlandse politieke situatie, komt er misschien een moment waarop we besluiten om nieuwe SuZA-akties te gaan organiseren. 

Door de Shell-campagne van de afgelopen jaren hebben we ervaring opgedaan in het voeren van een campagne tegen een multinationale onderneming die bij een toekomstige campagne, tegen Shell of een ander bedrijf, van belang kunnen zijn. Je hebt een heel lange adem nodig wil je het van een multinational winnen. In deze strijd lijkt het bijzonder effektief om je op het imago van de onderneming te richten: Het is het enige terrein waarop wij, die niet binnen het bedrijf werken, sterker zijn dan de multinationals: bedrijven, zijn afhankelijk van hoe wij over ze denken.

Beschadiging van het imago is een onvoorspelbaar, en daardoor voor de onderneming beangstigend wapen: ze kunnen er nooit zeker van zijn hoeveel schade het hen kan berokkenen. We hebben ons ook gerealiseerd dat we bij de opzet van een toekomstige campagne vanaf het begin (minimaal) 'Europees' moeten denken en organiseren; multinationaal staan we sterk. 

Na de spektakelblokkade in '89 groeide in andere West-Europese landen de belangstelling voor de Shell-akties in Nederland. Voor die tijd kenden de akties in die landen maar een beperkte omvang. De internationale aktiedag op 28 april 1990 bracht ons voor het eerst allemaal tegelijkertijd op straat. In zeven landen werd bij een kleine honderd pompen aktie gevoerd.  

Eigenlijk is deze internationale doorbraak te laat gekomen. Als deze internationale struktuur een paar jaar eerder had gefunktioneerd, hadden we het Shell nog veel moeilijker kunnen maken. Want een multinational bestrijd je uiteindelijk alleen multinationaal. 

Tenslotte hebben we geleerd dat een campagne alleen kans van slagen heeft als je niet alleen een sterke, centrale coördinatie hebt, maar ook autonome, fantasierijke, lokale groepen. Samenwerking is noodzakelijk evenals het aksepteren van verschillen in denken en handelen. Regelmatige gemeenschappelijke momenten zijn net zo belangrijk als vele onafhankelijke, kleine initiatieven.  

We rekenen erop hiermee niet het laatste woord gezegd te hebben.  

Komitee Shell uit Zuid-Afrika  

Landelijk Overleg 'Shell uit Zuid-Afrika, Sankties nu'

Naar boven
Naar overzicht dit nummer
Naar Jaargang 1990