●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
1990 ● Overzicht
#61 UIT: NN #61 van 12 juli 1990
Groningen, 3 juli 1990 Vanaf kwart over zeven 's ochtends verzamelden sympathisanten zich/haar voor het gerechtsgebouw in de Oude Boteringestraat om o.a. de aangevoerde gevangenen die vandaag voor moeten komen i.v.m. de WNC-ontruiming, te ondersteunen. Om ze toe te juichen en een glimp van ze op te kunnen vangen. Ook om de hele dag stadjers en de pers te laten zien dat er nog veel mensen zijn die achter de arrestanten staan. Niet alleen 'sympa's verzamelden zich, ook een ME-peleton en vier smerissen te paard. Tegen negenen arriveerde de bus (ter grootte van een touringcar, met smalle geblindeerde ramen, en binnenin cellen) met de eerste groep gevangenen. De gevangenen werden gefouilleerd waarna ze verplicht waren hun schoenen uit te trekken. Dit i.v.m. spijkers die in hun schoenen zouden zitten, waardoor de parketvloer beschadigd zou worden. Verplicht moesten ze slippers dragen. De zitting begon met het oplezen van NN-nummers. Na het oplezen van een nummer moest de betreffende gevangene opstaan en naar voren lopen. Als eerste diende Pieter Herman Bakker-Schut, advokaat van de aangeklaagden, een klacht in over de situatie met de schoenen. Na tien minuten schorsing voor beraad werd het afgewezen. Daarna gaf de voorzitter van de rechtbank een korte samenvatting van de getuigenverklaringen. De officier begon zijn betoog met een stuk voorgeschiedenis van het Wolters Noordhof Complex. Hij probeerde een moraal in zijn betoog te verwerken. Lees het volgende citaat: "Misschien is het meer dan toevallig dat juist op deze plaats een boekerij zal worden gesticht. Misschien is het een symbolische verbinding tussen verleden en toekomst. Van oude cultuur door een dal van onbeschaafdheid naar een nieuwe cultuur. Op deze plaats immers zat een van de oudste uitgeverijen van Nederland, gespecialiseerd in schoolboekjes, waarmee generaties Nederlandse kinderen de beginselen der beschaving en rechtsorde kregen bijgebracht. Hier was het waar in 1905 de eerste aflevering van de 'Ot en Sien'-serie het daglicht zag, een mijlpaal in de opvoedings-geschiedenis. Door deze en dergelijke boeken leerde men maatschappelijk aangepast gedrag, hierdoor begreep men dat de bestaande rechtsorde wel degelijk die van elk individu in de samenleving is." Daarna gaf hij een situatieschets van het laatste half jaar, waarbij hij alle incidenten van die periode opsomde. Dit natuurlijk om een bepaalde sfeer te creëren, met als doel aan te tonen dat er sprake zou zijn van een organisatie. Vervolgens stelde hij dan ook dat iedereen die zondagochtend uit het WNC kwam schuldig was aan artikel 140, dus lid van een kriminele organisatie. Iedereen die binnen het WNC had gezeten, de week voorafgaand aan de ontruiming, was volgens hem duidelijk op de hoogte en had zich niet onttrokken aan de gepleegde feiten. Verder werd iedereen beschuldigd van art.141, het in vereniging plegen van openbaar geweld. Een aantal verdachten hoorde ook nog art. 162 tegen zich eisen. Het opzettelijk openbreken of blokkeren van de openbare weg, met gevaar voor het verkeer. Hiervoor kan een straf gegeven worden van 9 jaar. Mensen over wie verklaard was dat ze uitleg over een plattegrond van,de omgeving van het WNC hadden gegeven of over wie verklaard was dat ze mensen in groepen hadden ingedeeld, werden hierop gedagvaard. Er kwam een eis van 9 maanden uitrollen (onvoorwaardelijk met aftrek van voorarrest) voor iedereen ongeacht of diegene verklaard heeft of over iemand verklaard is, of dat er een bewijs ligt tegen een persoon. Hij vond de gepleegde "misdrijven" zo zwaar dat de aangeklaagden tijdelijk uit de samenleving gezet moesten worden. Wij vinden de eisen daarentegen belachelijk hoog en zo dacht ook de advokaat Pieter Bakker Schut erover. Hij pleitte voor vrijspraak. Immers het is van niemand bewezen dat die persoon ook werkelijk openlijk geweld heeft gepleegd, en wat art. 140 betreft maakte hij een vergelijking met Duitsland, waar het zusje (Noot van de typer: De moeder/vader. Noot van de tekstverwerker: Gezien de chronologie eerder de zoon/dochter), par. l29a ook voor het eerst werd ingezet tegen krakersters. Hij (Pieter Bakker Schut) vond het bovendien vreemd dat krakersters altijd worden gezien als een zootje ongeregeld en dat justitie, als dat uitkomt, in één keer spreekt van een perfect georganiseerde organisatie. Verder werden de zogenaamde bewijzen van de Off. v. Justitie afgestraft, stuk voor stuk met tegenverklaringen. Vele verklaringen waren in de mond gelegd, omdat in elke verklaring hetzelfde woordgebruik wordt gehanteerd. Naarmate het pleidooi vorderde ging de Off. v. justitie steeds sipper kijken. Verder vorderde Bakker Schut onmiddellijke vrijlating van iedereen die nog in voorarrest zit. Dit werd, na een "overleg" tussen de rechters afgewezen. Aan het eind had iedere verdachte de mogelijkheid het laatste woord te nemen. Een aantal deed dat ook. Daarna moest iedereen die al vrij was gelaten de recht(krom)bank verlaten en werden de anderen weer in de "luxe-touringcar" afgevoerd. Ze zaten daar in hun eigen celletje, geketend met hun handen aan de muur en met knalharde muziek. De terugreis was geen pretje. Sowieso ging het in- en uitladen erg hardhandig, maar ook in de bus heeft tenminste één iemand (NN86) flinke klappen moeten incasseren. Dit bleek uit een telefoontje van iemand uit de BRD-bajes in Hoogeveen. En iedereen had hoofdpijn van de keiharde muziek. Op zich is deze behandeling niet verwonderlijk. Men probeert op deze manier mensen te breken, iets wat ze tot nu toe nog niet is gelukt. Ook buiten waar mensen hun vriendjes en vriendinnetjes, hun kameraden met lawaai, leuzen e.d. ondersteunden, trad de smeris provocerend op. De smeris probeerde te intimideren door in grote aantallen aanwezig te zijn; de sympa's mochten niet op straat lopen, er werd flink geduwd toen de bus door kwam, stillen probeerden mensen onder paarden te duwen enz. De groep sympa's, die steeds groter werd, liet zich niet intimideren. Voor hun was en is het belangrijker om hun solidariteit te betonen. zij zullen zich dan ook ook niet zomaar laten verjagen. Zowel binnen als buiten lukte het hun niet om het verzet te breken. De tweede procesdag begon met een incidentje. Toen de, ondertussen vrijgelaten, arrestanten weigerden naar voren te komen toen hun NN-nummer werd opgeroepen werden ze de zaal uitgezet. Verder werd er voor de journalisten een videofilm getoond van de gebeurtenissen van 26 mei. Dit is een staaltje van stemmingmakerij die elke illusie van een onafhankelijke, objektieve rechtsgang tot een lachertje maakt. Op zich natuurlijk niets nieuws onder de zon, maar het tekent wel de verscherping in de maatschappelijke verhoudingen v.w.b. de bereidheid van het repressieapparaat om tot het uiterste te gaan. Verder gingen de smerisprovokaties op de tweede dag verscherpt door. Nadat de laatste gevangenen de rechtbank hadden verlaten en in hun cellen in de bus waren gebracht gingen wij (sympa's) weg. Toen werden wij gevolgd door een stuk of 8 stillen die de hele tijd op ruzie uit waren, toen ze zover wouden gaan dat ze ons achterna het kafee "de klok" in wilden gaan, hebben we ze onder bedreiging met een houten paal buiten gehouden. Daar stonden ze toen een paar minuten uitdagend te brullen dat we maar "op moeten komen". Een van deze stillen (adjudant Nap) is nauwelijks een stille te noemen, hij is een hele bekende smeris (OSL-er) die berucht is om zijn aversie tegen krakersters. Deze fascist wordt door het repressie-aparaat bewust ingezet om rellen te provoceren waarbij ze dan weer mensen van ons op kunnen pakken. Op de derde dag zijn de olievaten, welke we gebruikten om op te drummen, in beslag genomen. [Bron: BBS De Zwarte Ster] Het is duidelijk dat justitie er op uit is twee mensen verantwoordelijk te stellen voor de rel rondom het WNC-gebeuren. Ze zullen alles op alles zetten om deze mensen kapot te maken. Staatsen gaf de opdracht om met traangasgranaten op de mensen in het pand te schieten als ze het waagden voor een raam o.i.d. te verschijnen, dit is kenmerkend voor de harde houding van de staat(sen)inrichting in deze zaak. Hierbij de tekst van een pamflet wat vandaag, de laatste procesdag, voor de rechtbank is uitgedeeld. WE ZIJN NIET MET ONS ALLEN, WE MISSEN DE GEVANGENEN -
- - Toen het proces begon op dinsdag 3 juli zaten er nog 74 mensen vast (ergens anders op deze pagina's vind je een verslagje van de eerste procesdag) en leek het erop (dat ondanks allerlei pogingen van de advokaten om iedereen onmiddellijk in vrijheid te stellen), dat dit zo zou blijven tot in ieder geval de uitspraak van het proces op 17 juli. Gelukkig bleek dit niet zo te zijn. Op de derde procesdag diende de zoveelste advokaat voor de zoveelste maal een verzoek tot onmiddellijke invrijheidstelling in. Een wonder boven wonder, dit werd voor haar 6 NN's toegekend. De rechtbank scheen eindelijk in te zien dat hun vrijlatingsbeleid volstrekt onduidelijk was. Er waren mensen vastgehouden waar precies dezelfde situatie voor gold als voor mensen die wel werden vrijgelaten. Er was duidelijk sprake van rechtsongelijkheid, buiten dat was er sowieso geen reden om ze nog langer vast te houden. Toen begonnen er heel wat lampjes te branden daar in Groningen, want door deze vrijlatingen nam de rechtsongelijkheid alleen nog maar meer toe. En met als gevolg dat er op vrijdag 6 juli besloten werd op allen (op 2 na) arrestanten toch maar vrij te laten. Behalve de twee "leiders" (NN 87 en NN 100), die in ieder geval tot 17 juli vast moeten zitten. Dan is namelijk de uitspraak van het massaproces. Zoals bekend is er tegen iedereen 9 maanden geëist. Dit ging met de motivatie dat de betrokkenen blijk hadden gegeven en nog steeds gaven van een afkeer tegen deze rechtsorde. Het is tijdens het proces nogmaals duidelijk geworden dat de officiereen krampachtige poging heeft gedaan om een struktuurloos zooitje te bestempelen tot een goed geoliede machinerie. Zelfs de burgerlijke pers vond het een beetje lachwekkend worden. Justitie probeerde kost wat kost art. 140 rond te krijgen. Terwijl het natuurlijk niet zo is dat als er afspraken gemaakt zijn over het oprichten van barrikades dat er dan onmiddellijk sprake is van een organisatie volgens art. 140. Tijdens het proces rond de Mariënburcht zijn door de Hoge Raad wel wat aanwijzingen gegeven over wat nu wel of niet organisaties zijn, maar er zijn geen duidelijke minimum grenzen gesteld. Dus wat dat betreft heeft de officier nog wel enige speelruimte. Wel is het volgens Joop Seegers (advokaat uit Amsterdam) zo dat een goede juridiese grond voor veroordeling op art. 140 volstrekt afwezig is, maar dan ook volstrekt afwezig. Maar hij is nog niet overtuigd van de onbevangenheid en onbevooroordeeldheid van deze rechtbank, integendeel. Ook al hebben ze dan enigszins hun fout goedgemaakt door verderop in de procesweek alsnog het grootste deel van de arrestanten vrij te laten. Het wordt dus afwachten tot de uitspraak op dinsdag 17 juli. BERICHT VAN DE STRAAT "We zijn hier vandaag op straat om vrijlating te eisen van de laatste twee WNC-gevangenen. Deze twee mensen worden tot 'de leiders' van de akties rondom de ontruiming van het Wolters Noordhoff Complex gebombardeerd. Het is echter onzinnig om van leiders te spreken. Dit zegt meer over de manier waarop justitie denkt en werkt, dan over ons. Blijkbaar kan justitie zich geen voorstelling maken van een leven zonder leiders, bazen, opdrachtgevers. Dit is ook logisch aangezien zij de belangen van dieze1fde(?l leiders, bazen en opdrachtgevers verdedigt en vertegenwoordigt. Iedere vorm van verzet voor een leven op basis van gelijkheid wordt als een bedreiging voor hun orde opgevat. Het WNC was een plek waar mensen in verzet waren tegen deze orde en moest daarom verdwijnen. 137 mensen hebben meegedaan aan de akties bij de ontruiming. Twee worden er nu uitgepikt. Vanwege deze twee heeft de vrijlating van 135 anderen een bittere bijsmaak. Wij missen hen naast ons. Onze aanwezigheid hier is een uitdrukking van solidariteit met deze gevangenen. WIJ
EISEN ONMIDDELLIJKE VRIJLATING! Bron: BBS De Zwarte Ster. -
- - Hoewel het voorlezen van de verklaring werd verstoord door klokke-gebeier van de dom, hoewel van de 'brede' opzet zo op het eerste gezicht niet zo heel veel was terecht gekomen en hoewel we overduidelijk, 'niet met ons allen' waren, was het een van de leukste demonstraties van de afgelopen jaren (wat mij betreft). Hoe kwam dat nu weer? Enkele weken eerder waren overal nog grote twijfels t.a.v. het nut en de hele haalbaarheid van een (sterke) demo, waardoor bijv. gekozen werd voor een 'aktiekraak gevolgd door een demonstratieve optocht' op 9 juni in A'dam. Ten eerste waren er zeker 800 mensen. Dat is geen verklaring (ik heb ook hele waardeloze demonstraties meegemaakt met een veelvoud van dit aantal) maar deze 800 waren bezig met rennen, plakken, schreeuwen, herrie maken, schreeuwen, naar voren, naar achter alles door elkaar. Ten tweede was een deel van de arrestantenes vrijgekomen, waardoor er gevoelsmatig iets doorbroken werd, we minder opgedeeld zaten in 'zij van binnen' en 'wij van buiten'. Ten derde was het erg prettig om (zichtbaar) iets te doen, kris kras op koopavond door de stad. Pure zelfbevestiging dus? Met als enig kriterium voor het beoordelen van een demonstratie de hoeveelheid eigen lol? Nee, toch niet. Nog even afgezien van het feit dat een beetje zelfbevestiging af en toe erg prettig en ook nodig is, gebeurde er meer. Al die mensen die op terrasjes zaten en aan het winkelen waren hebben ons gezien, gehoord en meegemaakt. Misschien heeft maar een fraktie hiervan een stencil gelezen of een muurkrant gezien, maar het is de laatste tijd wel weer erg duidelijk gebleken dat wat mensen over je ideeën denken en hoe ze daar op reageren niet alleen afhangt van de inhoud hiervan (of van feiten) maar ook van hoe ze over jou denken, wat voor beeld ze van je hebben. Tijdens een demo sta je op de straat, en kreëer je je eigen beeld, je eigen sfeer, en ben je direkt zichtbaar. Hoe dit dan uiteindelijk overkomt is natuurlijk een grote vraag, maar als dit vrolijk en levendig en sterk is, is voor mijn gevoel een grote stap al gezet.
|
||