Ravage   ● Archief    ● Overzicht 1990    ● Overzicht #48


UIT: NN #48 van 11 januari 1990


VECHTEN TEGEN DE BIERKAAI

Er wordt veel over kraken geschreven in NN, dat zal niemand ontgaan. Maar er zijn ook andere vormen om je te verzetten tegen bepaalde stadsontwikkelingen. Wat te denken van buurtinspraak. In de regel een man1er om druk uit te oefenen op de plannen van gemeente en projektontwikkelaars. In Amsterdam Oud-Zuid, beter bekend als de Pijp, staat het Heinekenkompleks. De brouwerij is dicht en Heineken zelf wilde weer 'leven in de brouwerij' brengen. Hij liet projektontwikkelaars plannen maken naar zijn eigen wensen. De buurt kwam hier bij toeval achter en was woedend. Men eiste inspraak en kreeg die ook. Hoe dat verliep, lezen jullie in het komende vraaggesprek met Frank en Ton, beiden betrokken bij de werkgroep Heinekenterrein. Verder wordt op deze paginaas uit de doeken gedaan wat de drie huidige plannen globaal inhouden.

Op een novemberavond in 1988 kwam de buurt op een commissievergadering in de Pijp er bij toeval achter dat Heineken spoed had om haar plannen te verwezenlijken.

Frank: "We wisten eigenlijk al jaren dat er iets in de plaats zou gaan komen voor het Heinekenkompleks en we gingen er vanuit dat we tijdig als buurtbewoners ingelicht zouden worden door de stadsdeelraad, om zodoende samen met hen plannen te gaan maken. We zaten een keer bij een commissievergadering over prostitutie in de Pijp, als er een man met wit haar een agendapunt in laat lasten. Het bleek meneer Kranenberg te zijn van Heineken. Hij bood de stadsdeelraad 500.000 gulden aan namens Heineken, een schenking voor de kinderopvang. Er zaten wat Heineken betreft wel enige voorwaarden aan. De belangrijkste was dat Heineken op haar kosten een vijftal projektontwikkelaars plannen zou laten maken voor het Heinekenterrein en vervolgens kon de stadsdeelraad er dan één van kiezen zonder verder moeilijk te doen."

Het werd duidelijk dat Bouwe Olij, de voorzitter van het dagelijks bestuur van de stadsdeelraad, al in een eerder stadium het een en ander met de firma Heineken bekokstoofd had en eigenlijk de gehele gebruikelijke inspraakprocedure voor de buurt over wilde slaan. Dit vermoeden werd nog eens bevestigd middels een interview met Bouwe Olij, dat toentertijd in Vrij Nederland verscheen. Hierin stelde Olij onder meer dat "inspraak toch eigenlijk verleden tijd is, de mensen willen geen geouwehoer meer". Verontwaardigde buurtbewoners uit de Pijp dachten daar duidelijk anders over en staken de koppen bij elkaar.

Frank: "Na onderzoek van oude bouwtekeningen kwamen we erachter dat Heineken in het verleden een gedeelte van de Eerste Jacob van Campenstraat overbouwd heeft. In het bouwkontrakt staat dat na sluiting van de brouwerij de gemeente dat gedeelte van de grond waar de straat heeft gelegen, voor een luttel bedrag van 1000 gulden terug zou kunnen kopen. Dat zou prachtig zijn, immers in zo'n geval wordt het kompleks door tweeën gesneden en zodoende ook de plannen van Heineken. Maar de gemeente wilde niet aan onze wensen voldoen. Hierdoor werd eens te meer de indruk versterkt dat de deelraad een deal had gesloten met Heineken."

Demonstratie bij de stadsdeelraad

In december '88 hield de buurt een luidruchtig protest bij de stadsdeelraad tegen het aannemen van de gift van Heineken en het voornemen om de inspraakprocedure over te slaan. Gevolg van deze demonstratie was dat de deelraad afzag van de schenking van Heineken en te kennen gaf in maart '89 een beslissing te nemen over een te volgen inspraakprocedure. De buurt echter wilde niet zo lang wachten.

Frank: "We besloten met een groepje mensen, die elkaar al van eerdere buurtakties kenden, om een buurtvergadering over het Heinekenterrein te organiseren. Samen met mensen van het Wijkcentrum maakten we de uitnodiging, die huis aan huis verspreid werd. Op die Uitnodiging plaatsten we ook wat vragen over wat men zoal graag zou willen zien verschijnen op het terrein. Deze enquête werd vrij massaal beantwoord. De opkomst voor de buurtvergadering was ook groter dan we verwacht hadden. Ruim 200 mensen staken eind januari '89 de koppen bij elkaar."

Ton: "Tot op dat moment was alles eigenlijk vrij duidelijk. Heineken wilde iets, projektontwikkelaars wilden iets en de stadsdeelraad wilde iets. Wat wij als buurtbewoners dan wel wilden deed er niet toe. Nou, wij waren tegen de toen liggende plannen. Vanaf dat moment trad er eigenlijk een volgende fase in. Je kunt wel ergens tegen zijn maar waar ben je dan voor? In de enquête hadden we al wat ideeën weergegeven van wat er zoal zou kunnen verschijnen op het terrein, zoals een buurtplein, maar erg konkreet was het allemaal niet."

Frank: "Het ging ons met die buurtvergadering in eerste instantie om de plannen te stoppen om vervolgens zo snel mogelijk toegang te krijgen tot de besluitvorming."

Ton: "Door de enquête kwam er een buurtopvatting naar voren. De vragen die waren gesteld gaven aan dat er binnen onze groep meningen waren over wat er op het terrein gebouwd zou kunnen worden voor de buurt. We stonden op het standpunt: Eerst formuleer je samen met bewoners je wensen en dat zijn dan de uitgangspunten van de plannen. Vervolgens ga je die uitwerken in een stedebouwkundig plan en nog later in een bouwplan. Pas in een latere fase moet je een projektontwikkelaar, woningbouwvereniging of andere bouwer inschakelen."

Frank: "Van de ruim 200 mensen op de buurtvergadering, waren er maar liefst 135 die in een of andere werkgroep wilden plaats nemen. Dat waren er zoveel, dat het hele gebeuren ons boven het hoofd dreigde te groeien. Zoveel enthousiasme hadden we niet verwacht. Voor die 135 mensen belegden we een nieuwe vergadering, er bleven er vervolgens een zeventigtal over. Die mensen konden we vervolgens vertellen dat we wel inspraak in de planvorming wilden krijgen, maar dat het helemaal nog niet zo zeker was dat we die zouden krijgen."

Public Private Participe

Nog niet zo lang geleden als er een projekt gerealiseerd moest worden, was de gebruikelijke procedure dat buurtbewoners, samen met de projektgroep en de gemeente de plannen daarvoor maakten. Nu, met de zogenaamde Public Private Participe (PPP), dienen de verschillende belangengroepen middels twee vertegenwoordigers rondom de tafel plaats te nemen. Eigenaar, gemeente, projektontwikkelaars en de buurt, allemaal met hun eigen externe deskundigen.

Ton: "We hebben binnen de werkgroep veel gepraat over hoe we deze, voor ons nieuwe en vervelende procedure, in zouden gaan. We zouden één van de zeven partijen worden, naast de deelraad, de projektontwikkelaars en Heineken. Op die manier zouden we een zevende deel van de inspraak krijgen, terwijl er 35.000 mensen wonen in de Pijp. We zouden het eigenlijk voor het zeggen moeten hebben."

Frank: "We werden steeds in de hoek gedrukt als één van de partijen. Op een gegeven moment stelden we: Eén partij is iedereen of is de deelraad. De stadsdeelraad is de gemeente en is er dus voor ons, onze plannen. We wilden dat de deelraad voor onze belangen opkwam. Maar de deelraad wilde ons geld geven om onze eigen plannen te laten maken."

Ton: "Dat wilden we dus absoluut niet. Geld aannemen om daarmee vervolgens alternatieve plannen samen te stellen, kan gezien worden als 'het laten spelen' van de buurtbewoners. Kijk naar de ontwikkeling in het Oostelijk Havengebied of rond de IJ-oevers. De bewoners maakten daar plannen maar die werden vervolgens niet serieus genomen, laat staan uitgevoerd. Maar ondertussen werden ze wel 'zoet gehouden'. Nee, wij stelden: De deelraad is er voor ons en moet dus samen met ons aan de slag. Dat wilden ze niet. Er zat niets anders op om aan het belangenoverleg deel te nemen, anders zouden we helemaal buiten de boot vallen. We wilden echter niet met maar twee mensen daaraan meedoen als zijnde één partij. We stelden verschillende buurtbelangengroepen samen, zoals eentje die opkwam voor een plein, eentje die de winkeliers vertegenwoordigde enz. Dus we hadden een heleboel belangengroepen waardoor we alsnog het overleg in gingen met een ruime vertegenwoordiging."

"We hadden inmiddels zes belangengroepen en één overkoepelende koördinatiegroep. Deze koördinatiegroep, die bestond uit vertegenwoordigers van de belangengroepen, werd de nieuwe kerngroep van het Heinekenoverleg. Op dat moment ging het ook goed binnen het overleg. We hadden het idee dat we grip hadden op de ontwikkeling. De ambtenaren van de deelraad stelden samen met ons onze ideeën op. In de nota van uitgangspunten stonden de ideeën, zoals een groot plein, winkels en sociale woningbouw, vermeld. Daar konden we ons in vinden. We hadden binnen de overleggroep iets bereikt. Alleen Kranenberg van de firma Heineken was het niet met de nota eens. Overigens, de inspraakprocedure werd bekostigd door Heineken. Een slimme zet natuurlijk weer."

Frank: "Ja, daar was Heineken heel slim in. Zo van 'hier heb je 180.000 gulden, ik bemoei me verder nergens mee. Alleen één ding: Jullie mogen plannen maken maar dat terrein is van mij en ik maak uit wat aanvaardbaar is of niet'. Zo gaat dat tegenwoordig."

Pas op de plaats

De verwachting was dat de stadsdeelraad de overeenstemming die binnen de overleggroep bereikt was, met uitzondering van Heineken, zou laten vaststellen als uitgangspunten. Dit gebeurde echter niet. De firma Heineken bleef vasthouden aan haar wens voor de bouw van een musicaltejater met een ABC-winkelcentrum. In juni kwam het dagelijks bestuur van de deelraad plotseling zonder rekening te houden met de inspraak met een kompromisplan. Dit hield in zowel het musicaltejater als het door de buurt gewenste plein, maar dan wel een kleintje.

Ton: "Op dat moment werd het weer duidelijk hoe de machtsverhoudingen lagen. Binnen zo'n overleggroep laten de projektontwikkelaars, Heineken en het dagelijks bestuur toch weer blijken dat je als buurtbewoner verdomd weinig invloed kan uitoefenen. Niemand van ons wilde dat musicaltejater. Op dat ogenblik hadden we onszelf de vraag moeten stellen: Inspraak, nemen ze het serieus of niet. Er lag toch een duidelijke nota van uitgangspunten op tafel. We zagen de inspraakprocedure zoals die verliep steeds meer als een vertragingsprocedure. In de trant van: Laat de buurt maar meepraten, we rekken het een poosje en ze worden vanzelf wel moe waardoor ze afhaken zodat de projektontwikkelaars het met de gemeente weer voor het zeggen hebben."

Uiteindelijk werd in september door de stadsdeelraad in vergadering vastgesteld dat er drie nota's van uitgangspunten zouden worden uitgewerkt. Het ene was dat van Heineken met het musicaltejater/ABC-kompleks. Het tweede vormde het kompromisplan van het dagelijks bestuur en het derde de ideeën van de buurt voor het plan met een groot plein. De bewoners kwamen in een volgend stadium aan. Het bleek al snel dat de stadsdeelraad de uitwerking van de uitgangspunten overliet aan de projektontwikkelaars en zelf geen verantwoordelijkheid wilde nemen.

De Hollandse Beton Groep en Wilma gingen aan de slag met Heineken als wel met de kompromis-uitgangspunten. Hillen en Roosen samen met de BAM werkten de uitgangspunten die binnen de buurt leefden verder uit. Zodoende raakten de bewoners nog verder de greep kwijt op de gang van zaken. Er was dan nog wel de overleggroep alwaar de projektontwikkelaars, gemeente, bewoners en ondernemers met elkaar van gedachten wisselden, maar van werkelijke invloed op het proces was geen sprake meer. Zelfs de keuze voor de architekten van Rillen en Roosen ging buiten de bewoners om. Die moesten maar hopen dat de projektontwikkelaars er het beste van zouden maken.

Er kwam nóg een probleem bij waardoor de grip op het proces nog losser raakte. De projektontwikkelaars wilden gaan afwijken van de vastgestelde uitgangspunten voor de drie varianten. Het ene kompromis volgde het andere op. Eind november gaf de stadsdeelraad plotseling buiten iedereen om toestemming aan de projektontwikkelaars om van de in september vastgestelde uitgangspunten te mogen afwijken. De buurt hoorde dit pas achteraf. Die stonden toen voor een voldongen feit omdat een paar weken later al de uitwerking van de uitgangspunten in de vorm van de drie verschillende plannen werden gepresenteerd.

Hierover wil men nu binnenkort een beslissing nemen. De werkgroep Heinekenterrein zit in een moeilijke positie. Het musicaltejater/ABC-plan en het kompromisplan van de stadsdeelraad zijn voor de buurt onaanvaardbaar. Behalve dat het stedebouwkundig afschuwelijk is, gaat er ook een sterk verkeersaantrekkende werking uit van het musicaltejater. En ze bevatten ook een onaanvaardbaar hoog aantal winkels, waardoor kleine winkels in de Pijp weg gekonkurreerd worden. Het Pleinplan is stedebouwkundig aantrekkelijker, hoewel er in het huidige plan alleen koopwoningen gebouwd gaan worden en komt de parkeergarage bovengronds te liggen.

De zin van inspraakprocedures

Inspraakprocedures blijken niet meer zo te werken als in het verleden. Toch heerste er in het begin onder buurtbewoners van de Pijp een gevoel van: We kunnen met ons allen wat bereiken, als we onze monden maar laten horen. Waar kwam dit enthousiasme vandaan?

Ton: "De Pijp is een stadsvernieuwingsbuurt, waar buurtbewoners middels inspraak een hoop invloed hebben gehad wat betreft de besluitvorming. Dat is hier een traditie geworden. Onze leus is altijd geweest 'bouwen voor de buurt'. Zo stopten we de geplande bouw van de opera op het voormalige Oude Rai-terrein en doorkruisten we de gemeentelijke plannen om de Schiphollijn door de buurt te laten lopen. Je kunt zeggen dat tot aan de ontwikkelingen rondom het Heinekenterrein er een grote overeenstemming was over de stadsvernieuwing tussen de gemeente en bewoners.

"We stonden er dan ook flink van te kijken toen we zagen hoe de deelraad te werk ging. Hun motto was ineens 'bouwen voor de hogere inkomens'. Het Heinekenterrein bevindt zich op een belangrijke plek. Het heeft een grote uitstraling naar de omgeving. In de omtrek, met name op de Stadshouderskade, wordt nu druk gespekuleerd, de grondprijs stijgt met de dag! Het is een domino-effekt en de deelraad heeft dat bewust in ontwikkeling gezet. Een ander nieuw gegeven waar we mee te maken kregen, waren de wensen van de buurtbewoners. Gewoonlijk pleiten die voor sociale woningbouw, hoe meer hoe beter. Maar nu wilde de meerderheid iets anders op het Heinekenterrein, iets speciaal. Er is in de Pijp niet zoveel te beleven, er wordt ontzettend dicht op elkaar gewoond. Dan blijkt dat dus niet iedereen tegen 'cityvorming' is, dat men wel eens iets 'speciaals' op die plek wil zien herrijzen."

Cityvorming of veryuppisering?

Op dit moment wordt er weer aktie gevoerd tegen 'cityvorming'. Het probleem daarbij is echter dat het begrip cityvorming daarbij tamelijk onduidelijk is. In de jaren '70 verschenen er in de Londense city gigantische kantoorkolossen en de bewoners trokken het centrum uit. Ongeveer in diezelfde periode vond een dergelijke ontwikkeling ook plaats langs de Amsterdamse Wibautstraat en rondom de bouw van de metrolijnen.

Echter, momenteel is er sprake van een andersoortige ontwikkeling. Je ziet bewoners weer terugkeren in het centrum en tegelijkertijd zie je dat er meer nadruk wordt gelegd op het uitgaansgebeuren. Dit is dus geen echte cityvorming. Wat er verder in Amsterdam plaats vindt, is een verschuiving van sociale woningbouw naar koopwoningen, maar deze ontwikkeling is niet puur aan het centrum gekoppeld. Je ziet het ook in de Spaarndammerbuurt en de Indische buurt. Voor een dergelijke ontwikkeling zou je eigenlijk een nieuwe naam moeten vinden. Misschien past het begrip 'veryuppisering' hier beter.

Buurtbewoners hebben zich ingezet voor inspraak, maar waren er dan geen momenten dat er andere vormen van aktie aangewend zouden kunnen worden?

Ton: "Er waren wel momenten dat we duidelijk lieten blijken erg ontevreden te zijn met de handel en wandel van de deelraad. Zo liep de buurtinspraakvergadering in juni uit op een gigantische schreeuwpartij. Op deze bijeenkomst moest Olij z'n kompromisplan verdedigen. Maar aan de andere kant, als je intensief met een inspraakprocedure bezig bent, werk je je automatisch zo in de papieren dat je je op een bepaald moment geen aktiegroep meer voelt. Er waren momenten dat we wilden stoppen met onze inspraak. Maar als je stopt, dan hebben zij bereikt wat ze willen bereiken en dat gaf de doorslag om door te gaan. Door deel te nemen aan een overleggroep kies je voor een bepaalde manier van onderhandelen. Je kunt dan niet tegelijkertijd prik-akties gaan voeren want dan neemt niemand jouw keuze voor inspraak meer serieus. Naast de overleggroep zou je wel een aparte groep kunnen hebben die op effektieve momenten prikakties uitvoert."

Niet alleen krakers doorstaan kille tijden.

Ton: "Een van de grootste problemen waar je als aktief opstellende buurtbewoner mee te maken hebt, is het gebrek aan een stedelijke verzet tegen de stadsontwikkelingen, er ontbreekt een bepaald kader waarbinnen je kunt werken. Er is geen sprake meer van een buurtbeweging. In het verleden had een beetje straat wel een buurtkomitee, maar dat was dan ook hard nodig anders had de gemeente de hele Pijp afgebroken. Nu is daar duidelijk minder behoefte aan. Maar de gemeente heeft op haar beurt wel een visie ontwikkeld hoe zij de stadsontwikkeling wil hebben. Het is de hoogste tijd dat bewonersgroepen op buurt- en stedelijk niveau een eigen visie gaan ontwikkelen en daar horen natuurlijk ook kraakgroepen bij."

Nabij het Heinekenterrein staat het kraakpand Stadhouderskade 82-83. Gekraakt uit protest tegen de komst van luxe appartementen en vóór sociale woningbouw. Hoe ligt zo'n pand binnen de buurt?

Ton: "Dat pand heeft voor de buurt een geringe uitstraling. Niet omdat de mensen iets hebben tegen krakers, integendeel, maar omdat het pand gelegen is aan een soort van snelweg. Als buurtbewoner kom je daar nauwelijks. Panden, gelegen aan de Stadshouderskade, zijn in de regel bedrijfspanden. Sociale woningbouw komt er sporadisch voor. Het Van Nispenterrein, even verderop aan de Stadhouderskade, loopt door naar de Frans Halsstraat, een woonstraat in de Pijp. Gevolg daarvan is dat de buurt zich wat meer met zo'n kompleks bezighoudt dan een gemiddeld projekt aan de Stadhouderskade. Los daarvan is het wel zo dat, als Stadhouderskade 82-83 behouden blijft voor sociale woningbouw -dat zal nog veel aktie vergen- dan kan dit een barrière vormen voor cityvorming. Dat gedeelte van de Stadhouderskade wordt dan minder geschikt voor grote projekten. Aan de andere kant is er altijd sprake van een bepaalde wisselwerking. De vorige woongroepen hadden duidelijk minder belangstelling voor bepaalde buurtontwikkelingen, zoals het Heinekenterrein, dan de huidige woongroep."

Binnen niet al te lange tijd kiest de stadsdeelraad voor een definitief plan. Is er dan iets bereikt door de buurtgroep middels de inspraak?

Ton: "Als het Pleinplan aangenomen wordt, betekent het dat de buurt er een plein bij krijgt, een aantrekkelijke plek om elkaar te ontmoeten. Dat zou tevens betekenen dat het musicaltejater met bijbehorende verkeersoverlast er niet zal komen en dat kleine winkeliers niet weg gekonkurreerd zullen worden. Maar aan de andere kant; als het Pleinplan op deze manier uitgevoerd wordt, met veel koopwoningen, een bovengrondse parkeergarage en lallende korpsballen, dan zitten er ook duidelijke negatieve konsequenties aan vast voor de buurt. Maar zonder inspraak hadden we vrijwel het voor de buurt slechtste plan gekregen. Nu hebben we de kans dat het uiteindelijke projekt iets beter wordt. De komende tijd zal onze werkgroep nog proberen de oorspronkelijke uitgangspunten van het Pleinplan overeind zien te houden. We zullen doorgaan."

Alex

 

 

STAND VAN ZAKEN

Na een jaar van overleg hebben de projektontwikkelaars op 20 december j.l. in de overleggroep drie plannen gepresenteerd. Het betreft het oude musical/ABC-plan, het kompromisplan en het pleinplan. Deze drie plannen zullen in een portocabine op het Ferdinand Bolpleintje aan de buurt gepresenteerd worden. Op 18 januari om 20.00 uur wordt dan vervolgens in Huize Pax aan de Ferdinand Bolstraat een inspraakvergadering gehouden. Tevens vindt er die tijd een meningspeiling plaats. Op 20 februari zal de stadsdeelraad dan uiteindelijk beslissen welk plan uitgevoerd gaat worden.

Zéér bondig de drie plannen belicht:

Pleinplan: opgesteld door Hillen en Roosen, BAM en Bouwfonds Nederlandse Gemeenten. Architekten: Kees de Kat en stedebouwkundige Henk de Boer. Wonen: 129 koopwoningen. Sociaal kultureel, 1700 vierkante meter, winkels 2550 vierkante meter.

Kompromisplan: opgesteld door de HBG en Wilma. Architekt Arn Meijs. 30 Koopwoningen, musical tejater, 7000 vierkante meters winkel.

Musicaltejater/ABC plan: opgesteld door de HBG en Wilma. Architekten Arn Meijs en D&T van Manen. 34 koopwoningen, musical tejater, ABC-winkelcentrum.

 

 

 

.Terug naar boven