●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
1989 ● Overzicht
#43 UIT: NN #43 van 2 november 1989 HARDE KERN: INDIVIDU EN MAATSCHAPPIJ We schrijven geen economische analyse van de maatschappij waarin wij leven, omdat er hiervan, vooral de laatste tijd, genoeg zijn. Onderstaand stuk gaat over hoe onze levens door de heersende klasse en heersende cultuur bepaald en beïnvloed worden. Helaas is het stuk nogal eenzijdig geworden en geeft alleen maar een verklaring van hoe de effecten van de economische belangen bij ons doorwerken. Op de uitwerking van sexisme, racisme en de tegenstelling mens/natuur, die ons inziens wel gedeeltelijk maar niet uitsluitend door economische belangen verklaard kunnen worden, zijn wij ontoereikend ingegaan. Deels komt dit doordat we teveel van onze eigen positie zijn uitgegaan: we zijn een gemengde groep en we zijn wit. Maar ook doordat we hier nog niet over uitgediscussieerd zijn. Hoe graag wij onszelf ook zouden zien als 'los van de maatschappij', in werkelijkheid zijn we er onderdeel en produkt van. Het feit dat we een produkt zijn wil niet zeggen dat we de maatschappelijke tegenstellingen niet kennen. Deze zijn net zo goed als wijzelf produkt van de maatschappij, zelfs het belangrijkste, meest kenmerkende produkt. Het wil dus ook niet zeggen dat wij niet in verzet kunnen zijn tegen de heersende klasse, of ook tegen de door hem tot ideologie gemaakte cultuur. Verzet is evengoed onderdeel van de maatschappelijke realiteit. Het is belangrijk om in te zien dat wij in twee opzichten een produkt zijn: 1) De normen en waarden van de heersende cultuur (sexisme, racisme, heterosexisme, consumptiegerichtheid, egoïsme en ook passiviteit) zijn ons van jongs af aan aangeleerd en zitten diep geworteld in ons allemaal. Rationeel kunnen wij besluiten om met de bestaande orde en bijbehorende ideologie te breken, maar de hardnekkigheid van die ideologie blijft verwarring en verdeeldheid zaaien in onze pogingen om er los van te komen en blijft ons aan zich binden. Alleen door continue en kritische uiteenzetting, en door te streven naar een andere realiteit, dus door onze ideeën in de praktijk te brengen en concreet aktie te voeren, kunnen we ook van binnen veranderen. 2) Onze pogingen los te komen van de heersende burgerlijke ideologie, de ontwikkeling van onze alternatieven en concreet verzet tegen de heersende orde, worden dus door diezelfde gevestigde orde bepaald. Onze ontevredenheid, onze behoeften aan en verlangens naar een zelf bepaald leven, komen voort uit datgene wat wij hier en nu ervaren, waar wij zelf midden in zitten en deel van uit maken. De heersende cultuur, de ideologie die de heersende klasse gebruikt om ons aan zich te binden, bepaalt hoe zijn en hoe wij leven, en houdt zodoende de maatschappelijke tegenstellingen in stand. Dit moet ook uiterst uitgekiend gebeuren, want bij die groepen die niet bij de huidige maatschappij te zoeken hebben bestaat de drang om de tegenstellingen op te heffen. En hoewel de heersende cultuur ons doet geloven dat zijn normen en waarden de enige zijn, blijven de werkelijke behoeften en verlangens bestaan, blijft het besef dat er veel in onze levens ontbreekt, net zoals de drang tot bevrijding. Voor ons geldt dus zowel de wetmatigheid van conflict/strijd tussen groepen mensen met tegenovergestelde belangen, als het verlangen van het individu zich los te maken van een machine-achtig bestaan en een menswaardig leven te creëren. Wisselwerking individu & maatschappij Er is sprake van een wisselwerking tussen individu en de maatschappij. Aan de ene kant bepaalt de maatschappij het individu, aan de andere kant houdt het individu de maatschappij in stand door zijn passiviteit en stilzwijgende toestemming: niet schuldig, maar wel medeplichtig. Pogingen om ons van elke verantwoordelijkheid vrij te pleiten, leiden tot een nog grotere bevestiging; bewustzijn dat wij niet alleen bepaald worden, maar ook meebepalen, leidt tot de erkenning dat wie de maatschappij meebepaalt, hem ook kan veranderen. Wij worden beïnvloed, maar kunnen ook zelf invloed uitoefenen. Grootste gevaar is de illusie dat je los kunt staan van de maatschappij: we zijn er door gevormd en we zijn er onderdeel van. Het feit dat we er deel van zijn bepaalt ook de noodzaak tot verzet: en ook verzet tegen de maatschappij kan er niet los van staan. Repressieve tolerantie De opkomst van de consumptiemaatschappij heeft naast dat het erin geslaagd is om grootschalig verzet af te kopen (van een hele klasse) en dat het een bijzonder verdovend effect op iedereen heeft, ook een bijzondere vorm van repressieve tolerantie met zich meegebracht. Dit verschijnsel is het sterkst in de geïndustrialiseerde westerse landen, waarvan in Nederland misschien wel het meest (hoewel het voor sommige landen maar gedeeltelijk opgaat, misschien omdat de middelen er niet voor zijn). De kern van het verschijnsel (afkopen van verzet) is het mechanisme waarbij elk verzet en strijd door de heersende cultuur onschadelijk wordt gemaakt, namelijk door het een plaats te bieden binnen haar bereik. Het verzet wordt hierdoor van zijn betekenis beroofd en zo kapot gemaakt. Belangrijk bij dit mechanisme is dat het idee voort leeft dat er nog enige betekenis aan het verzet vast zit, om zodoende verdere impulsen van verzet en onschadelijk te maken. Voorbeelden hiervan zijn het inkapselen van 'subversief/tegenkultuur', door er o.a. verkoopbare waar van te maken. Verzet als koopwaar (punk), een uiterlijke verschijningsvorm die je kunt aanschaffen. Wat het ook goed doet is het institutionaliseren van 'radicale' groepen d.m.v. subsidies en het hun geven van een erkende plaats in de maatschappij. Tenslotte de burgerlijke aanduiding van verzet als nuttige signaalfunctie, waarmee de ergste uitwassen worden aangegeven, zodat de scherpste kantjes er afgehaald kunnen worden. Zo wordt verzet tot een corrigerende stroming, en wordt het door de heersende cultuur gebruikt. Het risico ontstaat dat verzet helpt de maatschappij te perfectioneren, of in ieder geval de verhoudingen in die maatschappij weer tijdelijk toedekken. Dit risico bestaat ook voor radicale groepen, de enige manier om dat te voorkomen is steeds de totaliteit der dingen ter discussie te stellen, en steeds weer de eigen positie in de maatschappij, en hoe die maatschappij op verzet reageert, te bezien. In het groot is het verzet in het westen door de welvaartstaat en consumptiecultuur bij voorbaat afgekocht. In echte materiële nood hoeven in ieder geval de grootste groepen westerse staatsburgers niette zitten. Voor de kleinere groep waarvoor dat wel zo is, is er nog het vooruitzicht dat het mogelijk is vooruit te komen, dat welvaart ook voor hen bereikbaar is. In plaats van nood is er over de hele linie sprake van teveel en het teveel (met bijbehorende ideologie) werkt verdovend, zodat haast niemand opmerkt dat het niet om kwantiteit hoort te gaan maar om kwaliteit. Konsumptiemaatschappij: kwantiteit-kwaliteit Goedkoop voedsel ligt er in de supermarkt in overvloed, maar natuurlijk en gezond voedsel is haast niet te koop en onvervuilde lucht om in te ademen en schoon water om te drinken is er ook niet meer. Goedkope gezondheidszorg is op zijn best symptoombestrijding, goedkope medicijnen waar je nog zieker van wordt. Zoals de nog steeds door de mannenwetenschap gepushte anti-conceptie pil voor vrouwen, met o.a. kans op borstkanker. En als iets je niet bevalt zijn er tal van klachtencommissies waar je je tot kunt richten. Je kunt zelfs een proces aanspannen, je krijgt een advocaat die het voor je opneemt en je kunt zelfs genoegdoening krijgen. En als je het niet meer aan kunt zijn er hulpverlenende instanties, sociale werkers om je te helpen en als je echt gaat flippen inrichtingen en gevangenissen om je te 'resocialiseren'. En als je je verveelt is er de televisie, video... In de westerse wereld blinkt Nederland uit met haar relatief goede systeem van sociale zekerheid en hoogst efficiënt beleid van repressieve tolerantie. Hoge uitkeringen, mild kraak- en drugbeleid, lage straffen, redelijke minimumlonen. Natuurlijk is er voor veel van dit alles hard gevochten, het is niet zomaar ontstaan. Middenin dit alles wordt ons wijsgemaakt dat wij in vergelijking met mensen in andere landen 'geprivilegeerd' zijn, alsof de zoethoudertjes de totale kwaliteit van ons leven verbeterd zouden hebben. Alsof onze rijkdom niet juist door uitbuiting in de zgn. Derde Wereld mogelijk wordt gemaakt. Het bewustzijn hierover zou het mogelijk moeten maken om hier doorheen te prikken, om onze verzachte, bevoordeelde levens, onze rechten, onze vrijplaatsen, hoge uitkeringen en veel vrije tijd aan te wenden tot de strijd voor een zelfbepaald leven. Gezapigheid Maar ook wij blijken gevoelig voor de verlokkingen van de consumptiemaatschappij, en te snel tevreden met onze eigen ruimte. Op zich zijn veel verworvenheden de moeite waard om voor het behoud ervan te vechten, maar alleen als je ze als middel kunt zien, en niet als doel op zich. In plaats daarvan is actievoeren een leuke bezigheid, door middel van theoretische discussie en het schrijven van lange stukken kun je je intellectueel ontwikkelen, de vraag of iemand buiten de eigen club er wat aan heeft wordt nauwelijks gesteld. Ondertussen wordt steeds duidelijker dat alles wat er is opgebouwd ook weer afgepakt kan worden: buurtfaciliteiten worden gesloten, uitkeringen verlaagd, studiemogelijkheden ingeperkt. Verworvenheden waar in het verleden voor geknokt is worden onder onze neuzen vandaan afgepakt. Dit afbraakbeleid brengt mensen in onzekerheid, de algemene reactie is een van apathie, steeds meer mensen trekken de conclusie dat je beter voor jezelf kunt zorgen.Dit zorgt voor een toenemende concurrentie onder elkaar. Het idee dat je samen met anderen moet knokken en verder te komen is grotendeels weg. De grote bewegingen van eind jaren '70, begin jaren '80 die in staat waren om veel mensen te mobiliseren zijn voorbij, en er is niets voor in de plaats gekomen. De tijdgeest heeft diep in de beweging doorgewerkt, en de beweging is er niet in geslaagd om er iets tegenover te stellen, om reële alternatieven aan te dragen. Veel mensen hebben besloten om eieren voor hun geld te kiezen, en alsnog een respectabele plaats in de maatschappij verworven te hebben. Ook zijn er steeds meer mensen die tot vluchtgedrag overgaan, de oorzaken van problemen uitsluitend binnen zichzelf zoeken. Oplossingen worden gezocht binnen therapieën, in de een of andere mystieke leer, afreageren in geaccepteerde vormen (sport, porno) of destructief gedrag. Ondanks het feit dat de tijden harder worden, een grote groep mensen het slechter gaat en de kloof tussen degene die het redelijk goed gaat en de persoon waarvoor de maatschappij weinig tot niets te bieden heeft steeds groter wordt, zijn er in het algemeen nauwelijks geluiden van protest te horen. Blijkbaar is de noodzaak tot verzet niet voelbaar, en om te voorkomen dat dit z1ch wel gaat ontwikkelen zal alles ook in de toekomst waarschijnlijk op de grens van het acceptabele blijven. Bewustzijn Sowieso gaat de verelendungstheorie niet echt op. Het spontaan ontstaan van massabewegingen heeft meer met de aanwezigheid van hoop op verbeteringen te maken, perspectief dus, dan met alleen maar midden in de ellende zitten. In ieder geval is alleen ellende niet genoeg. Bewustzijn om de oorzaak van de ellende te identificeren, het vertrouwen in eigen vermogen en de wil om de isolatie te doorbreken. Om in plaats van individuele oplossingen te zoeken met anderen samen te werken zijn ze even belangrijk. Ook de ervaring is nuttig: kennis dat kleine overwinningen mogelijk zijn en dat het systeem niet oppermachtig is. Op het moment dat het ware karakter van de maatschappij en de verhoudingen daarin kans krijgen om bij mensen door te dringen (dit gebeurt meestal niet door de dagelijkse sleur, maar door gebeurtenissen die eruit springen), zijn mensen veel eerder in staat om van het geheel bewust te worden en de consequenties daaruit te trekken en er zelf naar te gaan handelen. Vrouwen en niet blanke mensen staan meestal onderaan de economische ladder. Zij worden dagelijks met de neus op de feiten gedrukt dat ze een minderwaardige status bezitten. Zij hebben dus niet alleen met het kapitalistische staatsgeweld te maken, maar ook met het dagelijkse geweld. Potentieel kunnen zij makkelijker vanuit hun eigen directe ervaring bewust worden en hebben meer reden dan de witte hetero man, die zich nog altijd ten opzichte van anderen superieur kan voelen, om iets anders te willen, om totaal met het systeem te breken. De postindustriële maatschappij produceert een mens voor wie de meeste ellende, zij het geestelijk of materieel, weinig voelbaar is. Omdat zijn/haar zinnen door hersenspoeling verdoofd zijn en door verveling afgestompt zijn. Voor ons allemaal geldt dat ons voorstellingsvermogen, door de wereld waarin we leven en onze ervaring erin, beperkt is. Een van de belangrijkste redenen waarom mensen zich bij hun bestaan neerleggen, is dat zij zich geen andere of betere kunnen (willen?, typ) voorstellen. Alleen door zelf naar onze ideeën te handelen, onze eigen alternatieven te creëren en naar realiteit te streven, kunnen wij anderen en onszelf aantonen dat er ook andere mogelijkheden zijn.
|
||