●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
1989 ● Overzicht
#41 Uit: NN #41 van 5 oktober 1989
Voortplantingstechnologieën: meer keuze voor vrouwen of meer dwang? Over de nieuwe voortplantingstechnologieën bestaan binnen de vrouwenbeweging tegenstrijdige opvattingen, waarover echter geen echte diskussie iplaatsvindt. In het verslag in NN #35 over de vrouwenweek in Ruigoord bijvoorbeeld worden twee standpunten beschreven alsof ze elkaar aanvullen. Aan de ene kant wordt het recht geëist om geïnformeerde keuzes te maken en dat de technologieën toegankelijk moeten zijn voor iedere vrouw die dat wil. Aan de andere kant - "de vrouwen uit het vrouweninfocentrum voegden hier nog aan toe" - wordt gezegd dat zelfbeschikkingsrecht een kollektief recht is, d.w.z. dat individuele vrouwen zich niet op een dusdanige wijze op dat recht kunnen beroepen dat anderen daarvan schade ondervinden. Hoe is het mogelijk dat dezelfde technieken in één adem als vergroting van de keuzemogelijkheden voor vrouwen, als verruiming van hun zelfbeschikking, en tegelijkertijd ook als technieken voor mensenproduktie worden geanalyseerd - technieken dus die een verdere beheersing van het vrouwenlichaam, van het kinderen krijgen en van de kwaliteit van het kind, tot doel hebben? De laatste tijd wordt er in de media uitvoerig gepraat over gevallen die vooral de eerste redenatie ondersteunen, nl. dat deze technologieën een hulpmiddel zijn en vooruitgang betekenen. Zoals ook in het geval van de baby met het syndroom van Dow (beter bekend onder de racistische aanduiding 'mongooltje'), die niet aan haar/zijn darm werd geopereerd en daarom stierf (zomer '88). Er wordt dan gezegd dat ouders en artsen niet voor zo'n beslissing over leven en dood van het kind gesteld hadden hoeven worden, als haar/zijn ziekte al tijdens de eerste maanden van de zwangerschap vastgesteld was en de moeder abortus had gepleegd. De prenatale diagnostiek (onderzoek aan de foetus tijdens de zwangerschap) zou de mogelijkheid bieden om dit nauwelijks oplosbare konflikt te omzeilen, beweert men. Toenemende onvruchtbaarheid, een achteruitgang in kwaliteit van eitjes of sperma, ook daar zijn de nieuwe technieken behulpzaam: spermadonors, eidonors, draagmoeders, alles is mogelijk. Ook lesbische stellen kunnen dankzij deze technologieën eigen kinderen krijgen en een gelukkig gezinnetje vormen (zie Opzij juli '89). Wanneer een vrouw met behulp van KI (kunstmatige inseminatie), IVF (in vitro fertilisatie = reageerbuisbevruchting) of draagmoederschap kinderen krijgt, dan is het ook logisch en konsekwent dat het sperma, het eitje of de draagmoeder van tevoren aan alle mogelijke tests wordt onderworpen. Daarom lijkt KI dan ook de voorkeur te hebben boven ZI (zelfinseminatie), omdat bij KI de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de kontrole van de gezondheid van het kind bij de arts ligt. Lesbische vrouwen hebben echter (nog) geen gelijke toegang tot de technologieën. Terwijl de patriarchale maatschappij gezinnen met een heterosexuele struktuur aanmoedigt, moeten lesbische vrouwen de mogelijkheden die de technologieën bieden nog voor zichzelf bevechten, zelfs wanneer hun leefvorm georiënteerd is op het voorbeeld van het gezin. Een deel van de vrouwenbeweging maakt zich daarom sterk om deze verworvenheden voor lesbische vrouwen mogelijk te maken. In die zin is het beroemde zaaddonorproces voor het Amsterdamse gerechtshof (april 1989) ook door vrouwen opgevat en de uitspraak toegejuicht (Twee lesbische vrouwen hadden een vriend gevraagd als zaaddonor. Deze vriend eiste na een paar jaar omgangsrecht met het kind dat met zijn zaad was verwekt. Het hof wees deze eis af). Het donorproces werd vooral gezien in samenhang met het feit dat lesbische vrouwen en andere vrouwen 'zonder man' in deze patriarchale maatschappij niet serieus worden genomen. Er is een ontwikkeling gaande waarin vaders/verwekkers in het algemeen steeds meer rechten krijgen, terwijl aan de andere kant de zorg voor de kinderen nog steeds voor het grootste deel op de schouders van de moeder terechtkomt. Deze ontwikkeling, waarin "het er vooral om gaat dat vrouwen niet zonder toezicht van een man een kind mogen krijgen" (Nora Holtrust in 'Voortplanting als bio-industrie'), is zeker zorgwekkend en moet ook bestreden worden. Door zich op dit punt te richten dreigen feministes echter wel een ander punt uit het oog te verliezen waarvan de betekenis boven het individuele geval (lesbisch moederschap) uitstijgt, nl. dat zaaddonors in juridisch opzicht niet (meer) als vaders gelden. In verband met de uitbreiding van de toepassing van de technieken voor mensenproduktie moet een aantal achterhaalde, ideeën vervangen worden en dit moet zijn weerslag vinden in het recht. Genetisch vaderschap kan niet meer met dezelfde rechten en plichten verbonden zijn als vroeger, want dan wordt zaaddonorschap ondoenlijk. Bij het gebruik van KI, IVF, draagmoederschap, enz., moet het biologisch vader- of moederschap ondergeschikt zijn aan het sociale ouderschap, omdat de toepassing van deze technologieën anders niet op grote schaal mogelijk is. In Nijmegen zijn verdere KI-behandelingen opgeschort totdat wettelijk is vastgelegd dat de anonimiteit van de donor gegarandeerd moet worden. Tot nu toe is dat niet het geval. Er wordt druk uitgeoefend om de rechtsregels versneld aan de nieuwe voortplantingstechnologieën aan te passen. Dit laat duidelijk zien welke fundamentele veranderingen in het familierecht/afstammingsrecht nodig zijn. Wanneer dus de belangen van (lesbische) vrouwen door een uitspraak gesterkt lijken te worden en de belangen van de biologische vader aan de kant worden geschoven - en dat in een maatschappij waarin bloedverwantschap vaak tot in het irrationele overgewaardeerd wordt - dan is het wantrouwen tegen de patriarchale rechtspraak op z'n plaats. Welke belangen zouden hier dan anders een rol spelen? In wat voor maatschappelijk belang zou het kunnen zijn om een uitspraak te doen die tegen de heersende normen en waarden ingaat? WAT IS ZELFBESCHIKKING? Wantrouwen is ook op z'n plaats wanneer het begrip zelfbeschikking in samenhang met de technieken voor mensenproduktie door technopatriarchen wordt gebruikt. Zij nemen daarbij een gebruik van het begrip zelfbeschikking over, dat in de vrouwenbeweging sinds 1970 vrij algemeen is geworden, vooral als het gaat om abortus. Wat is zelfbeschikking? Zelfbeschikking betekent de afwezigheid van zeggenschap van en inmenging door anderen en heeft dus betrekking op verhoudingen tussen individuen, niet op individuen als afzonderlijke personen. Wanneer vrouwen zelfbeschikking opeisen, zit daar potentieel een subversieve kant aan, omdat zij daarmee de ondergeschikte positie afwijzen die zij in de bestaande handelings- en beslissingsstrukturen innemen. Er bestaat echter een gevaar dat feministes het begrip zelfbeschikking gebruiken om persoonlijke motivaties, handelingen en beslissingen politiek te legitimeren om zich zo te onttrekken aan een kollektieve politieke analyse en beoordeling. Dit gebeurt de laatste tijd konkreet in de diskussie over voortplantingstechnologieën. Deze verzandt regelmatig in het opsommen van persoonlijke motivaties om wel van KI, IVF of prenatale diagnostiek gebruik te maken. Omdat het om individuele keuzes zou gaan, mag iemand anders daar geen oordeel over uitspreken. De individuele keuze voor gebruikmaking van de nieuwe voortplantingstechnologieën heeft echter gevolgen voor alle vrouwen en in het bijzonder voor mensen met handicaps. Het begrip zelfbeschikking richtte zich niet alleen tegen de staat en de kerk, maar hield ook de eis in om 'baas in eigen buik' te zijn. In de vrouwenbeweging heeft vanaf het begin van de jaren '70 de neiging bestaan om beheersing van het lichaam en de eigen vruchtbaarheid te zien als een voorwaarde voor zelfbeschikking. Daarbij ontstond een tweedeling tussen de eigen persoon (zelf/ik) aan de ene kant en het beschikbare lichaam aan de andere kant. Het lichaam is iets lastigs en onredelijks dat beheerst moet worden. Vruchtbaarheid geldt toch vaak als een hinderpaal voor zelfontplooiing. De eigenlijke betekenis, vruchtbaarheid als de mogelijkhei om iets nieuws te doen ontstaan, wordt verdrongen. Het lichaam wordt als een instrument gezien. Abortus is dan een simpele ingreep, in plaats van het afsnijden van een mogelijkheid van het lichaam. En onvruchtbaarheid is dan een defekt dat gerepareerd kan worden. Onbewust heeft de feministische kampag ne tegen inperking/verbod van abortus dus tot acceptatie van de nieuwe voortplantingstechnologieën bijgedragen. (Shulamit Firestone pleitte in 1971 al voor de invoering van voortplantingstechniek om vrouwen van het baren te verlossen. Volgens haar stond dit vrouwenbevrijding namelijk in de weg). In de VS is het begrip zelfbeschikking zo ver door gedreven, dat het zelfs is gaan betekenen dat vrouwen hun lichaam of delen daarvan vrij kunnen uitlenen, verhuren of verkopen. Dit geeft nog een ander gebrek in de diskussie van de vrouwenbeweging in de metropolen aan, want het zelfbeschikkingsrecht staat niet los van ekonomische, politieke en sociale dwang. [1] Het staat vast dat arme vrouwen bijna nergens ter wereld zelf over hun voortplanting kunnen beschikken. HET LICHAAM ALS HANDELSWAAR Behalve het recht om hun lichaam voor sex te verhuren, hebben vrouwen nu ook het recht om hun baarmoeder te verhuren of eitjes en embryo's te doneren. Ook dit betekent vooral voor arme vrouwen geen vrijheid, geen zelfbeschikking. Een dergelijke visie op zelfbeschikking, waarin het lichaam als eigendom, als handelswaar wordt gezien, betekent een versterkte uitbuiting van vrouwen: de voortplanting wordt volledig aan de kapitalistische produktieverhoudingen onderworpen. Door niet alleen naar onze eigen omstandigheden in de metropolen te kijken en onze horizon te verbreden, wordt duidelijk dat datgene wat hier als meer zelfbeschikking voor vrouwen wordt verkocht, maar één kant is van de medaille van de bevolkingspolitiek, die hier meer witte produktieve kinderen tot doel heeft, terwijl die voor vrouwen in de drie kontinenten betekent dat ze op verschillende manieren gedwongen worden om minder kinderen te krijgen. [2] Volgens sommigen zouden de nieuwe voortplantingstechnologieën echter wel meer keuze betekenen, wanneer vrouwen er zelf over kunnen beslissen en het gebruik ervan niet gebonden is aan huidskleur, klasse of sexuele geaardheid. Dan zouden deze technieken behulpzaam kunnen zijn bij het verwezenlijken van zelfbeschikking, doordat vrouwen op het gebied van de voortplanting meer keuzes zouden krijgen. De gehoopte zelfbeschikking komt echter niet tot stand. De struktuur van de technologieën zelf verhindert dat en dwingt vrouwen in een bepaalde richting: 1. De invoering van de technieken ondergraaft het vertrouwen in de processen die in het eigen lichaam plaatsvinden. Dit heeft tot gevolg dat vrouwen gaan zoeken naar technische schijn-zekerheden (schijn-zekerheden omdat ook de doktoren niet altijd precies weten wat ze eigenlijk aan het doen zijn) en hun eigen verantwoordelijkheid opgeven. Zelf verantwoordelijk zijn houdt nu eenmaal in dat je twijfels hebt en fouten kunt maken. In plaats daarvan laten vrouwen de beslissinq over aan de expert. De expert (gynacoloog) levert weliswaar een stroom van informat, maar vrouwen worden niet in staat gesteld om de psychische en lichamelijke gevolgen van deze technieken en de kollektieve uitwerkingen ervan te ervaren, te begrijpen en met deze kennis zelf beslissingen te nemen. 2. Doordat het mogelijk is al heel vroeg te weten te komen hoe de foetus er uit ziet en wat voor geslacht 'hij' heeft, krijgt de foetus al in de baarmoeder een eigen identiteit. In plaats van de vrouw wordt nu de foetus de belangrijkste persoon van de zwangerschap. Artsen richten zich nu op het welzijn van de foetus en de vrouw wordt tot 'omstandigheid'. Door roken, drinken, medicijngebruik, sexueel gedrag, eigenlijk alles wat de vrouw doet, kan de foetus bedreigd worden. De zwangere vrouw wordt eigenlijk steeds meer gezien als een kriminele tegenstandster van de foetus. 3. De technieken dragen dus in zich meteen ook de voorwaarde voor hun uitbreiding: die lastige, onberekenbare en gevaarlijke zwangere vrouw moet steeds meer beheerst worden. Liefst zoveel mogelijk uitgeschakeld, om de risiko's van het zwanger zijn voor de foetus zoveel mogelijk te verkleinen (Het is goed je te realiseren dat juist de medisch-technische tak van de verloskunde veel beschadigingen bij kinderen veroorzaakt. Nederland heeft met zijn, voor een industrieland, hoge aantal thuisbevallingen de laagste sterfte onder zuigelingen ter wereld). 4. De vrijheid van vrouwen wordt door de nieuwe voortplantingstechnologieën konkreet bedreigd. Er wordt steeds meer druk op vrouwen uitgeoefend om zich tijdens de zwangerschap aan allerlei tests te onderwerpen en bepaald 'riskant' gedrag na te laten. En er worden pogingen gedaan om prenataal onderzoek verplicht te stellen (De Gezondheidsraad bracht in juli '88 bijvoorbeeld een advies uit aan de regering om onderzoek te doen om foetussen met een open ruggetje op te sporen). Er zijn al zeven klinisch-genetische centra, die genetisch onderzoek uitvoeren en daarnaast zes centra voor prenataal onderzoek. Het ziekenfonds betaalt de kosten van een abortus, wanneer de volgende aangeboren ziektes vastgesteld worden: open ruggetje, syndroom van Down, dwerggroei en blindheid. Dit zijn precies de ziektes die op dit moment door prenatale diagnostiek vastgesteld kunnen worden. Wwanneer dit onderzoek eenmaal tot een normaal onderdeel van de onderzoeken tijdens de zwangerschap is geworden, zal dit bovendien tot gevolg hebben dat op de keuze om een kind met handicap ter wereld te brengen steeds zwaardere sankties komen te staan. Er ontstaat steeds meer een plicht om gezond te zijn, een plicht om geïnformeerd te zijn, een plicht tot preventie. 5. Deze technologieën vormen een aanval op vrouwen verschillende terreinen. Het meest verreikend is de mogelijkheid om met deze techniek vrouwen te kunnen uitroeien. In India worden vrouwelijke foetussen op grote schaal geaborteerd, nadat d.m.v. prenatale diagnostiek het geslacht is vastgesteld. WAAROM ZIEN WE ONDERDRUKKING NIET? Maar waarom zien veel vrouwen deze dwang en onderdrukking niet, die door de technieken voor mensenproduktie worden uitgeoefend? 1. Omdat met de toenemende vervuiling de angst van vrouwen steeds groter wordt om door het vernietigde milieu, door gifstoffen, medicijnen, chemicaliën en radio-aktiviteit onvruchtbaar te worden of kinderen met handicaps ter wereld te brengen. En de uitvoerders van deze technieken gebruiken deze anqst om de technieken acceptabel te maken door schijn-oplossingen aan te bieden (Maar 2% van alle aangeboren ziektes kunnen d.m.v. amniocentese, de meest gebruikte methode van prenatale diagnostiek, vastgesteld worden; anderssoortige beschadigingen helemaal niet). Verdere vervuiling tegengaan door bepaalde industrieën stil te leggen lijkt op grond van de machtsverhoudingen een te langdurige aangelegenheid om een oplossing te kunnen bieden. 2. Omdat de katholieke kerk en streng gereformeerden al vanaf het begin een afwijzende houding hebben ingenomen, is het moeilijk voor vrouwen om er kritiek op te hebben zonder meteen in verband te worden gebracht met die lieden, die er de meest vrouwvijandige argumenten tegen abortus op na houden. Het is niet makkelijk om tegenover deze religieuze ethiek een eigen ethiek te stellen; en dit maakt het moeilijker om in het openbaar in te gaan tegen de technologieën. 3. De moeilijke maatschappelijke positie van moeders wordt door een kind met een handicap nog veel moeilijker. Vrouwen moeten dan inperkingen van hun persoonlijke leven slikken, vooral ook omdat de staat op dit moment de kosten voor sociale zekerheid en gezondheid wil verlagen, en dus in toenemende mate teruggrijpt op de onbetaalde huishoudelijke arbeid van vrouwen. 4. Onze eigen ideeën van een leven dat waard is om te leven is nauw verbonden met prestatie - zo nauw, dat een leven zonder bijdrage aan het kapitalistische produktieproces een lijdensweg, zinloos en niet leefwaardig lijkt. GENEN REGISTRATIE De mate waarin de maatschappij verziekt is en de omvang van menselijke wanhoop komt tot uiting in het feit dat de keuze tussen twee kwaden als vrijheid wordt gezien en toegejuicht wordt. Mensen met handicaps protesteren tegen deze technieken, omdat ze - terecht - bang zijn dat ze ongewenst zijn en onzichtbaar gemaakt worden. Waar prenatale diagnostiek wordt toegepast, wordt in 99% van de gevallen waarin een aangeboren ziekte wordt vastgesteld, geaborteerd. Volgens gehandicapten loopt deze ontwikkeling doelbewust uit op een 'genetisch paspoort'. Registratie van genetische gegevens zal zowel preventie mogelijk maken alsook selektie van mensen voor bijvoorbeeld werk of een verzekering (zie over de genenpas Zwarte 126 en 132). Selektie op basis van genetische aanleg - dat heeft een schijn van objektiviteit - dat ruikt niet naar een verdelging en uitroeiing. Dat lijkt iets anders: dan selektie naar huidskleur of geslacht, waarom eigenlijk? WAT MOET ER GEBEUREN? Het gaat er niet om het gedrag van vrouwen te veroordelen die individueel een beroep doen op deze technologieën. Hun redenen worden immers door de maatschappij voortgebracht. Het gaat om een debat of zelfs een konflikt - over de vraag of voortplantingstechnologieën vrijheid of dwang betekenen. Het gaat erom te proberen in alle richtingen diskussies te voeren en nauwkeurig na te gaan waar de maatschappelijke ontwikkelingen toe leiden. Het gaat erom een andere verhouding tot ziekte en geneeskunde tot stand te brengen en een andere opvatting van wetenschap te ontwikkelen. We moeten andere waarden ontdekken dan die welke de maatschappij ons wil opdringen. Het gaat erom geen individueel voordeel te accepteren wanneer dit op kosten van anderen, vrouwen in de drie kontinenten, met een handicap of mensen uit etnisch-culturele minderheden, wordt verkregen of zelfs een bedreiging voor anderen vormt! Om dit überhaupt te kunnen beseffen, hopen we dat er een onderlinge diskussie op gang komt, die de moeizame weg inslaat om onder de huidige sociale en politieke verhoudingen, die de uitbuiting en onderdrukking van vrouwen versterken en uitbreiden, het zoeken naar vrijheid niet op te geven. En we hopen door meer konflikten, door openere kontroverses uit de wirwar van angsten, konsumptievrijheden, de waan van wetenschappers en artsen dat ze alles kunnen beheersen, moreel-religieuze wereldbeelden en vrouwvijandige mannen-ideologieën, een aanknopingspunt te kunnen ontwikkelen voor onze bevrijding en een sociale feministische utopie. Vrouwen tegen voortplantingstechnologie
|
||