Ravage   ● Archief    ● Overzicht 1988    ● Overzicht #19

UIT: NN #19 van 29 DECEMBER 1988



VIEZE BEDRIJVEN MOETEN DICHT

Dinsdag 20 december hebben leden van de milieuorganisaties st. Reinwater en de Werkgroep Eemsmond gedemonstreerd in Groningen. Een vaatje olie werd aangeboden aan de milieugedeputeerde van de provincie Groningen en aan een vertegenwoordiger van Rijkswaterstaat Groningen. Later in de middag werd zo'n 5 ton (door Reinwater bij schepen afgehaalde) afgewerkte olie bij Rijkswaterstaat direktie Groningen op de stoep gezet.

Aanleiding voor de aktie was de presentatie van de resultaten van een onderzoek van beide organisaties naar de waterkwaliteit van de Eems. Hiervoor werd in 1987 gemonsterd langs de gehele lengte van de Eems vanaf een boot van Reinwater, bij lozingspunten en in slib. De Eems blijkt veel te hoge zoutconcentraties te bevatten. Diverse bedrijven blijken met hun afvalwater de Eems overmatig te vervuilen. Aangetoond werden gechloreerde koolwaterstoffen en zware metalen als lood en chroom.

In het havenslib van Papenburg in Noord-Duitsland werd in één monster 13.000 mg lood/kg droge stof gevonden terwijl de aangehouden grenswaarde voor slib 700 mg/kg d.s. is. Eén van de grootste bedreigingen voor het natuurgebied van de Eems-Dollard vormen volgens de organisaties de afval lozingen door de scheepvaart. Veel schippers pompen hun afvalolie nog altijd overboord.

Over de totale vervuiling wordt het volgende gezegd: "De doelstelling van de overheid is het bereiken van een zo natuurlijk mogelijke situatie voor de Waddenzee en de Dollard. Het onderzoek maakt duidelijk dat zich in de huidige situatie daar geen gezond ecosysteem kan ontwikkelen (...) Een van de middelen die de overheid ter beschikking staat om haar ecologische doelstelling te bereiken, het voeren van een stringent vergunningenbeleid, wordt onbenut gelaten. De bedrijven worden regelmatig gecontroleerd, maar in plaats van aanscherping en handhaving van de lozingsvoorwaarden wordt er gedoogd."

De Eems begint ver in Duitsland en mondt uit in de Waddenzee. In Nederland is een aantal bedrijven direkt betrokken bij de vervuiling van de rivier. Ethyleenamines-fabriek Delamine in Delfzijl loost haar huishoudelijk afval in een op de Eems uitkomend kanaal. Men vond bij dit lozingspunt hoge concentraties zink en lithium, ammonium en vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen. Deze stoffen mogen volgens de lozingsvergunning niet in het afvalwater voorkomen. Aramine in Delfzijl produceert de kunststof PPTA en loost op zijkanalen van de Eems. Het bedrijf loost tetra in hoge concentraties. Tetra is een vluchtige verbinding die schade veroorzaakt aan de ozonlaag en kankerverwekkende eigenschappen heeft. De stof staat op de zwarte lijst.

Reinwater kan in de totale afvalstroom geen overschrijding van de lozingsvergunning vinden. Volgens de gegevens van Rijkswaterstaat loost het bedrijf echter concentraties tetra tussen de 51 en 6700 microgram/l. Deze laatste waarde is ruim 3 maal zo hoog als de maximaal toegestane waarde in de vergunning. Rijkswaterstaat konstateert dus een overtreding van de vergunning maar gedoogd deze i.p.v. het bedrijf aan te pakken. Dit terwijl in de wet verontreiniging oppervlaktewater het overtreden van voorschriften die aan de lozing verbonden zijn strafbaar wordt gesteld. Volgens de vergunning moet Aramine begin '89 maatregelen hebben genomen om de lozing van tetra te verminderen. Tot nu toe is daar niets van gebleken.

Katalistiks 'BV (Delfzijl) maakt kraakkatalysatoren. In het afvalwater werden hoge concentraties zuur, lood en aluminium gevonden. Aan het lozen van deze stoffen zijn geen eisen gesteld via de vergunning. Lood werd gevonden in concentraties tussen de 350 en 640 microgram/l terwijl de basiskwaliteitsnorm voor zoet oppervlaktewater voor lood maximaal 50 microgram/l is.

En dan AKZO Delfzijl. Het komplex van AKZO beslaat diverse fabrieken: o.a. een elektriciteitscentrale, chloorkoolwaterstoffenbedrijf, zout- en sulfaatbedrijven en sodabedrijven. AKZO loost haar afvalwater via verschillende pijpen in zijkanalen van de Eems. Het sodabedrijf loost 19 g kwik per etmaal. AKZO Delfzijl wil de sanering hiervan niet betalen (4,1 miljoen) en vindt dat de grondstoffenproducent aangepakt moet worden (AKZO Hengelo!). AKZO pleit voor uitbreiding van de chemische aktiviteiten in Delfzijl. Zo wil men de aanleg van een pijpleiding en opslag van ethyleen. Ook is AKZO Delfzijl betrokken bij de opslag van gas in zoutkoepels. Het zoute water dat vrij komt bij het uitlogen van de koepels zal verwerkt worden door AKZO en deels geloosd worden in de Eems.

De Gasunie heeft een vergunning aangevraagd voor de lozing van 3.000 m3 zout water per uur. Hiertegen is bezwaar gemaakt door milieuorganisaties omdat met deze hoeveelheid AKZO niets meer hoeft te verwerken. De milieuorganisaties pleiten voor een veel lagere lozingen zijn eigenlijk tegen gasopslag in zoutkoepels en elke vorm van lozing. Verder zal AKZO Delfzijl samen met het Japanse bedrijf Idemitsu polycarbonaat (kunststof) gaan produceren. De provincie Groningen is van mening dat de milieuvergunningen voor 1 mei '89 verleend kunnen worden.

Uit het onderzoek van Reinwater en de werkgroep Eemsmond blijkt het afvalwater van AKZO verschillende stoffen in te hoge concentraties te bevatten. Men vond hexachloorkoolwaterstoffen. Omdat het bedrijf haar afvalstromen mengt is hiervoor niet na te gaan of de vergunning wordt overschreden. Het afvalwater van de chloor koolwaterstoffenfabriek mag niet direkt op de Eems geloosd worden. Volgens het onderzoek gebeurt dit wel. Dit is een overtreding van de vergunning terwijl in die vergunning n.b. een verregaande sanering van de afvalstroom wordt geëist. Daar wenst AKZO Delfzijl blijkbaar niet in te investeren.

Rijkswaterstaat blijkt het water in de Eems overigens niet op gechloreerde koolwaterstoffen te kontroleren, omdat over die lozing niet gerept wordt in de vergunning. Dit geldt eveneens voor de chroomlozingen van AKZO (70-90 microgram/l bij een basiskwaliteitsnorm voor chroom van 50 microgram/l). Dit is een overschrijding van de norm dus, net als de lozing van zuur (pH van 9,6 tegen een maximum van 9,0), warm water (31-36 graden C. tegen een maximum van 25) en gechloreerde koolwaterstoffen als tetra Rijkswaterstaat is van al deze lozingen op de hoogte maar doet niks.

In september vroeg de Waddenvereniging politiedwang tegen AKZO Delfzijl om het bedrijf te dwingen een verbrandingsoven te installeren om de uitstoot van giftige gassen drastisch te verminderen van 405 ton tot 40,9 ton per jaar. In de vergunningsaanvraag had het bedrijf het over 5 ton methylchloride (waar het voornamelijk om gaat) per jaar. Er werden geen stappen tegen het bedrijf genomen. AKZO Delfzijl blijkt nu ook nog het water te vervuilen en lozingsvergunningen te overschrijden. Het bedrijf wil investeren in méér produktiekapaciteit maar weigert milieumaatregelen te nemen.

Het wordt tijd om dit soort bedrijven voortvarend aan te pakken. Geen nieuwe vergunningen voordat de oude worden nagekomen. Vervuilende bedrijven moeten onmiddellijk gesaneerd worden, anders moeten ze DICHT!

 

 

.Terug naar boven