Ravage   ● Archief    ● Overzicht 1988    ● Overzicht #19

UIT: NN #19 van 29 DECEMBER 1988



UITBUITING IS NOG STEEDS HET VOORDELIGST

Op 22 december werd door het solidariteitsfonds X-Y en Stichting Opstand bij C&A aan de beurspassage in A'dam het boekje 'Kolonievorming in het westen; hoe armoede georganiseerd wordt' gepresenteerd.

C&A, maar ook andere warenhuizen zoals Peek en Cloppenburg en Cool Cat werden genoemd als afnemers van informele ateliers in de 19e eeuwse woonwijken van A'dam. Het boekje gaat echter niet alleen over de konfektie en haar uitbuitingspraktijken maar bekijkt de wijze waarop armoede onder de laagste inkomensgroepen wordt georganiseerd om de winsten van met name grote bedrijven veilig te stellen.

Onder het mom van ekonomiese krisis of krisisdreiging wordt door ondernemers en overheid eendrachtig gewerkt aan een herstrukturering van de ekonomie. De inzet hiervan is natuurlijk winstverhoging en versterking van de positie op de wereldmarkt. Het gaat te ver om hier diepgaand op het hoe en waarom in te gaan, we willen volstaan met het aangeven van de twee belangrijkste strategieën.

1. Centralisatie: het resultaat hiervan is dat meer kapitaal in een onderneming wordt ondergebracht, met alle voordelen van een monopoliepositie vandien. Multinationale ondernemingen kunnen hun afzet vergroten en hun positie t.o.v. de konkurrentie versterken.

2. Decentralisatie: dit lijkt tegengesteld maar in werkelijkheid is decentralisatie van produktie een aanvulling op centralisatie van kapitaal. Het gaat hierbij om het uitbesteden van die delen van de produktie en dienstverlening waarbij de loonkosten relatief hoog zijn, de arbeidsintensieve delen. Dit levert vele voordelen op. Men kan zich koncentreren op de meer winstgevende kapitaalintensieve delen, een grote mate van flexibiliteit -het soepel reageren op pieken en dalen in de marktvraag- wordt gegarandeerd en er is een permanente druk op loonkosten en een vakbondsondermijnend effekt.

Kruciaal in de herstrukturering is de uitbesteding van arbeidsintensieve onderdelen naar de zgn. informele sektor van de ekonomie. Dit proces van overheveling van de reguliere ekonomie naar de informele wordt informalisering genoemd. De inzet van de informalisering is het drukken van de loonkosten, dus winstverhoging.

Maar het wordt evenwel mogelijk gemaakt door de drastiese verlaging van de levensstandaard van grote groepen van de bevolking. Met name baanloze vrouwen, langdurig werklozen en migranten zijn gedwongen zich op de informele arbeidsmarkt te begeven om een noodzakelijke aanvulling op het te lage inkomen te verdienen. Zo grijpen het afbraak- en bezuinigingsbeleid van de overheid en de strategie van ondernemers om arbeidskosten te verlagen in elkaar.

Waar het een en ander toe leidt kunnen we zien aan de hand van de verborgen konfektie-industrie in de 19e eeuwse woonwijken van A'dam. Het is bekend dat in de jaren '50-'60 ondernemers de poorten sloten om elders in de lage lonen landen nieuwe konfektiefabrieken te openen. Sinds een aantal jaren is er echter sprake van een terugkeer van een deel van de industrie. Het gaat hierbij om de zgn. short run produktie die snel en soepel moet zijn afgestemd op de grillige modemarkt en waarbij de aanvoerlijnen kort moeten zijn.

In tegenstelling tot de jaren voor de trek gaat het nu om een verborgen industrie die wordt gekenmerkt door een informeel karakter. Een groot deel van de produktie vindt plaats in ateliers of door thuiswerksters en is informeel: er worden geen premies betaald, men is niet verzekerd en het een en ander staat niet geregistreerd.

Een derde belangrijk aspekt is de pyramidestruktuur: bovenaan staan bedrijven als C&A en Coolcat. Zij besteden via tussenpersonen opdrachten uit aan ateliers. Via via komen de opdrachten (of delen ervan) terecht bij de informele ateliers of de thuiswerksters. Bewust schrijven we hier dat het gaat om een (gedecentraliseerde en verborgen) industrie. De ateliers zijn veelal gevestigd in kelders of simpelweg op woonetages. Gemiddelde bezetting van een atelier is 15 arbeiders.

Opstand schat het aantal op meer dan 600. Dat betekent dat ruim 10.000 mensen hierin werkzaam zijn alleen in Amsterdam. Tellen we de thuiswerksters en arbeiders die werken in de snijderijen, de strijkerijen of het transport verzorgen hierbij op, dan is er alle reden om van een industrie te spreken. Nota bene: officieel zijn er een kleine 10.000 konfektie-arbeiders geregistreerd, nationaal.

Het is Opstand te doen om een aanklacht tegen de arbeidsomstandigheden waaronder de atelier-arbeiders en thuiswerksters moeten werken (en natuurlijk welke mogelijkheden er zijn om in verzet te komen). De arbeidsomstandigheden zijn hemelschrijnend: werkdagen van 10 tot 12 uur zijn eerder regel dan uitzondering en dat 7 dagen per week in stoffige kleine ruimtes. Regelmatig neemt de atelier-arbeider werk mee naar huis waarna de vrouw veelal mee moet werken. In de regel wordt er een uurloon van 3 à 4 gulden betaald, en natuurlijk geldt oe regel geen werk, geen loon.

De lonen en arbeidsomstandigheden staan als gevolg van de pyramide-achtige struktuur onder een permanente druk. Een bedrijf als C&A, dat onlangs haar eigen ateliers heeft gesloten, dikteert in feite de prijs en de afleverdatum. Vanwege het grote aantal ateliers is C&A in staat een verdeel-en-heers politiek te voeren: de goedkoopste krijgt de opdracht.

Tijdens het werk in verschillende ateliers en uit de gesprekken die we zowel met arbeiders als ateliereigenaren hebben gevoerd, is gebleken hoe warenhuizen zich bedienen van maffia-achtige praktijken om over de ruggen van duizenden de eigen zakken te spekken. C&A besteedt de opdrachten via tussenpersonen uit. Deze nemen veelal een regulier atelier in de arm maar dikteren wel de prijs en leverdatum.

De prijzen zijn vaak zo laag dat het reguliere bedrijf gedwongen is om het uit te besteden aan een informeel atelier ot thuiswerkster in diens te nemen. Daarbij zijn de leverdata zo absurd dat een werkdag van 8 tot 5 niet toereikend is. De informele ateliers werken daarentegen desnoods 24 uur kontinu. Zo maakt C&A gebruik van honderden informele ateliers en wast ondertussen haar handen in onschuld.

De verzetsmogelijkheden van de atelier-arbeiders en de thuiswerksters zijn vrijwel nihil. Velen hebben geen verblijfsvergunning, werken zwart of (zoals de thuiswerksters) geïsoleerd. Ook de migrantenorganisaties zitten met de handen in het haar.

Onlangs is geprobeerd de verdeel-en-heers politiek van de warenhuizen te doorbreken. Deze poging is mislukt omdat er altijd mensen zijn die voor een appel en een ei willen werken en de prijsafspraken zo doorkruisen. En de vakbeweging is meer verontrust over het image van de Nederlandse konfektie-industrie dan de arbeidsomstandigheden waaronder duizenden werken. Zij propageert het opdoeken van de informele ateliers in plaats van C&A aan te klagen.

Het gaat Opstand niet om het opdoeken van de zgn. illegale ateliers. Wij zijn niet tegen illegale ateliers maar wel tegen de super-uitbuiting waarvan alleen bedrijven als C&A profiteren. De ontwikkelingen in de konfektie-industrie zijn ook slechts exemplarisch voor andere sektoren. In alle sektoren wordt de uitbuiting opgevoerd en groeien woon- en werkomstandigheden waarvan altijd is gedacht dat die karakteristiek waren voor zgn. derde wereldlanden.

Kolonievorming in het westen; hoe armoede georganiseerd wordt. Te bestellen door 10,- inkl. porto over te maken op giro 609060 tnv X-Y o.v.v. nr. 4. Of Opstand tel. 020-181817.

 

 

.Terug naar boven