●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
1988 ● Overzicht
#13 UIT: NN #13 van
20 OKTOBER 1988
Voor het eerst in
maanden weer eens een dagje naar de metropool geweest. We hadden uit een
middelgroot landelijk ochtendblad een verhaal aangetroffen over aan gort
geslagen kroegen, mensen, huizen en een boekhandel. En aangezien ze over
Zuid-Afrika ook altijd weer zeggen dat je er geweest moet zijn om er een
oordeel over te kunnen hebben, gingen we poolshoogte nemen. Het leven in de
metropool blijkt op het moment voor een niet onaanzienlijk deel te bestaan uit
wachtlopen, angst voor hinderlagen en alertheid op alarm: het lijkt er af en
toe op dat de fascisten op ons zijn losgelaten.
Wij hadden, naïef
als periferiebewonersters kunnen zijn, nooit begrepen dat de kraakbeweging er
een aparte 'politieke vleugel' op na hield. Voor ons was het wezenlijke element
van kraken, en van al dat andere verzet, juist gelegen in het rigoureus
afwijzen van politiek, van de machtsspelletjes, het gekonkel, het
gezagsmisbruik en al die andere onderdrukkende konsekwenties ervan.
Een pand kraken,
een ontruiming tegenhouden, leuzen kalken, een kerncentrale of een transport
blokkeren, een militaire basis betreden: voor ons waren het altijd uitingen van
de wilskracht van groepen mensen, die besloten zich niet langer aan de
heersende strukturen, aan politiek dus, te onderwerpen, en zulks met daden
kracht bij te zetten. Aktievoeren als uitdrukking van het feit dat je een knop
in je hoofd hebt omgezet (of: wilt omzetten), dat je je geloof in 'de politiek'
voor het bereiken van een betere wereld definitief verloren hebt.
Kortom: als je
jezelf 'aktievoerder' noemt, dan heeft dat konsekwenties. Als je jezelf
'antifascist' noemt, heeft dat als gevolg dat je aangeeft de politieke
praktijken van de fascisten radikaal af te wijzen. Degenen die zichzelf
bovengenoemde benamingen toedichten, om vervolgens toevlucht te zoeken bij
Kristallnacht-methodes om al dan niet vermeende tegenstandersters koest te
houden, zulke mensen kunnen we onmogelijk nog als serieuze medestrijders beschouwen.
Eerder krijgen wij visioenen van zware zwarte laarzen-in-paradepas, en komt ons
weer die zin voor ogen die wij eens in een geheim Geheime Diensthandboek
aantroffen: 'Prioriteiten van de infiltrantprovokateur zijn het uitlokken van
strafbare feiten en het zaaien van verdeeldheid binnen de geïnfiltreerde
groep...'
Het moge dus
duidelijk zijn: als lui van die 'politieke vleugel' er ooit nog eens behoefte
aan hebben zich met ons reilen en zeil en in het oosten des lands bezig te
houden, dan zullen we hen met veel genoegen enig besef van de essentie van
politiek verzet bijbrengen: heraus mit den Schweinhunde, no pasaran!!
Maar natuurlijk
hebben wij makkelijk praten. Arnhem is een klein gat met een overzichtelijk
aktiewereldje. Iedereen kent elkaar: aktievoerders, wouten, fascisten en
politici. Geheime onderzoeksgroepen zouden hier niet lang geheim blijven, en
een 'politieke vleugel' zou ernstig aangeraden worden eerst maar eens een paar
maanden rust te nemen in plaats van dergelijke nonsens uit te kramen.
Wij hebben stomweg
geen tijd voor al die onzin: morgenochtend om acht uur loopt de wekker af, en
om negen uur moet de kantine open en de koffie klaar zijn, om maar eens iets te
noemen. We hebben alle beschikbare kracht nodig om onze ideeën en idealen verder
te realiseren en uit te bouwen, om door te gaan op de ontwikkelingswegen die
leven-in-verzet allemaal biedt. Of dat nu gaat via bewust gekraakt blijven, of
via legalisering en zelfbeheer, middels een picketline of door een bezetting:
als je elkaars visies en standpunten respekteert is er niets aan de hand.
Eenheid in verscheidenheid, dáár houden wij van. En dat heeft met 'politiek'
natuurlijk hoegenaamd niks te maken...
Kobus
|
||