Ravage   ● Archief    ● Overzicht 1988    ● Overzicht #11

UIT: NN #11 van 29 SEPTEMBER 1988



DE MYTHE – STADSVERNIEUWING

Een bijlage over stadsvernieuwing en stedebouwkundige ontwikkelingen dit keer. We zagen overeenkomsten tussen de plannen van verschillende steden, en vroegen ons af of dit toeval was. Deze vraag legden we voor aan Saar Boerlage, voorzitster van de PSP, maar ook docente stadsgeografie. Volgens haar kent ieder stadsbestuur de dringende behoefte haar stad om te vormen tot een metropool. In deze bijlage een interview met Saar. Verder een artikel over de door ons gesignaleerde overeenkomsten. Wat opvalt zijn de vrijwel identieke stadsontwikkelingen in door sociaal-democraten bestuurde steden. Projektontwikkelaars en super draagkrachtigen zijn hier van harte welkom. Verder een bijdrage over de Amsterdamse plannen met de IJ-oevers, en over alternatieven ontwikkeld door de bewoners/ters van het IJ-eiland.

 

NATTE DROMEN OVER METROPOLEN

Toen de Amsterdamse wethouder Van der Vlis onlangs met het initiatief voor het aanstellen van stadswachten kwam juichten zijn PvdA-collegae in de andere grote steden enthousiast: "dat willen wij ook". Zoveel mensen, zoveel meningen, vergeet het maar. Alle sociaal-demokratiese wethouders hebben dezelfde visie op hun stad: het moet een metropool (van het noorden, oosten, westen) worden. Bedrijven moeten gelokt en gelijmd worden en vooral moet de bevolkingssamenstelling evenwichtiger worden. Nieuwe stadhuizen, casino's, ringwegen, koopwoningen voor middeninkomens, de PvdA'ers krijgen er natte dromen van. De ironie wil dat de voorstanders van een no-nonsense beleid in de steden zich ooit druk maakten over het dreigen van cityvorming, in de plaatsen waar ze nu wethouder zijn.

Volkshuisvesting als zodanig is nooit een prioriteit van de sociaal-demokraten geweest. Volkshuisvesting is altijd als een politiek instrument tot verheffing van de arbeidersklasse en disciplinering van de werkende bevolking gezien. Dat was zo ten tijde van Wibaut en is ook nu nog zo. Alleen de invulling is anders. De grote verandering kwam in de jaren zestig en zeventig. De steden verpauperden en wie kon verruilde zijn oude woning in de stad met een nieuw huis in het groen. Oe stad was waar je werkte, buiten tussen de bielsen waar je woonde.

De sociaal-demokratie heeft haar politieke basis van oorsprong in de steden, dat is ook de plaats waar ze machtsposities heeft verworven in de gemeenteraden. In het denken over maatschappelijke verandering kennen ze aan steden tevens een belangrijke funktie toe. De massale uittocht van vooral jonge intellektuelen naar het platteland werd met lede ogen aangezien. Het waren juist dezen die een leidinggevende rol in processen van demokratisering en maatschappelijke verandering dienden te spelen, zo meende men. Zodra de PvdA in de regering kwam ontvouwde ze plannen die de overloop een halt toe moesten roepen en de stad als ekonomies/sociaal en kultureel centrum weer in oude glorie moest herstellen.

De tijden van de werkstad waren voorbij, die van de stad als kultureel centrum aangebroken. Geworven werd voor 'de compacte stad', waar alles wat zich in de samenleving afspeelt samenkomt: sociaal/kultureel leven, wonen/werken, kollektief welzijn, het demokratiseren van de samenleving. De weg waarlangs de compacte stad bereikt wordt loopt via inspraak, zelfwerkzaamheid en decentralisatie. Niet alleen wonen en werken maar ook vrije tijdsbesteding krijgt een belangrijke plaats in de planning. 'Bouwen voor de buurt' wordt een begrip, woonomgeving belangrijker dan woning(nood).

Het bestaande verzet tegen verpaupering in de buurten wordt tegemoet getreden met inspraakvoorstellen. Gevraagd wordt om mee te denken. Kortom de sociaal-demokraten nemen het verzet op in de planning om het beheersbaar te maken. Hetzelfde lot wacht later de kraakbeweging. Kraken als signalisering van misstanden wordt schoorvoetend positief gewaardeerd, gedeeltelijke legalisering en opleggen van beheerstrukturen (bijvoorbeeld Tetterode) is de bestuurlijke oplossing.

De zware, vervuilende industrie is verdwenen naar buiten de stad, maar biedt als gevolg van automatisering steeds minder arbeidsplaatsen. In de stad blijven kantoren, handel en banken, die of in de kapitalistiese wildernis ten ondergaan of meer Lebensraum opeisen. Bereikbaarheid voor cliënten en personeel wordt voor bedrijven een belangrijke overweging bij het kiezen van een vestigingsplaats. Gemeentebestuurders gaan die zaken belangrijker vinden naarmate de steden meer moeite hebben de begroting sluitend te krijgen. De steden worden als gevolg van tien jaar krisispolitiek van rechtse regeringen immers op steeds grotere kosten gejaagd.

Onder meer minder subsidies en toenemende uitgaven voor vooral in de steden levende uitkeringsgerechtigden zijn daar de oorzaak van. Meer geld eisen van Den Haag heeft weinig zin en kiezen voor een struktureel begrotingstekort kan leiden tot onder toezicht plaatsen (artikel 12) van het lokale bestuur. Burgers en buitenlui (rijke toeristen) denken dat de steden onveilig zijn, je auto om de haverklap opengebroken wordt, de straat het voor het zeggen heeft en de bestuurders slechts toekijken. Kampagnes als 'Amsterdam heeft 't' moeten dat negatieve imago veranderen.

Maar niet alleen het imago moet gewijzigd worden, er moeten maatregelen genomen worden die het nieuwe elan laten zien. Dus laat Van Thijn de Zeedijk schoonvegen van junks en worden hotelketens als Holiday Inn en Barbizon binnengehaald. De Nijmeegse wethouder Hompe grijpt een incident (het onderdak geven aan aktievoerdersters bij de Mariënburcht-ontruiming) aan om subsidies voor aktiecentra te stoppen en torpedeert verbouwingsplannen van kraakpanden. Den Haag haalt met sponsorship van Philips een concertzaal naar de stad, Rotterdam ontwikkelt plannen voor een stationscentrum à la Hoog Catharijne en Eindhoven maakt een city van het in de oorlog weggevaagde centrum.

Gemeenten kiezen voor samenwerking met de markt. Voor projektontwikkelaars, particuliere- en institutionele beleggers wordt net als voor buitenlandse investeerders bij voorbaat de rode loper uitgelegd. Dit soort heren zijn niet degenen die oog hebben voor een evenwichtige verhouding tussen wonen, werken en recreëren. Rendement van investeringen is hun eerste zorg en niet of die investering ten goede komt aan de totale ontwikkeling van de stad.

Sociaal-demokraten roepen ook, en bijna nog harder dan Korthals-Altes, dat de kleine (pardon veel voorkomende) kriminaliteit moet worden bestreden. In verschillende steden wordt tevens hard opgetreden tegen groepen die een negatief beeld over de stad zouden opleveren.

Amsterdam

Door een selektie van beelden, indrukken en ervaringen vormen burgers, ondernemers en ambtenaren zich een beeld van een stad of stadsdeel. Begin jaren tachtig spelen in Amsterdam vooral de kwesties van de Zeedijk en de Bijlmer. Op de Zeedijk sluiten winkels en blijven investeringen achterwege, de Bijlmer kent een steeds groter wordend aantal lege flats. Op de Zeedijk wordt de handel in harddrugs plots streng tegemoetgetreden. Resultaat is een verspreiding van dealers naar andere stadsdelen, maar de Zeedijk zoals sensatiebeluste Duitse toeristen hem kwamen bezichtigen is verleden tijd. In mei dit jaar is op de kop van de dijk een viersterrenhotel geopend (Barbizon Plaza), een deel van de horeca put er hoop uit voor de toekomst, maar of het echt veel verandert?

Naamsverandering van beruchte flats in de Bijlmer en zelfs van de wijk zelf in Amsterdam-Zuidoost gaan gepaard met een grondige renovatie van leeg staande woningen. Het idee dat het in de betonkonstrukties met enorme open vlaktes ertussen niet prettig wonen is blijft bij veel mensen bestaan, maar het moet gezegd de leegstand neemt af en Bijlmerfans had je altijd ook nog. Van inventieve voorstellen om een skihelling vanaf de bovenste verdieping van een flatgebouw te maken of een trappenhuis de vorm van een coca cola fles te geven komt uiteindelijk niets terecht.

Dat de hoofdstad een Stopera op het Waterlooplein heeft en het zowel architectonies als financieel een katastrofe is weet iedereen al. De plannen voor een oostwest as (de IJ-Boulevard) zijn misschien minder bekend (zie stuk elders in deze bijlage) maar zeker niet minder wanstaltig. Aan het Rokin is de Optiebeurs verrezen en komt het bankgebouw van Pierson, Heldring & Pierson, Holiday Inn werd geopend op de plaats van het voormalige woon/werkpaleis Wyers en het Barbizon Plaza op de Zeedijk. Je kunt dus wel zeggen dat banken en hotels weer eens als paddestoelen uit de grond rijzen.

De gemeente Amsterdam wil graag dat mensen met middeninkomens (boven modaal tot?) weer binnen haar grenzen komen wonen. Daarvoor zijn plannen voor koopwoningen en dure huurwoningen van belang. Zo kwam het dat PvdA-wethouder Genet onlangs staatssekretaris Heerma (CDA) verweet alleen maar iets voor de allerarmsten te doen en geen oog te hebben voor de middeninkomens (Volkskrant 22/9/88) .

Om te weten te komen of er voorwaarden zijn waaronder mensen die in Amsterdam werken maar buiten wonen van domicilie veranderen worden door de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) heuse enquêtes gehouden. En wat blijkt... de mensen willen graag woningen van een goede kwaliteit, een leefbare woonomgeving voor kinderen, kollektieve voorzieningen en ach... het mag wel iets kosten. Ambtenaren van DRO adviseren aan het gemeentebestuur om niet alleen maar goedkope woningen te bouwen en als we naar Genet luisteren vinden ze voor die wens gehoor.

Groningen

Groningen moet de METROPOOL van het Noorden worden, lezen we in het structuurplan van die stad. Amsterdam heeft 't, Groningen krijgt het, is het motto van de toekomstvisie. Het gaat erom dat het Verbindingskanaal er komt, de nieuwe financiële slagader van Groningen. Sukses gegarandeerd door de "representatieve ligging, optimale bereikbaarheid en de nabijheid van de gebouwen der centrale directie der PTT."

Dat is de visie van de Groningse sociaal-demokratiese stadsbestuurders en hun projekt supervisors Rem Koolhaas en Josef Paul Kleinbues. Een projekt met 60.000 vierkante meter voor kantoren, luxe hotels, banken, dure woningen, Kultuur (met een grote K) en detailhandel voor mensen met ietsje meer te besteden. Een rekonstruktie van het wegennet is onontkoombaar. Er moet vanzelfsprekend een direkte aansluiting van de financiële slagader met de Euroweg (ringweg) komen. Wat de gevolgen zijn voor wat vriendelijker gebouwen, blijkt uit de plannen voor kultuurcentrum de Oosterpoort. De ingang naar de wijk wordt vervangen door een door neon verlichte façade met een hoofdingang aan de stadskant. Het gebruik van het centrum dient geïntensiveerd te worden middels het funktioneren als kongrescentrum. Het parkeerterrein wordt overigens volgebouwd met kantoren.

De beide supervisors zijn niet zomaar mensen, nee het zijn beroemde architecten. Koolhaas bouwt aan de noordzijde van de Brink al aan twee kolossale flats met luxe appartementen. Zijn Westberlijnse kollega Kleinhues wil tegenover het station een eiland uit de grond stampen, kompleet met woontorentjes en restaurants, voor auto's moet het vanuit de stad bereikbaar zijn en, ach wat lief, er komt ook een bruggetje voor fietsers en voetgangers. De herr architect wil achter de Emmasingel kantoorflats van vijftien verdiepingen plaatsen. En waar nu de Rabobank staat ziet hij liefst een wolkenkrabber (de 'Kompasnaald') met onder een bank en erboven een Holiday Inn ofzo. Acht projektontwikkelaars zijn voorlopig weer vijftien jaar onder de pannen, de gemeente zelf trekt voorlopig een bedrag van 24 miljoen (vooral infrastruktuur) uit.

Koolhaas overal

Rem Koolhaas bouwt niet alleen in Groningen. In Amsterdam heeft het gemeentebestuur (ook PvdA) hem gekozen om het Leidse Bosje vol te bouwen met luxe stadsvilla's. 'Byzantium' noemt Koolhaas zijn projekt bestaande uit een kombinatie van zèer luxe appartementen (met video-bewaking), winkels en een kantoortoren. In propagandafolders van de projektontwikkelaars en persberichten van de gemeente lezen we wat 'Byzantium' wordt: "Een uniek project met cosmopolitische uitstraling. Selectieve allure. Een gebouw dat een bastion vormt tussen het Leidseplein met zijn internationale allure en de welhaast vergeten enclave van die arcadisch oase, het Vondelpark. Stadsvilla's, kantoorsuites/" Rem en Ed (van Thijn) mikken op mensen met heel veel geld (een appartement gaat tussen de drie en twaalf ton kosten), die noemen zij overigenos "de voortrekkers op zowel het zakelijk als cultureel vlak."

Ook in Den Haag zette Koolhaas recent een stulpje neer, het Haagse Danstheater. Een typering van dat gebouw vinden we in het jaarboek van de Nederlandse architectuur: "een gebouw dat onrust wekt, herinnert aan het onzeker bestaan in de grote stad, aan de dreiging van de apocalyps die in elke metropool aanwezig is, moderne architectuur waar het utopisch optimisme van de avantgarde is vervangen door de latente doodsdrift van de jaren tachtig."

Nijmegen, Rotterdam

Dat Amsterdam en Rotterdam meewillen in de vaart der volken en niet meer bouwen voor de buurt maar doen aan revitalisering (bouwen voor de stad), ach verbazing hoeft het niet te wekken. Maar Eindhoven, Tilburg, Nijmegen? Ook zij hebben de kolder in de kop. In Nijmegen heet het volgens de nota 'Stadscentrum in beweging'. Net als in Rotterdam moet het station in Nijmegen allure krijgen. Luxe appartementen en dito koopwoningen samen met elitaire winkels dus. En zoals Ed van Thijn de IJ-oever voor gezinnetjes met poen reserveert, doet Ien Dales dat met de Waal kade in Nijmegen.

Revitalisering is in de nota's al net zo populair als 'compacte stad'. Een Rotterdamse ekonoom, Leo van den Berg, zei in Trouw van 17 juni dat "de grote stad geleid moet worden op een efficiënte en zakelijke manier, als was het een onderneming" (misschien iets voor Arie van der Zwan?-red.) Onze ekonoom is de motor achter Euricur, het revitaliseringsinstituut voor de grote steden in West-Europa. Van den Berg ziet het wel zitten met Bram Peper. "Het lijkt de jaren vijftig van de wederopbouw wel", roept hij. De Verenigde Staten laten zien dat public-private partnerships de oplossing zijn, meent hij. En dan niet alleen samen een tunneltje bouwen, nee "hele stadsdelen ontwikkelen."

Platanen

In 1980 nog fel tegenstander van city-vorming, nu wethouder en kampioen plannenmaker is Haagse Arie Duivesteyn (PvdA? ja!). Daar gaan we weer: "revitalisering van het Spuikwartier", een nieuw stadhuis in het centrum, de verloedering tegengaan door onder meer een verbod op gesloten rolluiken, alleen automobilisten met pasjes in de binnenstad en spotjes op belangrijke gebouwen. Den Haag gaf de plannen de originele naam 'De Kern Gezond'.

De stad moet een "herkenbare familie lantaarns krijgen, zodat er een typische Haagse straatverlichting ontstaat die zich onderscheidt van andere steden." In de binnenstad wil Arie D. "een chique, donkere, zogeheten mangaanklinker", en op het Spui rijen Platanen. Kosten tot 1991: 66 miljoen. Veel Hagenezen zijn al te hoop gelopen onder het motto 'Stadhuis, nee'. Arie D. weigert echter te praten onder het mom dat het de gemeente niets kost (budgettair neutraal, heet dat), zei Amsterdam ook niet zoiets over de Stopera?

Grote kleine steden

Arnhem claimde onlangs de tweede heroïnestad in Nederland te zijn en deze week bleek de kriminaliteit in Breda, Helmond, enz. meer toe te nemen dan in Den Haag. Ook de kleinere grote steden tellen dus mee en ook zij doen aan de compacte stad. Op een 'grote stedendag' (meer dan 140.000 inwoners) duelleerden in maart dit jaar bijvoorbeeld wethouders van Enschede met die van Rotterdam over 'bouwen voor de buurt of voor de stad'. Renovatie en vasthouden of aantrekken van koopkrachtige bewoners en bijbehorende winkels en voorzieningen, allemaal vinden ze het een voorwaarde om ook iets "aan sociale woningbouw te kunnen doen."

Hoe ziet de praktijk van zo' n kleine grote stad eruit? Een voorbeeld van onze korrespondent in Tilburg: "Tilburg is al jarenlang bezig om uit te groeien tot iets wat op een zogeheten 'Compacte Stad' moet gaan lijken. Wat we daaronder moeten verstaan? Het doel is vooral om de oude stad, het grote gebied binnen de ringbanen, om te turnen tot woongebied. Op open plekken worden grote flats neergezet: horizonvervuiling van de bovenste plank, maar volgens de gemeente bittere noodzaak om aan de aanwas van de Tilburgse bevolking het hoofd te kunnen bieden. Zo komen in het gebied rond de Schoolstraat en de Schouwburgring, in het centrum, 500 meergezinswoningen. Op de hoek van de Schouwburgring gaat een gevaarte van een flat verrijzen van 15 verdiepingen hoog. Er komen in de naaste omgeving van die woontoren flats van vijf en zes verdiepingen. Dit is het hart van de Compacte Stad."

"De gemeente Tilburg heeft de afgelopen jaren 110 miljoen gulden uitgetrokken om met de bezem door het centrum te gaan. Veel woningen worden in een nieuw jasje en een nieuw verfje gegoten. Ook wordt er her en der druk aan de wegen getimmerd om het groeiend autopark straks geruisloos door de stad te laten schuiven. Tot 1990 moeten er nog 2000 nieuwe woningen bijkomen in het centrum: 'eengezins- en stapelwoningen (flats), huur- en koophuizen, en studenten- en bejaardenwoningen', leert ons een foldertje van Publieke Werken. Een 'gevarieerd woningaanbod', heet dat dan.

"Het is dus vooralsnog niet zo dat Tilburg nog meer kantoorkompleksen in het centrum gaat bij bouwen. Die staan er al genoeg. Verder zijn veel oude tekstielfabrieken, waar de stad het vroeger vooral van moest hebben, met de slopershamer behandeld. Op die plekken komen flats. Tegenover de schouwburg is intussen al een prachtige winkelpromenade aangelegd, overdekt bovendien, waar U op zaterdag gezellig met vrouw, kind en huisdier (houdt U de gemuilkorfde pitbull-terriër aan de lijn?) langs de welgevulde etalages kunt flaneren. Een welgeslaagd initiatief van de winkeliers die het beste met U voor hebben...

"Er zijn plannen om ook de winkelstraat voorbij de Katterug (de wolkenkrabber die de Schouwburgring oversteekt) te overdekken, tussen Heuvelstraat en Piusplein. Op het Koningsplein wordt, alsof het niet op kan, een tweede stadskantoor aangelegd, waar ook de Openbare Bieb en de Sociale Dienst zijn ondergebracht. Alles Compact op een hoop geveegd in het centrum van Tilburg dat flitsend en hoekig opgestuwd wordt naar het jaar 2015. Voor groenstroken wordt gezorgd."

Sociaal-demokraten praten niet over woningnood, maar over "waar bouwen we het schaarse artikel wonen." Als beleggers bellen wordt onmiddellijk de rode loper besteld en nu die stadswachters weer, bah! En wat horen we uit Dordrecht? (ook PvdA): "Dordrecht moet de toegangspoort van de Randstad met internationale allure worden" en wil "een gezellige winkelrouting". Stopera, Nee!, Stadhuis, Nee!, Verbindingskanaal, Nee! Prima natuurlijk, maar werkt het? Moeten wij niet net als de compacte bouwers en vernielers onze krachten zien te bundelen. Voor je het weet kun je anders een button als 'I am not a tourist, I live here!' alleen nog in de buitenwijken of in Ulrum dragen. Het wachten is op het commando Rem! Koolhaas.

Erik

* * *



OVER IJ-OVERS EN IJ-EILANDEN

De stedebouwkundige ideeën van de gemeente Amsterdam worden op dit moment voornamelijk bepaald door economische motieven. Amsterdam moet een belangrijk financieel centrum worden, en een toeristentrekker blijven. De Y-boulevard plannen zijn duidelijk voorbeeld van op een deze uitgangspunten gebaseerde 'stedebouwkundige ideeën'.

Langs het IJ moet een oost-west verbinding komen die veel verkeer kan verwerken. In de jaren zestig werd dit idee al eens geopperd, maar niet uitgevoerd uit angst voor verzet. De plannen verdwenen in de ijskast. In '80-'81 kwam men echter weer terug op het plan een stadssnelweg in oost-west richting langs het IJ aan te leggen. Deze weg zou over de Oostelijke Eilanden en door de Spaarndammer- en Zeeheldenbuurt moeten lopen.

Onder invloed van de verzetsgroep 'IJ-boulevard nee nee nee' besloot het gemeentebestuur dat de IJ-boulevard slechts twee rijstroken mocht bevatten. Weer leek het of de aandacht voor het IJ was verdwenen. Maar projectontwikkelaars en beleggers bleven dromen van een woud van hotels, kantoren en winkelcentra. De gemeente haakte hier gretig op in en ging onderhandelen met verschillende projectontwikkelaars en beleggers. Wat deze club van bestuurders en beleggers voor ogen staat is een soort Manhattan-achtig gebied, zoals in Rotterdam de Maasboulevard.

In maart '87 werd de term Y-as geïntroduceerd. Het gaat om het gebied vanaf de Pen-centrale voorbij het eiland Zeeburg in oost tot Sloterdijk in west. Suggestie in de plannen: wonen en werken aan het water staan centraal. Het tegendeel blijkt het geval. Als het aan de planners ligt wordt het IJ door inpolderen gereduceerd tot een kanaal. Het water neemt in betekenis af, grond levert veel meer op, dus dempen maar die oude havenbekkens.

Centraal punt in het Y-boulevardplan is de aanleg van een vierbaanssnelweg omgeven door een vijftig meter brede geluidszone waar niet gewoond mag worden. Deze weg zal hele buurten in tweeën splijten, of onbereikbaar maken. Overigens worden ook de mogelijkheden voor niet-autorijders/sters uitgebreid. Er wordt gedacht aan een metro-achtige lijn, een sneltram of een zgn. vlisflits en uitbreiding van het aantal sporen naar het centraal station. Dit netwerk van lijnen moet eindigen in een Manhattan-achtig gebied achter het Centraal Station.

De geplande onderdelen van dit complex (bijna allemaal hoogbouw) bedacht door projectontwikkelaars als Eurowoningen, Hollandse Beton Groep en beleggers (Amrobank) behelzen congrescentra, hotels, parkeergarages en winkelcentra. Het winkelcentrum, vastgeplakt aan de oostzijde van het CS, is vergelijkbaar met Hoog-Catharijne. Alternatieve vormen van wonen en werken worden opzij gezet voor een grootschalige fantasieloze betonconstructie. De levendigheid zal afnemen door hotels, kantoren en winkels. Na kantooruren zal het gebied leeglopen, grootschaligheid werkt anonimiteit in de hand.

Een karakteristiek gebouw waar op een kleinschalige manier gewoond en gewerkt wordt, is de voormalige brandweerkazerne aan de Admiraal de Ruyterkade. Ook dit initiatief van onderaf zal moeten verdwijnen voor een kantorencomplex van Eurowoningen. Bevatten deze plannen realiteitszin? Illustratief is de volgende 'successtory'. Vlakbij het Victoriahotel (voor CS) wordt al jaren lang gelobbied voor een parkeergarage onder de Prins Hendrikkade. Na veel ruzies tussen financiers, gemeente en belangengroepen is het resultaat tot op heden niets meer dan een braakliggende zandvlakte.

Alternatieve planvorming

Een gevolg van de buurt- en kraakakties eind jaren zeventig en begin jaren tachtig is de in Amsterdam zeer uitgebreide inspraakkultuur. Inspraak is opgenomen in het burocratisch ritueel dat zich rondom stedebouwkundige planvorming afspeelt. Iedere keer opnieuw.

Een groep die tot in het absurde toe heeft meegedaan, en meedoet, in deze cultus is de Bewonersgroep Oostelijk Havengebied. De gemeente wil op twee plaatsen beginnen met het uitvoeren van haar IJ-boulevard plannen: achter het Centraal Station waar nu al druk gebouwd wordt aan ugly offices, en op het oostelijk deel van het IJ-eiland waar voornamelijk woningen moeten komen.

Dit eiland, ook wel bekend als KNSM-eiland, was tot voor enkele jaren nog in gebruik bij diverse havenbedrijven. De aktiviteiten van de Amsterdamse haven verplaatsen zich echter steeds meer richting westelijk havengebied zodat het oostelijk deel vrijkomt voor andere aktiviteiten. Andere aktiviteiten vinden ook nu al op het eiland plaats. Veel oude havengebouwen zijn gekraakt en worden intensief gebruikt. Tussen de gebouwen staan tientallen woonwagens en andere min of meer 'mobiele' optrekjes, er is een buurtwinkel (met stuff!), een restaurant, aan de kades ligt het vol met bewoonde schepen (iets heel anders dan woonboten) en in de gekraakte loodsen zitten allerlei 'grijze circuit onderneminkjes'.

Toch zijn zowel de gemeente als de bewonersgroep bij de planvorming uitgegaan van een relatief leeg, nieuw in te richten gebied. Inmiddels heeft zich een uitgebreide stedebouwkundige oorlog afgespeeld tussen de bewonersgroep enerzijds en de gemeente anderzijds. Uitgangspunt voor de bewonersgroep is altijd geweest dat de bestaande woonpanden moeten blijven bestaan, dat er aan de kades veel ruimte moet komen voor varende woonschepen, en dat twee grote gebouwen waar kunstartiesten hun ateliers hebben als zodanig in gebruik moeten blijven.

Deze uitgangspunten zijn langzamerhand ook door de gemeente overgenomen. Mooi, zou je denken, maar er is meer. Er is al geruime tijd sprake van een prinicipieel verschil van mening over de stedebouwkundige inrichting van het eiland. De op deze pagina's geplaatste tekeningen geven het verschil van inzicht goed weer. De bewonersgroep wil dat het eiland zo 'open' mogelijk bebouwd gaat worden, zodat het 'leven' zich voor een groot deel op en rond openbare, vrij toegankelijke ruimtes gaat afspelen. Een belangrijke voorwaarde binnen het door de bewonersgroep ontwikkelde 'water-kade plan' is het autovrij blijven van de kades zodat daar veel aktiviteiten kunnen plaatshebben. Overigens is dit in de huidige illegale situatie ook al het geval.

De gemeente is echter, samen met beleggers en woningbouwverenigingen van mening dat het eiland aan haar bewoners zoveel mogelijk beschutting moet bieden tegen enerzijds het altijd wat gure klimaat van het eiland en anderzijds de onveilige atmosfeer die heerst in stadswijken. Dit heeft tot gevolg dat zij duidelijk kiezen voor 'gesloten bouwblokken': huizen gegroepeerd rondom een binnenterrein wat alleen toegankelijk is voor bewoners/sters van het betreffende blok. De openbare ruimte tussen deze blokken wordt voornamelijk besteed aan parkeerruimte en rijwegen. Ook op de kades moeten volgens de gemeente parkeerplaatsen komen.

Zowel de bewoners groep als de gemeente zijn ervan uitgegaan dat er zo'n 1100 woningen op het oostelijk deel van het eiland moeten komen: 800 in de sociale woningbouwsektor, 300 vrije sektor. Dit levert uiteraard stedebouwkundige beperkingen op. De loodsen die nu in gebruik zijn bij allerlei alternatieve initiatieven als de nomaden-kommune, de botenwerkplaats of autowerkplaats zullen moeten verdwijnen. Voor het overgrote deel van het steeds levendiger grijze circuit op het eiland is in beide plannen geen plaats. Ook is geen rekening gehouden met de grote hoeveelheid 'stadsnomaden' die zich op het eiland gevestigd hebben in woonwagens en zelfgebouwde optrekjes.

Vanuit het idee dat er nog steeds een woningnood bestaat is de bewonersgroep al in het beginstadium van de planvorming akkoord gegaan met intensieve bebouwing, en dus met het verdwijnen van dat wat zich de laatste jaren op het eiland ontwikkeld heeft. Slechts hier en daar zullen straks nog stukjes te vinden zijn van deze spontaan ontstane tegenkultuur.

Inmiddels is de gemeente zichzelf en haar vazallen aan het voorbereiden op een langzame ontruiming van het eiland. De afgelopen week werd bij alle bewoners een brief bezorgd namens de ambtelijke projektgroep Oostelijk Havengebied. In deze brief de mededeling dat in verband met 'het omvormen van het eiland tot een woon- werk en rekreatiegebied' een Beheergroep Oostelijk Havengebied is ingesteld die zich zal bezighouden met problemen als 'gaten in het wegdek, overlast, vervuiling, kapotte straatverlichting en openbare orde'.

In deze Beheergroep zitten ook mensen van de 'Bewonersgroep Oostelijk Havengebied', mensen die wonen in de panden die nu gekraakt zijn en straks gelegaliseerd gaan worden. In deze beheergroep zitten niet de 'landkrakers' (bewoners van de woonwagens, loodsen en hutten) die straks onherroepelijk moeten verdwijnen om plaats te maken voor de uitvoering van een plan wat mede bedacht is door 'woningkrakers'. Waar deze altijd voor nieuwbouw (achter Artis, Conradstraat) op de vlucht zijnde stadsnomaden dan weer heen moeten weet niemand. Ook de brave woningkrakers van de 'Beheergroep Oostelijk Havengebied niet'.

Marc

* * *



PUBLIC PRIVATE PARTNERSHIP & SOCIAAL DEMOKRATIE

"De beleidsmensen van de Partij van de Arbeid in zowel Den Haag Rotterdam als Amsterdam lijken, meer dan mij lief is, op de toer te gaan: architektuur is mooi, grootschalig is weer acceptabel, zelfs nastrevenswaardig. Stadsvernieuwing op het vlak van sociale woningbouw, met veel buurtinspraak en alles wat dáár omheen zit, ja dat moet natuurlijk ook wel een beetje, maar dat zetten we meer op een zijwegje."

Saar Boerlage is de laatste jaren vooral bekend als aktievoerster tegen de Olympische Spelen in Amsterdam en als voorzitster van de PSP. Maar al in de 60-er jaren was ze aktief tegen de bouw van de ABN-kolos aan de Vijzelstraat. Stadsontwikkeling behoort tot haar wetenschappelijke vakgebied; tot voor kort doceerde ze stadsgeografie aan de Universiteit van Amsterdam. We spraken met haar over huidige tendenzen in de ontwikkelingen van steden. De nadruk ligt natuurlijk weer op Amsterdam maar het gaat om landelijke verschijnselen.

Aantrekkelijke binnensteden

Volgens Boerlage zijn er verschillende dingen aan de gang. Enerzijds ontwikkelingen op het gebied van funktie en architektuur van binnensteden, anderzijds op het gebied van sociale woningbouw. Vanouds wil bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam de trekkersfunktie van de binnenstad bevorderen. Men wil nieuwe bedrijvigheid - voor een deel toeristenindustrie. En de mensen met het kapitaal willen zich eventueel wel in Amsterdam vestigen, vanwege de werkgelegenheid ook heel nastrevenswaardig.

Maar, zegt Saar, die hebben dan hun eisen: "Die willen aan de rand zitten - dan krijg je van die toeters als het Wereld Handels Centrum op een plek waar eigenlijk geen plaats genoeg is om het neer te zetten. Een tentoonstellingshal voor de RAI moet desnoods maar in het Beatrixpark komen. Het bedrijfsleven wil daar zitten en elders niet. En soms, zoals in de Bijlmer, is dat misschien niet eens zo gek maar in ieder geval gaat het ten koste van de bedrijvigheid in de binnenstad. Die wordt daardoor steeds meer heel eenzijdig gericht op de toeristenindustrie."

Nou verschuiven de laatste jaren de aktiviteiten naar Zuid, richting Schiphol, maar de gemeente heeft daar een passend antwoord op om het weer de andere kant op te trekken en dat is de Y-boulevard. Zie je dat dan zitten?

"Als je kijkt naar de ekonomische mogelijkheden daar bij het Centraal Station en een beetje richting Oost en West, dan is dat een prima plek. Die ontwikkeling rond stations zie je ook in Utrecht en Den Haag. Rotterdam heeft plannen in die richting en in het buitenland zie je trouwens hetzelfde. Maar ik denk dat de Amsterdamse binnenstad er minder aantrekkelijk door wordt. (Het is de bedoeling dat 30% van de winkels die nu in de binnenstad zitten daarheen verhuizen. Red.) En de filosofie daarachter: we moeten mee en dan maar bij het Centraal Station, die zal er wel zijn maar die wordt niet openlijk beleden. Dus misschien is het ekonomisch wel verantwoord, maar het is architektonisch ontzettend lelijk en de rest van de stad krijgt minder aandacht en misschien minder geld om te handhaven en uit te bouwen wat er nu is."

Maar als de bedrijvigheid naar de direkte rand verdwijnt biedt dat misschien weer gunstige perspektieven voor het wonen.

"Voor oude bedrijfspanden en kantoorpanden heb je gelijk. Die zijn voor wonen wellicht heel geschikt, voor sommigen dan altijd nog. Maar het blijft zo dat je de bedrijvigheid uit het centrum haalt en dat vindt ik toch wel een groot gevaar. Blijft er dan genoeg aantrekkingskracht voor de toeristen of wordt Amsterdam net zo'n rare toeter als Utrecht is?"

Zit achter de plannen voor de V-oever alleen het ekonomisch belang of heeft men daar ook een stedebouwkundige filosofie bij?

"Ik weet het niet. Ik vind het een heel dubbelhartig beleid. Als je naar de wijziging van het struktuurplan kijkt, dan vind je daarin weer: we hebben zorgen over de binnenstad, er trekt nog steeds bedrijvigheid weg, het winkel apparaat is toch niet meer wat we ons daarvan voorstelden, dat soort verhalen. Terwijl aan de andere kant datzelfde gemeentebestuur mee doet met plannen, het Architectuur Centrum Amsterdam subsidieert, aan allerlei congressen deelneemt. Ik denk dat het gemeentebestuur daar nog geen visie op heeft. Het zou goed zijn als daar in het openbaar, met een goed alternatief voor het huidige struktuurplan, over gepraat werd. Dan zouden mensen zich er ook tégen kunnen uitspreken."

Getto's en gouden randjes

Een andere tendens vormen de ontwikkelingen in de sociale woningbouw. De plannen van staatssecretaris Heerma komen ter sprake, die mensen met hogere inkomens wil laten doorstromen naar duurdere woningen.

"De filosofie van Heerma is in de eerste plaats subsidie afbreken en dus mensen met wat hogere inkomens uit de sociale woningbouw halen. Dat houdt in dat je op den duur stadsbuurten krijgt met bijna alleen mensen met een laag inkomen. Nou vindt Genet (PvdA-wethouder Volkshuisvesting) dat niet zo best en dat ben ik wel met hem eens. Ik denk dat het goed is dat, zoals in Amsterdam ook het geval is, mensen met wat hogere en wat lagere inkomens naast elkaar wonen, dat er begrip onderling is. En dus zegt Genet nu: dan moet ik maar wat duurdere woningen in die stadsvernieuwingsbuurten neerzetten. Maar ik zou zeggen: laat de mensen niet verhuizen die in de sociale woningbouw zitten en het daar goed hebben, met prima buren en dat soort dingen. Ook al is hun inkomen, misschien tijdelijk, wat hoger. Laat die gewoon wat meer huurbelasting betalen. Die gettovorming die je anders krijgt, hoeven we niet natuurlijk."

Het zich richten op middenklasse inkomens, mooie architektonische steden, heeft dat niet ook te maken met het verschuiven van de financiering? Het is zo geweest dat de overheid met name woningbouw financierde. Langzamerhand wordt dat steeds meer naar beleggers geschoven die misschien wel meer geïnteresseerd zijn in mooie sjieke nieuwe buurten.

"Dat is zo. Het is een ingewikkeld probleem. Dit is de ene stroming met Heerma met zijn huursubsidie-afbraak. Een andere trend is dat PvdA-mensen maar ook CDA en zo, vluchten in de architektuur, in dat grootschalige, in de babbels daarover. Een beetje brood-en-spelen achtig. We krijgen het niet meer voor elkaar om iets voor de minima te doen. Laten we ons daar dan ook maar niet meer op richten. Laten we maar doen wat we kunnen en dat is dan voor een deel dat grootschalige, mooie, dure waarbij dan inderdaad de overheid zich terugtrekt. Veel meer het private eigendom en public-private partnership achtige dingen, dus samen met het bedrijfsleven. Wat inhoudt dat het bedrijfsleven de dingen trekt en ook de beslissingen voor een deel in handen heeft. Dan krijg je dat het uitgeleverd wordt aan wat ik zou noemen het grootkapitaal, of beleggers of mensen met in ieder geval heel andere belangen dan alleen maar volkshuisvesting. De PvdA ziet dat niet als echt slecht. Zo'n Michael van der Vlis, van Ruimtelijke Ordening, gaat met genoegen op de publicprivate partnership toer."

Als voorbeeld komt het Y-eiland in het oostelijk havengebied ter sprake. Een prachtige plek om te wonen. Bewoners (o.a. krakers van leeg gekomen bedrijfspanden en bootbewoners) werkten mee aan plannen voor goedkope sociale woningbouw. Nu komt de gemeente daarop terug. Het is een van de eerste plannen waar een grote belegger bij betrokken is.

"De beleggers willen graag de gouden randjes" en de sociale woningbouw komt op slechtere plekken. Saar vindt dat de PvdA in een linkse stad als Amsterdam niet zo makkelijk moet kapituleren. De sociaal-demokraten hebben hier de macht om alternatieven te formuleren. En áls ze overstag gaan onder druk van de Haagse bezuinigingen en het bedrijfsleven, dan moet er toch in ieder geval een openbaar debat zijn waarin het dilemma duidelijk wordt besproken.

Tienjarengolven

Bovenstaande trends zie je niet alleen in Amsterdam maar overal in Nederland. Vandaar onze vraag of er misschien sprake is van een weloverwogen beleid van stedelijke PvdA-bestuurders als blije trendvolgers of zelfs uitvoerders van een toekomstig beleid van de huidige landelijke oppositie.

"Nou, je hebt altijd van die trends. Je had een tijdlang, en daar is door buurtbewoners ook hard aan getrokken, het bouwen voor de buurt, met de nadruk op (sociale) woningbouw. Dat is bevochten door buurten zowel in Amsterdam als in Rotterdam, Nijmegen, Groningen. Iedere stad heeft daar zijn akties wel over gevoerd."

Een deel van de PvdA, divers als deze partij is, is uiteindelijk (in de 70-er jaren. Red.) met de buurtakties meegegaan. Dat leidde in bijvoorbeeld Amsterdam en Rotterdam tot een omslag. Begin jaren tachtig ebden de akties wat af. Het resultaat is dat het bedrijfsleven en voorstanders van grootschalige projekten nu de kans krijgen.

"Je ziet het ook in de 4e Nota Ruimtelijke Ordening, hetzelfde grootschalig denken, het oppeppen van de bedrijfsekonomie en samenwerking met het bedrijfsleven, konsentratie van de werkgelegenheid in de steden en met name de Randstad. Ik denk dat we in de jaren '90 wel weer en andere trend krijgen, mits we die natuurlijk bevechten."

Omdat hier en daar de theorie opgang doet dat genoemde ontwikkeling nauw samenhangt met de Europese Eenwording, vragen we Saar of ze denkt dat het bevechten in de 90-er jaren moeilijker zal worden als gevolg van een scherpere konkurrentie tussen de regio's. Ze veronderstelt dat het op het gebied van stadsontwikkeling en wonen wel mee zal vallen. Ook in de 60-er, 70-er en 8O-er jaren hadden we al een bedrijfsleven dat erg internationaal was.

"Ik denk dat die beleggers en dat hele gedoe van dat public-private partnership en dat soort dingen, dat dat toch een tijdelijk zaak is. Je hebt van die golven: tien jaar dit en tien jaar dat en we zijn dus nu aan een golf bezig waarbij het bedrijfsleven zijn kans schoon ziet het gemeentebestuur een bepaalde richting uit te krijgen. Maar daar komt alweer oppositie tegen. Dus ik denk dat het tijdelijk is. En dat is niet mooi hoor, want op dit moment gebeuren er dingen die moeilijk weer zijn recht te zetten, dat heb je met ruimtelijke ordening en gebouwen. Maar de stroming wordt wel weer anders. Dat is mijn optimisme en ik denk dat ik dat door de jaren heen ook bewezen kan zien."

Andere aktievormen tegen olifantenhuiden

Je hebt in de jaren '60 al aktie gevoerd tegen het ABN-gebouw in de Vijzelstraat. Dus je hebt waarschijnlijk een lange ervaring in aktievoeren op het gebied van stedelijke ontwikkelingen. Kun je nou zeggen dat er vergeleken met toen, nu op een heel andere manier aktie gevoerd moet of kan worden?

"De vormen van aktievoeren zijn natuurlijk anders, dat moet altijd weer op een originele manier. Maar ik vind wel dat politieke akties altijd pas invloed gaan hebben als er twee dingen voor elkaar zijn: dat je een goed doordacht alternatief hebt en dat je zorgt dat je veel mensen achter je hebt, van diverse soorten."

Ze noemt als voorbeeld de samenwerking tussen vakbeweging, kerken, politieke partijen, uitkeringsgerechtigden, ouderenbonden en jeugd bij de komende akties tegen de armoede.

"Maar daarnaast moet je ook een goed doortimmerd alternatief hebben zodat je ook iets kunt laten zien áls je dan inderdaad te maken krijgt met beleidsmensen. En op dat vlak is het dus ook goed om over Europa te denken. Wat voor invloed het heeft, wat je speelruimte is. Ik denk dat die net zo groot is als nu, je wordt niet meer vanuit Den Haag geregeerd maar vanuit iets verderop. Misschien vergroot dat overigens de speelruimte wel."

In het begin zei je dat de inspraak nu wat minder is en ik heb ook al vaker gehoord dat de bestuursverhoudingen in Nederland wat harder zijn geworden. Heeft dat ook geen konsekwenties voor de manier waarop je tegenwoordig politieke druk kunt uitoefenen?

"Dat de inspraak is verminderd is te algemeen gezegd. De beleidsvoerders, met name hier in Amsterdam, hebben ontzettend goed geleerd hoe ze met inspraak overweg moeten. De inspraak is ingekapseld. Men heeft zijn afweermethoden gevonden en ook in zekere zin een olifantenhuid gekregen. Dus die inspraak moet je ook weer origineler oppakken als buurtbewoner. Het is verkokerd, het is heel tijdrovend voor iedereen, zeker ook voor de bewoners. Je moet minstens twee jaar meedoen aan vergaderingen over een blokje woningen. Als je dat niet doet heb je bijna je inspraak verloren. Daar moet je natuurlijk toch een andere regeling voor vinden."

Saar verwacht dat je de druk op het apparaat kunt maximaliseren door je juist bij de verkiezingen te roeren. En ze vindt het belangrijk dat binnen de PvdA mensen naar voren worden geschoven die wel akseptabel zijn voor buurtbewoners, omdat ze een alternatief beleid voeren. Om zo te zorgen voor een goed alternatief zodat je samen met mensen uit de PvdA, de linksere partijen en misschien ook samen met mensen uit de vakbeweging, en met anderen die druk vergroot.

Maar het hoeft niet altijd via de politieke partijen; ze verwijst naar de akties tegen de kruisraketten "die trouwens een beetje gingen verzanden toen de partijen zich ermee bemoeiden." En, zegt ze, er is een debat nodig over alternatieve strijdvormen. Zie de ervaringen in het oostelijk havengebied: langdurige inspraak en een goed alternatief maar toch zijn de plannen onder druk van investeerders teruggedraaid.

Ik heb wel eens horen beweren, i.v.m. de Olympische Spelen die naar Amsterdam zouden moeten komen, dat je dat soort projekten waar zulke grote ekonomische belangen mee gemoeid zijn, niet mag overlaten aan de inspraak van bewoners. Is dat een houding die je bij bestuurders terugvindt?

"Nou, ik denk dat het bijv. bij de RAI ook een rol speelt. De Rivierenbuurt is heel duidelijk tegen uitbreiding, vergaderingen zijn echt goed bezocht, er zijn felle diskussies geweest, maar kennelijk vinden sommige mensen dat de belangen zó groot zijn en de kosten om de RAI te verplaatsen ook kennelijk zo hoog dat ze dan maar liever een stukkie park opofferen en alsmaar roepen dat ze iets zullen doen aan die parkeersores. Het bovenbuurt belang speelt een grote rol. Je ziet dat ook bij die stadsdeelraden. Die mogen van alles en nog wat beslissen maar dan zijn er opeens dingen die bovenbuurts zijn. (...) Ik ben het met je eens, die trend zit er wel in. Nou ja, daar moet je wat aan doen."

Aktiespecialisten

De gespecialiseerde aktievoerders, voor zover ze nog niet opgenomen zijn in het ambtelijk apparaat, die moeten in feite een stap terug doen en niet blijven kijken naar die gemeente die ze aan willen spreken maar naar de buurtbewoners die ze aan zouden moeten spreken met een misschien wel iets minder specialistisch plan of idee?

"Ja, jouw konklusie is een beetje juist. Ik denk ook dat het er wel van komt hoor. De mars om de buro's van Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting binnen te komen, die is geweest. Nu zijn er weinig baantjes meer te organiseren, zou ik bijna zeggen. Dat zijn nu de dertigers, veertigers alweer geworden en voor een deel zijn ze natuurlijk vermoeid geraakt en hebben ze een deel van hun oude visie opgegeven. Dus je zult weer om de tafel moeten gaan zitten met de jongeren, studenten, mensen die net zijn afgestudeerd en met buurtbewoners, die ook een heleboel meer kennis hebben dan een aantal jaren geleden. Want dit systeem heeft één voordeel. Er zijn ontzettend veel afgestudeerden die geen baan hebben en die dus wel tijd hebben om dit soort dingen te doen. Steunpunten en burootjes op non-profitbasis beginnen al aardig van de grond te komen en er zullen er nog wel meer komen. Zolang we hier geen eerlijke verdeling van arbeid toepassen heb je natuurlijk mensen die heel veel vrije tijd hebben, wel goed opgeleid zijn en die best iets doen willen."

Peter van Ostade/Marc

 

 

.Terug naar boven