●
Ravage ●
Archief
● Overzicht
1988 ● Overzicht
#11 UIT: NN #11 van 29 SEPTEMBER 1988
De oorzaken voor het kappen van de tropische regenwouden zijn niet eenduidig. In verschillende regio's van de wereld zijn andere hoofdoorzaken aan te geven. In Latijns-Amerika zijn dat grootschalige landbouw- en veeteeltprojekten, in Afrika klein- en grootschalige landbouw en commerciële houtkap en in Zuid-Oost Azië commerciële houtkap en landbouw. In dit stuk worden de verschillende ontbossingsoorzaken per regio, met speciale aandacht voor een aantal landen, per regio uitgewerkt. Verder komt de rol van financiers als de Wereldbank ter sprake. Latijns-Amerika Daar wordt het vlees gebruikt in de fastfood-industrie, voor dierenvoedsel en voor conserven. 95% van de rundvleesproduktie van Midden-Amerika wordt zo geëxporteerd naar de VS. De kosten (en dus de opbrengsten) zijn laag maar het land is na 5-7 jaar uitgeput. Maar dan kappen ze wel weer nieuw bos. De voor ontbossing verantwoordelijke landbouwprojekten zijn onder te verdelen in twee types: kleinschalig (door landloze boeren) en grootschalig (voor plantages met exportgewassen). Veel van het regenwoud is al gekapt en de verwachting is dat zonder ingrijpen de rest binnen 15 jaar vrijwel plat zal liggen. Brazilië Omdat dit land een speciale positie inneemt door de enorme hoeveelheid regenwoud, én de zeer diverse manier waarop ontbossing plaatsvindt, geven we hier apart aandacht aan dit land. Ook hier zijn grootschalige veeteeltprojekten oorzaak van ontbossing, samen met infrastrukturele projekten en transmigratieprogramma's. Een voorbeeld van een infrastruktureel projekt is de aanleg van wegen in de deelstaat Rondonia (gefinancierd door de Wereldbank). De wegen ontsluiten het bos voor avonturiers en grondspekulanten die in het bos levende indianen verjagen (van hun land afschieten). Daarna volgt een invasie van landloze boeren die bos afbranden en landbouw bedrijven tot het land is uitgeput. Op deze manier is binnen een aantal jaren een gebied ter grote van de BRD ontbost en kaal geslagen. Om de enorme stroom kolonisten te kunnen verwerken wordt nu gedacht aan het ontsluiten van een nieuw stuk bos. De aanleg van stuwdammen veroorzaakt ontbossing van miljoenen hectares en de verdringing van duizenden indianen. Mijnbouw is een andere oorzaak. De Wereldbank (304 miljoen $) en de EEG (1,5 miljard $) financieren het Carajas-mijnbouwprojekt. Voor dit ijzerertswinningplan moet de komende jaren 80.000 vierkante kilometer bos sneuvelen. Van de oorspronkelijke hoeveelheid tropisch regenwoud in Brazilië is nog 1/3 over. Voor ontbossing worden zelfs ontbladeringsmiddelen gebruikt. Afrika Bevat 23% van de totale oppervlakte aan tropisch regenwoud. Hoofdoorzaak is hier de kleinschalige landbouw, een ongekontroleerde invasie van landloze boeren. Redenen: bevolkingsgroei, milieuproblemen en verdrijving van boeren van traditionele landbouwgronden voor grootschalige landbouw. Een voorbeeld is Senegal. Van oudsher was daar kleinschalige landbouw op een duurzame manier. Op een bepaald moment werden landsgrenzen en het geld geïntroduceerd waardoor boeren niet zo makkelijk meer konden 'zwerven'. Daar kwam bij dat valleien ontbost werden en boeren van hun land werden verdreven voor de teeld van pinda's. De boeren moesten de (beboste) heuvels in. De gevolgen waren ontbossing, snelle uitputting van de grond en erosie. Een andere oorzaak van ontbossing is de commerciële houtkap. West-Afrika is nagenoeg ontbost. Nederland importeert hout uit Kameroen dat gebruikt wordt in de waterbouw. Overigens is de commerciële houtkap een typisch voorbeeld van de manier waarop arme landen grondstoffen leveren aan het rijke Westen. Het grootste deel van het hout is nauwelijks bewerkt. Verwerking vindt elders plaats zodat een aan de houtkap gelieerde industrie niet in de exporterende landen ontstaat. En het vervoer van het hout, de aanleg van wegen en bijkomende diensten worden verricht door buitenlandse bedrijven. Dit levert voor de landen zelf niets op (kost geld) waardoor zij minder buitenlandse valuta binnenkrijgen en gedwongen zijn meer te exporteren (en dus meer bos te kappen). Zuidoost Azië Hier is (met Australië) 19% van de hoeveelheid tropisch bos aanwezig. Hoofdoorzaak is hier de commerciële houtkap en landbouw. De drie topexporteurs van tropisch hout liggen in deze regio: Maleisië (de grootste exporteur ter wereld met 58% van het totaal, Nederland importeert haar meeste tropisch hout uit dit land), de Filipijnen en Indonesië. Binnen 15 jaar zal er in deze landen geen tropisch bos meer over zijn en nu al beginnen houthandelaren het aksent te verleggen naar Latijns-Amerika. De houtkap gaat op een bijzonder grove manier. Er wordt zgn. selektieve houtkap toegepast waarbij slechts enkele bomen per hectare geoogst worden. De rest van het bos wordt vernield of beschadigd waardoor het bos open ligt voor kolonisatie. In Maleisië hebben bosbewoners (Penan) door akties zoals blokkades geprobeerd het (hun) bos te redden. De regering wil hen echter tot ontwikkeling brengen. Terwijl deze mensen al duizenden jaren op een verantwoorde wijze met het bos omgaan beweerde een minister: "We kunnen ze toch niet half-naakt en koppensnellend door het bos laten rennen." De akties van de Penan hebben niet geleid tot stopzetting van het kappen maar wel voor grote internationale aandacht. Ook in Maleisië vindt de verwerking elders plaats: stammen worden geëxporteerd en raamkozijnen worden geïmporteerd. In Thailand vindt ontbossing voornamelijk plaats door landloze boeren, in Indonesië ook nog door mijnbouw en transmigratieprojekten (gefinancierd door de Wereldbank). Middels dit laatste projekt worden 3,6 miljoen boeren verplaatst naar de dichtbeboste buiteneilanden, 3,3 miljoen hectare bos wordt hierdoor bedreigd. In deze regio neemt Vietnam een speciale plaats in. Door ontbladeringsmiddelen, napalm en bommen is daar in de oorlog met de VS 1/7 deel van het bos vernietigd. Sindsdien is drie maal die hoeveelheid verdwenen voor landbouw. Grote gebieden zijn kaal, of vergiftigd door (Amerikaanse) chemicaliën, 40% van de oppervlakte van Vietnam wordt bedreigd door erosie. Wereldbank De rol van de Wereldbank in de vernietiging van natuur is hierboven duidelijk geworden. Hoewel de bank beweert wel degelijk rekening te houden met het milieu, zijn de twijfels hierover groot. Zolang de Wereldbank haar doelstellingen (opnemen landen in wereldeconomie, ontwikkeling door economische groei, bevordering export) behoudt en geen aandacht krijgt voor kleinschalige projekten die de bevolking ten goede komen (in plaats van de kapitaal bezitters in binnen- en buitenland) is aandacht voor het milieu een wassen neus. Je redt de natuur niet door de scherpe kantjes van enorme projekten af te halen maar door verbetering van de positie van de armen: kleinschalige ontwikkeling (waar de bevolking voor kiest), landhervormingen. De milieugroepen die de rol van de Wereldbank in de milieuvernietiging op dit moment in Berlijn bespreken hebben Brazilië uitgeroepen tot de toetssteen voor het 'milieuvriendelijke' beleid van de Wereldbank. Tot nu toe lijkt het er op dat die milieuvriendelijkheid slechts bedoeld is om de publieke opinie gunstig te stemmen. In het verleden verwierp de bank milieubezwaren immers als irrelevant. In de volgende NN meer, dan over het redden van de bossen. De internationale kampagne, alternatieven voor het gebruik van hardhout en de reakties van houthandel en regeringen.
|
||