Ravage   ● Archief    ● Overzicht 1988    ● Overzicht #2

UIT: NN #2 van 26 MEI 1988



BIJLAGE NN #2 – DE MYTHE

 

LEGITIMATIEPLICHT

In 1984 verkondigde minister Korthals Altes dat in Nederland de legitimatieplicht maar weer eens ingevoerd diende te worden. Deze als 'strikt persoonlijk' gepresenteerde mening sloeg in als een bom. In 1986 bleek het CDA zelfs bereid de 'algemene plicht tot legitimatie' op te nemen in het regeerakkoord. Hierop barstte de discussiestorm pas goed los, en tot op heden is deze storm niet meer geluwd. Vooral rond het thema 'Europese eenwording' stak het identificatie-syndroom steeds weer de kop op.

Reden genoeg voor NN om haar eerste bijlage over dit onderwerp vol te (laten) schrijven. Met artikelen over de al bestaande legitimatieplicht in België, de paspoort-affaire, pasjes voor voetbalsupporters, registratie van pitbull hondjes en het al bijna ingevoerde sociaal fiscaal nummer. Maar ook over een gedurende de Tweede Wereldoorlog aktieve verzetsgroep, een interview met Karel Sommer van de Stichting Waakzaamheid Persoonsregistratie over kontrole en technologie, een stuk over legitimatieplicht voor buitenlanders, en last but not least over de sabotage(on)mogelijkheden van moderne computersystemen.

Nog een aanleiding voor deze bijlage is een congres wat op zondag 29 mei georganiseerd wordt door de stichting 'Een kwaad leven'. Een congres over legitimatieplicht onder de titel: 't is een vreemdeling zeker...

 

SOFI KOMT

Op 1 januari 1989 wordt in Nederland het sociaal-fiscaal nummer ingevoerd. Dit sofi-nummer is officieel iets anders dan het al sinds 1987 gebruikte fiscaal nummer, maar dat is alleen officieel.

In de praktijk zullen het sociale en fiscale nummer gekoppeld worden, dat geeft iedereen die er mee gaat werken volmondig toe.

Het fiscale nummer is een willekeurige reeks cijfers die de belasting aan je naam heeft gekoppeld. Het sociale nummer is het nummer dat bedrijfsverenigingen je geven vanaf 1 januari 1989. De bedoeling is om 'fraude' te bestrijden.

Door bedrijven te verplichten om per individu de premies op te geven denkt de overheid fraudeurs eerder op het spoor te komen. Tot nu toe zeggen bedrijven alleen hoeveel ze in totaal aan premies en belastingen betalen, ze specificeren het niet per persoon. Mensen die betaald werken zijn ook verplicht al hun inkomsten door te geven aan de bedrijfsverenigingen. Die moeten vanaf '89 een eigen administratie gaan bijhouden. Door de gegevens van de fiscus te koppelen met die van de bedrijfsverenigingen krijgt de overheid beter zicht op de opgegeven verdiensten per individu en wat er aan dezelfde persoon door bedrijven aan loon is betaald.

Er waren nogal wat bezwaren tegen invoering van een sofi-nummer, met name vanwege het dreigende verlies aan privacy. De regering doet nu net of ze daar gevoelig voor is door met een sociaal, naast een fiscaal nummer te komen. Bovendien wordt gezegd dat alleen de fiscus, bedrijfsverenigingen en uitkeringsinstanties in de bestanden mogen kijken. Elk van deze organisaties zou alleen de persoonlijke gegevens kunnen bekijken die ze voor haar doel nodig heeft.

Kommentaar van de federatie van bedrijfsverenigingen op de fraudebestrijding door middel van de koppeling van bestanden: "Echte fraudeurs laten zich niet in een bestand opnemen. Een koppeling leidt dus niet tot een ontdekken van hun praktijken." Het gaat zoals altijd bij dit kabinet blijkbaar weer om het pakken van de mensen die eerlijk alles invullen en van een hongerloontje of minimum-uitkerinkje rond proberen te komen.

Invoering van het systeem kost zo'n 60 miljoen gulden. Staatssecretaris denkt dat ie de kosten er dik uithaalt. De Tweede Kamer moet er nog over praten maar het ziet er naar uit dat vanaf januari '89 iedereen van 15 jaar en ouder in Nederland een sofi-nummer heeft. De kontrole op arbeid, arbeidsbewegingen en uitkeringsgerechtigden is dan weer een stuk toegenomen.

Erik, wordprocessor 1, reg. nr. 12957392

* * *



LEGITIMATIEPLICHT IN DE PRAKTIJK: HET VERDRIET VAN BELGIË

Iedere Hollander die weleens meegedaan heeft met axi's tegen kernenergie in Doel en Mol of anti-fascistische demo's tegen neo-nazi's van de VMO kan het weten...

In België bestaat sinds jaar en dag al de legitimatieplicht en de (paramilitaire!) Rijkswacht schept er groot genoegen in om 'poenkers' en andere, in hun bekrompen wereldbeeld afwijkende, axivoerdersters aan de tand te voelen. "Uw identificatiepapieren astublieft" is het eerste wat ze je vragen bij aanhouding, meestal zelfs als je alleen maar in een demo een Rijkswachtpost passeert.

Geheel in de geest van de Rijkswacht zijn steevast 'zjanetten' (= Belgies scheldwoord voor flikkers) en 'poenkers' gewild slachtoffers. Iedere Belg is verplicht om altijd haar of zijn 'Identiteitskaart van Belg' bij zich te dragen. En wie dat niet doet loop grote kans om vastgehouden te worden tot een familielid of vriend(in) het dokument op de Rijkswachtburelen komt tonen... In het gunstigste geval, d.w.z. bij die zeer zeldzame Rijkswachters met een menselijk gezicht, moet je je naam & adres geven en binnen 24 uur je identiteitskaart laten zien.

Zoals uit het bovenstaande duidelijk zal worden is het verschijnsel NN, althans in juridiese zin, nagenoeg onmogelijk in België. Elke Belg is namelijk zo opgegroeid met het verschijnsel Identiteitsbewijs en de daarbij behorende legitimatieplicht dat het een soort automatisme is voor een Belg om, voor zij of hij uitgaat, te controleren of sleutels, geld en identiteitskaart op zak zijn.

Schrijver dezes heeft lang genoeg in de streek Zeeuwsch-Vlaanderen gewoond om te hebben geleerd dat je niet zomaar naar Antwerpen of Gent gaat zonder raspoort op zak. Heb je die namelijk niet, dan kun je in het Vlaamse land voor uiterst onaangename verrassingen komen te staan, zeker als je uiterlijk iets afwijkt van het 'algemeen gangbare'.

Op de Stadswaag in Antwerpen, waar veel zgn. trendy, punky clubs en café's zijn, is het een regelmatig terugkerende routine dat de Rijkswacht razzia's houdt, waarbij ze niet alleen controleert op de aanwezigheid van bepaalde Oosterse genotsmiddelen, maar ook iedereen vraagt naar hun 'identificatie'. Zo ook in het studentenmilieu van Gent, waar het vooral in de omgeving van de artistieke 'staminee's' rond het St. Jacobsplein een geliefd tijdsverdrijf voor de Rijkswachters vormt.

Elk voertuig van de Rijkswacht is namelijk uitgerust met een handzame terminal, welke verbonden is met de computer van de BOB (= Bijzondere Opsporings Brigade) in Brussel. Ook de 'onopvallende' Peugeots 504, die de stillen van deze BOB meestal gebruiken, hebben zo'n terminal aan boord. Nadat ze je binnen de kortste keren dermate geïntimideerd hebben dat je gewillig je raspoort of 'identiteitsbewijs' hebt gegeven, gaat het nummer 'rap' door de computer. U hebt nog boetes uitstaan bij de 'Procureur des Konings'? Kassa! Dat wordt dus ook rap dokken. Je werd sowieso al gezocht? "Dan kunt ge rap plaatsnemen zunne..."

Kortom, een 'ideaal' systeem t.b.v. Staatsrepressie, en het is dan ook niet verwonderlijk dat Korthals Altes, met een verwijzing naar het 'algemeen gangbare van dit systeem' in vele West-Europese landen, dit ook in Nederland wil laten invoeren. Want... Korthals Altes blij, zijn disgenoten van Philips, KEP, IBM etc. blij, de politie blij, rechtsdenkend 'law & order' Nederland blij en axivoerend Nederland is een machtig wapen in de strijd armer. Kortom: nooit legitimatieplicht!

Simon, typemachine 2, reg.nr. 876548031


LEVE DE ONGEREGISTREEDE PITBULLS

Als een hond een man bijt is dat geen nieuws, is een van de grondregels van de journalistiek. Niets is meer zeker. Man bijt hond doet in nieuwswaarde tegenwoordig sterk onder voor hond bijt kind, tenminste als het een pit bull is.

De eigenaren van pit bulls of, zo bleek al snel, enkele fokkers hebben zich nu verenigd in een komitee: de pit bull is een lief dier. Net als wanneer Lubbers het over vreemdelingen heeft vinden de hondenfokkers dat het kaf van het koren gescheiden moet worden. Zoals justitie op papieren oordeelt over iemands status als politiek dan wel ekonomies vluchteling, zo ook willen hondenfokkers erkende raszuiverheidsbewijzen voor pit bulls.

Maar net als met vreemdelingen is dat alleen maar bedoeld om de jacht op illegalen te kunnen openen. Als de fokkers hun zin krijgen lees je binnenkort in de krant enorme verhalen over gevaren van rasvermenging en de noodzaak de identiteit van de oorspronkelijke pit bull te beschermen tegen vreemde, illegale praktijken.

De plannen om pit bulls te registreren en te muilkorven lijken ook veel op de aanpak van het voetbalvandalisme. Eerst kregen mensen die veroordeeld werden wegens vandalisme tijdens voetbalwedstrijden een stadionverbod (muilkorf). Toen bleek dat supporters nog steeds geweld gebruikten kwam het idee van de registratie van alle supporters. Als het aan justitie en de voetbalbond ligt komt binnenkort niemand meer zonder pasje een stadion binnen. Als het aan justitie en de fokkers ligt loopt er binnenkort ook geen ongeregistreerde pit bull meer rond.

Een andere overeenkomst is er tussen de uitspraken van fokkers en voetbalbestuurders. De pit bulls die bijten zijn geen echte pit bulls en de voetbalvandalen zijn geen echte supporters. Supporters worden als beesten behandeld door de politie en in veewagens vervoerd. Pit bulls worden ook als beesten, en dat is niet hetzelfde als welopgevoede honden, behandeld. Pit bulls zijn niet gevaarlijk omdat ze bijten maar omdat ze zomaar bijten. Alle honden bijten zo nu en dan maar politiehonden doen wat hun baas zegt en pit bulls meestal niet. Pit bulls zijn een beetje eigengereid en anarchistisch, daarom zijn ze een gevaar. Soms zijn ze lief tegen je, soms bijten ze, maar alleen wie zij willen. Daarom: leve de pit bull.

 

DE PARADOX VAN HET GRENSLOZE EUROPA

Omdat in 1992 de binnengrenzen in West Europa verdwijnen moet er snel een nieuw, onvervalsbaar paspoort komen. De kontrole van de staat op de bewegingen van 'haar' burgers dreigt anders namelijk te verdwijnen. En dat kan die staat zich natuurlijk niet permitteren. Burgers zijn in de ogen van de staat immers potentieel subversief en hun aktiviteiten verdacht.

Tot nu toe is het aan de burgemeester van de plaats waar je woont om te beslissen of je een paspoort krijgt. Daarvoor is het voldoende aan te tonen dat je geboren bent en een verblijfplaats hebt. Een geboortebewijs, pasfoto en handtekening samen met zo'n tachtig piek en je hebt een boekje waarmee je de wereld in kunt. Het land uitkomen is meestal een formaliteit als je via land of zee vertrekt. Als je via de lucht vertrekt wordt je altijd gekontroleerd op openstaande boetes.

Dat staatsburgers zomaar het land kunnen verlaten is staten een doorn in het oog. En dat niet-inwoners makkelijk binnenkomen helemaal. Daarom voeren Nederland, België, Duitschland, Luxemburg en Frankrijk al enkele jaren, in het geheim, overleg over het streng kontroleren van hun buitengrenzen en de samenhang met de identiteitskontrole erbinnen. Zogenaamd om de kriminaliteit, het internationale terrorisme en (wat ze gvd in hetzelfde rijtje noemen) illegale vreemdelingen te bestrijden.

Daarvoor biedt de komputer nieuwe mogelijkheden. Het huidige Nederlandse paspoort kan alleen door de mens gelezen worden. Dus moet er een paspoort komen dat opties, d.w.z. door de komputer, gelezen kan worden. Er lijkt de laatste tijd geëxperimenteerd te worden met verder gaande verkeerskontroles en met marechaussee-patrouilles in de grensgebieden. Als politiewagens komputerterminals krijgen die paspoorten kunnen lezen, Philips wil ze wel leveren tegen een geringe vergoeding denk ik, kan elke persoon die wordt gekontroleerd geregistreerd worden. En dat bespaart politie en justitie ontzettend veel tijd.

Neem nu die aan de IRA toegeschreven aanslagen onlangs in Limburg op Britse soldaten. Met een druk op de komputer, na toestemming van de minister natuurlijk, ziet justitie wie in de dagen voor en na de aanslag in die omgeving een verkeerskontrole gepasseerd, is. Ze kan dan bijvoorbeeld alle Noord-Ieren, of Palestijnen of Zuidamerikanen die genoteerd zijn opsporen en aan de tand voelen.

Maar als dat kontroleren zo gemakkelijk gaat, waarom zou je je dan beperken tot het raadplegen van de komputer bij een aanslag? Dat zal dan ook niet gebeuren en zeker nu alle politiecommissarissen volgens de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten uit 1987 automaties bij de BVD zitten, zullen ze hun potentiële verdachten willen registreren op reisbewegingen.

Met de invoering van het nieuwe paspoort komt de verantwoordelijkheid voor het verstrekken bij Buitenlandse Zaken te liggen. Niet de burgemeester maar het Rijk word degene bij wie je een paspoort moet aanvragen of verlengd moet zien te krijgen. Stel nu dat je paspoort verloopt, volgens de Ontwerp Paspoortwet mag je er na vijf jaar niet mee reizen, en je hebt het door Deetman teveel betaalde geld nog niet betaald. Buitenlandse Zaken heeft je dan geregistreerd als fraudeur of iemand met onbetaalde rekeningen en denk je dat je dan een paspoort krijgt?

Volgens bovengenoemd wetsontwerp niet. Diverse schulden aan de staat kunnen een weigeringsgrond zijn. Overigens is de diskussie over deze wet nog aan de gang, onder andere omdat zo'n beperking van de bewegingsvrijheid in strijd is met de Grondwet. Als de centrale uitgave van paspoorten wordt verbonden met gegevens uit andere databanken levert dat de overheid allerlei alibi's je bewegingsvrijheid te beperken.

En was het vroeger zo dat zij moesten aantonen dat jij je schuldig hebt gemaakt aan een strafbaar feit, in de toekomst zul jij moeten bewijzen dat je onschuldig bent. Elke dag worden er maatregelen aangekondigd die burgers tot verdachten bombarderen tenzij het tegendeel bewezen is.

De politie vindt het moeilijk als de bestuurder van een aangehouden auto met een los spatbord zegt dat de auto is geleend. Dus wat doen ze? Dezer dagen staan plannen in de krant om de politie meer mogelijkheden te geven de bezitter van de auto verantwoordelijk te houden voor hetgeen er met de auto wordt gedaan, ook als hij hem heeft uitgeleend. Dus al heb je tien getuigen dat je op je volkstuintje aan het ploeteren was, die boete ontloop je niet.

Er moet een eind komen aan de files is de filosofie van dit kabinet. Dus niet wachten voor de oprit van tolbruggen maar gewoon een kastje in de auto dat laat registreren wanneer je over de brug ging. Automaties wordt van je rekening afgeschreven hoeveel keer je van de brug gebruik maakte. Het profijtbeginsel, ach kom wees realisties en het is toch handig en veel sneller dan steeds naar gepast geld zoeken als je een brug over wilt.

Handig vooral ook voor de overheid die geïnteresseerd is in waar die subversieve burgers, en dat zijn we in principe allemaal, hun weekend doorbrachten. Zeker als er op de dag dat jij over de brug kwam net iets gebeurd is wat de staat niet zo leuk vindt. Een blokkade van een fabriek die chemisch afval produceert bijvoorbeeld. En stel nou dat er bij het verwijderen van die blokkade geweld, volgens de Wiltings en andere voorlichters altijd onvermijdelijk doch betreurenswaardig, en tegengeweld is gebruikt?

Handig toch voor Justitie dat ze jou dan dwingen te bewijzen dat je aan het surfen en niet aan het aktievoeren was. Wat ik maar wil zeggen is dat de intensieve kontroles in het nieuwe grensloze Europa niet los zijn te zien van de toenemende angst van de staat haar greep op de burgers, en dus op jou, te verliezen.

Erik, wordprocessor 3, reg.nr. 12957392

* * *



SOMMERE GEDACHTEN

"Waarom is Amsterdam een leuke stad. Omdat hier op alle fronten regels gemaakt worden die ontdoken worden. En omdat hier relatief gekke mensen wonen die gewoon rare dingen doen", zegt Karel Sommer. Het interview gaat over technologische ontwikkelingen en veranderingen in kontrole. Sommer is verbonden aan de Stichting Waakzaamheid Persoonsregistratie en doceert over maatschappelijke aspekten van technologie aan de Universiteit van Amsterdam, afdeling Sociaal Wetenschappelijke Informatica.

Op zijn bureau staat de komputerterminal permanent aan tijdens ons gesprek. Hij kijkt even of er een boodschap is in zijn elektronische brievenbus voor we beginnen. Zijn komputer is een kommunikatiemiddel. Een zichtbaar kontrast met het soort komputergebruik waarover ons gesprek zal gaan.

Stichting Waakzaamheid

De Stichting Waakzaamheid stelt zich op het standpunt dat de vraag naar het herinvoeren van de legitimatieplicht geen juridische vraag hoort te zijn. Dat standpunt deelt ze met de Coornhert Liga en het Nederlands Juridisch Commitee voor de Mensenrechten.

Karel Sommer: "De vraagstelling van de regering ondergraaft de diskussie per definitie. Het gaat om de vraag of het maatschappelijk verantwoord is. Dat is het grote punt als je praat over legitimatieplicht, als je legitimatieplicht ziet in het kader van de hele technologieontwikkeling, paspoortentoestanden. Eigenlijk geplaatst in het kader van de hele kontrole en beheersing, vanuit centrale punten van mensen. Ik zeg bewust 'centrale punten' en niet 'de overheid' omdat het bedrijfsleven natuurlijk ook haar personeels informatie systemen invoert in principe voor een steeds betere beheersing en kontrole."

"Als we dan nu zeggen: we zitten in een relatief demokratische samenleving, een visie die niet noodzakelerwijze de mijne is, dan nog ben je nu bezig technologie te ontwikkelen die verder reikt dan de huidige maatschappelijke struktuur lang is. En dan wordt het ineens vergelijkbaar met het milieuprobleem, kernenergie, kernafval, dat gaat over generaties heen, dat gaat over samenlevingen heen, dus hebben we ook een verplichting om daarover na te denken."

Legitimatieplicht

Vr: De tendens om de faktor mens meer onder kontrole te houden. Die bestond al onafhankelijk van de technologische mogelijkheden?

S: "Ja, ik denk het wel. Je ziet dat eigenlijk al vanaf het ontstaan van het kapitalisme, waar de mens als een produktiefaktor gezien wordt. In de periode daarvoor produceerde men naar behoefte en vanaf dat moment gaat men produceren voor de winst. Dat is erg aan macht gebonden. Op het moment dat de mens een produktiefaktor wordt, wordt ie een faktor ter beheersing, ter kalkulatie. De technologie door de geschiedenis heen reikt steeds meer middelen aan om mensen te kontroleren vanuit één dimensie, de dimensie van macht. Dat botst overigens, denk ik, met de principes van de burgerlijke rechtsstaat."

"Dat is ook de tegenstelling die je ziet in het hele gepraat over de legitimatieplicht. Dat men aan de ene kant donders goed ziet dat het zich zeer gespannen verhoudt tot de principes van de demokratische rechtsstaat en aan de andere kant een verlengde is van technologische beheersingsmogelijkheden. En met technologie bedoel ik niet alleen de techniek maar ook de organisatie eromheen. Het vermogen van organisaties om dingen op te slaan, om tijd te besteden.. De keuzes die je maakt over twee kanten, aan de ene kant de technologie en aan de andere kant de organisatie, nopen ertoe iets te doen wat in tegenspraak is met de principes van de burgerlijke rechtsstaat. Maar dat is dan een hele brede, wat sociologische verklaring."

Vergeleken met ouderwetse kaartenbakken hebben komputers gigantische mogelijkheden. En die nodigen uit tot gebruik, ook als er niet goed over het doel is nagedacht.

S: "Een aardig voorbeeld zijn personeels informatie systemen, de eindeloos lijkende mogelijkheden van komputersystemen maakt dat men gaat zeggen: nou, laten we al die gegevens maar vastleggen, je weet nooit waar het goed voor is. Een enorme gegevensvervuiling. (...) Je moet een doel hebben voor je gegevens opslaat. Die doelbinding is een essentiële voorwaarde voor het vermogen om te kontroleren. Dat is wat je bij die legitimatieplicht niet ziet. Wat is legitimatie anders dan het op laten roepen van feiten over mensen. Er wordt gezegd dat het de kriminaliteit zou bestrijden. Dat doel kan je wel formuleren, alleen dat doel is zo onduidelijk gekoppeld aan de legitimatieplicht, inhoeverre legitimatieplicht écht kriminaliteit zou bestrijden."

"Kriminaliteit is iets wat heel andere dimensies heeft, namelijk maatschappelijke dimensies. Dat kan je bijvoorbeeld zien aan de hand van het voetbalvandalisme. Je trekt miljoenen uit voor het identificeren en registreren van mensen, voor die pasjes. Daarmee de suggestie wekkend dat het voetbalvandalisme oplosbaar is door het vastleggen van de daad van het voetbalvandalisme. Bij het voetbalvandalisme weet je dat het plaatsvindt op een bepaalde tijd in een bepaalde omgeving, dus wat is er makkelijker dan dat te gaan registreren, om daarin je hele frustratie over de kriminaliteit, over de aangetaste waarden en normen, te gaan konsentreren. Maar daarmee haal je het probleem niet weg. Nee je pompt geld in iets waarmee je alleen de repressie maar vergroot. Zo is er in het technologie-ontwerpen een ontwikkeling bezig die de zaken verscherpt. Het verwijdert ons verder van een wat fundamentelere benadering van de problemen."

"Ik denk, ontzettend idealistisch maar eh.., dat je mensen betrokken moet maken bij het geheel van de samenleving. Personeels informatie systemen bijvoorbeeld kunnen gebruikt worden om produktiekontrole te verrichten. Als ik inlog (= kontakt leg met een komputer. P.) op mijn terminal kan er een centrale komputer registreren hoelang ik ermee werk, met welke programma's ik werk, hoe vaak ik iets intik, je kan desnoods een elektronische kontrole op mijn kamerdeur zetten, op de deur beneden van dit gebouw, wanneer ik binnenkom. Als ik in zo'n repressieve omgeving werk dan is de lol in mijn werk aanzienlijk minder, is de angst in mijn bestaan aanzienlijk groter. Dat zal mij ongetwijfeld van een aantal van mijn misschien subversieve akties afhouden, dat is best wel waar. Maar mijn frustratie groeit en de mogelijkheid dat ik omsla naar een extremere richting zal daar waarschijnlijk ook wel mee groeien. Want ik heb op een gegeven moment toch niets meer te verliezen, ik zit in een Big Brother samenleving."

"Hoewel ik er geen voorstander van ben begrijp ik aktiegroepen als Cloudo in Frankrijk wel. Dat is een groep die, zeg maar, komputerterrorisme bedrijft. Dus zand in machines strooit, bomaanslagen pleegt op komputercentra, dat soort dingen. Ik denk daarom dat zelfs vanuit een burgerlijk perspektief legitimatieplicht, nieuwe technologie, grotere repressie geen bijdrage levert, integendeel, het omgekeerde bewerkstelligt."

Sociale kontrole met komputer

Vr: Denk je echt dat je kunt spreken van grotere repressie of is het meer een verandering in kontrole? Er wordt wel gezegd: vroeger was er meer sociale kontrole, via het gezin bijvoorbeeld. Dat valt nu weg en we zien nu een toename van maatschappelijke kontrole die soms eigenlijk minder effektief is dan sociale kontrole.

S: "Toen jij je vraag begon, voordat je die opmerking over sociale kontrole maakte, was mijn eerste reaktie: de laatste 10 jaar is er flink wat veranderd ten slechte. Er heeft een aardige individualisering plaatsgevonden, een privatisering, een heropbloei van de klassieke liberale waarden. In dat klimaat gedijt zo'n toegenomen repressie vanuit centrale machtspunten. In hoeverre sociale kontrole aan het veranderen is naar een vermaatschappelijking daarvan? Ik denk dat dat wel waar is. Maar dat de sociale kontrole verdwenen zou zijn..."

Sommer vertelt over de selektie van managers in bedrijven. Ze komen als (technische) specialisten binnen en in de organisatie vindt selektie plaats.

S: "Dat betekent dus dat die figuur on the job wordt uitgeselekteerd voor een leiderschapsfunktie. Hij wordt geselekteerd op zijn vermogen mensen te besturen vanuit het perspektief van de organisatie. En in dat kader denk ik dat dat proces van sociale kontrole zeer belangrijk is binnen bedrijven."

Vr: Maar je ziet wel dat in bedrijven elektronische deuren worden ingevoerd met toegangspasjes. Kennelijk is er in een aantal bedrijven een ontwikkeling naar meer kontrole van de bewegingen van mensen. Heeft dat een andere oorzaak dan dat het technisch mogelijk is geworden?

S: "Wat de oorzaak is weet ik niet. Wat ik wel opvallend vind is dat dat soort processen begint op de laagste hiërarchische niveaus van de organisatie."

Vr: Daar is men het minst loyaal?

S: "Ja, maar lenen zich er ook het beste voor. Het gaat om de grote massa, het gaat om relatief eenvoudige taken, die gesplitst zijn in de tayloristische periode. (Taylorisering = het uitsplitsen van taken in precies omschreven deeltaken, bijv. aan de lopende band. P.) Wat je nu ziet is dat dat proces van kontrole en beheersing doorschuift naar de hogere regionen. Daar zie je ook wel protest en problemen ontstaan. Zelfs in de bankwereld waar de organisatiegraad laag is. Mensen zijn op die niveaus bang voor hun taakkwalifikaties, bang voor een vergroting van de kontrole."

Toch kun je volgens Sommer niet spreken van een eenduidige toename van kontrole.

S: "Aan de ene kant is er het klassieke management waar beheersing en kontrole een belangrijk aspekt bij vormt. Met name in het midden- en kleinbedrijf. Aan de andere kant de relatief progressieve organisaties waar men zegt: het is duidelijk dat kontrole en beheersing uiteindelijk tegen ons werken. Je moet er naar toe om de organisatie zo plat mogelijk te maken, zo min mogelijk kontrole in te voeren, de mensen autonomie te geven, eigen verantwoordelijkheid, participatie. Er is een prachtige uitspraak van een van de topmanagers van DSM. Die zegt: 'Geef mij 5 procent van het vermogen van mensen om zaken te ontduiken en ik bouw de beste organisatie ter wereld.' Kortom, er is een waanzinnige kreativiteit onder mensen. Maar onze manier van organiseren, onze manier van funktie beschrijven, die drukken dat dood. Nou, dat inzicht wint ook veld. Maar het andere inzicht, mede op grond van de technologische beschikbaarheid, het domme kortzichtige geredeneer rond Korthals Altes is totaal in tegenspraak daarmee."

Kwetsbaarheid

Vr: Zou het ook kunnen zijn dat produktieprocessen steeds kwetsbaarder worden voor menselijke fouten of menselijk ingrijpen?

S: "Da's een hele goeie. Dat sluit aan op wat een man als Robert Jungk al jaren zegt. Neem maar de kerncentrales, het hele Botlekgebied, produktie-eenheden waar maar 40 mensen werken maar waar voor miljarden aan geld staat. De kwetsbaarheid daarvan is enorm. Databestanden van de overheid, dat is natuurlijk zo kwetsbaar als de pest. Die kwetsbaarheid vereist bijna, gezien het kapitaal dat erin zit, dat je dat kontroleert. En de kontinuïteit; de databanken van de overheid, als één dag de stroom uitvalt is het zaakje onbestuurbaar geworden. Dus dat moet je kontroleren en beheersen. Dat betekent dat je intern een enorme kontrole moet hebben. Met pasjes en videokamera's. Maar dat je dus ook de mensen die er werken moet kontroleren. De mensen die toeleveren."

"We zijn wel eens op excursie geweest bij het centrum voor elektronische informatieverwerking van Amsterdam, overigens allemaal heel aardige mensen hoor. Maar daar staat een heel groot hek voor, er staan een paar videokamera's waarmee je van binnenuit bekeken wordt, dan ga je een brug over, over een tankgracht. Dan kom je bij een betonachtige bunker en sta je bij een draaihek waar je alleen door kunt als je een pasje hebt of als er aan de andere kant toestemming voor jou gegeven wordt. Dan ben je nog maar in een halletje. Vervolgens krijg je een pasje waarmee je naar de vergaderzaal mag, als buitenstaander. Het personeel zelf heeft ook diverse machtigingen om bij diverse delen van het gebouw te komen. En om bij de komputertapes te komen, daarvoor moet je wel zo'n hoge machtiging hebben, dat zijn maar zo'n stuk of 10, 15 mensen. We kregen ze wel te zien maar daar is dan een speciale wand gemaakt van kogelvrij glas, dat is heel diep in het gebouwen daar kan je dan die 5, 6 komputers zien staan."

Vr: En dan zijn er nog reservekopieën.

S: "Ja, die back ups die worden blijkbaar ook buiten Nederland bewaard vanwege veiligheidsoverwegingen. Nou, dan zie je hoe riskant alleen gegevens zijn. Dan praat je al over miljoenenprojekten voor de beveiliging alleen. En dan gaan we er wel vanuit dat onze maatschappij stabiel is. Als je praat over security, dan praat je over security ten opzichte van mensen die nu benoemd worden als zijnde afwijkend. Als ik nu iemand als Le Pen hoor brallen of Glimmerveen of noem maar op. Al zouden ze maar een fraktie van de macht krijgen die hun ideeën met zich mee brengen, dan geef ik geen cent meer voor welke securitymaatregel dan ook. En je ziet dat het in onze samenleving is ingebakken: de privacywet maakt een uitzondering voor politie, justitie en veiligheidsdiensten."

Vr: Misschien kan de maatschappij alleen maar funktioneren bij de gratie van afwijkingen van de norm. Ik denk bijvoorbeeld aan sommige vormen van zwartwerken die eigenlijk noodzakelijk zijn, willen sommige procesen überhaupt funktioneren. Als je een maatschappij helemaal onder kontrole krijgt kan ik me voorstellen dat dat het hetzelfde effekt heeft als een stiptheidsaktie.

S: "In het onderwijs maak ik wel eens een vergelijking met de topsport. Je hebt dat Nederlandse voetbalelftal toen in Duitsland gezien. (In '74. P.) Dat voldeed niet aan de spelopvattingen die toen gebruikelijk waren. De hele middenlinie ging naar voren en de voorste linie ging naar achter. Een waanzinnige benadering in die tijd, maar wel effektief en kreatief. Door alles strak te normeren vanuit een machtsdimensie haal je ook de kreativiteit weg."

Peter van Ostade, wordprocessor 1, reg. nr. 19403462

* * *



TEGENWERKEN DOOR MEEWERKEN

Het nu ophanden zijnde voorstel om een algemene legitimatieplicht in te voeren is niet nieuw, getuige de periode '40-'45. De Nederlandse bevolking heeft in deze periode ondervonden wat zo'n wisselwerking tussen een goed opgezet administratiesysteem en een legitimatieplicht in de praktijk betekende. Het gaf de machthebbers de mogelijkheid om een algehele controle uit te oefenen en m.b.v. dezelfde koppeling nazistische doeleinden na te streven. Vooral dankzij dit administratiesysteem konden joden opgespoord en gedeporteerd worden. Gedurende deze jaren was er een  verzetsgroep die beter dan wie ook kan meespreken over de gevaarlijke kanten van zo'n koppeling. Deze groep hielp tussen 1942 en 1945 mensen door het systeem te saboteren. Tegenwerken door meewerken was hun werkwijze.

Invoering persoonsbewijs

Vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd in Nederland al een administratiesysteem ingevoerd. Op grond van dit systeem kon het daarna ingevoerde persoonsbewijs zeer goed functioneren. De overheid hanteerde in de jaren '30 als belangrijkste argument voor de invoering van het systeem het vergroten van de veiligheid en het welzijn van de bevolking. De meerderheid van de bevolking aanvaardde dit ook als legitiem argument.

Eind jaren '30 beschikte Nederland als een van de weinige landen over een zo goed ontwikkeld administratief systeem. Via de hiërarchische opbouw van centrale en lokale overheden en de geringe zelfstandigheid van de lagere organen konden de administratie en het persoonsbewijs snel doordringen tot in alle uithoeken van de samenleving.

De ontwerper verwoordde de ideeën die aan dit systeem ten grondslag lagen als volgt: "De innige onderlinge verbondenheid tusschen den mensch, de bevolkingsboekhouding en het persoonsbewijs, waarborght een vrijwel volmaakte administratieve beheersching van het maatschappelijk leven."

Bevolkingsregister

In de vorige eeuw was er een gebrekkige volkstelling. De volkstellingen werden per gemeente bijgehouden. De registratiesystemen verschilden per gemeente zo sterk, dat de bevolkingsboekhouding erg ondoorzichtig bleek. Een regerings commissaris deed in 1932 het voorstel om aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een aparte rijksinspectie voor de bevolkingsregisters toe te voegen. De inspecteur van deze rijksinspectie zou voor meer eenheid in de bevolkingsadministratie moeten zorgen.

Een ambtenaar, genaamd Lentz, was zeer geïnteresseerd en had zich al beziggehouden met de bevolkingsadministratie. Eenmaal benoemd als inspecteur, zag hij het als een persoonlijke roeping het registratiesysteem te moderniseren. Hij kreeg zijn kans toen in '36 de rijksinspectie werd losgemaakt van het Centraal Bureau van de Statistiek en bij Binnenlandse Zaken werd ondergebracht. Lentz zorgde ervoor dat alle gemeenten vanaf 1 juli '36 per inwoner een aparte persoonskaart bijhielden, waarvan formaat en indeling op grond van landelijke maatstaven voorgeschreven werden. Ook beroep, adres en kerkgenootschap moesten vermeld worden. Lentz wilde ook een algemeen erkend en niet na te maken identiteitsbewijs.

Paspoorten waren er wel, maar makkelijk te vervalschen. Bovendien hadden slechts weinigen een paspoort. Aan het eind van de jaren '30 weigerden twee opeenvolgende regeringen, respektievelijk het vierde kabinet Colijn en het kabinet De Geer, in te stemmen met een legitimatieplicht. Pas aan het begin van de Duitse bezetting voerden de secretarissen-generaal Tentink (Justitie) en Frederiks (Binnenlandse Zaken) onder toezicht van de Duitse autoriteiten een waterdicht legitimatiesysteem in, met moeilijk vervalsbare persoonsbewijzen.

Vanaf 1 oktober 1940 gold de indentifikatieplicht. (Zonder persoonsbewijs kon men niet aan een distributiestamkaart komen.) Deze pas moest te allen tijde getoond kunnen worden. Men ging in Den Haag een centraal register bijhouden van uitgegeven persoonsbewijzen, het zogenaamde Ontvangst Persoons Bewijzen register. Bij iedere gemeentesecretarie werden persoonsbewijzen uitgereikt. De ontvangstbewijzen moesten worden opgestuurd naar Den Haag.

Het distributiesysteem

De overheid gaf distributiestamkaarten uit op grond van het bevolkingsregister. De bevolking kon al voor de oorlog alleen distributiebonnen krijgen (voor o.a. voedsel en kleding) met behulp van deze stamkaarten. In ruil voor deze bonnen verkochten winkeliers hun goederen. De winkeliers moesten de bonnen plakken op vellen en opsturen naar het Centraal Distributiekantoor. Op grond van ingeleverde bonnen werden de winkeliers opnieuw bevoorraad. Konkurrentie tussen de winkeliers werd zo uitgeschakeld.

De Duitsers hoefden dit hele distributiesysteem alleen maar over te nemen. Toen ze in de gaten kregen dat het aantal onderduikers aanzienlijk was toegenomen, ontwikkelden de Duitse autoriteiten een tweede distributiestamkaart. Hiermee hoopten zij de onderduikers onder druk te zetten en naar buiten te lokken.

In 1943 werd een geheel nieuw controlesysteem van persoonskaarten en persoonsbewijzen ingevoerd, nauw gerelateerd aan de tweede distributiestamkaart. Controlezegels, stempels en een nieuwe nummering werden ingevoerd. Kon men vroeger alleen met behulp van een persoonsbewijs aan een distributiestamkaart komen, nu werden ook nog een zegel en een stempel als bewijs van afhalen aangebracht op het persoonsbewijs. Wanneer deze ontbraken was je verdacht. Nederlandse ambtenaren verrichten de controle op de distributiekantoren. Distributie en bewaring van de controlezegels en stempels waren in Duitse handen.

De tweede distributiestamkaart (TD) groep

Bood dit algehele administratiesysteem ook sabotage mogelijkheden? Dat dit systeem niet waterdicht was toonde de TD-groep. Deze groep ging ervan uit dat de bevolkingsregisters de basis vormden voor de overheidsmaatregelen. Twee mensen, Hendriks en Brouwer, begonnen een gedecentraliseerde organisatie op te zetten. Zij vormden met een kleine groep de landelijke top die het verzet onder ambtenaren coördineerde.

Deze organisatie was gebaseerd op een indeling van het land in rayons. Elk rayon stond onder leiding van één persoon. De landelijke top gaf in grote lijnen instructies. Op het punt van veiligheid was men erg precies. Diverse rayons stonden geheel los van elkaar en wisten vaak niet van elkaars bestaan. Belangrijke funkties werden verdubbeld, zodat bij een eventuele arrestatie de organisatie kon blijven funktioneren. Men streefde ernaar niets op schrift te stellen. Alle berichten en instructies tussen de leden werden mondeling overgebracht.

Werkmethoden van de TD-groep

Tussen '42 en '45 ontwikkelde de verzetsgroep verschillende werkmethoden. Een voorbeeld was de zogenaamde 'rondzetmethode'. Men begon met het plaatsen van de valse persoonskaarten in het bevolkingsregister van de gemeentesecretarie. Op grond hiervan kon men gewone persoonsbewijzen met gefingeerde namen uitreiken. Het was voldoende wanneer de nummers van de persoonsbewijzen behoorden tot de uitgegeven series. Al gauw werd een verandering aangebracht. Mensen kregen nu een persoonsbewijs met de naam van een ander. Extra veiligheid: bij navraag zou een geboortebewijs aanwezig blijken, bij een gefingeerde naam was dit niet het geval.

Later paste men de lijkjesmethode toe. Men kon deze methode ontwikkelen omdat de persoonskaarten van overledenen, van personen zonder vaste verblijfplaatsen en van mensen die definitief naar het buitenland vertrokken waren, bewaard werden in het Centraal Ontvangst Persoonsbewijzen register in Den Haag.

Overledenen werden administratief weer tot leven gebracht. De ambtenaren hadden nu tot taak het laten verdwijnen van de overlijdensakte en het verhuizen van de overledene naar de woonplaats van de onderduiker. Maar deze methode zorgde ook voor problemen. Soms was de overledene een veel gezocht persoon. Om dit probleem te ondervangen zocht Brouwer naar babies die twintig tot veertig jaar geleden overleden waren.

Om aan deze gegevens te komen en om mensen te kunnen 'verhuizen' waren kontakten met andere bevolkingsregisters noodzakelijk. Hendriks was de man die deze kontakten legde. Om de rondzetmethode goed uit te voeren werd ook kontakt opgenomen met ambtenaren van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Zij moesten de bevolkingscijfers kunstmatig verhogen, zodat het uitgeven van meer persoonsbewijzen en tweede distributiestamkaarten gelegitimeerd werd.

Werkmethoden t.a.v. distributiekantoren

Vanaf '42 gold een verbod op de uitreiking van distributiebonnen aan ondergedoken joden of mannen die arbeid in Duitsland weigerden. In ambtelijke kringen ging men volgens een achterom-methode te werk. De onderduikers bezaten nog oude inlegvellen: kaartcoupons in de oude stamkaart. Hun oude stamkaart zelf was onbruikbaar geworden wegens signalering van het nummer en de persoonsgegevens. Met dit inlegvel kon men distributiebonnen verkrijgen. Dit gebeurde meestal buiten de openingstijden van het kantoor om. Een andere methode om aan nieuwe stamkaarten te komen, was het opzettelijk laten verdwijnen van stamkaarten. Na proces-verbaal door de politie kreeg men dan nieuwe stamkaarten.

Ongekende perfektie

Juist de TD-groep zag kans veel mensen aan persoonsbewijzen en distributiebonnen te helpen. Hierdoor konden velen via de administratieve weg aan de Nazi-terreur, ontkomen, zoals joden, verzetstrijders(stersl en mannen die het werken in Duitsland weigerden.

Ook nu is een deel van regering en parlement overtuigd van de noodzaak van invoering van verplichte legitimatie. Op allerlei terreinen bouwt men computerbestanden op waarin persoonlijke gegevens zijn opgeslagen. Bijvoorbeeld fiscale en sociale gegevens. Indien de verschillende bestanden aan elkaar gekoppeld worden is alles bekend over personen wat betreft opleiding, godsdienst, werkkring en politieke overtuiging. Bovendien maakt de huidige informatietechnologie moeilijk vervalsbare persoonsbewijzen mogelijk.

Invoering van legitimatieplicht, gekoppeld aan een dergelijk totaal bestand betekent een controlesysteem in van ongekende perfectie. De verleiding deze controle-mogelijkheid te misbruiken voor andere doeleinden zal ook nu bestaan. Invoering van verplichte legitimatie is daarom ongewenscht.

JanRoelof Meijering

* * *



PASJESWET PUUR RACISME

De overheid heeft het niet zo op mensen die zich aan haar kontrole onttrekken. Al zijn er maar een paar 'illegalen', ministers en Kamerleden hebben er slapeloze nachten van. Om de 'laatste illegaal' te beletten van 'onze' voorzieningen gebruik te maken zijn maatregelen nooit draconies genoeg. Zo blijkt keer op keer.

In de jaren zestig werden veel arbeiders uit Turkije en Marokko geronseld door Nederlandse fabrikanten om tegen een laag loon zwaar vuil en geestdodend werk te doen. Ze gaan als ze versleten zijn wel weer terug dachten ondernemers en politiek, als ze al over de positie van de migranten dachten. Een deel ging ook daadwerkelijk terug, een ander deel besloot hier te blijven en de gezinshereniging kwam op gang.

In '74 werd met een willekeurige peildatum bepaald wie voortaan legaal zou zijn en wie alsnog het land diende te verlaten. Tegen die wet, de wet buitenlandse werknemers, kwam vooral van buitenlanders flink verzet. Uiteindelijk werd de wet enigszins gewijzigd toch aangenomen. De regering dacht met het vaststellen van een peildatum hard te kunnen optreden tegen nieuwe klandestien in Nederland binnenkomende buitenlanders. Dat was een illusie. Ondernemers ronselden nog altijd 'illegalen', al was het maar omdat voor hen geen sociale premies betaald hoefden te worden. En als ze ziek waren namen ze gewoon een ander.

Toen in de jaren '84-'85 een groot aantal mensen uit Sri Lanka politiek asiel vroegen in Nederland, en onderdoken als ze dat niet kregen, groeide de illegalenangst tot ongekende hoogte. De overheid wilde een eind maken aan deze 'onrechtvaardigheid', n.l. het volgens haar profiteren van voorzieningen waarvoor je niet hebt betaald.

En zo dook het idee op van een algemene legitimatieplicht voor vreemdelingen. Als een agent op straat dacht dat iemand wel eens illegaal zou kunnen zijn en een potentieel profiteur van de voorzieningen in het land van melk en honing, kon hij die persoon om zijn paspoort vragen. Aan loketten van de sociale dienst, volkshuisvesting, bij de giro, overal diende "bij een redelijk vermoeden van twijfel over de verblijfsstatus" om identiteitspapieren gevraagd te worden.

Organisaties van buitenlanders en zwarte Nederlanders,alsmede enkele anti-fascisme komitees karakteriseerden deze uitbreiding van de legitimatieplicht voor vreemdelingen als een Pasjeswet. Een racistiese wet dus, die erop zou uitdraaien dat alle niet-witten bij voorbaat verdacht zouden worden van misdrijven. Want wie gelooft dat een blonde Nederlandse met helblauwe ogen dezelfde verdenking bij een plisie oproept als een zwarte Nederlander is wel heel naïef.

Door de vrij massale akties, 20.000 demonstranten,waaronder overigens maar zo'n 500 witte Nederlanders, is voorlopig bereikt dat er geen openlijke pasjeswet lijkt te komen. De kontrole in twijfelgevallen wordt er een in het geniep. Op voorstel van het CDA, van het geniep weten die heel veel, mogen ambtenaren achter loketten de komputer raadplegen. Als de geautomatiseerde Gemeentelijke Bevolkings Administratie is ingevoerd weten ze dan direkt of ze kosjer of illegaal vlees in de kuip hebben.

Erik, wordprocessor 3, reg.nr. 12957392

* * *



PERSOONSREGISTRATIE EN DE MOGELIJKHEDEN TOT SABOTAGE

Tijdens de Duitse bezetting slaagde het verzet er herhaaldelijk in om door doeltreffende sabotage-akties het gebruik van persoonsregistraties zoals het bevolkingsregister te bemoeilijken. Door goede ambtenaren werden niet bestaande personen in het register opgenomen. In Amsterdam en andere steden werd het bevolkingsregister door brand verwoest. Het lijkt een geruststellende gedachte dat als de nood echt hoog wordt dit soort sabotage altijd mogelijk zal zijn.

Tijdens de volkstelling van 1971 werd er door aktiegroepen met sukses een boykot georganiseerd, waardoor de resultaten van de telling nauwelijks waarde hadden. Dit soort breed aan slaande vormen van verzet blijkt nog steeds effektief te zijn.

Toch is dat nog maar de vraag. De situatie in de Tweede Wereldoorlog verschilt nogal van wat nu of in de toekomst hoge nood zou kunnen worden. Ten eerste was de politieke situatie erg duidelijk. Een buitenlandse bezetter moordde massaal landgenoten uit en maakte aan alle vrijheid en materiële zekerheid op extreme wijze een eind. Ten tweede was sabotage technisch gezien haalbaar. De bevolkingsboekhouding was feitelijk een zaaltje met kaartenbakken. Wanneer die door een flinke brand verwoest werden was het bestand effektief vernietigd.

De situatie in de toekomst kan wel eens veel ondoorzichtiger zijn. De 'bezetter' zal misschien gewoon Nederlands zijn, de 'bezetting' kan heel geleidelijk en legaal gebeuren. Er is een scenario voorstelbaar, waarin bijvoorbeeld door de Europese Eenwording gekoppeld aan een diepe ekonomische recessie, de materiële omstandigheden drastisch verslechteren, vreemdelingenhaat slachtoffers gaat kosten en de repressie van politieke oppositie keihard wordt.

Als dat allemaal verkocht kan worden aan een groot gedeelte van de bevolking en de politieke kontrole op de rest goed genoeg is, kan er een beroerde situatie ontstaan waarbij de noodzaak tot sabotage van de bevolkingsboekhouding noodzakelijk lijkt. Of er dan ook genoeg medewerking van ambtenaren zal zijn is nog maar de vraag.

Ten tweede is er een probleem met de techniek. En dat kan wel eens essentieel blijken. Het invoegen van vervalste persoonskaarten is iets wat voorstelbaar is. Vrij veel mensen hebben de gelegenheid iets aan de inhoud van een kaartenbak te veranderen, een persoonskaart is na te maken, en het laat bijna geen sporen na.

Vernietiging door brand is ook nog te doen. De nieuwe geautomatiseerde gemeentelijke bevolkingsadministratie (GBA) die de komende jaren in elke plaats geïnstalleerd zal worden, zal heel wat moeilijker te saboteren zijn. De procedure om een nieuw persoon te introduceren is voorbehouden aan enkele ambtenaren.

Er wordt op allerlei manieren gekontroleerd, doordat er een landelijk kontrolebestand is en de handelingen vastgelegd en dus later traceerbaar zijn. Het maken van een gefingeerde persoon lijkt in de nieuwe geautomatiseerde bevolkingsadministratie bijna onmogelijk.

Vernietiging zonder medewerking van heel wat ambtenaren zal ook bijna onmogelijk zijn. De computerruimtes waar de bestanden zich bevinden zijn over het algemeen zeer goed beveiligd. In Amsterdam bijvoorbeeld is het speciale gebouw waar alle gemeentelijke bestanden zich bevinden een haast onneembare bunker met grachten, beton, sluizen en elektronische bewaking. Juist op brand zijn de computerruimtes bij uitstek berekend: door de ruimte in no time te vullen met een vlamdovend edelgas blijft de schade meestal beperkt.

Er is veel kennis en ervaring opgedaan op het gebied van computerbeveiliging. Wanneer het echt helemaal misgaat, zijn er altijd nog de backup bestanden, computertapes die elke week ververst worden en ergens in een bankkluis buiten het gebouw bewaard worden. Verder is de informatie over mensen tegenwoordig over zeer veel bestanden verspreid. De gemiddelde Nederlander zit in circa veertig bestanden, en er blijft na elke sabotage-aktie dus ruim voldoende informatie over.

Natuurlijk is dat grove geweld ouderwets. Tewgenwoordig gebeurt dat met een draagbaar computertje via de telefoon, dat weet iedereen. Paniekverhalen uit de computerwereld over hackers, virussen en fraude lijken te bevestigen dat de beveiliging van computers verre van waterdicht is. De bravoure van hackers, die tegenover journalisten beweren dat ze binnen drie maanden in elke  computer kunnen inbreken, sluit daarbij aan.

Het wordt tijd, dat aan dit fabeltje een eind wordt gemaakt. Het is eenvoudig niet waar, dat als de nood hoog is een warhoofdige maar geniale student wel even het verzet kan helpen aan toegang tot de gewenste computer. Dat kan alleen in slechte science fictionfilms. De meeste computersystemen zijn bijna niet te kraken, en de verhalen gaan over die paar types, die domweg wel een ingebouwd foutje hebben dat toevallig ontdekt is of waarvan de 'legale' gebruikers slordig omgaan met toegangskodes.

En dan, als er al een computer gekraakt is vraagt het ontzettend veel kennis van de organisatie en het systeem om iets erin te veranderen zodanig dat het onopgemerkt blijft. Een computer uitschakelen op afstand is soms mogelijk, maar het totaal wissen van de bestanden is bijna nooit te doen alleen al omdat niet alle bestanden voortdurend op de computer aangesloten zijn. Daarnaast worden de toegangskontroles steeds beter, en wordt de inhoud van computers steeds vaker gecodeerd met haast onbreekbare procedures. Het is naïef om te denken dat sabotage nog wel zal kunnen als het echt nodig is. Techniek en organisatie verschillen enorm van de situatie onder de bezetting.

Vorige maand maakte de regering bekend dat er geen volkstelling meer gehouden zal worden. Het te verwachten verzet ertegen zou zo'n kostbare operatie waarschijnlijk ineffektief maken, zo was de argumentatie. Men heeft lering getrokken uit de ervaringen in de Bondsrepubliek waar de laatste volkstelling ondanks propaganda en dreiging met zware straffen veel verzet opriep. Er is de regering alles aan gelegen, om niet teveel konflikten in de samenleving te krijgen als het niet echt nodig is.

Een volkstelling zou mensen die nu rustig blijven, kunnen mobiliseren en daarmee radikale groepen kunnen versterken. Een volkstelling is helemaal niet meer nodig alle gegevens die daaruit verkregen zouden worden, kunnen al gehaald worden uit bestaande gegevens, die zijn opgeslagen bij het centraal bureau voor de statistiek, de bevolkingsadministraties, studiefinanciering etcetera. Bovendien zijn door moderne statistische methoden uit kleinschalige enquêtes (mikrocensus) resultaten af te leiden die voor veel grotere bevolkingsgroepen gelden. Als alles al bekend is, hoeft die hele volkstelling niet meer.

J., typemachine 4, reg.nr. n.v.t.

 

VREEMDELING ZEKER...

PROGRAMMA:

10.30 opening door de voorzitters

1. WAAROM UNIVERSITEITSPASJES?

11.00: Geert Ritsema van 'een kwaad leven' over waarom universiteitspasjes?

11.15: Ton Regtien, schrijver van 'universiteit in opstand' reageert op Geert Ritsema;

11.30: Discussie

12.15: Lunchpauze

2. HOE DUITS IS HET PERSOONSBEWIJS?

2.45: Friso Roest van 'een kwaad leven' over hoe Duits is het persoonsbewijs?

13.15: Reactie op Friso Roest door Karl Heinz Roth, arts historicus en auteur van 'die restlose erfassung' en 'die andere arbeiterbewegung'.

13.45: Discussie, daarna pauze

3. LEGITIMATIEPLICHT IN POLITIEKE EN JURIDISCHE DISCUZZ

15.15: Louis van de Sande van 'een kwaad leven' over legitimatieplicht in politieke en juridische discussies.

16.00: Reaktie op Louis van de Sande door Marijke Ekelschot. In eigen tijd als feminist bij 'De Bonte Was' werkzaam, betaald als bedreigd docent Taalbeheersing bij Hogeschool Midden Nederland. 41 jaar geleden zonder haar toestemming als vrouw bij bevolkingsregister geregistreerd.

16.30: Discussie, daarna afsluiting.

ZONDAG 29 MEI 1988, Herengracht 22 Amsterdam.

 

 

.Terug naar boven